J. SAAL Boer in hart en nieren De calamiteuze polders in Zeeland Boerenschool Gaaster- v land Ook hier: „de nieuwe tijd in aantocht Zooals door ons reeds werd gemeld, werd de heer J. Saai te Kolhorn, benoemd tot Boerenleider van den Nederlandschen Land- stand voor de -provincie Noord-Holland. Hy werd in 1900 te Nieuwe Niedorp geboren en staynt uit een Westfriesch boerenge slacht. Na de lagere en UJL.O.-school be zocht te hebbenkwam hij op 15-jarigen leeftijd bij zijn vader op de boerderij. Op 16- en 17-jartgen leeftijd bezocht hij de Rijks landbouwwint er school te Schagen. Inmiddels verhuisd naar de Wieringer- waard bleef J8aal tot 1924 by zijn vader op de boerderij, waarna hy trouwde en landarbeider werd op een akkerbouwbeUrijf hetgeen hy 4 Jaar bleef, waarop hij de leiding over deze boerderij verkreeg, waar naast hij in verband met de slechte uit komsten van het akkerbouwbedryf een bloembollenbedrijf stichtte. Het SO ha groote bedrijf werd in 1955 uit gebreid tot pl.m. 70 ha door pacht van een stuk land in de Wieringermeer. waardoor een prachtig bedrijf verkregen werd, waar nu uitsluitend zaaizaad én poot goed ge teeld wordt. Jntusschen deed boer Saai zich kennen als een uitnemend organisator en vereenigings- man met groote werkkracht. Zijn deskun digheid in agrarische zaken maaktedat zyn advies overal gaarne gehoord werd. In den Bond „Landbouw en Maatschappij" was hy een geducht voorvechter voor de hernieuwing van het platteland. In 1934 werd nij Provinciaal Bestuurs lid voor dezen Bona en was hy voorzitter van de afa. Wxermgerwaara. Voorts geeft hij zijn capaciteiten als bestuurslid van de Zaaizaadtelersvereen. „Waard en Groet". Op politiek gebiea trad hy seaert 1935 op den voorgrond ais lid van de ^-Provinciale Staten van Noord-Hollana, nadat hy in 1933 lid geworden was van de N.8J3. Vanaf het begin was hy Raadsman van de afd. Agrarische Zkaen dier beweging3 mede oprichter van het „BoerenfronV en later Gouwleider van het Nederlandsch Agra risch ront in Noord-Holland. Tot zijn benoeming als lid van Gedepu teerde Staten was hy nog hoofdingeland van den polder Waard en Groet". Toen hij geroepen werd als Gedeputeerde voor de omvangrijke taak van Bestuurs raad in Noord-Holland nam hij ook dit werk op zijn schouders om ook hiervoor zijn groote werkkracht disponibel te stellen. Van hoog tot laag. voor ieder is hij de zelfde, kent men hem als een boer, die recht door zee gaat, steeds ronduit voor zijn meening uitkomt, als een man, waarop men bouwen kan. als een boer in hart en nieren. L.S.P.D Het stelsel van calamiteuze polders komt, be halve in Zeeland, in ons land niet voor. Het is dus speciaal Zeeuwsch. Over het ontstaan hier van is heel wat te zeggen en zou teveel ruimte vragen. Vast staat dat reeds diep' in de middel eeuwen steun werd verleend door de Staten en het Rijk om meerdere polders in Zeeland boven water te houden. Niet alleen dit systeem klinkt Zeeuwsch, doch ook de oorzaak daarvan: drjk- vallèn en oeverafschuivingen kent men in hoofd zaak in Zeeland. Deze hebben niet alleen schat ten gelds gekost, maar ook- duizenden hectaren vruchtbaren bodem en meerdere dorpen meege sleurd. Alleen aan de zuidzijde van Schouwen ontstonden tusschen 1610 en 1894 niet minder dan 130 dijkvallen en oeverafschuivingen. Het ligt vóór de hand, dat de kosten van het trachten te voorkomen en het herstellen hier van, bestaande eèrtijds uit het leggen van nieuwe dijken en thans het aanbrengen van zink- en stortwerken, ter verdediging van den roosoever, niet ten volle konden worden opge bracht door de eigenaars van den grond. Wilde men houden wat men had, dan moest de Overheid wel bijspringen, hetgeen eindelijk bij de wet'op de Calamiteuze polders van 19 Juli 1870 werd vastgelegd. Toen ontstond ook het Reglement op deze polders, hetgeen nog van kracht is. Een calamiteuze polder of waterschap bestaat uit twee deelen: le de waterkeering welke wordt beheerd door het dijksbestuur en den drjkraad; 2e het binnenbeheer, bestuurt door een Dijkgraaf met twee Gezworenen. Het dijkgeschot wordt om de zeven jaar hei-zien, waartoe alle gronden in den polder worden ge schat naar de pachtwaarde. Het grootste deel van de opbrengst van het dijkgeschot moet over gedragen worden in de kas van de waterkeering, tot het instandhouden van de zeewering. Dit is echter niet voldoende en alzoo ontstaat een te kort aan middelen, hetgeen werd gedragen voor één derde door de Provincie en voor tweederden door het Rijk. Van het resteerende Dijkgeschot moet het Binnenbeheer wegen en waterafvoer bekostigen. Hierbij komen dan nog de opbrengst van gronden, welke de polder in eigendom heeft. In totaal vinden we in Zeeland 20 calamiteuze polders en waterschappen. De totale oppervlakte bedraagt 9577 H.A., varieerend van 55 H.A. tot 1253 H.A. Ook de polder van 55 H.A. heeft zijn eigen bestuur met waterbouwkundig opzichter, enz. is dan ook de oorzaak o.a. dat de kosten van beheer buitengewoon hoog zijn. -Volgens' ir. Mansholt bedragen deze van 6.83 tot 67.64 over de jaren 1933—1935, met een ge middelde van 11.67 per H.A., waartegen de drie grootste vrije polders Walcheren, de Breede Watering bewesten Ierseke en Schouwen met respectievelijk 3.36, 3.52 en 5.15 aan beheer- kosten gunstig afsteken. Uit den aard der zaak wordt door de calami teuze polders aan deze hooge beheerskosten wei nig aandacht besteed, omdat eventueele bezui niging niet ten goede komt aan de grondeigena ren, maar aan de supleerende college's: Rijk en Provincie. Bij de groote opruiming van kleine polders in Westelijk Zeeuwsch Vlaanderen in de groote polder „het Vrije van Sluis", zijn geen calami teuze polders begrepen. Het stemt tot groote voldoening, dat, nadat men al die kleine tot één groot waterschap heeft vereenigd, ook thans plannen bestaan om in het vervolg bij het vereenigen van polders bok de calamiteuze te betrekken. We kunnen het niet anders dan toejuichen, dat deze zulke groote financieele offers vragende polders zullen worden aangegrepen door den geest van den nieuwen tgd. W. G. BOOT Jz. Aanvang 2e ^vormingscursus (L.S.P.D.) Direct na de instelling van den Nederlandschen Landstand werd te Rijs bij Stavoren de Boerenschool Gaasterland geopend met een algemeenen scholingscursus voor jonge boeren. Deze cursüs stond onder leiding van Dr. Piebenga en er werd aan deelgenomen door een bevredigend aantal boerenzonen uit alle deelen des lands. Toen kortelings de eerste cursus ten einde was, werd een behoefte aan een tweeden leergang gevoeld, daar de belangstelling voor vorming in volkschen geest steeds meer concrete vormen voor het Nederlandsche. boerenvolk gaat aan nemen. Vandaar, dat er besloten werd Maandag, 16 Febr. a.s. een 2e cursus te doen aanvangen, die be zocht zal worden door 30 boerenzoiftn, komende uitgeheel Nederland. Ook deze leergang wordt geleid door Dr. Pie- henga, die, naar de Landstandpersdienst ver neemt, mededdeelde, dat de Boerenschool Gaas terland begin April officieel geopend zal worden. Oesterverzending over Januari De Zeeuwsche oesterverzending over der maand Januari 1942 heeft in totaal 873.966 stuks bedra gen. Hiervan gingen naar Duitschland 565.005, naar Nederland 158.349 en naar België 150.612 stuks. In Januari 1941 werden in totaal 1.958.420 stuks verzonden. Door de strenge koude is de oesterverzending momenteel zeer gering, zoowel naar het binnen- als naar het buitenland. Hoewel het thans reeds de vierde strenge winter achtereen is, houden de oesters in de putten zich m»g tamelijk goed. De oorzaak hiervan moet hoofdzakelijk gezocht worden in het feit, dat dit jaar geen Fransche oesters geïmporteerd zijn, die zeer vatbaar zijn voor vorst. Wel hebben de panoesterkweeKers reeds veel schade geleden, zoowel door de vorst als door het ijs, dat op diverse putten buitengewoon hoog opgestuwd is. Mosselindustrieën Nu-*er door de vorst geen mosselen gevischt mogen en kunnen worden, liggen alle mossel industrieën reeds bijna een maand stil. Alleen te Yerseke wordt per week alleen al aan werkloonen een schade geleden van rond 10.000. Indien het nog lang blijft doorvriezen is het -zelfs niet uitgesloten dat de mossel kokerifen dit seizoen niet meer geopend zullen worden, temeer omdat door de groote verwerking vóór de vorstperiode het contingent van de te koken mosselen reeds bijna is verbruikt. -si pi *rw SS :sn;; arsü ïlmi - m, m - v ssf Utfechtsch Landbouwgenootschap opgelost in den Landstand. De Landstandpersdienst meldt, dat bij be sluit van den Boerenleiderhoofd van den Nederlandschen Landstand, het bij den Nederlandschen Landstand aangesloten Utrechtsch Landbouwgenootschap in den Nederlandschen Landstand is opgelost. (Foto-archiet „De" Landstand")

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1942 | | pagina 5