Laai vlinderbloemigen ons helpen
in den Productieslaq
De foekomst van de bloem boll enieeli en -handel
Motto: De Nutuur loot zich niets ontfutse
len, maar is niet karig met haar loon voor
welbestuurden arbeid!
(O. R. Manshoït, Westpolder.)
VNEE laad- en tuinbouw was in de laatste
tientallen jaren ingesteld op het ge
bruik van groote hoeveelheden kunstmest
stoffen, in het bijzonder ook van stikstofmest
stoffen. De productie daarvan uit luchtsök-
stof in groote fabrieken, ook hier te lande,
en de billijke prijzen, waarvoor ze in de laat
ste jaren verkrijgbaar waren, hebben het rui
me verbruik zeer in de hand gewerkt. Nu
onder de gegeven omstandigheden de hoeveel
heden der hoeveelheid stikstof kunstmest aan
beperking onderhevig is, Is er zeker alle aan
leiding te overwegen hoe in het tekort op de
beste wijzen voorzien kan worden door de
teelt van vlinderbloemige gewassen, welke
immers de idcfatstikstof kunnen assimileeren
door middel van bacterieën in hunne wortel
knolletjes. Op de vruchtbare kleigronden is
dit vraagstuk niet moeilijk. Daar kan aan de
vlinderbloemigen een ruimere plaats in de
vruchtwisseling worden gegeven. Op zand- en
veengronden, waar de teelt minder gebruike
lijk is, en de vlinderbloemigen dikwijls ook
minder goed groeien, en in den tuinbouw, is
het vraagstuk wat minder eenvoudig-. Toch
zijn ook daar wel goede resultaten te berei
ken.
Wat de stikstofvoorziening onzer cultuurge
wassen aangaat is het leerzaam een blik te
slaan in het verleden. De vruchtbare (lich
tere) kleigronden werden van ouds in hoofd
zaak voor akkerbouw gebruikt. De ervaring
had geleerd, dat bij .een goede vruchtwisse
ling met klaver, boonen, en andere vlinder
bloemige gewassen, zonder eenige andere be
mesting goede oogsten, ook van granen enz.
verkregen konden worden gedurende vele
tientallen jaren. Dit was lang voordat door
Hellriegel en Wilfarth omstreeks 1886 de stik
stofassimilatie door vlinderbloemigen werd
ontdekt en bewezen. In de jaren daarna trok
deze .vondst groote belangstelling en Schulz-
Lupitz bewees al spoedig door zijne proeven
met lupinen e.a. vlinderbloemigen, dat de ont
dekking ook voor lichte zandgronden van
veel beteekenis was.
Op de zandgronden heeft men het bouwland
van de oudste tijden af bemest met stalmest
waar omstreeks \1900 langzamerhand de
kunstmest bijkwam. In de veenkoloniën ge
bruikte men in den eersten tijd de stads-
compost, welke vroeger in voldoende mate ter
beschikking stond, terwijl de tuinbouw altijd
groote voorliefde voor stalmest heeft gehad.
Vooral toen na 1910 de stikstofmeststoffen in
steeds ruimer mate verkrijgbaar waren, werd
het belang der vlinderbloemigen als stikstof
producent op alle gronden wel heel gering.
Daarin is nu echter plotseling verandering
gekomen vanwege het stikstoftekort.
Op welke wijzen kan men nu doelmatig van
vlinderbloemigen gebruik maken? In de eer
ste plaats dit is vanzelfsprekend door
op gronden, die er geschikt voor zijn, paarde-
en duiveboonen, erwten en bruine boonen te
verbouwen. In de tweede plaats en dit is in
hoofdzaak voor den tuinbouw van belang
door tusschen teelt van vlinderbloemigen. Op
deze teeltmethode, die we onder de tegen
woordige omstandigheden van veel belang
achten, meenen we in het bijzonder de aan
dacht te moeten vestigen.
Met tusschenteelt bedoelen we de afwisseling
van rijen vlinderbloemigen met rijen r.iet-
vlinderbloemige gewassen, b.v. een rij waal-
sehe boonen afgewisseld met een rij aardap
pelen, of wat beter schijnt: twee rijen waal-
sche boonen en twee rijen aardappelen. Het
niet vlinderbloemig gewas wordt dan, zooals
de ervaring heeft geleerd, voldoende van stik
stof voorzien door zijn vlinderbloemigen buur
man! Dit verschijnsel is in de landbouwkunde
en in de praktijk wel bekend, maar voorzoo
ver we weten nooit speciaal onderzocht. De
verklaring van het verschijnsel is n.m., 'dat
tn de wortelknolletjes van een weelderig
groeiend vlinderbloemig gewas méér lucht-
stikstof wordt gebonden, dan het gewas zelve
behoeft en dat het meerdere in den grond
terecht komt, waar de wortels der buurplan-
ten het kunnen opnemen. Vandaar, dat de
bemestende waarde van- een vlinderbloemig
gewas zich niet verder uitstrekt dan hoog
stens ongeveer 1 meter, dus zoover als aange
nomen kan worden, dat de buurpiairten hun
wortels uitstrekken.
De hierbedoelde tusschenbouw kan in den tuin
bouw op den kouden grond en in volkstuinen
zeer goed worden toegepast. En ook tn som
mige gevallen in den kleinen landbouw. Zoo
b.v. bij bet combineeren van aardappelen met
paprde- of duiveboonen, of van korreimais
met bardschllde stamboonen, of paardeboo-
nen met bieten of mangels. Voorwaarde ts,
dat de grond geschikt is voor het vJinder-
ER zijn van die voortbrengselen van. den
bodem, die wanneer men ze noemlt direct 't
land van herkomst voor den geest balen. Zegt
mien spaghetti, men denkt aan Italië. Zegt
men kaas, dan komt Holland voor den geest.
Maar sterker nog is dit het geval wanneer
then het verzamelwoord bloembol uitspreekt.
De Hollandsche Bloembol is in bet buiten
land een begrip waarvan de beteekenis niet
in enkele woorden te schetsen valt. Naar wel
haast alle deelen der wereld zijn bloembol
len - veredelingsproduct van Holalndschen
bodem - uitgevoerd, totdat in Walistreet een
groep menschen millioenen armer werden en
de crisis haar intrede deed welke de bloem
bol van positie deed veranderen. Onder het
motto de eigen kweekers te steunen en veel
al onder het mom dat bloembollen gevaar
lijke plantenziekten zouden overbrengen slo
ten vele landen hun grenzen of contingen
teerden de invoer zwaar. En zoo werd het
uitgebreide productieapparaat lam geslagen
en werden de door de Regeering ondernomen
maatregelen om de crisis te beteugelen uitge
breid en ook toegepast op bet artikel bloem
bol. Als een der eerste maatregelen tot be
perking der productie, welke aooals vanzelf
spreekt op het buitenland ingesteld was,
werd 't systeem der teeltvergunningen inge
voerd, welk systeem reeds meer dan acht jaar
bestaat en waarbij moeilijk van een heilza
me werking gesproken kan worden. De ge
zamenlijke oppervlakte uitgereikte teelfver-
gunningen word in de loop van deze periode
eenige malen percents gewijze ingekrompen,
maar ondanks deze maatregel is de produc
tie nooit in overeenstemming gebracht kun
nen worden met de vraag. Alleen een autar
kisch streven- samengaande met een goede-
reruruil bad veel kunnen voorkomen, maar de
aard en het karakter der toenmalige Regee
ring liet zulks niet toe. Door het verhandel
baar stellen van de teeltvergunningen ontstond
hierin ongehoorde prijzen; voor 1 H.A. hya
cintben-teeltvergunning wordt nog steeds
15.000 gld. betaald, voor tulpen f 7000 en voor
narcissen f 3500. Het verwekt geen verwon
dering, dat uitsluitend de meest kapitaal
krachtige kweekers deze teeltvergunningen
konden aankoopen. Vele nadeden, welke niet
alleen de beoefenaar, maar ook het vak zelve
heeft getroffen, heeft het bovenstaande sy
steem op zijn geweten. De bedrijven met hun
kostbare outillage en hoog geïnvesteerd ka
pitaal staan in geen verhouding meer met de
werkelijk betaalde oppervlakte bloembollen.
Met de teelt van andere producten is dit niet
rendabel te maken. Met het systeem van
teeltvergumningen was dat der minimumprij
zen eng verbonden. Het gevolg was vaak dat,
daar moeilijker te kweeken soorten en varië
teiten in de meeste gevallen in prijs even
teag gesteld waren als de snelst groeiende
roerten, er gekweekt werd per „mud". Uit de
bovenstaande in hët kort geschetste ontwik
kelingsgang der zoogenaamde crisismaatre-
gelen moge blijken dait van een zich op een
gezonde basis bevindend bloembollenvak geen
sprake was en kon zijn, doordat men schijn
baar niet in staat was de het vak ondermij
nende invloeden afdoende te weren.
De teelt en de handel van bloembollen heeft
steeds een speculatieve tendenz te zien gege
ven, welke de beoefenaar vaak rijkdom en
welvaart, maar even zoo vele malen evenre
dige verliezen heeft gebracht. AMeen een na
tuurlijke functioneerende ordening is in staat
de bijzondere beteekenis van de Nederland-
sohe bloembollenteelt te behouden en uit te
breiden. De Nederlandsche Landstand en de
in organ'sch verband in zijn gelederen opge
nomen beoefenaren van het bloemtollenvak
Btoentig gewas. Ben SERSfofgïfT om de gewas
sen eerst aan den gang te helpen zal in ge
meeste gevallen zeer nuttig zijn.
bi den tuinbouw kunnen gecombineerd wor
den: tuinboonen met vroege aardappelen, bie
ten, kool, komkommers en augurken, of dop
erwten met bleten, kool, kla, enz., of stam
en etokboonen met uien en sjalotten, sla,
radijs, kool enz. Er zijn, wat, combinaties aan
gaat, vooral in ddh graveren tuinbouw, vele
mogelijkheden.
Mogen velen hun voordeel doen met voren
staande aanwijzingen. Eventueel vrage men
advies van de ambtenaren van den land- en
tuinbon,wvoorlichtlngadienst.
E. DREESMAN, li.
steilen zied zeker niet te hent voor ,maar te-
ruig grijpende naar de juiste venhoudingen in
het verleden en het oog gevestigd houdend
op de groote afzetgebieden die het nieuwe
Europa haar zal bieden, moet deze opgave
uiteindelijk te verwezenlijken zijn.
Uitgaande van een geleide productie en een
vasteprij zen -politiek, met wegneming vanspe-
culaiiemogelijkheden, zal iedere beoefenaar
gevrijwaard zijn voor te groote opgang en
neergang, welke in het verleden bewezen
hebben het vak naar den ondergang te kun
nen voeren. Om tot een geleide productie te
kunnen geraken aai het noodig blijken een
inventarisatie in te stellen, welke zich uit
strekt over iedere variëteit van de belangrijk
ste gekweekte gewassen van de bloembollen
teelt, nJ. hyacinth, tulp, narcis en het voor
naamste bijgoed. Vanzelf komt men dam tot
een inventarisatie betcekic oppervlakte per
variëteit. Het zal noodig blijken te zijn dat
het te uitgebreide sartimenit tot normale pro
porties wordt teruggebracht en alleen de
meest waardevolle variëteiten worden aan
gehouden. Nauw verbonden met een geleide
productie is de prijzenpolitiek, wélke uitein
delijk de broodwinning der kweekers zal vrij.
waren van aantastingen, voorkomende uit
speculatieve oorzaken, maar in de eerste
plaats ais doelstelling heeft de uitbreiding of
inkrimping der teelt per 'variëteit te be
ïnvloeden. De prijsfoasis zal hierbij steeds een
goede verhouding te zien geven tusschen de
variëteiten, d.w.z. tusschen meerdere of min
dere groeicapaciteiten van een variëteit .Ook
worde bij de prijsvorming rekening gehouden
met de afschrijving van aanschaffimgskosten
van betere variëteiten; een hoogere prijs zal
dit tot uitdrukking brengen. De voorlichtings
dienst zal bij de gezondmaking van de bloem
bollenteelt en -handel meer en meer aan be
langrijkheid winnen. Hij toch zal in de eerste
plaats aangeven welke overteelde en o-nge-
wensdhte variëteiten uit de cultuur genomen
moeten worden en het in cultuur brengen van
andere waardevolle variëteiten bevorderen.
De bruikbaarheid van nieuwe soorten zal in
een proefbedrijf getoetst worden. Vertrou
wensmannen zullen hieraan leiding geven.
Voorheen zijn steeds variëteiten gekweekt en
nog wel op groote schaal, waarvan de waarde
als siergewas zeer in twijfel moet worden ge
trokken en die door ondefinieerbare oorzaken
vaak jarenlang in cultuur zijn gebracht, te
gen onnatuurlijk hooge prijzen zijn verhan
deld totdat op een onwillekeurig moment de
prijs sterk in elkaar zakte met alle o-wlgen
van dien voor de beoefenaren.
In de eerste jaren zal het wel eens noodig
zijn door meer drastische maatregelen in te
grijpen door een verplichte inlevering van
plantgoed van overteelde variëteiten. Con-
tróle zal noodig blijken. Bloembollen zullen
immer een exportartikel blijven, waarbij
noodig is dat het buitenland een volwaardig
eefrste klas product in handen krijgt; een
dergelijke controle sluit manipulaties van
niet bonafide kweekers en handelaren (die
de gelukkig niet veel zijn) uit en beschermen
de goede leden van het vak. 'Een centraal li
chaam waarover de geheele handel loopt en
hetwelk geheel gericht is naar de handelstoe-
langen van haar aangeslotenen zal in de toe
komst in nog meerdere mate haar taak die
nen te vervullen. Staat nog te ver
melden dat het systeem van erken
ningen, evenzoo goed een gezonde her
ziening behoeft, welke uiteraard geleidelijk
aan zal plaats hebben. Een leek zou versteld
staan van het groote aantal „erkende" bloem-
bollenkweekers, die minder dan 5 Are i.n cul
tuur hebben, y. s'