VOEDERING Voordeelige Als de vorsi regeert Voorkomt kopergebrek Boer-soldaai paraatl Als pas de dagen lengen. Gaat de tuin ter strengen. Zoodra de leeuw'rik fluit. Raakt de winter uit. DE boer dtenikt al aan den dag, dat de stal deur weer opengaat en beft vee de groene wei in trekt. Br iis dan. nog weinig gras, miaar er is Kleur en groei, en het wteinige is aeer voedEiaam. Het vee voelt het al, het lijkt of de beesten het/ruiken. Wanneer de lente zon door de stalruiten schijnt en de zachte lentelucht binnendringt, worden ze onrustiger en bulken en verlangen naar de vrijheid in de wijde, gezonde natuiur. De gedwongen staltijd is niet te vermijden; maar het is en blijft van twee kwaden het minste te kiezen. Dan alleen zal het in den regel mogelijk zijn, het vee zoo, goed op kracht te houden, dat het de voedzame wedde "behoorlijk verwerken kan en flink groeit of voortbrengt. De wintervoedermig geschiedt uit voorraad. Hoed, haikvruchten (bieten, koolrapen, worte len, knollen) kullvoeder, silovoeder, dienen nu vooral. Hooi is vanouds het wintervoeder. Vruchtbare, kalkrijke graslanden leveren bij kundige werkwijze een voeder, dat niet al teen behoorlijk het noodlge eiwit en zetmeel levert maar ook de onmisbare zouten en vitaminen. 1 Men mag er wel eens op letten, hoe een er varen boer hooi voedert. Met kleine bosjes en zorgzaam, dat geen spiertje verloren gaat en gedurig weer aan brengend, als hij ziet, dat de beesten nog niet voldoende rond zijn en nog verlangen. Ook de beesten zijn er bijzonder op gesteld. Als de deur opengaat en ze ruiken het geu rige hooi, dan bewegen de ooren, ze rekken' zich begeerig naar ..voren en tot het laatste spiertje wordit alles haastig naar binnen ge stuurd. Maar volop hooi, dat men het vee ermee ver sa ddgen kan,- is tegenwoordig niet meer mo gelijk. Aindere voedermidöelen moeten het tekort aan hooi vergoeden. Vooral de hak- vruchten, omdat die uit kleine oppervlakte grond zoo hooge voederopbrengst leveren. Als hij in 't najaar zijn bietenwahen bouwt met vele vrachten, rekende hij al uit, hoeveel kg. hij ieder geven kan. Wie met veel voorraad den winter ingaat, hééft des te minder kop zorg. Nog een voornaam voeder voor den winter tijd is kuil voer, silovoer. Vooral, nu het land in den nazomer zooveel mogelijk benut wordt voor de teelt van voedergewassen, en de be waring hiervan in kuft of silo zoo aanmerke lijk verbeterd is, maakt dit voeder een be langrijk deel uit van het dagelljksch rant soen. Stoppelfclaver kan men ookop ruiters drogen, vooral wanneer men veulens door den winter moet helpen. Maar meestal wordit ze met bietenMad, knoigroen, blad- en merg- kool, wikken, serradeDe Ingemaakt. Goed kuil- voer is nog van bijzondere beteekenis, omdat het rijk is aan eiwit. Haikvruchten zijn geen volmaakt voeder, omdat ze bij de groote hoe veelheid zetmeelachtige stoffen voor de goe de verhouding te weinig eiwit bevatten. Dit is nu met kuilvoar te verbeteren. Menige boer heeft - tot zijn groot genoegen natuurlijk - nu ondervonden, dat hij met hooi, bakvruch- ten en kuilvoer zijn vete gezond en sterk hou-» den kan en* pok matige meikgift' verkrijgt, zonder bijkoop van eiwitrijk krachtvoederi. Dit was zoozeer de gewoonte geworden, dat hiii meende het onmogelijk zonder te kun nen. Gelukkig is gebleken, d'at voordeelige "pehouderij nog mogelijk is zonder dien aan koop. Men kan gezond en goed en goedkoop voederen geheel uit eigen bedrijf, mits met kunde en zorg de teelt der beste voederge wassen wordt beoefend. Dat is ook zoo noodig gebleken. Vee, dat erg vermagerd en verzwakt In 't voorjaar in de wei was gekomen,, heeft longen tijd noodig gehad om weer eenigszins op verhaal te ko men en behoorlijk voort te brengén. Het waa ook inwendig zoozeer verzwakt, dot de inge wanden het jonge weidevoeder niet behoor lijk meer verteren konden. Dit dient naar best vermogen vermeden te worden. Waar de voorraad in Februari boven de behoefte blijkt te zijn, zal het zeer wenschelijk zijn, de ge legenheid te geven ook de kleinste hoeveel heid te leveren in schip of spoorwagen. Nu meer dan ooit is het plicht, alle verlies en beschadiging zooveel mogelijk te voorkomen. (Van onzen specialen medewerker op het gebied der plantenveredeling) IN een vorig artikei werd vastgesteld dat alle in ons land verbouwde rogge- rassen winterhard zijn, alle wintergerstrassen in dit opzicht op een onvoldoend peil staan en dat er bij de wintertarwe aanzienlijke rasverschillen in weerstand tegen koude aan den dag treden. Rassen uit noordelijke landen zullen in ons land winterhard zijn, terwijl dit niet het geval behoeft te zijn (en ook in het algemeen niet zoo is) bij rassen van Fran- schen of Engelschen oorsprong. De zachtere winters in laatstgenoemde landen stellen la gere eischen aan de winterhardheid. Het is niet alleen de kweeker, die selecteert, doch ook de natuur. De natuur wijst in noor- delijkg streken de meer winterharde selecties met den vinger aan, zoodat de kweeker daar mede zijn voordeel zal doen. De natuur se lecteert echter zelve o.a. in de landrassen (bij voorbeeld van roode klaver), die uit een mengsel van erfelijk verschillende planten be staan; niet-winterharde planten worden uit geschakeld (vriezen dood), winterharde daar entegen krijgen een kans zicb bij zaadwinning te handhaven. Dit een oogpunt van winterhardheid, is de herkomst van het te importeeren roode kla verzaad van groot belang, des te meer oAidat Nederland slechts voor een klein gedeelte in eigen behoefte kan voorzien. Tot de 's winters te velde staande gewassen zijn in de eerste plaats de grassen van onze weiden en hooilanden te rekenen. Deze be staan uit een mengsel van grassoorten, waar van sommige winterhard zijn en andere niet. De vorstschade spreekt hierbij in het alge meen minder duidelijk dan bijv. bij tarwe of roode klaver, doch bij nadere bestudeering blijkt, dat verschillende waardevolle grassen onvoldoende winterhard zijn. Koolzaad is evenals wintergerst onvoldoende winterhard. Dit geldt ook voor de voedjerkool- rassen. Wel winterhard is de boerenkool, zoo dat uit kruisingen van boerenkool met voeder kool iets te verwachten is. Op het Instituut voor Plantenveredeling wordt gewerkt aan het kweeken van een winterharde voederkool. De stoppelwortels zijn te rekenen tot de win terharde gewassen, de cultuur hiervan is be perkt tot het Zuid-Oosten van ons land. In strenge winters wordt groote schade toe gebracht aan de te velde staande stoppelknol len door zaadwinning. Het is gebleken dat er rasverschillen bestaan, de ronde knollen ko men in het algemeen beter door den winter. De vorstschade legt des te meer gewicht in de schaal wanneer eenige strenge winters el kaar opvolgen en daardoor de kans op het vormen van een zaadreserve voor magere ja ren ontnomen wordt. Behalve de wintervorst regeert ook de nacht vorst. In sommige jaren wordt groote scha de toegebracht aan het zich ontwikkelende aardappelgewas; de aardappelvelden maken dan den indruk verbrand te zijn, doch na eenige weken herstelt zich de loofontwikke- ling. Uiterst gevoelig voor nachtvorst is de boekweit Vroege vorsten in den herfst zijn eveneens gevreesd. Ik behoef alleen maar te herinneren aan de bevroren aardappels, suiker- en voe derbieten in' den vorigen herfst. in Uw bouwland btrooü tijdig Koperslakkenbloem HET belang van het metaal koper m oor logstijd is algemeen bekend, doch niet alleen voor oorlogsdoeleinden, ook voor de landbouw speelt koper tegenwoordig een groote rol, als zg. sporenelement. Kopergebrek toch komt veelvuldig voor bij ontginnings- gronden en op perceelen, die jarenlang met heideplaggen zijn bemest, zooals op oude eschgronden dikwijls het geval is. Er is dan veel z.g. loodzand door de bouwvoor gewerkt, hetgeen samengaat met gebrek aan koper, waardoor allerlei ziekteverschijnselen kunnen voorkomen en wel bij het gewas, speciaal de granen, alsmede bij het vee, dat in een koper- arme weide graast. Het uitstrooien van koper sulfaat kon dan baat brengen, voor sommige gronden voor langen tijd, voor andere, zooals de in Nd. Brabant voorkomende lage broek- gronden, moest een koperbemesting bijna elk jaar herhaald worden. Aangezien kopersul faat ca. 25 pet. koper bevat en het koper dus tJ ET Germaansche bloed heeft weer eens 1 bewezen van zeer goed gehalte te zyn. Welk een ongelooflijke krijgskunst en moed deze soldaat bezit, hebben de af- geloopen dagen wel bewezen, Zfjf staan nergens voor en werken alles af volgens een van tevoren uitgestippeld plan. Maar de Germanen bezitten niet alleen krijgssoldaten, doch ook Boer-soldaten. Deze Boer-soldaten zijn het, die een volk op kracht houden. Zij zorgen, dat ons volk weerstand krijgt op alle gebied. Zij behouden het gezonde natuurlijke leven. De boeren trekken dag in, dag uit op met de natuur. Zij bezetten de post als waker van hun volk, zij zullen het zijn die steeds de stoot tot vernieuwing geven. De oorlogsmachine is nog steeds in wer king toch wordt er reeds gewerkt aan de fundamenten, welke voor eeuwen hgt bol werk zullen zijn voor een waarachtige broederlijke vrede, welke alle landen in Europa zal beheerschen. Het is nu en in de toekomst de Boer die voor de volkeren moet zorgen dat zij al len voorzien worden van voedsel, waarbij niets in den weg mag staan, opdat niet de eene teveel krijgt en de andere te weinig. Allen zullen gelijkgeschakeld dienen te worden. Ieder volk kan het andere van dienst zijn. Ons land van Boeren en van Visschers zal het zijne er toe bijdragen om dit land de positie te geven, welke zij krachtens haar geschiedenis mag innemen. De zeeën zullen weer bevaren worden, met Neerlands aloude zeemanskunst. De nieuwe landen zullen bewerkt worden door de boeren, die weten waar het om gaat. Zij zullen zich inzetten voor de voedselvoorziening en om het volk zijn geloof weer tetug te geven, dat zij wer kelijk een volk zijn en niet een uiteenge spatte massa. Het Boerenbloed heeft zich daar altijd tegen verzet en zal nu overwinnen, zij werken voor een toekomst en die is de moeite waard. Een volk, dat leeft, bouwt aan zijn toekomst. Jonge boeren, Uw kans is er, gij hebt deze aan te pakken en zult Uw deel geven, dat noodig is voor de herrijzing van dit volk. Gij zult het bloed, dat voor dlÊze bevrijding heeft gevloeid,i weer aanvullen, maar ook zuiver houden. Gij gaat de woeste akker bewerken, hier van maakt gij een goedwillende akker, welke het bewerken er van tot een lust maakt, en waarop de vruchten welig zul len groeien. Uw mooie taak is het deze akker goed te houden en te verbeteren. Laat haar niet verwaarloozen, want slechte elementen steken dan hun hoofd weer op. Houdt men den akker steeds bij, dan krijgt het vuil geen kans en zal het gewas gezond opgroeien. De taak is mooi! Zij geeft voldoening, men kan zien dat zij bijdraagt aan de gezondheid van een volk. De jonge boer en landarbeider is een pio nier en hij zal oogsten, niet alleen voor zichzelf, maar voor het geheele volk. K. K. in vrij geconcentreerde vorm voorkomt, was het gelijkmatig verdeelen van de slechts ge ringe benoodigde hoeveelheid altijd eon heele moeilijkheid. Prof. Hudig te Wageningen e.a. adviseerden dan ook vermenging met een groote hoeveelheid droge grond. Met het kopersulfaat zijn nu ook deze bezwa ren verdwenen, want de koperslakkenbloem, die thans voor koperbemesting is aangewezen, bevat het koper in zoo'n fijnverdeelde vorm, dat bij het uitstrooien van 300500 kg. per ha. (hetgeen voor geen enkelen boer een be zwaar zal opleveren) een zoo fijne en gelijk namige verdeeling wordt verkregen, als vroeger met kopersulfaat niet denkbaar was. De Heer M. v. d. Broek, Directeur v. d. R. K. Landbouwschool te Boxtel wees er voor kort in één van zijne publicaties nog op, dat ook bij gescheurd grasland, waar men een koper tekort vermoed.t, een bemesting met Koper slakkenbloem „Excello", waarmede Ir. Vedder, Rijkslandbouwconsulent te Assen, goede resul taten heeft verkregen, aanbeveling zal verdie nen. Zoodra de akkers weer#te bereiken zijn, is het gewenscht de koperslakkenbloem waar noodig spoedig uit te strooien, want hoe vroe ger het gestrooid wordt, hoe beter. Daar mede dank zij de bemoeiingen van onze landbouw- instanties dit product vlot uit België kan worden geleverd en zelfs aanvoer per spoor mogelijk is, behoeft men zeker niet op beter weer te wachten om aan handelaar of boe renbond reeds zijn order door te geven. Dan behoeft er straks als iedereen geholpen wil worden zeker geen stagnatie te komen en er wordt dan weer een steentje bijgedragen ter verzekering van onze voedselvoorziening.

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1942 | | pagina 10