jan Advies van den Landstand terschap Rede van Dr. Posthuma: houder, een eerste klas tuinder, en oogstkwee- ker en een vakkundig kweeker van bloem bollen. De varkenshouderij en het kleinvee zou hij door en doop moeten kennen en de pluimveehouderij zou hij moeten kunnen behartigen in al zijn onderdeelen. Ook zou hij door en door op de hoogte moeten zijn met de kustvisscherij en de binnenvisscherijDe arbeidsverhoudingen zou hij moeten weten. Indien één man al deze vakbekwaamheden in zich vereenigde dan zou hij echter nog lang niet geschikt zijn als lei der van den Landstand. Hij zou ook een goed financier moeten zijn en de economie zou hij moeten doorzien. Doch ook dan kwam de man nog zeer veel capaciteiten te kort. Hij diende toch ook een duidelijk inzicht te hebben in het staatsrecht en de juridische vakken moest hij kennen, maar bovenal zou hij toch ook wijs begeerte moeten hebben om alle vraagstukken en verhoudingen te kunnen zien tegen den achtergrond van een goedgeordende wereld beschouwing. Zijn karaktereigenschappen zou den dan ook zoo moeten zijn dat hij kans zag verschillende bevolkingsgroepen aan zich te binden. Persoonlijk zou hij financieel onaf hankelijk moeten zijn, zoodat hij niets en nie mand naar de oogen hoefde te zien. Men kan geen nieuwe wijn verzame len in oude zakken en daarom kan men ook geen leider zijn van een orga nisatie in den nieuwen tijd indien men niet leeft uit den nieuwen geest. Het is dan ook volstrekt niet de taak van leiders om alles te doen en even min heeft de leiding tot. plicht alles te weten. Wie geloof heeft in eigen roe ping, die heeft ook geloof in eigen volk. En, ook dit geloof is het, dat bergen verzet. Indien men uitgaat van den opbouw van de in de natuur verankerde wetten der Goddelijke orde en indien men deze wet ten tracht te ontdekken en te_ verwerke lijken, dan wil dat niet zeggen dat men alles wat uit het volk naar boven komt voor waar en waarachtig houdt, maar dan wil dat zeggen dat dit alles moet geschift en geordend en bekeken worden op den achtergrond der dingen en geplaatst in het geheel waarin het thuis hoort, zoodat de organische opbouw geen theorie maar werkelijkheid wordt. Daarom is deze Com missie van Advies geen heerschersinsti- tuut, maar een afdeeling die geestelijk vol komen één moet zijn met de werkelijke leiding. Voor alle organen en individueele personen vanaf den boer die ploegt en egt, via den Dorpsboerenraad, den provincialen Boerenraad en den Landelijken Boerenraad en de leiders der af deelingen in alle verhoudingen, tot aan de leiding in Den Haag toe zal het een bron van rust en vertrouwen, van wijsheid en kracht zijn, als deze Commissie van Advies haar taak naar eer vervult. De vraagstukken die aan deze Commissie wor den voorgelegd en de plannen die moeten wor den doorgezet zullen in deze Commissie ge toetst en bekeken worden alvorens te worden uitgevoerd. Zoo zal er vertrouwen zijn in den Landstand en zoo kan de Landstand naar bui ten treden in zijn volle kracht. Een advisee- rende taak zooals deze Commissie van Advies te vervullen krijgt moet men niet vergelijken met een uitvoerende taak, omdat deze twee dingen ln wezen verschillend zijn. Bezinning en dadendrang, studie en praktijk moeten bei den gedragen worden door één geest. Dan is er een harmonische gelukkige samenwerking voor allen. Een bijzonder woord tot I>r. Posthuma. Dr. Posthuma, Gij dje de Generaal-Adviseur zfjt van den Landstand, Gij hebt U bereid ver klaard de leiding van de Commissie van Advies van den Landstand op te nemen. Gij hebt bewezen, in een 40-Jarigen strijd voor ons boe renvolk, dat Uw liefde tot dit volk geen humanisme is, maar dat de ze liefde recht streeks voort vloeit uit Uw onvervalschten Frieschen boe- renaard. De nood van dit volk is groot en de zorgen van onze boeren zijn vele. De. weg naar den opgang zal nog zwaar zijn en moeilijk. Wie leeft in zijn volk en wie ge leid wordt door de wereldbe schouwing van zijn volk, voor hem verbleken de moeilijkheden omdat hij een vast geloof heeft h1 de toekomst van dit volk. Dr. Posthuma, in volle gerustheid en ver trouwen leg ik deze taak in Uw vaste en krachtige handen en de Almachtige schenke U Zijne wijsheid. Tijdens de installatie van de Commissie van Advies. Vol aandacht voor Dr. Post huma. (Foto Warburg) Het was Dr. Posthuma die vervolgens eenige richtlijnen gaf aan de Commissie waarvan hij het voorzitterschap op zich had genomen. Spr. hoopte dat hij middelen en wegen zal weten te vinden om zijn Commissieleden 'te doordringen van het groote belang dat aan hun werkzaamheden verbonden is. Spr. wil zich persoonlijk geven zoo ver hem dat moge lijk is. Taak van de Commissie. De taak van de Commissie van Advies zal uit de vier volgende deelen bestaan. 1. Aan de Commissie zal advies gevraagd kunnen worden. En dan volgt oogenblikkelijk een wedervraag: Wie zijn gerechtigd dat ad vies te vragen? Wanneer ik een poging waag om die personen achtereenvolgens te noemen dan hoop ik nie mand te vergeten ,maar ik wil daarmede niét zeggen, dat <ie door mij te noemert personen nog niet met meer dan één zal kunnen wor den aangevuld en ik ben zeer open voor een aanwijzing in dezen. Bij onze Commissie zullen om advies kunnen komen: de Boerenleider, de provinciale boe renleiders, de Hoofden van de Hoofdafdeelin- gen van den Nederlandschen Landstand, de Hoofdstafleider en de Stafleiders van de Hoofdafdeelingen. En wat de Colleges betreft: de Boerenraad van den Landstand en de provinciale boerenraden. Oogenblikkelijk volgt dan weder een vraag ni.: Tot wien moet men zich wenden om ad vies van de Commissie van Advies te beko men? Het antwoord op deze vraag is: Uitsluitend tot den Voorzitter van de Com missie van Advies. Ik geef dezen weg zoo nauwkeurig mogelijk aan omdat voorkomen moet worden dat de een of ander door mij genoemd persoon of een van de door mij ge noemde colleges zich wenden tot een lid van de Commissie van Advies. Dit zou slechts aan leiding kunnen geven tot verwarring en het zou aanleiding kunnen geven tot tegenstel lingen, als in een zekere provincie advies wordt gevraagd aan een lid van de Commissie van Advies, die in die provincie woont Wij zouden dan kunnen beleven dat in de eene provincie andere adviezen worden gege- den dan in de andere. Wij zouden zelfs tot tegenstrijdige adviezen kunnen komen. 2. De Commissie van Advies zal uit eigen initiatief advies kunnen geven. En als wij dan weder de vraag stellen aan wien dan zou het antwoord wijzen naar den zelfden personen en colleges, die ik onder 1 ook reeds heb ge noemd. Maar nu komt er in dit geval iets bij Het kan aan de Commissie van Advies of aan één van haar leden of aan het Secreta riaat van de Commissie of aan mij persoonlijk blijken, dat hier of daar iets hapert of althans minder goed loopt. Blijkt dit aan één der ge noemde en dus niet aan mijzelf dan wendt zoo iemand zich weder tot mij. En opdat of ik persoonlijk of een onderdeel van de Com missie vfo Advies of de geheele Commissie van Advies een advies zal kunnen geven aan de onder 1. genoemde personen of colleges moet dan de mogelijkheid bestaan, dat, zoo dit wenschelijk is, bepaalde personen door mij worden geroepen om mij mondeling de noo- dige inlichtingen te geven dan wei om van mij mondelinge raadgevingen of terechtwij zingen in ontvangst te nemen. 3. De Commissie van Advies moet contact hebben met het land en met de verschillende provinciën. Zal inderdaad een vruchtdragend contact mogelijk zijn dan moet dus de Com missie van Advies weten wat er in het land of wat er in de provinciën omgaat. Aan de Commissie van Advies zullen dus moeten wor den toegezonden de agenda s van de vergade ringen van de Colleges, die ik onder 1. heb genoemd, te weten de Boerenraad van den Landstand en de Boerenraden van de pro vincies. Maar ook moeten aan de Commissie van Advies toegezonden worden de stukken, die van deze Colleges uitgaan en de stukken, die uitgaan van de Hoofdafdeelingen van den Landstand voor zoo ver die stukken van al gemeen karakter ziir 4. De Commissie van Advies heeft ais vierde deel van haar taak te beschouwen: landbouw vraagstukken betrekking hebbende op een on derdeel van den landbouw en ook de land bouwpolitiek wetenschappelijk op te bouwen. Van de Commissie van Advies wordt echter niet verlangd dat zij daarover breedvoerige beschouwingen gaat houden en dus als een soort praatcollege Tëerkt. Bedoeling is om in dezen tot daden te komen en zich daarbij te richten, zelfs geheel te richten, op het Ne- derlandsche landbouwbelang als onderdeel van een Europeesch geheel. Zie daar mijne hoorders de vier deelen van Uw taak nader omschreven. HET TERREIN VAN DE COMMISSIE. De vraag is nu op welke onderdeelen van den landbouw, het landbouwbedrijf of de land bouwpolitiek de Commissie van Advies trach ten zal goede adviezen te geven. Deze onder deelen zijn: het gebruik van den Bodem, Landbouwge wassen, Tuinbouwgewassen, Veehouderij en Veeteelt, Zuivelaangelegenheden, Bosch-bouw, Visscherij, Landbouw-Economie, Landbouw werktuigen, Cultuurtechnische aangelegenhe- den, Veterinaire aangelegenheden, Landbouw- 9

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1942 | | pagina 9