Stoofschotels zijn gezonder
dan stamppotten
Landjeugdnaardeboerenschool
Landbouwonderwijs
DE schoonmaaktijd begint weer. Het poet
sen en boenen neemt in vele huishoudens
zooveel tijd in beslag, dat er aan het koken
niet veel aandacht besteed kan worden. Wat
is er eenvoudiger dan nu een stamppot klaar
te maken? Het geeft bovendien weinig af-
wasch en bespaart brandstof.
(Jit talrijke onderzoekingen is echter geble
ken, dat een stamppot maar weinig vitamine
C bevat. Dit vitamine is nl. niet bestand te.
gen de aanraking met de lucht. Door het
langdurig fijnstampen van de groente en
aardappelen wordt er veel lucht in den stamp
pot gebracht en gaat dus het vitamine C
verloren.
Moeten de stamppotten dus afgeschaftwor
den? Daar zullen weinig huisvrouwen voor
voelen, want zij kunnen wat smakelijk zijn en
de voordeelen die zij hebben zijn veel te groot.
In tijden dat men met vruchten en goedkoope
seizoengroenten het vitamine C kan aan
vullen is er minder bezwaar tegen het gebruik
van een stamppot dan op het oogenblik, al
is het altijd jammer, dat er voedingsstoffen
verloren gaan. Maar nu is het noodzakelijk
het vitamine C uit de groenten en aardappe
len tijdens de bereiding zooveel mogelijk te
behouden. De voordeelen van de stamppotten
zijn echter te groot om ze geheel en al af te
schaffen. Een goede oplossing is er gelukkig
gevonden. Dat is de bereiding van aardappe
len en groenten als stoofschotel. D.w.z. dat
men de groente en de in blokjes gesneden
aardappelen (eventueel met vleesch) in één
pan gaar maakt en daarna alles losjes door
elkaar mengt. Het vocht wordt door het roe
ren licht gebonden, is er te veel vocht, dan
kan men dat afgieten en binden en als saus
bij de stoofschotel geven. Het uiterlijk van
de stoofschotel is anders dan van den stamp
pot, maar de smaak is bijna gelijk. Dat zult
U wel bemerken wanneer U eens een stoof
schotel hebt klaargemaakt. In Frankrijk, waar
men toch zeker wel weet wat lekker is, wordt
algemeen de voorkeur gegeven aan stoofscho
tels boven stamppotten.
Twee recepten voor de drukke schoonmaak-
dagen volgen thans:
RECEPTEN VOOR 4 PERSONEN.
Stoofschotel van capucijners, koolraap
en andijvie.
200 g capucijners, 1 kg koolraap, 1 kropje
andijvie, 1& a 2 kg aardappelen, boter of
margarine, zout.
De capucijners wasschen, weeken en bijna
gaar koken in het weekwater. De aardappelen
schoon boenen en in stukken snijden; de
koolraap schillen en in reepjes of blokjes
snijden, de andijvie wasschen en fijn snijden.
Aardappelen, groenten, boter of margarine
en wat zout aan de capucijners toevoegen.
De pan goed sluiten en alles gaar koken
(kooktijd 30 min.) De bestanddeelen losjes
door elkaar mengen. Het vocht in eèn saus
kom gieten en het gerecht in eén. vuurvasten
schotel overdoen. De andijvie kan desge-
wenscht in fijngesneden toestand vlak voor
het opdoen rauw door de stoofschotel gemengd
worden, hetgeen met het oog op het behoud
van vit. C de voorkeur verdient boven het
meekoken. Inplaats van andijvie kan sla ge
bruikt worden.
Stoofschotel van aardappelen,
uien en kaas.
200 g 20 plus kaas, 1 kg uien, IV2 a 2 kig
aardappelen, boter of margarine, zout.
De aardappelen schoon boenen en in vieren
snijden. De Wen schillen en in vieren snij
den. In een stoof pan een bodempje water aan
de kook brengen en. daarin de aardappelen
en uien met wat zout gaar koken. De pan
goed sluiten. Kooktijd "30 min. De kaas in
blokje^ snijden en met de boter of margarine
even voor het opdoen aan de aardappelen en
uien toevoegen. De stoofschotel even door en
door warm laten worden. Alle bestanddeelen
losjes door elkaar mengen. Het vocht in een
sauskom gieten. Het gerecht in een vuurvas
ten schotel opdoen.
Stoofschotel van kool met aardappelen
en gerookte vfsch.
350 g gerookte gestoomde visch, bv. wijting,
1 kg witte kool, 1 Vi a 2 kg. aardappelen,
margarine of vet, zout.
De aardappelen schoon boenen en in vieren
snijden. De kool schaven. Aardappelen en
groenten in een bodempje kokend water en
zout snel aan de kook brengen en gaar ko
ken in een goed gesloten pan. Kooktijd 30
min. De boter of het vet toevoegen. Alle be
standdeelen losjes door elkaar roeren. Het
overtollige vocht in een sauskom gieten. Het
gerecht in een vuurvasten schotel overdoen
en er de visch bij geven. De visch kan (na
van het velletje ontdaan te zijn) opgewarmd
worden op de deksel van de stoofschotel of
op de stoom van kokend water; even opge
bakken in een vetgemaakte koekepan wordt
ze bijzonder smakelijk.
't Is zeven uur in den morgen. De bel rinkelt
opstaan en met 5 minuten aantreden voor de
gymnastiek. Nadat de dienstleider zijn beve
len heeft gegeven en den leergang present
gemeld bij den gymnastiekleeraar, gaar. armen
omhoog, worden beenen gestrekt. Prachtig
werk. Na het ontbijt vlaghijschen. In keurige
marschorde marcheeren wij naar de plaats,
waar 'n tweetal kameraden bezig is onae ge
liefde driekleur te ontplooien Weldra wap
pert zij vroolijk boven den Frieschen grond.
Schoon klaart de dag! Hoog waait de vlag.,
klinkt het, tot in verren omtrek, weerkaatst
door het statige bosch, dat zich aan de over
zijde van den straatweg uitstrekt.
Met volle teugen ademen we den morgen
wind, die hier door de zee nog een bijzondere
frischheid bezit, in. Vervolgens lessen in Ras
senkunde en geschiedenis. Hierdoor verkrij
gen we een geheel anderen kijk op het ver
leden. De bedoeling van dit onderricht is
duidelijk. Het doet ons weer bewust worden
van onze Germpansche afstamming, en tege
lijkertijd van onzen eigen boerenaard. Ook
het zingen van goede liederen draagt hiertoe
bij, Zeeuw en Fries, Groninger en Drenth in
volledige eensgezindheid, laten ze hier hun
geluid hooren. Lichamelijk en geestelijk wordt
onder deskundige leiding de boerenjeugd op
gevoed tot de goede Staatsburgers, tot men-
schen, die op hun stuk staan. Werkelijk, 3
weken óp de boerenschool is een zegen. Ieder
neemt er iets van mee, dat ongetwijfeld de
gemeenschap ten goede komt. Voor het ka
der der Landjeugd achten wij dan ook het
doorkropen van 'n 3-weekschen cursus onont
beerlijk. Niet slechts voor de jongens, doch
evengoed voor de meisjes. Want ook dezen
zullen meer dan tot dusver, een taak te ver
vullen hebben in de nieuwe gemeenschap, die
in wording is. Niet slechts als toekomstige
draagsters en hoedsters van het leven, doch
ook zullen zij moeten zorgen voor een goeden
stijl, bij het inrichten van woonvertrekken
enz. Het plattelandsmeisje, dat zichzelf res
pecteert, zorgt ook voor passende kleeder
drachten. Zij wil zich uiten in dans en spel
overeenkomstig haar landelijken aard. Land
jeugd, te lang heeft de groote stad ons over
woekerd met haar asphaltcultuur Richt uw
hoofd fier omhoog, gij zijt de bron, waaruit
heel ons Nederlandsche Volk haar krachten
zal moeten putten voor haar wederopstan
ding. Dit zal echter dan slechts het geval
zijn, als gij ten volle uw roeping verstaat, in
al zijn breedte en diepte. Een leergang aan de
boerenschool kan hiertoe i.z. uw geestelijken
horizon verrijken. Daarom willen we haar
dan ook ten volle aanbevelen. Plattelands-
jteugd aan u de daad!
Naar de boerenschool. Tot heil van uzelf, tot
heil van heel ons Volk!
Rijs 26, Lentemaand. A. KOERS.
TN de wintermaanden wordt-in hoofdzaak
1 het theoretische gedeelte van het landbouw
onderwijs gegeven op de winterscholen en
cursussen, 's Zomers in de z.g. lange zomer-
vacantie wordt in practijk gebracht wat op de
schoolbanken geleerd is. Moeten we deze pe
riode ook beschouwen als landbouwonderwijs?
Ja, zeker! De boerenkinderen zien van den
eersten dag af hoe hun ouders het bedrijf
voeren. Wat er zcxi achter elkaar moet ge
beuren. Hoe ze hun grond bewerken enz. enz.
De kinderen groeien als het ware in het be
drijf, ze worden er om zoo te zeggen één mee.
Na de lagere school zijn ze naar de winter-
avondcursussen gegaan, daarna naar de
landbouwwinterschool. Toen ze naar school
gingen, deden ze practisch weinig op de boer
derij. Maar in den zomer moeten ze de schade
weer inhalen. Zooals boven even aangehaald,
is deze zomervacantie ook een leertijd, al
thans we moeten het zoo beschouwen of het
ervan maken. De practische landbouwleertijd.
Na deze groote zomervacantie volgt tegen
woordig nog een wintercursus en dan het
eindexamen.
Nu komt de vraag naar voren: zou het niet
mogelijk zijn, dat deze zomervacantie, waarin
in de practijk wordt gebracht wat 's winters
op de schoolbanken geleerd is, niet op het
eigen bedrijf maar op een .vreemd bedrijf
worden doorgebracht?
In een andere omgeving en in een eenigszins
ander bedrijf kan de toekomstige jonge boer
heel veel practische ervbaring opdoen, zoowel
wat 't boerenwerk als wel wat levenservaring
betreft. Ze leeren dan andere werkmethoden
kennen, die even doelmatig zijn als de hunne
thuis. Jn deze periode doen 'ze dan tevens
een groote hoeveelheid menschenkennis op
en leeren hun andere volksgenooten in hun
eigen omgeving en streek kennen, of> hun ei
gen boerderij en land. Ze leeren elkaar be
grijpen en elkanders .standpunt waardeeren.
Ja, ja, hoor ik al zeggen, goed, best, heel
mooi en nuttig, maar ik kan mijn zoon 's
zomers niet missen, mijn werk moet ook klaar.
Nu kom ik met een voorstel.
Uw zoon gaat naar een boer, die ook een
zoon op de landbouwwinterschool heeft. Die
beide jongens ruilen om, dan zijn de beide
jongens en de beide ouders gered. Hoe lijkt
U dat, kan het nog eenvoudiger. Op deze ma
nier wordt de jongen verplicht eens een tijdje
zijn beenen onder een andermans tafel te
steken, hij wordt daardoor zelfstandiger en
kan tevens niet meer met alle wissewasjes bij
zijn moeder komen zeuren; hij moet zichzelf
redden. Zijn algemeene kennis wordt in zoo'n
tijd enorm verrijkt evenals zijn vakbekwaam
heid. 1 «eJH
In iedere streek wordt anders gewerkt, doordat
men andere machines gebruikt. Hij maakt
kennis met andere arbeidsvoorwaarden; an
dere wijzen van afwatering en andere be
hoeften aan menschen en dier.
U vraagt me natuurlijk, hoe oud moeten die
jongens zijn. Nu ze moeten in w'erk en kennis
ongeveer gelijkwaardig zijn. Daar alle land
bouwscholen en cursussen ongeveer tegelijker
tijd hun vacantie krijgen van April tot Oc
tober, is deze tijd natuurlijk de geschiktste;
dan kunnen de leerlingen van de eerste
klasse, welke overgegaan zijn naar de twee-
de, in aanmerking kamen voor deze jeugduit
wisseling. Tevens hebben deze jongens ook
ongeveer gelijke leeftijd 15 a 17 jaar. Nog be
ter zou zijn, dat niemand tot de tweede klas
se toegelaten werd, wanneer hij niet een half
jaar bij een vreemde gewerkt heeft.
Bij zeer veel ambachtslieden gebeurt deze
uitwisseling al, waarom niet bij onze boeren
jeugd? De meest vooruitstrevenden doen het
reeds, maar het moet algemeen over het
heele land gebeuren, dan wordt het een zegen
voor onzen heelen boerenstand, dus voor ons
heele land en volk.
KAMPHUIS.