De warmbloed-paardenfokkers vergaderden
Algemeene vergadering van „de Bond voor de
Nederlar.dsche Warmbloedfokkerij" op Woens
dag 1 April in 't Hotel Terminus te Utrecht.
De vergadering staat onder voorzitterschap
van den heer R. A. Maarsingh te Stadskanaal,
die met een welkomstwoord, in 't bijzonder
aan de heeren Ir. Leignes Bakhoven, le Heux,
voorzitter van het remontewezen, en de pers
de vergadering opent. Spr. wijst erop dat alles
wat er gebeurt op 't gebied Van paardenfok
kerij en sport is tè splitsen in 2 groote groe
pen, nl. het warmbloedwezen en het koud-
bloedwezen. Beide gro'epen hebben hun be
staansrecht en behooren elkaar te respectee
ren. Voorts wijst hij op de groote economische
beteekenis der paardenfokkerij, op den groo-
ten bloei, die déze thans beleeft en op de taak
van den Bond en der stamboeken paraat te
zijn wanneer er weer een periode van inzin
king zal volgen. Spr. twijfelt er niet aan of
deze zullen in staat blijken te zijn om ook in
moeilijke tijden de paardenfokkerij de haar
toekomende plaats te doen behouden.
De secretaris, de heer Slob leest de notulen
der vorige vergadering, welke ongewijzigd
worden goedgekeurd en geeft een werkverslag
over 1941, waaruit we het volgende aanstip
pen.
Meer dan voorheen wordt de Bond erkend als
het officieele lichaam op 't gebied van het
warmbloedgebeuren in ons land, at is volgens
spr. de positie van den Bond nog niet geheel
bevredigend.
De doelstelling van den Bond om te geraken
tot coördinatie van alle bonden en vereeni-
gingen op hippisch gebied is in het afgeloo-
pen jaar voor een groot deel bereikt. De hee
ren Dr. Gerhardt en Dr. Van Schaik brachten
deze gedachte van officieele zijde naar voren
en vonden in den Bond vanzelfsprekend een
krachtig medewerker. Het resultaat van ver
schillende besprekingen was dat erkend werd
dat alles wat het paard betreft onder het de
partement van Landbouw en Visscherij thuis-
behoort en dat door den nieuwen Dir. Gene
raal van den Landbouw een Commissie is in
gesteld onder leiding van den Insp. voor het
Veeteeltwezen, die verdere plannen voor co
ördinatie moet uitwerken. Voor den Bond is 't
verheugend dat zijn voorzitter en secretaris
zitting hebben in deze Commissie.
De Bond verleent In meerdere of mindere
mate medewerking aan of voerde besprekin
gen over de volgende belangrijke punten: de
Paardenvordering, de verplichte haverievering,
het W.P.C. instituut en het verstrekken van
hoefstafijzer, hoefnagels en winterbeslag.
Met Prof. Boudet van de veterinaire faculteit
der Utrechtsche universiteit werden bespre
kingen gevoerd over onderzoek naar en be
strijding van z.g. strongylosis, d.z. de parasie
ten, die in den volksmond vaak bloedwormen
genoemd worden, en die in de paardenfokkerij
al heel wat onheil hebben gesticht. Wat de
bestrijding betreft zal hierover nadere be
kendheid worden gegeven en wordt de mede
werking van alle fokkers ingeroepen.
De prijsvraag, door den Bond uitgeschreven,
en behandelende het onderwerp: „Handboek
voor den Paardenfokker"xis nog in behande
ling. Er kwam tot nu toe één manuscript fin
nen. Hopenlijk volgen er meer.
Het contact tusschen de Landelijke Ruiter
sport en de paardenfokkerij nam steeds vas
tere vormen aan. In het Noorden des lands is
er een contactcommissie gevormd voor de drie
Noordelijke stamboekvereenigingen en de drie
gewestelijke bonden der Federatie van lande
lijke rijvereenigingen, terwijl in het bestuur
van de Federatie als adviseerer.de leden wer
den opgenomen de Inspecteurs der warm-
bloedstamboeken.
Er is en wordt nog gewerkt aan de uitbreiding
van het verrichtingswezen, één der peilers van
een goedgeleide paardenfokkerij.
Er wordt naar gestreefd om te komen tot een
verplichte merriekeuring voor alle in ons land
aanwezige merriën. Eensdeels om uit te ma
ken door welke hengsten ze gedekt mogen
worden, anderdeels om paraat te zijn in de
toekomst en bij noodzakelijke inkrimping van
den paardenstapel kruislingen en ook andere
niet aan behoorlijke eischen voldoende mer
riën voor de fokkerij uit te schakelen. Het
streven om te komen tot één paardenblad in
Nederland is met succes bekroond. Met het
weekblad „het Paard" is een regeling tot
stand gekomen waardoor de leden van stam
boekvereenigingen zich voor gereduceerden
prijs collectief kunnen abonneeren. De drie
Noordelijke stamboekvereenigingen besloten
hiertoe met ingang van 1 Januari. De VL.N.
vólgde begin Maart.
Verder werden vele vraagstukken op het ge
bied van de wettelijke regeling der paarden
fokkerij behandeld en bleek hierbij de groote
waarde van het contact dat men door middel
van den Bond onderhoudt. Spr. eindigt met de
hoop uit te spreken dat dit contact eens zal
voeren tot een volkomen eenheid vjm gedach
ten op 't gebied "van het Nederlandsche
warmbloedpaard. De rekening van den pen
ningmeester, die sluit met een batig saldo van
f 1207,48'/2, werd gecontroleerd door de finan-
tieele commissie, die bij mor.de van den heer
de Jong de Leeuw mededeeling doet dat alles
in de beste orde is bevonden en daarom dé
charge voorstelt. Alzoo besloten. De voorzitter
brengt de finantieele commissie een woord
van dank voor haar werk. De nieuwe com
missie zal als volgt worden gevormd. Eén lid
wordt aangewezen door de V.L.N., de andere
door de Ned. harddraverij- en rer.vereeniging.
Op voorstel van het bestuur ondergaat de be
grooting '42 eenige wijziging. De post voor
„aanmaak cliché's en brochures over Gron. én
Geld. type", waarvoor f 50 was uitgetrokken,
is overbodig daar de V.L.N. dit reeds doet uit
voeren. Het wordt gebrapht naar den post
„uitloven van bondspenrt ingen aanmaken en
graveeren) en eereprijzen". Zoo ook de post
„te reserveeren voor tentoonstellingsfonds",
begroot op f 150, dat als minder urgent wordt
beschouwd. Voor uitloving van bor.dspennin-
gen en eereprijzen, waarvoor f 200 op de be
grooting stond komt dus f 400 beschikbaar. De
voorzitter wijst op het groote nut van eere
prijzen, bijv. voor de fokkers van beste
hengstea, voor kampioenhengsten en -mer
riën, enz. In het Noorden des lands heeft de
Noordelijke Vereer.iging „het Warmbloed-
paard" reeds eenige jaren eereprijzen beschik
baar gesteld voor de fokkers van de beste
driejarige hengsten en spr. weet dat dit op
buitengewoon hoogen prijs wordt gesteld. Het
bestuur wordt gemachtigd desnoods tot f 500
voor dit doel te besteden.
Evenals het vorig jaar staat er de prijsvraag
„Handboek voor de paardenfokker" f 200 op
de begrooting. De onkosten hierop zullen plm.
f 100 bedragen, zoodat er voor den schrijver
f 300 ter beschikking staat. Dr. Brands acht
dit bedrag veel te gering, mede daar de
schrijver alle rechten verliest, welke bij de be
kroning op den Bond overgaan. Dit wordt al
gemeen zoo gevoeld. Het bestuur merkt echter
op dat er moeilijk meer geld beschikbaar ,is
te stellen.
De begrooting sluit al met een nadeelig saldo
van f 1225. Mocht de uitgave een finantieel
succes worden, hetgeen vrijwel nooit het ge
val is met boeken op hippisch gebied, dan
kan altijd de billijkheid tegenover den schrij
ver betracht worden.
Daar de Federatie van Landelijke rijvereeni.
gingen een moeilijken tijd doormaakt wordt
besloten haar evenals het vorig jaar de con
tributie in den vorm van een bijdrage terug
te betalen.
Voor een stand op de Jaarbeurs is f 1000 uitge
trokken. De secretaris merkt op dat dit nog
niet voldoende is. We moeten minstens op
f 1500 rekenen. Er moet veel en best mate
riaal worden verzameld, zoodat we uitstekend
voor den dag zullen komen. Dit kan dan ook
voor latere gelegenheden in Binnenen Bui
tenland gebruikt worden. Het grootste deel
kon dan ook beschouwd worden als een uitga"
ve voor één keer en zal de toekomstige be
grootingen ontlasten.
Op een vraag of het lidmaatschap van de Ned.
Landibouw Handelskamer noodzakelijk is
antwoordt het Bestuur dat dit zeer zeker
wenschelijk is. Deze kamer verschaft alle mo
gelijk cijfermateriaal op paardengebied, ook
import en exportcijfers, zoodat men volledig
op de hoogte blijft van het paardenbestand.
Bovendien vormt de Kamer het contact met
het Buitenland. Zoo kon de Bond indertijd
door bemiddeling van de Kamer deelnemen
aan de tentoonstellingen te Milaan en te
Weenen. Ofschoon dit op heel bescheiden
schaal geschiedde kreeg de Bond toch naar
aanleiding van het getoonde brieven om na
dere inlichtingen uit het Buitenland. Het nut
dezer tentoonstellingen voor den Bond is dus
bewezen. Ons warmbloedpaard moet wergld-
reputatie krijgen.
Bij het punt „wat verder ter tafel komt"
brengt de heer W. Alingh van Gasseltemij-
veen de paardenvordering door de Voedsel-
commissarissen ter sprake. In Drenthe geeft
dit volgens spr. aanleiding tot onbillijkheden.
De grootste onbillijkheid is gelegen in het
feit dat de maximumprijzen gelden voor
ruins zoowel als voor merriën, ook voor fok-
materiaal van beste klasse. Ook Over de werk
wijze der taxatiecommissie in Assen had spr.
grieven. Een commissie van beroep, waar de
eigenaren der getaxeerde paarden in beroep
konden gaan, was nog niet gevormd.
Uitvoerig wordt dit punt besproken. Het Be
stuur van den Bond zegt toe te zullen trachten
in dezen een zoo billijk mogelijke regeling te
krijgen en verzoekt in dezen Ir. Leignes Bak
hoven, die op de vergadering als adviseerend
Bestuurslid aanwezig is, of deze over dit punt
een bespreking wil toestaan.
Dr-. van Rooyen deelt mede dat de Vereeni-
ging van concourspaardeneigenaren in
Utrecht toe wil treden als lid van den Bond.
De heer J- B. Kamphuis Groningen deelt me
de dat het Centraal Comité voor Concours-
hippique in Nederland de medewerking van
den Bond inroept om te kómen tot een goede
regeling voor concoursnummers voor stam-
boekmerriën. Dit geeft steeds aanleiding tot
moeilijkheden. Veelai zijn het enkele bekende
concourspaarden, die tevens als stamboek
merrie zijn ingeschreven, die -n deze num
mers zegevieren en den lust der andere eige-
naren om deel te nemen aanmerkelijk doet
bekoelen. De voorzitter zegt gaarne de mede
werking van den Bond toe. Spr. voelt ook het
concourswezen als een onderdeej der warm
bloedfokkerij, die toch verreweg de meeste
concourspaarden voortbrengt.
De heer van der Haar van Zeist vraagt een
regeiing om in- opleiding zijnde concours
paarden, die n°g niet geregistreerd kunnen
w»rden, te vrijwaren voor vordering door de
voedseleommissarissen. Het wordt anders on
mogelijk jonge concourspaarden af te richten.
De heer Alingh deelt mede dat de Bond van
hengstenhouders in Drenthe in het onzekere
verkeert wat betreft het doen dekken van
gekruiste merrieën. Ir. Leignes'Bakhoven ant
woordt dat de merriën met Belgisch type door
Belg. hengsten gedekt moeten worden, de
merriën die meer het warmbloedtype bena
deren door warmbloedhengsten. Ook bij dit
punt wordt weer de urgentie van een ver
plichte merriekeuring en registatie besproken.
Des te eerder dit geschiedt des te beter.
De Bond zal de plannen hiervoor uitwerken.
De heer C. Blanken van Bilthoven vraagt of
het noodzakelijk is®dat de hengsten vaker dan
één keer op cornage onderzocht worden. Spr.
wijst op het Duitsche voorbeeld, waar de
hengsten alleen op driejarigen leeftijd onder
zocht worden. De heer R. A. Maarsingh acht
het betér, gezien ook de ervaringen in Gronin
gen, het' comageonderzoek te handhaven
zooals het is, dus tot en met 6 jarigen leeftijd.
Spr. noemt het voorbeeld van een hengst die
op 4'/2 jarigen leeftijd cornard werd en waar
van bekend is dat ook 2 volle broers op dien
leeftijd cornard werden. Dr.~ Brands deelt me
de dat niet de cornage als zoodanig erfelijk
is, maar wel de factoren die er aanleiding
toegeven. Die factoren zijn natuurlijk al bij
het veulen aanwezig, maar de cornage komt
eerst op lateren leeftijd tot uiting ,lang niet
altijd op driejarige leeftijd, veelal op 4 a 5
jarigen leeftijd. De heer Blanken zou gaarne
een onderzoek willen instellen bij alle kinde
ren van een vijfjarigen hengst die dit jaar in
Groningen op cornage werd afgekeurd, en
dan op 4 a 5 jarige leeftijd. De voorzitter
wijst op de moeilijkheden en kosten die hier
mede gepaard gaan en op het feit dat een
onderzoek bij kinderen van één hengst nog
geen re^ht geeft om vaste conclusies te trek
ken. Toch is dit voorstel een nadere overwe
ging waard. De heer Alingh haalt nog 2
voorbeelden van cornardhengsten van vroege
re jaren in Drenthe aan. Van den eenen
hengst is hem maar één geval bekend van een
comardkind, van den anderen hengst werden
er bij een paardenlevering 9 van de 11 kin
deren op cornage afgekeurd.
Dan niets meer aan de orde zijnde dankt de
voorzitter voor de opkomst, spreekt den wensch
uit dat de besprekingen vruchtdragend mo
gen zijn voor onze mooie warmbloedfokkerij,
en sluit de vergadering.