De Nederlandsche boeren reeds vertrokken 'C Fen «boerderij-melkfabriek» bij de groote stad De stier voor de slee en paarden in de potstal 8 (Van een onzer Oostlandcorrespondenten) Litzmannstadt 9-l-'42. NOG steeds zijn we hier in ons „lager" (kamp) te Litzmannstadt en het is hier best uit te houden. Niet alleen hebben we veel afwisseling en ontspanning, waarover straks meer, maar ook is het eten en de ligging hier goecU En daarbij is het hier heelemaal niet erg koud. Het vriest wel en er ligt ook een laagje sneeuw, maar van de koude ontdekken we niets; ik heb b.v. nog steeds geen borstrok aan getrokken en loop meestal nog zonder overjas! We hebben een paar dagen in de hoop geleëfd, dat we nog met verlof naar Holland zouden gaan, voordat we de „steppe intrekkenmaar vanmorgen heeft men gezegd, dat we de volgende week naar Minsk gaan, dus nu is het verlof uitgesteld tot Juni. De menschen hier beginnen ons meer en meer te kennen, als we over straat loopen, hooren we zoo nu en dan „Das sind Holldndische Bauer" en veel van onze jongens hebben dan ook vriendschapsbanden aangeknoopt met burgers of militairen. Omdat echter nog niet ieder weet, dat we Nederlandsche boeren zijn hebben we vandaag een band om de arm gekregen met het opschrift: „Reichskommissar. Weisz Ru- thenien-Landwirtschaftsführer" onder elkaar op de bovenarm. Litzmannstadt heeft zestien bioscopen Litzmannstadt weet feest te vieren, ondanks oorlogstijd! Met Kerstmis en Nieuwjaar heerschte hier een feestelijke stemming en overal brandden de Kerstboomen. Nieuwjaar hebben we in de stad doorgebracht en toen gemerkt, dat de menschen hier wel van uit gaan houden. De bioscopen b.v. zitten hier vaak tjokvol, hoewel er niet minder dan 16 „kino's" zijn, moet je vooruit je kaarten ne men als 'er een mooie film loopt, al zijn er dan ook 3 voorstellingen! Zooals gezegd gaan we ook ongedwongen met de bevolking' om en kunnen we ook naar de bioscoop gaan. Daar naast hebben we hier in het kamp ook een prachtige bioscoopzaal De lezers zulien begrijpen, aai ecu groote stad als Litzmannstadt naast „de spelen, het brood" ook niet kan versmaden en dat voor de voedselvoorziening van zoo'n plaats (of om in oorlogsterminologie te spreken de ravitail leering) heel wat komt kijken spreekt na tuurlijk voor zichzelf. Door toevallige om standigheden waren we in staat gisteren een bezoek te brengen aan een groote boerderij, in de omgeving van de stad, die tot de melk- voorziening van de bevolking een steentje bij draagt en we stellen ons voor, dat de lezers van „de Landstand" zich hiervoor zeer zeker ook zullen interesseeren, reden, waaroAi we hier een kort verslag van deze visite laten volgen. Toen we dan met 10 pi an op de boerderij aankwamen, stapte de bedrijfsleider: een jon ge uitgewezen Wolhenisehe boer, ons reeds tegemoet. Vriendelijk ontving hij ons ^n da delijk was hij bereid ons het geheele bedrijf te laten zien. Het bedrijf was oorspronkelijk veel grooter geweest, maar de landkonger van de stad naar het bouwterrein had er flink in doen bijten en zoo zal het bedrijf geheel door de stad zijn ingesloten. Het eerst bezichtigden we de koeienstal, waar ruim 40 koeien rp rijen van 10 stonden opgesteld. Vroeger was dit een potstal geweest, waar de dieren bij elkaar op stroo stonden, nu waren de stallen zoo verbouwd, dat de beesten met de koppen naar elkaar toe stonden, met een voergang er tusschen. Achter de koeien was een goed afgewerkte groep met mestgang niet vergeten, zoodat men niet anders kon zeg gen of het bedrijf was werkelijk keurig inge richt. Een en ander komt natuurlijk een zin delijke melkwinning ten zeerste ten goede, op een bedrijf, dat voor de stad werkt kan men dit natuurlijk ook in de eerste plaats ver wachten. Van elke koe wordt de melkgift ge controleerd en op een groot bord bijgeschre ven: er waren er bij met 30 liter per dag. Dieren,%die niet voldoende meer geven wor den vetgemest en verkocht en door nieuwe uit Oost-Rusland vervangen. De goede melk- geefsters blijven op het bedrijf en hiermee wordt verder gefokt. Een dekstier ontbreekt öan ook niet. (Een oude baas 41fa jaar. die C we voor een slee als trekdier gespannen za gen!) Ook had men nog een jonge stier van een half jaar op het bedrijf, die straks het tegenwoordige vaderdier zal vervangen. Het exterieur van de verschillende dieren was niets minder dan van de Nederlandsche col lega's, het fokgebied dan uitgesloten. Een boeren-melkfabriek! Van de stal wordt de melk via een buis af gevoerd naar een kamer, waar het kostelijke vocht gezeefd wordt en afgekoeld. (Ook is er een koelcel, die 's zomers wordt gebruikt). In bovengenoemde kamer wordt de melk in fles- schen gegoten, luchtdicht met een capsule af- Brieven uit Oostland J gesloten en dan naar de stad vervoerd. Bij informatie bleek ons, dat de prijs van een fiesch van ongeveer 1 liter inhoud 35 pf. be droeg, af boerderij; aan huis bezorgd is de prijs 5 pfennig hooger. Naast de koelplaats bevindt zich een ruimte voor inpakken en ook een spoelplaats, waar alle flesschen automa tisch worden omgeborsteld en gespoeld. .Het geheele bedrijf staat onder toezicht van een veearts en wordt van tijd tot tijd gecontro leerd. Nadat de stal was bezichtigd gingen we weer naar buiten om een blik te slaan op de velden. Al mag dan het bedrijf ongeveer „in de stad" liggen, toch behoort er nog maar even 100 bunder land bij. De hoofd producten zijn tarwe, rogge en aardappels. Ook verder nogal veel bieten en koolrapen voor veevoer. Ook wordt er mais voor het zelfde doel ingekuild, daar hier praetiseh geen hooi wordt gewonnen. De koeien worden ge voerd met hooi, stroo, bieten, koolrapen, kuil- voer, bostel (van de bierfabrieken) lijnkoeken, schilvers, gedroogde pulp, haver en tapioca- meel. Huizen, die Koning Winter's heerschappij tarten! Ook brachten we een bezoek aan een kelder, waarboven de graanzolder was. Deze kelder ruimte was zoo groot, dat ze meer weg had van een groote danszaal. Als bijzonderheid vertelde mén ons, dat het er zelfs 4bij de strengste winter niet vroor. Zooals bij meer dere gebouwen in de stad zelf o.a. ook ons „lager" heeft men hier muren van 50 cm. dikte. Zelfs gebouwen van 6 en 8 verdiepingen hoog in de stad hebben zulke dikke muren! Eenige mannen stonden verloren in de groo te ruimtê aardappelen te zeeven, voor poot- goed voor het a.s. voorjaar. Ook ontdekte ik meerdere bakjes, waarin straks de aardappels voorgel "d worden. Een ander ruim gebouw was de aanschuur, die heel wat koren kan bevatten! "ïen gedeelte van de ooest lag on de dorschmachine te wachten, er stond een motor met 'n dorschgarnituur opgesteld, zoo dat men zoo zal kunnen beginnen als men zoover is. Naast deze groote graanschuur stond nog een andere, die niet minder ruim was. Hier lag een partij kaf en kortstroo, dat als strooisel voor koeien en paarden werd gebruikt. Aan het einde van deze schuur was een veulenstal met een prachtige ruime box, naar schatting wel 7 bij 12 m. De jonge paarden vier in 't totaal liepen rustig om de bedrijfsgebouwen heen in de sneeuw te stappen. De paarden zijn hier wat lidhter dan bij ons, meest alle warmbloed, het ge halte is goed, maar ze „gaan te vlug af„ vooral worden ze gauw „slecht" in de voor- beenen, door het trekken van te zware lasten op slechte keien hier. Paarden in de potstal. En als je dan hier een Pool ziet rijden en het dier ziet afbeulen met zijn lange zweep, dan. kom je tot de conclusie, dat de paarden bij ons toch wel een paradijs hebben! Aan de andere kant moet ik eerlijk toegeven, dat de voeding van de dieren hier prima is, overal in de stad zie je de beesten staan met een mondzak haver aan de kop. Maar om op de paarden hier terug te komen, een ding moet me nog van 't hart. Tot onze verbazing hoorden we, dat de dieren hier in eer. potstal stdan, de mest wordt steeds met een laag versch stroo overdekt. De onder laag broeiende massa was nu al ruim een halve meter hoog. De geheele winter blijft de mest onder de dieren, dit lijkt me niet zoo best. Voorhistorische dieren! In de varkensstal keken we werkelijk onze oogen uit! Niet minder dan honderd vier (104) stuks lagen hier in verschillende hok ken in een groot gebouw. In hokken bij el kaar met 4, 6 of 10 en in de laatste hokken met 17 tot 18 bij elkaar in een hok. Allerlei soorten: landzwijnen en kortooren. Het gaat hier om het vette varken, het vleesch is bij zaak: spek en vet, daar komt het op aan. De dieren worden gevoed op contract eji er wordt voor elk dier een kwantum meel be schikbaar gesteld van regeeringszijde, waarna de boer de dieren, die 120 kg zwaar zijn, aan de regeering levert. Dat wij boeren, met af gunstige blikken naar die vette knorrepotten keken kunt U zich indenken, vooral als je vrouw schrijft, dat de varkens in Holland tot de voorhistorische dieren gaan behooren en dat er niets anders valt te slachten dar. van 100 pond of magerder, terwijl men in de stad in het geheel geen varkensvleesch meer ziet. Dit grootbedrijf beschikt over een eigen smid en timmerman om alle voorkomende be zigheden te verrichten. Deze handwerkslieden beschikten zelfs over een laschapparaat en de smid maakte behalve hoefijzers ook wagen wielen! In een volgend gebouw waar we niet binnengingen, omdat het er te koud was- werd gedurende den winter ijs opgespaard voor de stad om het te verkoopen aan diverse bedrijven. Dit bedrijf, dat vroeger onder Poolsche leiding stond, wierp thans on geveer 100 R.M. per ha. af. Eu. nog zou er veel verbeterd kunnen worden, zoo zou de bouw van een poterbewaarplaats b.v. aanbe veling verdienen, daar de. piepers in de kelder teveel schimmelden, door de warmte. Als be wijs, hoe groot de exploitatie van de Russi sche steppen door de Duitschers reeds is moge het volgende staaltje dienen, die ik opteekende uit de mond van onzen gastheer bij het afscheid. Hij had geen landbouwma chines meer kunnen koopen, daar ze in Rus land noodig waren! Zooals in den aanvang van dit schrijven reeds wordt opgemerkt, zullen ook wij binnenkort worden ingezet. Mogelijk zullen de lezers mijn volgende brief van de „operatiebasis" in het Oosten ontvangen. B- MillihKR.

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1942 | | pagina 8