De plattelandsvrouw
EN HAAR BEZIGHEDEN
Wal «LAND EN VOLK»
brengt
Oud en nieuw
tuur, en met het beoefenen van muziek en
zang. Muzikaal genot is geen privilegie van
de overige standen! Ook de boer heeft van
God een ziel ontvangen, die gevoelig en ont
vankelijk is voor het mooie, het verheffende,
het edele! Terwijl vroeger dit alles zoo ver
verwijderd was van het boerenleven, worden
thans, de heerlijkste scheppingen onzer toon
kunstenaars door de meest bekend*- orkesten,
via de Radio in de boerenhuiskamers ten ge-
hoore gebracht. leert er van genieten; uw ge
moed wordt er door veredeld. Leert ook op
ander gebied kunst kennen en waardeeren.
Uw leven krijgt meer inhoud wordt rijk-r
door!
Aan uwe geestelijke vorming moet gepaard
gaan uwe lichamelijke ontwikkeling. Al te
veel werd deze tot heden verwaarloosd. Ziet
zelf om U heen, en gij zult erkennen, dat een
zeer groot percentage van de boeren vóór hun
tijd stijf en stram zijn, dat hun lichaam, ten
gevolge van eenzij digen dagelijkschen arbeid
vervormd Is en dat zeer vaak ruggegraatsver-
kromming er het gevolg van is.
t Is verkeerd te denken, dat gij, omdat gij
zooveel in de vrije natuur vertoeft, geen li
chaamsoefeningen noodig hebt. Integendeel!
Door uw, vaak eenzijdige, landarbeid wordt
het noodzakelijk dat sportbeoefening het noo-
dige tegenwicht biedt. En welke sport zal U,
als jonge boer, meer bekoren dan de ruiter
sport? De tijd moge niet meer ver wezen, dat
leder dorp zijn eigen ruiterclub heeft. En deze
rui terclubs kunnen dan een centrale zijn van
het heele jor.g-boerenleven in het dorp en
zoodoende ten zeerste helpen bevorderen, dat
de dorpsbewoners zich weer gaan gevoelen als
behoorende tot een en dezelfde dorpsgemeen
schap, terwijl nu nog maar al te vaak voor
komt dat zelfs de eene buur de andere niet
kan hebben.
Het woord is thans aan U, mijne vrienden!
Gij hebt de toekomst van den boerenstand in
uwe handen. Zij, die zich geroepen hebben ge
voeld, U omhoog te halen uit het moeras,
waarin gij dreigdet te verzinken, zij wijzen
U den weg! Zij marcheeren voorop! Sluit U
aan en volgt hen!
W.
voor de week van
11-17 Januari 1942
ZONDAG II JANUARI, kunt U van 8.15—8.30
uur, over Hilversum I het eerste praatje ln
de nieuwe serie: „De Zin van het boer-*|fn"
beluisteren. Het onderwerp is: „Boerenver
stand, Boerenhart, Boerenhand". Tekst van
D. v. d. Bospoort.
MAANDAG 12 JANUARI, hoort U van 13.00—
13.15 uur, over Hilversum I, Practische wen
ken aan boer en tuinder.
Van 18.0018.30 uur wordt over Hilversum 1
gebracht een hoorspel van den onlangs met
den Harmen Sijtstra-prijs bekroonden Frie-
schen letterkundige R. Brolsma: „ït Heech-
hof". Het speelt in Friesland, in den tijd,
dat het schaatsenrijden hoogtij viert en is
door den schrijver bewerkt naar den beken
den Friese hen roman.
DINSDAG 13 JANUARI, bespreekt de heer H.
D. Koning van 13.0013.15 uur over Hilver
sum I de Streekromans van Ooms.
Speciaal voor de Plattelandsvrouw volgt van
18.0018.15 uur, over Hilversum I, een lezing
van W. J. Eelssema, over het onderwerp:
„De vrouw in de boerenroman".
WOENSDAG 14 JANUARI, brengt U van 1300—
13.15, over Hllverum X, een reportage over:
„De strijd voor de gezondheid van ons vee".
Verslaggever D. Hiddinga.
Van 14.1514.35 uur kunt U over Hilversum
H, in de serie Uit Neeriands Gouwen, den
heer W. J. Eelssema beluisteren, met voor
drachten uit eigen werk onder den titel:
„Groninger Schetsen".
DONDERDAG 15 JANUARI, hoort U van 13.00
13.15 uur, over Hilversum I, een reportage
getiteld: „Alles groeit; maar hoe groeit het,
zooals wij het willen?" Deze reportage zal de
aandacht vestigen op het werk van; de voor
lichting voor de boomkweekerijHet betreft
hier een bezoek aan de desbetreffende school
te Boskoop.
Reporter D. Hiddinga.
Speciaal voor de Plattelandsvrouw hoort U
van 10.4011.00 uur, over Hilversum n,
„Gedichten voor moeder en kind".
VRIJDAG 16 JANUARI, hoort O yan 13.00—
Het spreekwoord zegt: kennis is macht.
Doch kennis is ook begrijpen. En uit dat be
grijpen volgt vaak een bewondering en een
erkenning van goede waarden. Zoo gaat de
mensch vaak achteloos voorbij aan zijn me-
demensch, terwijl hij, wanneer hij een kijkje
kan nemen in het leven van zijn medemensch
eensklaps geïnteresseerd is, voor diens werk
en ar waardeering voor krijgt.
Een timmerman timmert aan den weg, een
metselaar bouwt er zijn muren, een bakker
brengt zijn waren rond, een landarbeider ar
beidt op het land, een kantoorbediende gaat
naar zijn kantoor en zoo werken allen mee
aan deze maatschappij
Anders is dit in het algemeen met de vrou
wen, voornamelijk met de huisvrouwen.
Het is zoo heel gewoon, dat de huisgenoo-
ten het huis netjes en opgeruimd vinden als
zij van het werk weer thuis komen, het is zoo
heel gewoon, dat het eten wacht, dat kleeren
zijn geborsteld, dat gaten en scheuren zijn
gemaakt, het is zoo gewoon, dat de huisvrouw
klaagliederen te hooren krijgt, warneer er
gedurende den langen werkdag iets onaange
naams, iets, dat prikkelde tot boosheid of
verzet, gebeurd^ in den werkkring, het is zoo
heel gewoon, dat de huisvrouw een baken in
deze woelige maatschappij is geworden, dat
bij haar rust een stilte, bereidwilligheid en
begrijpen wordt gevonden, en het is zoo heei
gewoon, dat de huisgenooten dit niet volle
dig waardeeren, het aanvaarden als hun
toekomend recht en daarbij nauwelijks of
nooit een woord van dank spreken, een be
wijs van erkentelijkheid geven.
Moeder van alken.
Wanneer men dit alles bedenkt en men
hoort daarbij, dat er vrouwen zijn, die over
het algemeen genomen voor zwaardere taken
staan, dan die der huisvrouwen, dan vraagt
men zich af, wie deze vrouwen zijn, en rijst
daarbij onwillekeurig de vraag, of deze vrou
wen meer waardeering oogsten dan de huis
vrouw te 't algemeen.
Deze vrouwen zijn de plattelandsvrouwen
en wel vooral de boerinnen en de arbeiders
vrouwen. De taak der vrouwen van am
bachtslieden en de neringdoenden is vaak ge
lijk aan die der huisvrouwen in het alge
meen.
De boerin en de landarbeidersvrouw, ze zijn
ais 't ware twee elementen in de plattelands
maatschappij, die onmisbaar zijn.
Ben goede boerin is zij, die voor het werk
volk zorgt als was zij moeder van allen, eexj
goede arbeidersvrouw is zij, die alles vlot
weet te doen verloopen. In de drukte van den
oogst heeft de boerin te zorgen, dat het werk
volk bijtijds zijn' natje en zijn droogje krijgt.
Zoo heel eenvoudig als dit klinkt is dit echter
niet. De werkzaamheden op het land richten
zich niet naar de maaltijden.
De werkzaamheden van den landarbeider
zijn evenmin als die van den boer gebonden
aan vaste tijden. Weersomstandigheden kun
nen die beïnvloeden en eigenlijk wisselvallig
verzetten. Gelijk de boerenvrouw stelt ook de
arbeidersvrouw er een eer in, zoo goed moge
lijk voor vader en zoon, de kostwinners voor
het gezin, te zorgen en is ze gelukkig als- de
13.15 uur, over Hilversum I, een uitzending
in het kader van den Productieslag.
ZATERDAG 17 JANUARI, brengt U van 13.00
13.15 uur, over Hilversum I, een uitzending
over „Onze Oostland-boeren", waarin de
eerste reisindrukken van deze pioniers weer
gegeven worden.
Van 14.0014.20 uur houdt A J. Herwig,
over Hilversum I, een praatje over het on
derwerp: „Hoeveel land en hoeveel zaaizaad
is er noodig voor de particuliere groenten-
tuin".
Van 18.4519.00 uur houdt Dirk van den Hul,
over Hilversum H, een praatje in zijn be
kende serie: „Als ik het voor het zeggen
had". Hij zal ditmaal weer eens eenige brief
schrijvers te woord staan.
maaltijden klaar zijn. wanneer de mannen
thuis komen.
Arbeid ontsiert den mensch nimmer.
In alle omstandigheden bewaart de boe
renvrouw haar waardig karakter en haar
eenvoud. Of zij nu de veestapel verzorgt, be
zig is op het erf, dan wel huishoudelijke
werkzaamheden verricht, steeds is zij op haar
plaats, steeds gaat alles, alsof het de een
voudigste zaak van de wereld is. Hoeveel
werk een boerin op eien boerderij verricht,
weet zij mogelijk zelf niet, beseffen haar
huisgenooten mogelijk ook niet, doch het is
groot en veel omvattend en vormt een be
langrijk deel in deze kleine gemeenschap. EU
wanneer zij dan 's avonds na volbrachte dag
taak in haar gezin or,der het licht der lamp
zit, met verstelwerk in haar bezige handen,
wanneer zij haar huisgenooten van een kopje
koffie voorziet, dan is er in haar hart vrede en
rust, dan weet zij het leven goed, dar.' kent
zij haar taak, mag ze zichzelf zeggen, dat zij
haar taak volbracht heeft. En als aan het
einde van haar levensbaan de eeltige handen,
moeders eigen, lieve, altijd bezige handen,
werkelijk rust krijgen dan mag men zulk een
vrouw gedenken als een strijdster, die nooit
op den voorgrond trad, doch wie deze eer
toekomt om de wijze, waarop zij haar plicht
opvatte en volbracht.
Een zware taak.
Een woord van lof en van erkenning komt
ook de landarbeidersvrouw toe. Voor haar is
de levenstaak mogelijk soms nog zwaarder
dan voor vele boerinnen. Zij het dan ook in
het klein haar werkzaamheden zijn gelijk
aan die van de boerin
Het is een algemeen Dekend verschijnsel,
dat men zich achteruit gesteld gevoelt, wan
neer er iemand geprezen wordt. Men wil zelf
erkenning voor eigen arbeid, voor eigen be
staan, men wil een deel van het medelijden
dat men onwillekeurig heeft met mensehen,
voor wie het leven hard is. Laten wij deze
menschelijke gevoelens eens even ter zijde
stellen, en laten wij dan eerlijk erkennen,
dat de dubbele taak van de landarbeiders
vrouw, zwaar, heel zwaar is, dat voor de
vervulling hiervan haar lof en waardeering
toekomt. Vooral in dezen tijd, nu haar werk
zaamheden van nog grooter gewicht zijn ge
worden, daar zij naar haar krachtien helpt,
de uitkomsten van den productieslag te ver-
hoogen.
Boerin en landarbeidersvrouw verdienen in
haar bezigheden den eerbied var.' het Neder-
landsche volk.
Recht door de wereld, dwars door den
duivel, dat is de kortste weg.
Het Oude jaar gaat heen en het nieuwe
wordt geboren. Bij deze mijlpaal bezin
nen wij ons, kijken even terug naar wat
geweest is.
Wij zien dan goede en slechte gebeurte-
tenissen aan ons oog voorbij rollen.
Wij zien de slechte toestanden voor den
boer welke thans gedeeltelijk zijn verbe
terd. Want er zijn er nog, die niet zijn
verbeterd. Bij deze laatste staan wij even
stil.
Wat nu? Welke koers?
Er is een koers bepaald, zou dat de juiste
zijn? Ja!
Wij gaan vooruit. De geheéle Boerenstand
is nu opgenomen in één groot verband,
den Landstand.
Welke kracht kan nu hiervan uitgaan?
Dit is te bepalen door hen, die daaraan
medewerken. Niet door hen die aan den
kant staan en niet anders dan becritisee-
ren.
Wij gaan vooruit! Met volle kracht het
nieuwe jaar in, een jaar, waarin bepaald
zal worden, hoe ons Volk de toekomst zal
ingaan.
Wij gaan hoopvol 1942 in, omdat ons Boe
renbloed sterk is, gestaald door de harde
les, die het heeft gehad.
Met opgeheven hoofd en een krachtigen
pas, recht door op het doel aan, dat
groote doel: een vrij Nederlandsch volk!
K.K.