Aanduidingen ojj kaai?,
betrekking hebbende op
den ouderdom
JNederiandsche vi>scherrj-
centrale
Weiderunderen
Prijzen van kalveren
ADVIEZEN
Bespuiting van tulpen tef
bestrijding van het „vuur"
De ieait van ZAAITARWE f
Het Rijksbureau voor de Voedselvoorziening i
tri.aaUt bekend}
Het Rijksbureau voor de Voedselvoorziening
in Oorlogstijd vestigt er de aandacht van be
langhebbenden op dat ingevolge art. 10a van
het Zuivelbesluit 1941 het aanbrengen op kaas
van aanduidingen, betrekking hebbende op
den ouderdom van de kaas, verboden is. Dit
verbod geldt niet voor het merk „Belegen
NZ", indien en voor zoover dit wordt aange
bracht door of vanwege de Nederlandsche
Zuivelcentrale, afdeeling Zuivel.
Het aanbrengen van opschriften op kaas als
„prima belegen" door handelaren en detaillis
ten is dus in geen geval toelaatbaar.
Door overtreding van dit voorschrift stellen
betrokkenen zich aan strafvervolging bloot.
De Nederlandsche Visscherijcentrale maakt
bekend, dat tot nadere aankondiging, met
ingang van 7 Maart as. haar kantoor, geves
tigd Juliana van Stolfoergplein 34 te 's-Gra-
venhage, des Zaterdags en des Miaandagsden
geheelen dag gesloten zal zijn.
(Van onzen specialen medewerker op het
gebied der plantenveredeling).
IN ue beide voorgaande artikelen heb ik ge
tracht een beeld te geven van hetgeen uit
het midden der vorige eeuw bekend is om
trent het selecteeren van tarwe. De voorbeel
den hadden meest betrekking op massa-
selectie. Ik meen te mogen veronderstellen
dat ook in vroegere eeuwen massa-selectie
van thrwe plaats had. Men koos een handvol
of meer aren van een gewenscht type uit een
tarwegewas teneinde deze te vermeerderen
tot zaaitarwe. In het algemeen bleef bij deze
selectiemethode de tarwe uit een mengsel be
staan. x»
Langzamerhand rijpte echter de tijd voor be
tere methoden. De kweeker J. H. Manshoit,
Westpolder (Gr.) was een der eersten, die een
inzicht had in de samenstelling van een
tarwegewas en bij de tarweveredeling de lij—
nen-selectie toepaste. Bij de lijnen-selectie
kiest men aren of planten van het gewensch-
te type en vermeerdert deze afzonderlijk. De
aldus verkregen tarweselecties worden onder
ling vergeleken. Aangezien de tarwe behoort
tot de zelfbestuivende gewassen, is het te ver
wachten dat de aparte planten constant zul
len vererven. Het Is dus zeer eenvoudig een
raszuivere tarwe te kweeken, indien men
maar uitgaat van 1 aar of 1 "plant en deze af
zonderlijk vermeerdert. Men spreekt ook wel
van zuivere lijnen; een oud landras bestaat
bijv. uit een mengsel van vele zuivere lijnen.
Door hij zelfbestuivende gewassen 1 aar of
1 plant als uitgangspunt te nemen, bereikt
men op doeltreffende wijze de zoo gewensch-
te raszuiverheid van nature optredende af
wijkingen (gebaarde aren, brulnkaf aren,
spitse aren, enz.) dienen uit dergelijke voor
zaaizaad bestemde perceelen verwijderd te
worden.'Wil de kweeker zich vergewissen dat
er bijv. geen roodzadige afwijkingen in de
witte tarwe op .reden, dan is het noodig ge
regeld weer uit te gaan van aparte aren of
planten en deze afs-nderlijk te vermeerderen.
De verbasteringie in het midden der 19e
eeuw in praetisch elk geschrift over tarwe
genoemd werd, kan men dus op een eenvou
dige wijze voorkomen. Men behoeft slechts 1
aar of 1 plant te kiezen; het ei van Columbus!
J. H. Manshoit begon reeds in 1886 de lijnen-
selectie toe te passen. Van lijnenselectle wordt
tot op dezen dag gebruik gemaakt om be
staande rassen in stand te houden. Dit ge
schiedt dus door den kweeker zelf. Het selec
teeren in andermans rassen wordt thans veel
minder gedaan dan 50 jaren geleden.
De Bedrijfsorganisatie voor Vee en Vleesch
maakt bekend, dat er dit voorjaar weer de
gelegenheid zal worden gegeven om weide-
contracten voor rundvee af te sluiten,
In verband met het bovenstaande zal het
Vee- en Vleeschaankoopbureaiu binnenkort
de mogelijkheid scheppen aan veehouders om
een aantal weiderunderen te betrekken via
de ovemamemarkten.
Vanwege de Provinciale Voedselcomimissaris-
sen zullen hierover te zijner tijd nadere me-
dedeelingen worden verstrekt.
De Bedrijfsorganisatie voor Vee en Vleesch
maakt het volgende bekend.
Aangezien het wenschelijifc is, dat zooveel
mogelijk zuivelproducten voor menscheUjke
consumptie worden bestemd en niet aange
wend worden voor het mesten van kalveren,
zullen met ingang van 1 April a.s. voor alle
op de slachtvèemankten aangevoerde kalve
ren de prijzen gelden, welke voor nuchtere-
of graskalveren zijn vastgesteld.
Het volgende stadium in de ontwikkeling van
de tarweveredeling was de kunstmatige krui
sing. Hiervan gaf. Prof. Dr. L. Broekema in
1899 de volgende interessante gegevens bij
een bespreking van de Duivendaal en de
Spijktarwe.
„De Duivendaal- en de Spijktarwe zijn ont
staan uit de kruising Roode Dikkop X Zeeuw-
sehe tarwe. Mijn doel bij deze kruising was,
lp de om hare groote opbrengst zoo gewaar
deerde Roode Dikkoptarwe een korrel van
betere kwaliteit over te brengen. Hare korrel
toch is veelal niet goed gevuld, door de bak
kers is zij niet gezocht en ook om hare kleur
in den handel minder gewild. De groote op
brengst moest in de kruisingsproducten be
houden blijven, want de landbouw vraagt
thans meer dan ooit veelopbrengende varië
teiten .eensdeels wegens de lage graanprij
zen, anderdeels omdat men door de hulpmid
delen van den tegenwoördigen tijd' - waar
onder de kunstmeststoffen een eerste plaats
bekleeden - zich een groot opbrengend ver
mogen deT gewassen te nutte weet te maken,
niet alleen op van nature rijke gTonden, maar
ook waar de grondgesteldheid minder gunstig
ls. De stijfheid van stroo, waardoor de Roode
Dikkop aan de schadelijke uitwerking van he
vige regens en wind minder onderhevig ls
dan vele andere variëteiten, mocht in de
kruisingsproducten evenmin verloren gaan.
De win tervastheid, die bij de Roode Dikkop
niet uitmunt, maar toch voldoende is in one
klimaat, mocht niet achteruitgaan. Ziedaar
ongeveer mijne leidende gedachte.
Bk koos voor de kruising de Zeeuwsche tarwe,
die om hare kwaliteit en goede opbrengst van
ouds in vele deelen des lands en ook in 1
buitenland gunstig bekend, en op onzen bo
dem en in ons klimaat goed op hare plaats
ls. Zij heeft een tijd van groot aanzien ge
kend: in Zeeland en Vlaanderen was zij vroe
ger overheerschend, in 't noorden des lands
verdrong rij de roode tarwe, maar rij moest
op hare beurt wijken, toen in Zeeland en
Zuid- en Noord-Holland de Essex en andere
Engelsche variëteiten hunne intrede deden en
ln 't noorden de Roode Dikkop postvatte. Zij
moest het veld ruimen voor deze meer op
brengende variëteiten, maar dit doet geen af
breuk aan hare kwaliteit, en ik trachtte in
mijne kruising daarvan nog eens partij te
trekken."
Het bovenstaande geeft zoo duidelijk aan dat
men bij een kruising tracht de goede eigen
schappen van beide ouders vte vereenigèn.
Door de kruising verkrijgt men in het 2e
van den PIan»^*»T'ek"len-
kundigen dienst
In de laatste jaren wordt de bespuiting van
tulpen ter bestrijding varr het vuur in toene
mende mate toegepast. Door deze bespuiting
blijft het loof langer groen en daardoor ne
men de opbrengst In gewicht en de grootte
der bollen toe.
Daar het optreden van het vuur geheel af
hankelijk' is van de weersomstandigheden,
mag men de uitvoering der bespuiting niett
afhankelijk stellen van het aj of niet optreuea
van vuur In bet vorige jaar. Om gevaar voorr
het gewas te voorkomen, als de weersomstan
digheden gunstig worden voor het optreden
van vuur, is bespuiting noodzakelijk.
De Plantenriektenkundige Dienst raadt dan
ook allen telers aan de tulpen, evenals vorig®
jaren, te bespuiten met; OB. 720.8 pet. oj
TulpenWacker 0.4 pet. Andere beproefd®
middelen zijn thans niet*verkrijgbaar.
Om gunstige resultaten te verkrijgen is het
noodig verscheidene malen vóór en na den
bloei te spuiten met een tusschenruimte van
plm. 14 dagen. Men moet beginnen, zoodra»
de eerste spruiten der planten boven den
grond rijn en zeker gespoten hebben, voordat
een Vuuraantasting optreedt. Is deze er een
maal, dan is de ziekte praetisch niet meer t®
beteugelen.
Het is gewenscht telkenmale een flinke hoe
veelheid vloeistof te verspuiten en "wel op vol
wassen tulpen minstens 3 liter per bed van
10 meter lengte, dus als de planten vol in»
blad staan. In het begin kan met minder
.vloeistof volstaan worden» Men gebruikt dan
meestal 1% liter per bed.
Hoewel het moment van spuiten nog niet
aangebroken is door het late seizoen, moeten
de kweekers nu toch reeds zorgen tijdig over
de noodige bestrijdingsmiddelen te beschikken-
Nadere inlichtingen worden verstrekt door den»
Plantenriektenkundigen Dienst te Wagenin-
gen en de daarbuiten werkzaam gestelde amb
tenaren van dezen Dienst.
1
Er is nauwelijks een streven
r
ie bedenken dai meer op
hei algemeen belang gericht
is dan de plantenveredeling.
jaar van nature een mengsel van vele erfe
lijk verschillende planten. Het resultaat van
een kruising is dat een dergelijke vormen
rijkdom wordt bereikt als van nature in da
landrassen werd aangetroffen. De kruisingen
worden eerst eenige jaren zonder selectie na-
geteeld; in deae generaties neemt het aantai
constant verervende planten meer en mees
toe, zoodat na 6 a 7 jaren op het kruisings
mengsel de lijnenselectie kan worden toege-
past.
In het bijzonder noem ife hier ée Wilhelmina-*
tarwe van'prof.Ndr. L. Broekema. Deze ont—
stond uit een ih 1889 uitgevoerde kruising
van de Spijktarwe met.de Rooide Dikkop
tarwe. Sedert 1901 breidde deze tarwe ricl»
snel uit en was 30 Jaren lang het hoofdras-
De Engelsche rassen werden verdrongen.
Prof. Pitsch kweekte in 1917 de Imperiaal na
tarwe uit een kruising Premier x WUhelminat
uit het jaar 1908, terwijl in ditzelfde jaa»
nrof. Broekema de kruising Wilhehniraa a
Essex Gladkaf uitvoerde, waaruit in 1921 d®|
WJEP. tarwe gekweekt werd; in 1931 wertl
deae met Juliana-tarwe gedoopt.
De oude garde Broefeema-Pitsch-Mansholt»
Iran met eere genoemd worden. Zij hebbent
het mogelijk gemaakt dat aan de Engeischa
tarwe-invasie paal en perk werd gesteld en
de Nederlandsche boer de beschikking kreeg
over zaaitarwe van betere Nederlandsche
rassen.
I»