DE HOF
BIJ DE BOERDERIJ
Voor de graslanden zijn wij geheel aangewezen op de natuurlijke meststof Jen; kies dus met
zorg het tijdstip van deze bemesting uit: vooral hierbij is overleg het halve werk. (Foto de Jong)
Prof. Dr. Brouwer acht voor het weidebedrijf
een hoeveelheid hooi van ongeveer 8 kg.
per dag en per dier het meest wenschelijk.
Bij een kleine 200 staldagen wordt dat dan
dius 1500 a 1600 kg. per koe.. Daarboven
komt dan nog het hooi voor het jongvee. In
dien dit gemiddeld per dier half zoo hoog
komt dan voor de volwassen koeien en we
houden evenwel steeds jongvee als volwas
sen koeien wat gemiddeld voor Nederland
ongeveer het geval is dan zouden we dus
per volwassen koe 12 kg. moeten rekenen en
jdat zou voor de heelfe winter 2250 tot 2400
kg.worden, of ongeveer het hooi van een
halve ha. ajs de opbrengst goed-is.
Per volwassen koe y2 ha. om te hooien en
nog om te kuilen of kunstmatig te dro
gen, is daar wel noodig, nu we practisch
zonder krachtvoer zitten, on we mogen wel
aannemen dat we met hooi en kunstmatig
gedroogd gras en kuilvoeder alle drie het
verst kómen.
Bij het inkuilen moeten we ónder de hui
dige omstandigheden de voorkeur geven aan
de Finsche methode. Die is zekerder .en geeft
minder eiwitverlies. Dit laatste Is thans van
veel grooter beteekenis dan vroeger, toen
we zooveel eitwit konden koopen, als we
noodig achtten. En als met zorg wordt ge
werkt, dan gelukt de Finsche methode bijna
altijd goed; en als met zorg wordt gevoederd,
dan zijn de voederresultaten ook nagenoeg
altijd goed.
We moeten ons echter reeds vroeg instellen
op het bereiden van Finsche kuil; er worden
thans nog silo's te koop aangeboden, en men
kan ook een ronde _kuil in den grond maken
en daarmede een goed resultaat krijgen. De
zuren dienen vroegtijdig te' worden besteld.
In het gemengde bedrijf kan een grooter of
kleiner deel van het hooi worden vervangen
door goed voederstroo en daarom is het
goed er even op te wijzien, dat het beste voe
derstroo wordt verkregen van erwten en
paarde-boonen. Heel mooi erwtenstroo blijft
in voederwaarde niet zooveel bij hooi achter.
De verbouw van een enkel perceeltje erwten
voor zoover dit is toegestaan kan dus
uit dat oogpunt wel worden aanbevolen, al
baart het oogsten nogal risico en zorgen.
Van het graanstroo staat dat van zomergerst
bovenaan, en daarna volgt dat van haver.
Vervolgens komen 't stroo van zomertarwe
en zomerrogge en eindelijk dat van de
wintergranen. Wat de bietenbouw betreft,
verdienen vooral de hoog procentische rassen
de meeste aanbeveling, althans op wat goe
de gronden. (Op minder goede gronden doen
de Barressoortenhet iets beter; deze stel
len minder hooge eischen) Op de betere
lichte gronden in Drenthe en naaste om
geving zouden we in "t algemeen de Gcoe-
nimga het meest willen aanbevelen.
L. W.
eadenteelt bij Mansholt den lust gewekt tot Te Wageningen legde Broekema zich toe op
het kweeken van eigen rassen. Ter zijner eere de tarweveredeling. Het is verheugend dat
kan worden vastgesteld dat hij zelfstandig vanaf het begin van het ontwaken van de
een selectiemethode uitwerkte, die in latere Plantenveredeling in Nederland öok te Wage-
jaren algemeen toepassing vond. Sedert 1890 ningen, als centrum van landbouwonderwijs,
werden tevens kunstmatige kruisingen ver- aandacht aan de practische beoefening werd
richt om de goede eigenschappen van ver- geschonken. Broekema kruiste in 1886 de
schillende rassen te vereenigen. In de jaren Witte Zeeuwsche tarwe met de Roode Dikkop
189499 bracht Mansholt niet minder dan 10 met het doel de kwaliteit van de Zeeuwsche
rassen in <jen handel. tarwe te vereenigen met het opbrengst ver-
In het goede Groninger land leefde en werkte mogen van de Roode Dikkop. In 1889 werd de
1 nog een andere kweeker. Bij Geert Veenhui- kruising verricht, waaruit in 1901 de Wilhel-
zen te Sappemeer werd de lust tot het kwee- mina tarwe voortkwam.
ken van .eigen rassen opgewekt door het Ais vierde in de rij van beroemde Nederland-
verzorgen van een aardappelproefveld met ge he kweekers kan de aandacht gevestigd
buitenlandsche rassen voor -de Landbouwver- worden op den kweeker van de Kuhn suiker-
eeniging Borger- en Tripscompagnie en Klei- biet. in de tweede helft van de vorige eeuw
r.emeer. Hij verrichtte in de negentiger jaren ontwikkelde zich in ons land de suikerbieten-
vele kruisingen met aardappelrassen. In de teelt, waarvoor buitenlandsch zaad werd ge-
periode 1889 99 kweekte Veenhuizen honder- bruikt. De suikerfabrikanten van de Gooische
den en nog eens honderden aardappelplanten Beetwortelsuikerfabriek te Naarden zacen in
rat zaad, terwijl hij in deze jaren 42 nieuwe de zaadteelt van de suikerbieten eerTecono-
aardappelrassen in den handel bracht. misch belang en zoo werd de kiem gelegd
door de Fa. Kuhn om een Nederlandsche
suikerbiet te kweeken, die zoowel voor den
bietenverbouwer als voor de fabriek aan hoo
ge eischen voldoet. In 1890 kwam de Kuhn
Van onzen suikerbiet in den handel en breidde zich tot
ver over onze grenzen uit.
specialen medewerker Prof. Hugo de Vries had een boekdeel kun-
1 op het gebied der nen schrijven over de werkmethode en de
i ervaringen van de genoemde kweekers. hij
plantenveredeling zou hen ten voorbeeld gesteld kunnen heb-
I ben aan de jongere generatie in eigen land
en in het buitenland.
Van onzen
specialen medewerker
op het gebied der
plantenveredeling
EN nu?
De winter houdt ons nu wel erg lang
opr nog is de grond op den dag dat wij dit
schrijven, 13 Lentemaand, niet bewerkbaar.
Maar wij hopen toch dat dit wel mogelijk
is als dit artikel onder de oogen van onze
lezers komt. En zoo zullen de te kiemen uit
gelegde erwten, boonen en peulen nu wél
noodig uitgeplant moeten worden. Hebben
wij deze zaden niet ter voorkieming uitge
legd dan is het zaak dit nu zeker te doen,
anders komen we wel heel erg laat. Heb
ben wij, zooals wij dat in onze»vorige arti
kelen uiteenzetten, de erwten, de groote
boonen en peulen wel te kiemen gelegd dan
planten wij de erwten en peulen in bosjes
van drie bijeen op een rij. De bosjes zelf
krijgen een onderlinge afstand van 10 cen
timeter. Groote boonen geven wij op de rij
15 centimeter afstand, en zetten wij meer
dere rijen achter elkaar dan komen de
rijen '75 centimeter uiteen. Voor opvolging
zaaien wij nu nog wat na, dan komt alles
niet tegelijk en kunnen wij langer oogsten.
Kunnen wij pootuien bekomen dan zetten
wij daar ook wat van dit We planten ze uit
op rijen, de rijen 25 centimeter uiteen en
op de rij houden wij een afstand van 10
a 12 centimeter. Wij kunenn pootuien
overal tusschen planten waar eenige ruimte
is, bijvoorbeeld op jonge aardbeibedden.
Ook als wij nu nog aardbeiden willen plan
ten (die echter dit jaar niet veel vruchten
meer gevenis de ppotui uitstekend voor
tusschencultuur. Daar waar stokboonen ko
men. kunnen ook nu pootuien geplant wor
den. Wel moeten ze daar geoogst worden
voordat ze eigenlijk uitgegroeid zijn, maar
voor direct gebruik zijn die pootuien dan
uitstekend. Voor winterprovisie nemen wij
liever zaai-uien, hoewel de pootuien soms
ook heel lang goed blijven als wij ze ge
heel uit laten groeien. En wat uien in den
winter, voor stamppot, voof snert en der
gelijke, is een heerlijk bezit.
Aan de ui is de sjalot verwant. Die beginnen
nu scheutjes te krijgen in de bewaarplaats,
dat is het teeken dat ze uitgeplant moeten
worden. Omdat een sjalol ook. maar wei
nig ruimte noodig heeft is deze plant ook
zoo mooi voor allerlei tusschenculturen en
daar waar wij met den grond moeten woe
keren is het zaak om op verloren randjes
en hoekjes te plaatsen. Zet de bolletjes 20
centimeter uiteen en plant ze even onder
de grond. Wij kunnen nu ook wat kool en
sla uitplanten zoodra de grond maar dooi
is, maar zoolang de vorst in de grond zit,
planten wij niet. Het zal wel moeilijk zijn
om nu aan jonge koolplanten te komen,
want hier in het West-land zijn heel wat
koolplanten bevroren. f
Wie nog vruchtboomen planten of verplan
ten wil mag er niet lang meer mee wach
ten, hoe vroeger geplant, hoebeter. Tegen
woordig heeft men struikvormen op be
paalde onderstammen geënt die spoedig dra
gen. Wil men hoogstammen planten dan
moet men bedenken dat het heel wat I an--
ger 'duurt voordat men vruchten heeft.
Vraag eerst advies voor ge boomen koopt,
vooral als het om meerdere boomen gaat,
onze tuinbouwconsulenten kunnen U advi-
seeren welke soorten voor Uw grond het
meest geschikt zijn, want de boomen moe
ten meerdere jaren blijven staan
Hebt U voor den winter wat ruige mest
over Uw aardbeibedden gestrooid haal dan
nu voorzichtig het stroo weg en spit er tus
schen om. Geeft eventueel nog wat gier,
dat doet de planten flink uitaroeiert en is
vrijwel direct opneembaar
Ook frambozen en bessen worden nu bemest.
Denk er om dat de wortels van deze strui
ken erg aan de oppervlakte zitten, zoodat U
heel voorzichtig moet zijn met omspitten.
Beter is het een smal geultje om de plant
te" maken en daar wat in te gieren. U kunt
dan nog wat kunstmest bijgeven, vooral ook
kunstmest met voldoende fosfor gehalte.
Hebt U klimmende erwten dan moet U nu
het rijs klaar maken want bij uitgeplante
erwten moet het rijs er al spoedig bij. Be
schikt men nog over kippengaas dan kan
men dat ook gebruiken en dan wordt dat
bevestigd aan palen
Mag ik' U nog eens herinneren aan een
rijtje of wat vroege aardappelen. Goed ge
kiemd gelegd geven die begin, Juni reeds
de eerste aardappelen, als men tenminste
zorgt voor de goede soort zooals eerstelin
gen bijvoorbeeld. Geef die aardappelen
vooral niet een te rijk bemest hoekje, we
krijgen dan wel veel blad maar eerst laat
aardappelen.
Wij eindigen ditmaal met nop eens te her
inneren aan de zoogenaamde Inlandsche
specerijkruiden. Zaai nu wat Peterselie.
Zorg voor boonenkruid voor straks bij de
groote boonen. Zaai wat venkel en Dille
voor de inmaak van uitjes en sjalotten in
het zuur. Denk er om saïiezaad te bestel
len en bestel ook een paar Mierikswortels.
De laatste vervangt uitstekent de peper in
soep enz. P. J. v. B.