PASCHEN! EN DE OMROEP SPREEKT PROGRAMMA voor de weelcvan Het gansch Heelal is één Herrijzenis Die eeuwig, eeuwig verder gaat. (Tiedge: Urania) Bijna durf ik het niet neer te schrijven: iederen ochtend weer aan gaat de zon op. Het lijkt zin loos iets vast te leggen, dat vast staat. Maar heeft hét inderdaad geen zin eens te be denken, dat de telkens weer jonge stralen van dezelfde zon hun prïllen schijn hebben gewor pen over den ochtend van onzen eersten levens dag en over dien van onze ouders en groot ouders, dat zij duizend en nog eens duizend ma len reeds het ontluiken van de bloesems en het ontspringen van de halmen, de overgang der aarde van zwart naar groen hebben gezien? Als op alle dagen en tóch anders gaat de zon op Paschen op. Heeft zij niet ook geschenen op het witte kleed van Hem, toen de steen van het graf was afgewenteld......? Zou de zon zich dit herinneren? Gaat er inderdaad wijding uit van haar eerste stralen in den vroegen Paasch- morgen? Drie -gels van Tiedge laten mij niet los nu: En door zijn diepste innerlijk komt zweven Eén wondervreemde toon, als riep hem in zijn hart Een echo duizendvoudig tot het leven Wat ik U zou willen toewenschen is, dat deze wondervreemde toon ook door TJ vernomen mo ge worden, wanneer in de vroege uren van den Dag der Herrijzenis de zon boven den einder stijgt. Hetzij gij dan staat voor Uw hoeve én schouwt over de akkers en weiden, of voor het venster van Uw kamer en wegblikt over de da ken van de stad, moge ook Uw innerlijk niet onberoerd blijven, moge ook U de écho van Pa schen tot nieuw leven wekken! Het kou gew'-kelijk zijn den ban waarin Paaschmorgen ons gevangen houdt te verbreken. Het leven van onzen tijd beschikt over veel meer middelen dan ons lief is om een ijle sfeer te scheuren. Ik weet het wél, één van die mid delen kan het radio-toestel zijn, en het is dan ook met eenige schroom, dat ik dit nu ter sprake breng. Maar ik weet tevens, dat het óók op Paschen een gelijk-gestemde vriend kan zijn. Mogen Uw gedachten in den ochtend van Taaschzondag ook tot groote hoogten stijgen of naar wijde verten uitgaan, zij zullen niet alleen zijn, wanneer gij het gezelschap van den Omroep wilt aanvaarden HET LEVEN STAAT OP" Rijmspel van Dirk van de Bospoort 5 April, 8.30—9.00 Hilversum 1. „Hoor ik de klokker in den morgen ziri&en Van den daad, die tot mijn grijsheid komt? Zwijg, doode klokken in een dooden toren Mijn hart verlangt een jub'lend levenslied zoo peinst de oude Hovernier bij het luiden der Paaschklokken. „Hoe hebt gij, hovenier, nog niet verstaan, Dat het leven opstaat, tot een her-beginnen In eeuw'gen kringgang al van nieuw weeraan En toch en toch wilt gij-het Leven winnen?" zoo antwoord hem de Jongere, maar de Hove nier meent, dat het leven rijst Met landmans zorg ten gronde uit, Om anders niet dan dat de Dood het eischt Aan 't einde als zijn rotte buit". Samen luisteren zij dan naar het lied van de leeuwerik. De Oude evenwel, bitter geworden door het leven in een enge ruimte, geeft zich niet. Dan gaat de jeugd voorbij, het levenslied weerklinkt alom. De lentebruid verschijnt en roept herinneringen bij den Ouden Hovenier wakker aan den tijd, toen zijn Vader hem ver télde van Siegfried en Parsifal. Maar ruw, als men een „kruisigt hem!" onderbreekt de menig te zijn zoet gepeins: „De wereld, zeg ik, is den Dood gewijd De Droomprins sterft en de Man der Smarten En Siegfried ook en Parsifal viel in den strijd Toch weet aan het einde de Jongere den Oude te overtuigen dat hij zaait voor den God van het Leven, dat door zijn arbeid zich vernieuwt. Hij gaat inzien hoe de eenvoudige daad van den mensch, die leven wil, gezegend wordt tot vruchtbaarheid. Dan besluit de jeugd dit spel met een blijden zang: „De Heer is waarlijk opgestaan De Heer: het leven niet de Dood O God, heb dank, wij mogen gaan In vréugdig weten: Gij zijt groot En roept ons tot de daad van t Leven Tgt schoonen drift en feestlijk strijden Den Dood overwinnen leven geven: Wij staan bereid: de levensblijden!" MONOLOGEN GOETHE'S FAUST 5 April 16.0016.20 Hilversum I. In den namiddag van eersten Paaschdag draagt Jacques de Haas twee fragmenten voor uit Goe the's „Faust": „Paaschklokken" „Wat zoekt gij, vorstelijk en rein Dit lied sprak mij weleer van 't jeugdig vroolijk Dit lied sprak mij weleer van 't jeugdig vroolijk woelen. Van het Lentefeest der jongling- schap en „Paaschwandeling": „Uit de donk're poort Dringt een kleurige menigte voort. Ieder koestert zich weer een keer, Zij vieren de opstanding van den Heer." RAKKER IS WAKKER. 6 April 11.0011.30 Hilversum I. Als de zon op den tweeden Paaschdag al hooger aan den hemel staat, dan speelt de Omroep een spel van luchtige voorjaarsklanken van D. van Bospoort. Lëntekind roept het blijde uit: „Rakker is wakker! De vogeltjes fluiten het bóud, De leeuwrik boven den akker, De meezen en vinken in 't hout". Dit spel verbeeldt de ontvangst van het voor jaar, achtereenvolgens in het rijk der bloemen, in dat der dieren en in dat der menschen van het land en van de stad, terwijl het geheel uit loopt in het Bruidskoor als verklanking van de hoogste levensvernieuwing. NEDERLAND VIERT PASCHEN. 6 April 19.1020.15 Hilversum I. Dienzelfden avond hoort heel luisterend Neder land hoe ons volk zijn Paschen, zijn feest van een nieuwe Lente, de hoogtijd van de wederop standing, vierde. Als de eerste voorboden van de eeuwenoude Paaschfeesten beluistert de mi crofoon de Palmpaaschviering in Akkrum. En dan gaat het in steeds sneller vaart, wijl het Nederlandsche volk op zeer verschillende manie ren uiting pleegt te geven aan zijn lentevreugd, door al onze elf provinciën. U hoort de werke lijk nog levende oeroude gebruiken, waarvan het meerendeél Uwer het bestaan reeds lang vergeten heeft, als een waardige apotheose van deze omroep-Paaschdag. Het zou een al te heftige aanslag op de plaats ruimte beteekenen, wanneer ik ook op de andere gesproken Paasch-uitzending, dieper zou willen ingaan. Eén wil ik er snel nog even noemen, n.l. het praatje van G. de Josselin de Jong over „Paaschei en Paaschhaas" op tweeden Paasch dag van 14.45—15.00 over den zender Hilversum l. Wat de overige betreft, zij verdienen evenzeer Uw aandacht, en zij mogen U er van overtuigen, dat het inderdaad goed is om ook op Paschen het gezelschap van den Omroep te zoeken. 5 April tot en met 1 2 April '41 ZONDAG 5 APRIL (le Paaschdag) wordt In gezet met een dichterlijk; spej van Dirk van de Bospoort, getiteld: „Het leven staat op." Het wordt uitgezonden van 8.309.00 upr op Hilversum I. Zie hiervoor afzonderlijk bericht. In de serie „De zin van het boer zijn" hoort - U van 9.45—10.00 uur over Hilversum II efen en ander over 't onderwerp: „Wat eeu wig leeft", tekst van Dirk van de Bospoort, die uiteraard de Paaschgedachte niet on besproken zal laten. MAANDAG 6 APRIL (2e Paaschdag) kunt U van 19.1020.15 uur. over Hilversum I een uitzending beluisteren, getiteld: Nederland viert Paschen. Dit programma is samenge steld uit reportages van bizondere Paasch- gebruiken, die in verschillende deelen van ons land nog in stand gehouden zijn. DINSDAG 7 APRIL: hoort U van 13.00—13.15 uur op Hilversum I in de serie: Boerenland in boek en k ant een bespreking van het boek van Minus van Looi „Aloud Boeren bloed." Dit verhaal speelt op het platteland van Belgisch Limburg in den tijd van de opkomst van de nieuwe landbouwmethoden. Een van de hoofdpersonen Christen Rora, afkomstig uit een stroopersbuurt, die in een verbeteringshuis deze methoden leerde ken nen, verricht baanbrekend werk, doordat hij de schrale Baalsche Heide op deze ma nier in goed land weet om te zetten. Dwars door het verhaal heen loopt de liefdesge schiedenis tusschen Christen Rora en de dochter van een ouden boer, die zich krampachtig vasthoudt aan de ouderwet, sche manier van boeren. Tekst van deze bespreking is van J. Tolner. WOENSDAG 8 APRIL: brengt verslaggever D. Hiddinga 'n bezoek „Bij een Limburgsche Boer'". Hij vertelt* U een en ander over het boerenbedrijf in ZuidLimburg. De uit zending vindt plaats van 13.0013.15 uur over Hilversum'I. In de serie: „Uit Neer- lands Gouwen" hoort U van 14.1514.30 uur op Hilversum II een en ander over de legende: „De stompe toren van Stompeto. ren." DONDERDAG 9 APRIL: hoort U van 13.00— 13.15 uur op Hilversum I een verslag van de winterbijeenkomst der Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde, die onlangs te Bussum werd gehouden. Het woord werd o.a. gevoerd door den Inspecteur voor den Tuinbouw Ir. van de Plassche; en den heer C. Sikkes, die sprak over: „Mijn erva ring met den teelt van voedingsgewassen, speciaal mais." Verslaggever is de heer A. J. Herwig. VRIJDAG 10 APRIL: brengt de serie: Streek- cultuur van 10.4011.00 uur over Hilversum I een programma, dat de luisteraars voert naar de marktstad Purmerend, het belang, rijkè middelpunt voor het Noordhoiiandsche poldergebied, waarover C. Meyer een aller aardigste klankbeeldenreeks samenstelde onder den titel: „We gaan naar de markt", waarbij koeien, kalveren, geiten en varkens optreden als- figuranten. In het kader van den Productieslag 1942 spreekt van 13.00— 13.15 uur op Hilversum I Ir. A. Vedder, rijks- landbouwconsulent voor Drenthe pver: „Het zaad gaat in den akker." Nu de lange win ter voorbij is en de vorst uit den grond, is de tijd van zaaien weer aangebroken. De manier echter waarop men z'n zaad aan den bodem toevertrouwd loopt van boerderij tot boerderij uiteen, zoodat er op verschillende plaatsen nog wel verbeteringen in de me thoden zijn aan te brengen. Daarom zouden wij iedereen willen aanraden te luisteren naar de deskundige toelichting van Ir. Ved der. ZATERDAG 11 APRIL: wordt van 13.00—13.15 uur op Hilversum I een aanvang gemaakt met een serie getiteld: „De Landstand aan het werk." Nu de Landstand in de verschil lende provincies officieel geinstalleerd is, is het zeker gewenscht, dat door terzake kun- digen toelichting gegeven wordt op het werk van dezen Landstand. Iedere boer en land arbeider is lid van deze organisatie en heeft dus ook het recht te weten, wat de Land stand doet en wat zij nog van plan is te doen. Van 14.4515.00 uur spreekt A. J. Herwig op Hilversum II over „Den verbouw van boo- nen in de kleine tuin". Dirk van den Hul spreekt op Hilversum I van 19.1519.30 uur in zijn bekende serie: „Als ik het voor het zeggen had", ditmaal over: Gaat de liefde door de maag?

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1942 | | pagina 10