Vlasvraagstukken van dezen tijd Een rendeerend bedrijf n m 23 Door Ir. L. J. A. DE JONGE, Rijkslandbouwconsulent voor Vlasteelt en Vlasbewerking, verbonden aan het Centraal Instituut voor Land bouwkundig Onderzoek te Wageningen Rondom de Jaarwisseling C E huidige omstandigheden hebben het speculatieve karakter aan het vlas ontno men. Vaste loonende telersprijzen zijn tot stand gekomen. Vaste lintprijzen, vaste han delsmarges, een verzekerde afzet, dat alles schonk ons de vlasordening. Het jaar 1940 was voor het vlas een keerpunt. Hoeveel er ook nog te wenschen blijft hoezeer er nog ge schaafd moet worden, toch is er zeer veel dat tot dankbaarheid stemt. De bedrijven draaien op volle capaciteit en ongestoord. Ons Nederlandsche vlasbedrijf is gebleven. Het voornaamste doel is: loonende prijzen en "en verzekerde afzet. De vlasindustrie moet re serves kunnen maken, er moet geld zijn c«n de vaak verouderde outillage te modemi- seeren en te perfectionneeren, uit eigen kracht moeten nieuwe wegen worden ingesla gen en nieuwe productiemethoden worden be proefd of ingeschakeld. Het gaat er om, dat ons vlasbedrijf nooit weer leunen moet op Overheidshulp maar een krachtig bedrijf ^al zijn, een welvaartsbron voor land en volk beide. Dan zullen nieuwe fabrieken verrijzen, die een voorbeeld zijn van rationalisatie.. Gezon de bedrijven, waarin het een lust zal zijn te arbeiden. Bedrijven, waar de arbeiders gaarne tn zullen werken, die den eigenaar en den arbeider vreugde geven. Dan zal het uit zijn, dat de arbeiders het stoffige, ongezonde vlas- sersbedrijf liever den rug toe draaien om el ders te gaan werken. Modemiseeren. ■Modern moeten de fabrieken zijn naar bouw en inrichting. Het is duidelijk, dat het de on gunstige bedrijfsuitkomsten zijn geweest, die oorzaak zijn van de vaak primitieve en rom melige bouw en inrichting. Meen niet, dat ik voor luxe bedrijfsgebouwen pleit. Neen, sober, eenvoudig en degelijk moeten ze zijn. Maar armoedig is heel iets anders; dat is niet noo- dig. Ze moeten het landschap niet ontsieren en van degelijke materialen zijn vervaardigd. De veiligheid, vooral tegen orand, moet aan zeer hooge eischen voldoen. Op dit gebied hebben we toch ai ellendige voorbeelden ge noeg voor oogen. Ook in 1941 zijn we weer door den rooden haan opgeschrikt. Een afdoende stofafzuiging moet tot het uiter ste worden nagestreefd. De hygiënische en sociale eischen zullen in de toekomst steeds verder worden opgevoerd. Gezonde en zinde lijke omstandigheden verhoogen de arbeids prestaties. Behoorlijk licht, ventilatie, lucht en sanitair, dat geeft een fabriek een ar beidssfeer, die voor allen een weldaad is. Daarop heeft het personeel recht, maar de bedrijfsuitkomsten moeten het mogelijk ma ken om aan deze eischen des tijds tegemoet te komen. De moderne sociale zorg eischt een ver doorgevoerde beveiliging tegen onge vallen. Eenvoudige schaftlocalen, zullen in de groote bedrijven de rusttijden moeten ver aangenamen. Een loonpeil, dat in overeen stemming is met wat in andere bedrijven wordt verdiend en een afzonderlijke beloo- n»ng voor de prima vaklui met premies voor kwaliteitsprestaties, dat alles zal de toewij ding vergrooten en een hevigen drang doen ontstaan bo de Jongeren, om door degelijke scholing tot een volwaardig vlasser uit te groeien. Het gaat om de arbeidsethiek te bevorderen. Waar kan dat beter, dan in het vlassersbe- drijf, waar zooveel liefde voor het vlas aan wezig is? De bedrijfsadministratie voldoet nog lang en lang niet aan de eischen van modern be drijfsbeheer. Een goede, uitvoerige boekhou ding is een onafwijsbare noodzakelijkheid. Deze dient algemeen te worden ingevoerd. Dat is de sleutel voor den bedrijfsleider cm het fabricageproces op kosten te controleeren en vereenvoudigingen en bezuinigingen door te voeren. De afvalwater vraagstukken komen heusch weer aan de orde, zoodra de toestanden nor maal zijn. Dan zullen vele bedrijven weer met moeilijkheden te kampen krijgen. Een breed en modem denkend leider zal naar een oplossing streven, en niet in koppige onver schilligheid hiertegenover staan. Op dit ter rein zijn wij diligent. In 1942 zal naar alle waarschijnlijkheid op een groote vlasserij het reinigingssysteem van Ir. Ghysaert worden beproefd. Rationaliseeren en mechaniseeren. Een schier onafzienbaar veld van mogelijkhe den ontrolt zich aan onze oogen, als wij den ken over de vraag, hoe onze vlasindustrie zich verder tot een welvarende tak van volksvlijt zal kunnen ontwikkelen. Nieuwe methoden van vezelontsluiting staan in het middelpunt der belangstelling. De mo gelijkheden voor het tot waarde brengen van afvalstoffen en bijproducten dienen krachtig te worden onderzocht (scheven, waardevolle stoffen in het afvalwater, -enz.)Dit probleem is vooral in Duitschland momenteel aande orde gesteld, waarvan ik in het tweede arti kel gewaagde. Op het gebied van de mechanische vezelont sluiting is nog veel te doen. Telkens worden de turbines verbeterd. Onafgebroken werken de constructiewerkplaatsen aan onze techni sche installaties, teneinde deze vooruit te brengen. De groenvezelbereiding, het cotoni- seeren, het zijn nieuwe gezichtspunten en nieuwe kansen. Het kunstmatig drogen van vlas is een vraag stuk van de eerste orde om onze vlasindustrie tot een continuebedrijf te maken. Een kwaliteitsbedrijf. Maar wat er ook verbeterd kan worden, nim mer mag worden getornd aan de kwaliteTs- productie. De Nederlandsche bodem brengt het beste vlas ter wereld voort. Als onze vlas industrie hierop niet is afgestemd, verliest zij haar basis. Daarom is er geen andere toe komst dan die der kwaliteitsproductie. Met vaste hand dient hierop te worden aange stuurd. Wij mogen geen tweederangs vlasland worden. Dan zullen we het temidden der West- Europeesche vezelindustrie niet volhouden. Dure stroovlassen, perfecte inrichting der be drijven, knappe vlassers en fijne vlasbewer kers, dat Is een geheel dat in goede en kwa de jaren het zal uithouden. Arbeid wordt be taald. mits men goed stroovlas bewerkt tot hooge vezelkwaliteiten. De groote kloof, die er tusschen ons hoogste lintmerk en het Vlaamsche bestaat, dient geleidelijk aan te worden opgevuld. Dan zullen we ook even hooge prijzen voor het stroovlas kunnen be steden als de Belgen, en behoeven we niet te vluchten in afweermaatregelen. In onze kwaliteitsproductie ligt ook de toets steen voor elke mechanisatie en elk nieuw procédé. Als de kwaliteit van onze vezel er door lijdt, dan is invoering onmogelijk. An ders zouden we het doel voorbij schieten. De Beroepsvorming. Een krachtig middel om deze doelstellingen te bereiken is het onderwijs. Het onderwijs aan de landarbeiders, dat in 1938 door mij werd ingesteld, dient om de verzorging van het product aan hooge eischen te laten voldoen. Van 1938-1941 werden er in Nederland 49" vlasrepelcursussen gehoudeh met 613 cursis ten. In dezelfde periode waren er 53 vlas- plukcursussen met 1127 cursisten. Voorts ga ven 19 voorwerkers voorlichting bij het pluk ken en schelven aan 200 arbeiders. In de ge noemde Jaren hebben alzoo 121 voorwerkers bijna 3000 arbeiders in de behandeling van het vlas bekwaamd. Hieraan is bijna f 35.000 ten koste gelegd. Voor de industrie werden cursussen in het zwingelen gegeven in Westelijk Zeeuwsch- Vlaanderen en Noord-Brabant. In Standdaar- buiten verrees de eerste vlassersschool. De tweede zal in Koewacht binnen afzienbaren tijd tot stand komen. Wat is er op dit gebied nog ontzettend veel te doen. Ik denk aan Friesland, aan Schou- wen-Duiveland en aan andere streken. De jeugd is onze toekomst. Nimmer kan er te veel zorg worden besteed aan de vorming on zer jonge menschen tot bekwame vaklui en tot knappe bedrijfsleiders. Slotbeschouwing. Zoo heeft dan de jaarswisseling plaats ge vonden temidden der oorlogsomstandighe den. Stemt het niet tot groote dankbaarheid, dat desondanks het werk voort kan gaan? Ondanks de vaak groote moeilijkheden, die moeten worden overwonnen, wordt er een groote activiteit ontplooid op schier elk ge bied. U zoudt eens aanwezig moeten kunnen zijn op de vergaderingen van de onderbedrijfsor ganisatie voor vlas van de Nederlandsche Akkerbouw Centrale te 's Gravenhage om te beseffen, met hoeveel geduldige toewijding daar de algemeene belangen van het vlas en die der bedrij fsgenooten worden besproken en behartigd. Wat is er al niet veel samenwer king gegroeid tusschen de verschillende in stanties, als het Rijkstextielbureau, het Bu reau voor.Uzer en Staal, het Rijksbureau voor Voedselvoorziening in Oorlogstijd, de Arbeidsbureaux, het Departement van Sociale Zaken, Afd. Scholing en Herscholing, de Di rectie van den Landbouw. Wij, die den Rijks- vlasdienst mogen leiden, weten daarvan -e te praten. Hoe groeit niet van dag tot -g het Buvlaslint in het geheel dier bemoeiingen. Veel van dit werk blijft voor het groote pu bliek verborgen. Het gerucht waart rond. Maar ik moge met klem wijzen op de groote verantwoordelijkheid van elk onzer, om ver trouwen te stellen in de mannen, die onder zulke zware omstandigheden hun taak ten dienste van het geheel verrichten. Geen ge praat achter den rug om! Bezwaren en klach ten zijn er om naar voren te worden gebracht en uit den weg te worden geruimd. Aan alle menschenwerk kleven gebreken. Maar als ieder zijn plicht doet in onkreukbare eerlijk heid en eigen belangen terzijde kan stellen, als het om de gemeene zaak gaat, dan ko men we er. Noodig is een sfeer van hartelijk heid, van begrip, van saamhoorigheid Zoo is dan het jaar 1941 van ons heengegaan. Een jaar van stormtij. Een jaar met droeve momenten, als vooraanstaande figuren ons ontvielen. Een jaar van blijde oogenblikken, als jubileerende firma's het symbool waren, van de blijvende rol, die het vlas in ons be drijfsleven vervult en vervullen zal. Nu ligt 1942 voor ons. Weer een moeilijk jaar In oorlogstijd. Steeds grooter worden de zor gen voor ons bedrijfsleven. Steeds krachtiger dient ons beleid te zijn, moedig en onverdro ten gaan we voort. Telers, vlassers, hande laren, verwerkers, zij allen tezamen moeten de problemen oplossen. Blijft één! Geen kleinzielige critiek op Uw voormannen, geen wantrouwen kan ons verder helpen. Wij vragen tenslotte eerbiedig aan den Al- machtigen God, dat Zijn zegen in 1942 moge rusten op het gebrekkige werk onzer handen. Wageningen, 22 December 1941. Het besie wordt een volk ge holpen, dai zijn eigen helpi. René de Clercq

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1942 | | pagina 23