Bespuiting tegen de schurft-
ziekte bij appel en peer
Het Rijksbureau voor de Voedselvoorziening
maakt beleend;
Proefvelden met koolrapen-
rassen 1942
Verbod van nieuw inzaaien
met gras van boomgaarden
De verplichte véelevering
1942
Prijzen voorgekiemd
pootgoed
Geen motorbrandstof voor
graan maaiers
Mededeelingen betreffen
de het Arbeidsdienst-
plichtbesluit
11
Iedere goede fruitteler weet, dat de appel
en pereboomen in het voorjaar bespoten moe
ten worden met een koperpreparaat om de
aantasting door de schurftzwam te voorko
men.
Vrijwel algemeen werd daarvoor gebruikt
11/2% Bordeauxsche pap (l'/2 kg. kopervitri
ool 1 kg. kalk op 100 liter water). Nu
kopervitriool niet verkrijgbaar is, zullen zij,
die niet over deze stof beschikken,
kg. per' 100 liter water) van een koperoxy-
chloride met een hoogkopergehalte (40 a
50%) of 2% van een koperoxychloride met
een laag kopergehalte (12 a 18 dienen te
gebruiken.
Tot nu toe werden de,tijdstippen voor de be-
spuitingen uitsluitend gekozen naar de ont
wikkeling der boomen (gezwollen knoppen,
openbrekende gemengde knoppen, kort voor
den bloei). Getracht" wordt de tijdstippen
nauwkeuriger te bepalenen te regelen naar
de ontwikkeling van de schurftzwam (ver
spreiding der Asco-sporen)
Uit het aan het Laboratorium voor Mycologie
en Aardappelonderzoek te Wageningen ver
richte onderzoek is gebleken, dat de Asco-
sporen thans uitkomen en zich verspreiden;
het knopstadium is thans ook geschikt voor
de eerste bespuiting."
Den fruittelers wordt daarom aangeraden om
zoodra het weer het eenigszins toelaat, de
eerste bespuiting tegen de schurftziekte uit
te voeren.
Men raadplege daarbij Miededeeling 50 van den
Plantenziektenkundigen Dienst, tegen beta-
- hng van 20 ets, aldaar verkrijgbaar. Voor ver
dere inlichtingen wende men zich tot den
Plantenziektenkundigen Dienst te Wagenin
gen en de bij den Dienst werkzame ambtena
ren of tot de Rijkstuinbouwconsulenteir.
Voor beproeving van onderstaande koolrapen-
rassen wordt gaarne Uw medewerking ingeroe
pen:
L Wilhelmsbürger.
2. Wassenaars Friesche.
3. Born's Friesche.
4. Gele Reuzen ZW.
Zij, die een proef wenschen te nemen, worden
verzocht mij dit spoedig mede te deelen.
Tevens geve men op, of het zaad ter plaatse
zal worden gezaaid, of op een plantbed. In het
eerste-geval wordt per ras 50 gram zaad ver
strekt, in het tweede geval 20 gram per ras.
Het zaad wordt, zoolang de voorraad strekt,
gratis toegezonden. De proefnemers zijn ver
plicht t.z.t. een verslag over het proefveld uit
te brengen en tevens, indien dit door mij wordt
gevraagd, monsters voor drogestofonderzoek in
te zenden. Hiervoor zijn per ras nocjdig 10 ra
pen, die niet vergoed worden. Overigens zijn
aan het drogestofonderzoek voor de proefne
mers geen kosten_ verbonden, terwijl ze met de
resultaten op de hoogte worden gesteld.
Men neme de veldjes are tot 1 are groot.
Nadere inlichtingen over den aanleg der proef
velden worden op verzoek gaarne verstrekt en
in elk geval ontvangt men deze gelijk met het
zaad.
Ik wijs er opnieuw op, dat koolrapen in bepaal
de streken van het Zuiden des lands met suc
ces in een vroege stoppel (b.v. van winter
rogge, wintergerst) worden geplant. Het zaad
moet dan natuurlijk tijdig op een plantbed
worden uitgezaaid om direct bij den graan
oogst goede planten beschikbaar te hebben.
De Directeur van het Instituut voor
Plantenveredeling,
J. C. DORST.
De Productie-Commissaris voor den Tuinbouw
te 's-Gravenhage, maakt aan de telers van
fruit bekend, dat het verboden is den onder
grond in boomgaarden met gras nieuw in te
zaaien, alsmede dat zij verplicht zijn dezen
grond met land- en/of tuinbouwgewassen te
blijven betelen, of indien *dit laatste tot he
den om welke reden ook niet geschiedde, ter
wijl de mogelijkheid wel aanwezig is alsnog
voor de teelt van voedingsgewassen zorg te
dragen.
Ontheffing van het bovengenoemde verbod,
alsmede van de verplichting tot het telen van
land- en/of tuinbouwproducten kan, indien de
De Bedrijfsorganisatie voor Vee en Vleesch
deelt, in aansluiting op het reeds vroeger ge-,
publiceerde inzake de verplichte veelevering,
mede, dat de richtlijnen.- voor de verplichte
veelevering voor de periode 1 December 1941
1 December 1942 inmiddels aan de Provin-
viaie Voedselcommissarissen zijn verstrekt.
Bij de bepaling van den leveringsplicht wordt
uitgegaan van den veestapel, aanwezig op de
bedrijven tijdens de Decembèr-inventarisatie
1941.
De op het tijdens deze inventarisatie aan
wezige rundvee te leggen aanslag is samen
gesteld uit twee gedeelten, nJ. een aanslag op
het melk- en kalfvee, het drachtig jongvee
en ouder mestvee, dat niet reeds gecontra-
teerd is of nog op den ouden leveringsplichf
moest worden geleverd en een aanslag op het-
jongvee en mestvee beneden 1 jaar. plus het
guste jongvee boven 1 jaar
De aanslag op het oudere vee is gebaseerd op
den normalen jaarlijkschen uitstoot, welke
"ongeveer 20% van den melkveestapel be
draagt.
Bovendien is in dezen aanslag nog een
aantal kilogrammen opgenomen voor de ih
1942 te verwachten nuchtere stierkalveren,
welke ingevolge de stierkalverenteeltbeperking
moeten afvloeien.
Is men dus Dij de bepaling van dezen aan
slag uitgegaan van den gedachtengang, dat
na de reeds in het vorig jaar opgelegde be
perking óp den ouderen veestapel thans voor
deze categorie geen verdere inkrimping be
hoeft te worden voprgeschreven, bij de be
paling van den aanslag op het jongvee is het
in verband met het buitensporig groot aan
tal aangehouden kalveren eenerzijds. en de
zeer krappe voederpositie anderszijds, vol
strekt noodzakelijk gebleken, dit aantal terug
te brengen tot het voor de aanvulling van
den ouderen veestapel hoogst noodzakelijke
minimum.
Te dien einde wordt de aanslag op dit jong
vee zoo bepaald, dat het jongvee, dat op de
bedrijven aangehouden moet worden voor de
aanvulling van den ouderen veestapel, niet
In de berekening van den aanslag betrokken
wordt.
Het overschot zal evenwel aan een zoodanige
aanslag onderworpen worden, dat het bijn%
volledig zal moeten worden geleverd
Den Provincialen Voedselcommissaren is ver
der de bevoegdheid verleend, bij de bepaling
van de individueele aanslagen in min of meer
dere mate van de in de algemeene richtlijnen
aangegeven-normen af te (Rijken, indien zij
hiervoor termen aanwezig achten.
Zooals reeds medegedeeld werd, is de op 1
December 1941 ingegane peridde, gedurende
welke rundvee boven 1 jaar op de bedrijven
slechts mocht worden aangehouden op een
rundvee-toewijzing, met ingang van 1 Maart
verstreken, zoodat de veehouder thans weer
een onbeperkte hoeveelheid vrouwelijk rundvee
mag aanhouden.
De aandacht wordt er op gevestigd, dat dit
evenwel niet geldt voor diegenen, die in 1940
blijkens de door hen ingevulde registratie-
kaarten geen rundvee voorhanden of in voor
raad hadden; voor deze personen blijft het
verbod om rundvee te houd^p, onverminderd
van kracht.
Verder wordt den veehouders er nadrukkelijk
op gewezen, dat ook in 1942 weer aan iederen
veehouder een rundvee-toewijzing zal worden
telef van oordeel is, dat deze voorschriften
door cultuurtechnische omstandigheden in zijn
boomgaard niet uitvoerbaar zijn, worden aan
gevraagd bij den Rijkstuinbouwconsulent, in
wiens ambtsgebied het fruitteeltbedrijf gele
gen is.
Voor het telen van warmoezerij gewassen en
vroege aardappelen anders dan voor eigen
en/of gezinsverbruik dient een bijzondere tuin
bouwteeltvergunning voor 1942 te worden aan
gevraagd bij de afdeeling tuinbouw van de
provinciale Landbouw-Crisis-Organisatie. De
op deze_yergunning geteelde producten moeten
overeenkomstig de voorschriften van de Ne-
derlandsche Groenten- en Fruitcentrale ter
veiling worden aangevoerd en aldaar worden
verkocht.
De geteelde landbouwproducten moeten te zij
ner tijd worden ingeleverd, overeenkomstig de
aanwijzingen van de provinciale Inkoopcentra
le voor Akkerbouwproducten.
verstrekt, welke op 1 December 1942 van
kracht wordt.
Bij de vaststelling van de grootte dezer toe
wijzing zal rekening gehouden worden met
de richtlijnen waarop de verplichte levering
is gebaseerd, terwijl tevens op de toewijzing
zal worden aangegeven met hoeveel kalveren
beneden 1 jaar de beperkingsperiode mag
worden ingegaan.
Tenslotte wordt medegedeeld, dat (je veehou
ders er mee rekening dienen te houden, dat
in de as. stalperiode geen krachtvoeder aan
het rundvee zal worden verstrekt.
Het Rijksbureau voor de Voedselvoorziening
in Oorlogstijd maakt bekend, dat voor het in
loon voorkiemen van pootgoed in boven-
grondsche bewaarplaatsen aan den eigenaar
van dit pootgoed ten hoogste een bedrag van
f 2,per 1Ó0 kg. in rekening mag worden
berekend over de hoeveelheid, welke ter voor-
kieming in bewaring is gegeven.
Bij het verhandelen van voorgekiemd poot
goed door een teler of een handelaar mag de
prijs ten hoogste worden verhoogd met een
vergoeding wegens voorkiemen, welke ook
vóór 9 Mei 1940 gebruikelijk was.
Het Rijksbureau voor de Voedselvoorziening
in Oorlogstijd maakt bekend, dat er niet op
mag worden gerekend, dat aan de landbou
wers voor de kleine motoren, welke gebruikt
worden voor het aandrijven van het loopende
werk van een graanmaaier, in het komende
seizoen motorbrandstof zal kunnen worden
toegewezen.
Landbouwers, die dergelijke graanmaaiers heb
ben, wordt dus dringend aangeraden tijdig
maatregelen te nemen om deze straks te kun
nen gebruiken zonder gebruik van motorbrand
stof.
1. Aanstaand personeel in openbaren
dienst of bij het bijzonder onderwijs.
Mannelijke personen, die na 1 Januari
1943 in aanmerking wepschen te komen
voor een aanstelling in openbaren dietns
of bij net bijzonder onderwijs en den
leeftijd van 18 jaar hebben bereikt en
niet geboren zijn vóór 1 Januari 1920,
moeten hun arbeidsdienstplicht hebben
vervuld.
2. Aanstaande studenten. Mannelijke
personen, die in eenig studiejaar als stu
dent wenschen te worden ingeschreven
of eenig examen wenschen af- te leggen
bij eer. Universiteit of Hoogeschool moe
ten, indien zij den leeftijd van 18 jaar
hebben bereikt vóór 1 Juni voorafgaan
de aan dat studiejaar, hun arbeids
dienstplicht hebben vervuld. Een en an
der is niet van toepassing op hen, ge
boren vóór 1 Januari 1920 of hen, die
reeds vóór 1 Januari 1942 als student
waren ingeschreven.
Op 1 Juni a.s. beginnen de kampen en
bestaat er voor beide bovengenoemde
categorieën gelegenheid zich tot 25
April a.s in persoon of schriftelijk aan
te melden bij één der aanmeldingsbu-
reaux te: Amsterdam, Apeldoorn,
's-Gravenhage, Groningen, 's-Hertogen-
bosch en Utrecht.
Verzoeken om vrijstelling of uitstel van
personen behoorende tot één der bo
venstaande dienen zoo spoedig mogelijk
schriftelijk te worden ingediend bij den
Commandant van den Nederlandschen
Arbeidsdienst, Gevers Deynootweg 59.
Scheveningen.
Indiening dezer verzoeken ontheft met
van eenige verplichting. Vrijwilligers
kunnen zich als voorheen aanmelden
Voor nadere bijzonderheden omtrent de
aanmelding verwijzen wij naar de an
nonce in dit blad. v