Een modelzuivelbedrijf
De Coöp. Zuivelfabriek St. Bavo te Rijsbergen
Er is een tijd geweest, nog
niet zoo heel lang geleden, dat
de boer naar eigen inzicht boter
fabriceerde en op de markt
bracht De ouderen onder ons
zullen zich nog wel de wekelijk-
sche markten herinneren, waar
op de-boerinnen met hun zware
korven gevuld met klonten of
stukken boter van typischen
vorm daarheen trokken om him
waar aan den man te brengen.
Geen rijkskeurmerk gaf het bre
vet van goede samenstelling,
geen uitgebreide keurings- en
controledienst, zooals wij die
,thans kennen, waakte voor de
uiterste hygiëne van een artikel
dat overgevoelig is voor een zui
vere behandeling. De zuivelindu
strie had nog lang niet die
vlucht genomen en het peil be
reikt, waarop zij nu staat. Deze
industrie heeft zich vooral de
laatste jaren enorm ontwikkeld,
de boeren hebben zich vereenigd
in talrijke bedrijven, waarheen
jaarlijks millioenen liters melk
worden aangevoerd om grooten-
deels in boter te worden om
gezet.
Wij wilden eens een kijkje ne
men in een hypermoderne in
richting en onze keuze viel op
de coöperatieve zuivelfabriek
St. Bavo te Rijsbergen bij Bre
da. De directeur, de heer J. P.
van Oorschot, was onmiddellijk
bereid om ons van dienst te zijn.
Alvorens de fabriek bezichtigd
werd, noodigde de heer van Oor
schot ons in het kantoor, waar
hij ons de geschiedenis vertelde
van het ontstaan van de huidige
fabriek. We zullen deze in het
kort weergeven.
In vroeger jaren
Het was vroeger niet erg florissant
gesteld met de zuivelindustrie in
Brabant. Dit was in het bijzonder
niet het geval in de streek van Rijs
bergen. Het naburige Zundert had
een handkracht je" dat heelemaal
niet aan de minimum eischen vol
deed. Rijsbergen probeerde er ook
iets van te maken door middel van
een klein fabriekje, maar ook die
poging leed schipbreuk. Het winst
bejag speelde een te grooten rol, zoo
dat het op een mislukking moest
uitloopen. De boeren zagen in dat
er niet veel van terecht kwam en
verkozen den langen weg naar Ant
werpen boven een lossing van hun
producten aan her onnoozele fabriek
je te Rijsbergen. Etten kwam daar
na heel wat beter voor den dag en
had niet geaarzeld om een fabriek
te bouwen die er zijn mocht. Ant
werpen werd daarna niet of weinig
meer bezocht, want de boeren ver
kozen het veel dichterbij gelegen
Etten. Dat heeft men lang volgehou
den. Tien jaren lang zeulde men
over den weg, maar de ontevreden
heid steeg. Wat Etten had, kon Rijs
bergen toch ook krijgen, zoo rede
neerde men. Men sloeg de handen
ineen, en na lang beraad werd beslo
ten zelf een fabriek te bouwen. 200
koeien leverden de melk aan de in
stallatie, maar men bleef een beetje
sceptisch staan tegenover de uitkom
sten. Hoe zou de zuivelindustrie zich
ontwikkelen De schrale grond werk
te ook al niet mee en bovendien de
nabijheid van Breda was ook een fac
tor, waar rekening mee gehouden
moest worden. Boven verwachting
waren de resultaten zeer bevredi
gend, de boeren kregen vertrouwen
in hun toen nog bescheid.en onder
neming en werkelijk binnen weinige
jaren had het bedrijf zich zoodanig
ontwikkeld, dat men er ernstig over
dacht om de fabriek weer uit te brei
den. De plannen werden werkelijk
heid.
Tijdens den wereldoorlog
In begin 1912 werd met de uitbrei
ding begonnen, totdat in 1914 de
wereldoorlog een spaak in het wiel
stak. De machines waren nog niet
gemonteerd, de fabriek was nog niet
klaar, de militaire autoriteiten dreig
den de fabriek in beslag te nemen
en tot overmaat van ramp moest de
kundige directeur de heer v. d. Vegt,
den wapenrok aantrekken. Men vond
echter in den heer Jennis, uit Bras-
schaet een zeer geschikte kracht om
de leiding op zich te nemen en na
eenigen tijd begon inderdaad de fa
briek te draaien. Het ging goed, best.
Het ledenaantal groeide en al spoe
dig bleek dat de capaciteit van de
inrichting onvoldoende was. Men
besloot nu tot groote uitbreiding. De
Deensche kamers werden vervangen
door kamkneeders, er werd een wan-
zuurlokaal bijgebouwd, de bewaar-
lokalen werden vergroot, maar men
roeide zelf dat het allemaal maar
lapmiddelen waren. Toen werd het
belangrijkste besluit genomen om
een geheel nieuwe fabriek te bouwen
welke aan de meest moderne eischen
zou voldoen. En inderdaad, de fa
briek zooals we haar thans kennen
aan den Rrjsbergschen weg kwam er
en daarmede was het vraagstuk van
aanvoer en bereiding ineens opge
lost en ook met de verkeerseischen
had men rekening gehouden door een
groot emplacement voor de fabriek
vrij te maken.
Het inwendige
Treedt men de fabriek binnen, dan
wordt men getroffen door de buiten
gewone zindelijkheid, eiken *3~~
wordt de installatie grondig gerei
nigd. Het water wordt geleverd door
een in de nabijheid gelegen Norton-
put. Het water, dat in Brabant ijzer
houdend is, zou echter niet geschikt
zijn om te gebruiken, indien er geen
toestellen aanwezig waren om het
water zuiver te maken. De inrich
ting is „up to date", de meest mo
derne machines zijn gemonteerd, de
zindelijkheid, de hygiëne wordt zoo
hoog mogelijk opgevoerd. Een zeer
voorname eisch is, hoe is de kwali
teit van de melk en hoe is de be-
nandeling daaivan.
Door invoering van een klassestelsel
en uitkeering van toelagen heeft men
de boeren geprikkeld de uiterste zorg
te besteden aan de melk. De resul
taten lieten niet op zich wachten,
afkeuren van melk kwam sporadisch
voor, alleen in de zomermaanden ge
beurde het wel eens dat eenige hon
derden liters moesten worden afge
wezen, maar in verhouding tot de
vele milloenen liters, welke jaarlijks
geleverd worden, legt dat geen ge
wicht in de schaal.
De fabriek is aangesloten bij de
coöperatieve zuivelexploitatie-veree-
niging Breda en lid van den Bra-
bantschen Zuivelbond, welke beide
vereenigingen een keuringsstelsel
hebben ingevoerd. Er heeft uitbeta
ling plaats naar kwaliteit met in
achtneming natuurlijk van de 4)MT
de betrokken instanties vastgestel
de prijzen. St. Bavo heeft, zooals
wij uit de keuringsrapporten heb
ben kunnen opmaken, altijd een
uitstekend figuur geslagen.
(Zie vervolg pag. 5)
ub twee groote ontijzeringstoestel-
len met een capaciteit van 30.000
L. per uur, welke het water ge
schikt maken voor fabriek en ma
chines. Het water wordt geleverd
door een Nortonwel van 80 meter
diep in de nabijheid der fabriek*
De kamkneders met een capaciteit van 2000 L. welke in de plaats kwamen
van de Deensche kamers
Zuur melk patenniseerketéls
De volle melk snelweger geheel van roestvrij staal vervaardigd. Het appa
raat werkt automatisch. Links het uit drupapparaat. Foto's W.-Brabant
Opstelling van diverse machines. Op den voorgrond de Platen regeneratief
pasteur koeler. De capaciteit van den koeler is 8000 L. per uur.