^erV<3ee(t o
96 Ae v-
0o° -
Geheimzinnige
bijeenkomsten
Een antwooord aan kwaadwillige
v voorlichters
Maar het komt
best in orde
E ENVOUDIGE menschen staan wat onwennig tegenover den nieuwen tijd.
Vooral het leidersbeginsel gaat ver boven hun begrip, of liever, zij maken
zich daarvan al een heel averechts begrip. Zij stellen zich „de leider" voor
als een soort bullebak, die zonder iemand of iets te ontzien alles kort en
klein kan slaan, en met de stukken weer wat anders op kan bouwen geheel
naar eigen willekeur. Daar moeten ze niets van hebben! En ze hebben
gelijk
Erger is. dat menschen. die beter konden weten, althans moesten weten,
deze eenvoudigen nog stijven in dit dwaas gedacht, en hierop de nieuwe
orde pogen te saboteeren.
Het leidersbeginsel wil kort dit zeggen, dat er in eiken tak van dienst één
man komt, die tegenover de boven hem gestelden en tegenover de Gemeen
schap de verantwoording draagt voor de besluiten en maatregelen, die in
zijn ressort worden genomen.
Dat is iets anders dan vroeger. Toen droeg niemand verantwoording. Ieder
verschuilde zich achter zijn voorman. De Koningin achter de ministers, de
ministers achter de Kamer, de Kamer achter de partijen, de partijen achter
de kiezers. Zoodoende kreeg men telken male in den verkiezingstijd de
dringende en dreigende vermaning te hooren. dat alles afhing van den
.éénen kiezer, die door zijn ééne stem precies dien éénen afgevaardigde
kon kiezen, die de weegschaal naar de eene of de andere zijde kon doen
doorslaan. Wie die „onbekende kiezer" was, die onder het parlementaire
gedenkteeken begraven werd kon evenmin achterhaald worden als de
naam van den „onbekenden soldaat"!
In den Landstand, evenals in de andere beroepsorganisaties, gaat het
precies andersom, dan men het de menschenvoorliegt.
Niet de „Boerenleider" regelt de boerenbelangen, maar de boeren ter
plaatse. Niet van bovenaf wordt het boerenbelang gedecreteerd, maar van
onderaf worden de belangen van de Landstanders uitgekoobbeld. Niet bij
den ..Boerenleider" ligt het zwaartepunt, maar bij den plaatselijken boeren-
raad, den dorpsraad.
Een voorbeeld. Hoe moet het gaan met den varkensstapel? Deze vraag
komt ter behandeling in elk dorp bij eiken boerenraad. Deze vergaderen
erover, brengen hunne inzichten te berde, en geven deze door aan den
Gouwleider. Deze bespreekt met den provincialen raad de van >dle kanten
ingekomen voorstellen, en ordent die tot een geheel voor de geheele
provincie. Zóó gaat het in alle provincies. Al deze elf adviezen gaan naar
den ..Boerenleider", en deze beslist dan met zijn adviseurs, hoe in de
toekomst voor het geheele land, zoo noodig met verschil voor verschillende
streke.n, de varkensteelt zal loopen.
Vinden de boeren de oude methode, toen een paar hoofdambtenaren in
Den Haag op eigen gelegenheid een systeem uitdachten, en dit ter uit-
voering aan een leger van erisisambtenaren toevertrouwden zooveel
mooier?
Zooals het gaan zal met de varkens, zoo zal het gaan met alle boeren- en
tuindersbelangen op allé terrein.
Geen boerendictator, maar boeren baas in eigen huis en stal en bedrijf.
Eén ding zal men moeten missengeen stemmerij meer, waarmede steeds
dezelfde familie zich als baas aan de bestuurstafel wist vast te werken:
geen. stemmerij, waarmee men, om eens een lolletje te hebben, den meest
ongeschikte achter de bestuurstafel plakte.
Uit de besten worden de besten op de verantwoordelijke plaatsen gezet.
Dezen moeten hun man staan, want zij dragen de verantwoordelijkheid.
Blijken ze achteraf onbekwaam, dan worden ze met een zacht of hard
lijntje verwijderd.
Of hier dan nooit fouten zullen gemaakt worden? Ik denk van wél!
Menschen blijven menschen, en maken menschelijke fouten.
Misdadig is het echter vooraf achterdocht te zaaien.
Van links en rechts uit de provincie ont
vangen wij van getrouwe Landstandleden
min of meer alarmeerende berichten. In
alle geheimzinnigheid worden hier en daar
door bepaalde boeren vergaderingen be
legd, waartoe wel lieden worden uitgenoo-
digd. die bekend staan om hun afkeer tegen
de nieuwe ordening en waaruit schijnbaar
opzettelijk diegenen geweerd worden, van
wie men veronderstelt dat zij mei die nieu
we ordening wel accoord kunnen gaan.
Daar wordt iets uitgebroed, aldus schrijft
ons 'n boer uit de Meierii dat schünbaar 't
daglicht niet kan verdragen, anders zou
men er zoo geheimzinnig niet mee zijn. En
uit West-Brabant schrijft ons een vertrou
wensman. dat in zijn dorp ook al zoo'n
soortement „samenzwering" heeft plaats
gehad in een herberg, terwijl men posten
had uitgezet om ongenoode gasten of niet
gewenschte belangstellenden op een afstand
te houden.
W-" zijn dankbaar voor deze goedbedoelde
waarschuwingen, maar we zijn volledig op
de hoogte van wat er gebeurt. Het is ons
bekend, wie deze „geheimzinnige" vergade
ringen uitschrijven en welke bedoelingen
zij daarmee hebben. Ons devies is: laat rus
tig geworden endoet mee. treedt rus
tig binnen in die nieuwe vereeniging. wan
neer men IJ eventueel daartoe uitnoodigt.
Wat er gebeurt past volkomen in het raam
van den Landstand, alleenhet zal
iets anders loopen. dan sommigen blijkbaar
denken.
Dit staat als een paal boven water: De
Landstand omvat alles wat ook maar
eenigermate met den boer te maken heeft,
betrekt alles in zijn werkingssfeer, bemoeit
zich met alles wat op het terrein van den
boer zich voordoet. De Landstand is zoo
maar niet een nieuw leeg huis. maar het
is het tehuis van den totalen landbouw, ook
in zijn economische beteekenis. De Land
stand omvat niet alleen een rijvereeniging
of een fokvereeniging of een school, maar
ook elke instelling van economischen aard.
Hoe straks dat verband met den Land
stand gelegd zal worden, zal nog wel nader
blijken. Spoedig kan men daaromtrent be
richten tegemoet zien. Dan zal tevens dui
delijk zijn, dat er geen half werk gedaan
is en er gelegenheid opengelaten is voor
tegenstrevers, om de een of andere verkap
te nevenorganisatie te stichten, welke al
leen maar tot doel heeft, een illegaal ver
band te leggen onder de boeren, om ze zoo
uit het. Landstandbereik weg te drainee-
ren. Er wordt ditmaal heusch geen half
werk gedaan!!!
Wanneer het egoïsme eenmaal
de overhand krijgt in een
volkdan verliezen de banden
derorde hun kracht, en al
jagend naar eigen geluk ko
men de~ menschen niet in den
hemel maar in de hel terecht.
11