PACHTEN
van vischrecht
Peen en uien in beslag genomen
De C.C.CJD. heeft een scherpe controle
ingesteld op groentendro gerijen.
Zoo werd door controleurs bij een drogerij
in Zuid-Holland 15.000 kg frauduleus ge
droogde peen in beslag genomen.
Ook in Zeeland zijn bij een controle ver
schillende partijen tuinbouwproducten in v
beslag genomen, wegens buiten de veiling
om verhandelen.
Een der partijen bestond uit 250.000 kg
uien en 200.000 kg peen.
Foto: archief „de Landstand"
het feit, dat de Landstand de grondslag is van
ons volksbestaan, in dit verband wijzende op de
natuurlijke Germaansche, economische en ideolo
gische verbondenheid, hekelend de onboersche
„Engelsche ziekte" en daartegenover stellende
den grooten strijd, die de volkeren yit'xchten tot
vernietiging van het bolsjewisme. x
L>e Randstand in Brabant marcheert, de strijders
zullen desnoods tot de tanden gewapend worden
en zoo besluit spr., zoolang boerenleider Roskam
mij roept, zoo lang zal ik, wetende niets te zijn,
maar de Landstand en het Nederlandsche volk
alles, marcheeren in het eerste gelid!
Dr. Thiel spreekt
Na de rede van den Boerenleider der provincie
sprak de Beauftragte van den Rijkscommis
saris in Noord-Brabant, Dr. Thiel.
Het Kan niet dikwijls genoeg gezegd worden,
zoo sprak hij, dat Duitschland slechts met zich
zelf te doen wil hebben, doch nu wij eenmaal in
Nederland zijn, voelen wij ons ook verantwoorde
lijk voor de ordening in dit land. Daarom deden
wij een beroep op de medewerking van het
Nederlandsche volk. En dit beroep werd het
eerst verstaan en het eerst begrepen door de
boeren. De boer pakte als eerste aan, want de
Nederlandsche boer is niet slechts de "grootste
idealist, doch ook de grootste realist, mensch
van de d&&d!
De Landstand is het uitvloeisel van dezen wer
kelijkheidszin, hij zal zich dus niet bemoeien
met het religieuze leven van den boer noch met
zijn politièke overtuiging.
Na nog de werkwijze van den Duitschen Land
stand, de Reichsnahrstand in het kort besproken
te hebben, zeide Dr. Thiel tot slot, dat de Ne
derlandsche Landstand gezien moet worden als
een oereigen aangelegenheid van den boer, waar
door deze zijn vrijheid zal kunnen herwinnen
binnen het kader van het in wording zijnde
nieuwe Europa.
Hierna was het woord xan Overste Boekholt,
Hoofdarbeidsleider van den Nederlandschen Ar
beidsdienst.
Ik ben er dankbaarvoor, zoo zei deze, dat ik
op deze gewichtige vergadering, met zoo be
langrijke gevolgen ,het woord mag voeren. Im
mers de Nederlandsche Arbeidsdienst voelt zich
met den Neder landschen Landstand eng verbon
den haar leden verrichten een eeredienst aan
het volk, door het scheppen van nieuw akker
en bouwland. En als onze arbeidsmannen zich
om den disch scharen en er stilte wordt ge
commandeerd, wenden zij zich tot God, maar
denken ook aan het werk van den boer, die het
mogelijk maakte, dat deze gaven op tafel komen.
In dien Arbeidsdienst heeft ook de jonge boer
zijn plaats. Den arbeid doen aan den bodem
kent hij, maar niet zooals die in den Arbeids
dienst wordt verricht. Want hier wordt de
arbeid voortdurend afgewisseld door onderricht,
en lichaamsoefeningen. En die lichaamsoefenin
gen zijn er op gericht, om vaak reeds tengevolge
van zwaar werk op jongen leeftijd vergroeide
lichamen, weer normaal te maken, om te leeren
de juiste spieren bij den arbeid te gebruiken,
zoodat ook zware arbeid tot een vreugde wordt.
Maar de jonge bóer leert er ook den jongen
geleerde, den student, den handwerker, den kan
toorbediende kennen, zij leeren daar elkaar
waardeeren, het land ontmoet er de stad, zoo
vervult de N.A.D. ook voor den jongen boer
een mooie taak, tot verdieping van den ge
meenschapszin van ons volk.
Namens de Geschaftsgruppe Landwirtschaft van
het Rijkscommissariaat, sprak de heer Grüne-
wald, die de Brabantsche boeren succes toe-
wenschte met het heden officieel begonnen werk
in dit gewest, hierbij de verzekering gevend,
dat van Duitsche zijde met de meest mogelijke
belangstelling en de meest volkomen medewer
king deze arbeid wordt gevolgd. Het sterkste
Aandachtig luistert de boerenleider voor de provincie Noord-Holland naar Boerenleider E. J.
Roskam Hzn., die bij de installatie van het gewest Noord-Holland van den Nederlandschen
Landstand te Alkmaar een groote rede hield. (Foto: L. S. P. D. Koper)
recht is aan uw zijde: het positieve werk, dat
gij doet. Houdt dit steeds voor oogen en groei
van dorpsboerenraad uit tot dorpsgemeenschap.
Wij, Duitschers, zullen U hierbij gaarne kame
raadschappelijk ter zijde staan. Spr. zegde toe,
dat bij de gezondmaking van den Brabantschen
bodem, de in het Derde Rijk hiermede opgedane
ervaringen, volledig tot beschikking van den
Landstand staan.
„Heb, wanneer U straks weer aan uw werk
gaat, zoo eindigde de heer Grünewald, de vaste
overtuiging, dat uw producten met de grootste
zorg door de verwerkers hiervan zullen worden
behandeld in dienst van de voedselvoorziening
van het Nederlandsche volk
RedtT Bossche Burgemeester
Als vertegenwoordiger van de Brabantsche bur
gemeesters, voerde ten slotte Mr. van den
Clooster, baron Sloet van Everdingen, Burge
meester van 's-Hertogenbosch, het woord.
Spr. verheugde zich erover, dat de wederopstan
ding van den Boerenstand in Brabant plaats
vindt in Den Bosch.
De Bossche burgemeester ziet in zijn aanwezig
heid de eenheid, welke de hoofden der gemeen
ten vormen met het boerendom.
Na de groote armoede van den kleinen boer
uiteengezet te hebben, een armoede, die veel
grooter was dan die der ingeschreven werkloo-
zen, legde spr. er den nadruk op, dat het den
Brabantschen burgemeesters in het bijzonder
verheugt, dat zij ingeschakeld worden bij den
arbeid, noodig ter verheffing van den boeren
stand.
Het is een historisch gebeuren, dat de boeren
den grondslag vormen van de grootheid van het
nieuwe Nederland en onze vrijheid. Moge daar
om het symbool van dezen dag, de benoeming
van een burgemeester tot provinciaal Boeren
leider voor ons, burgemeesters van dit gewest,
een aansporing zijn om de door hem gegeven
richtlijnen naar ons beste kunnen uit te werken.
Het Pachtbesluit Vischrecht 1941, dat 22 Dec.
1941 werd afgekondigd schreef in artikel 1
voor, dat op 9 Mei 1940 verpacht vischrecht
ook verder moest blijven verpacht.
In de Nederlandsche Staatscourant van 12 dezer
is thans hiervan het eerste uitvoeringsbesluit
verschenen.
Dit bepaalt om., dat uitgifte van 'vischrecht
slechts mag geschieden door het aangaan van
een pachtovereenkomst en dat deze pachtover
eenkomst slechts met beroepsvisschers mag wor
den gesloten. Beroepsvisschers moeten daadwer
kelijk de visscherij uitoefenen als uitsluitend dan
wel als hoofdbedrijf. De Secretaris-Generaal van
het Departement van Landbouw en Vischerij is
echter bevoegd van het hiervoor vermelde uit
zondering toe te staan; in eene gelijktijdig ge
publiceerde beschikking geschiedt dit ook voor
de wateren, die tot dusver niet werden verpacht,
doch slechts tot wederopzegging en uiterlijk tot
1 Maart 1943.
De pachters moeten hun water doelmatig bevis^
schen, de voorschriften van Visscherrjwet en
-reglementen in acht nemen en alles vermijden,
wat anderen in de uitoefening van hun bedrijf
stoort of belemmert. Daarom moeten de pacht
overeenkomsten een bepaling inhouden, dat zij
van rechtswege zijn ontbonden, zoodra de Secre
taris-Generaal verklaart, dat de pachters in dit
opzicht in gebreke zijn.
In bijzondere gevallen kan de Secretaris-Gene
raal ook voorschrijven met wien of onder welke
voorwaarde een pachtovereenkomst moet worden
aangegaan.
Als vischrecht is uitgegeven tusschen 28 Mei
1941 en 12 Februari -1942 en daarbij niet is
gehandeld zooals boven omschreven, dan moet
de eigenaar daarvoor binnen 14 dagen goed
keuring vragen aan den Secretaris-Generaal.
Pachtovereenkomsten, die overigens aan de ge
stelde eischen voldoen, worden telkens verleend
met den termijn, waarrooi- zij oorspronkelijk zijn
aangegaan, als de Secretaris-Generaal op ver
zoek van den -verpachter of den pachter althans
niet anders beslist. Dit heeft dus uitsluitend
betrekking op pachtovereenkomsten met be-
roepsvissche rs
Elke pachtovereenkomst, die na 12 Februari
1942 wordt gesloten, wordt eerst van kracht,
nadat zij door den Secretaris-Generaal is goed
gekeurd.
Ook voor aanvullingen of wijzigingen van be
staande pacht overeenkomsten is de bovenbe
doelde goedkeuring vereischt.