Bepeinzingen achter den ploeg AH& 150.000.000.- De Biesbosch Vrije Tribune: V aak hoort men in dezen tijd spreken van 't voorjaarsoffensief. Men is dan geneigd te denken aan het oorlogstooneel Lang en breed zouden wij kannen uitweiden over dezen geweldigen krijg, maar wij boeren hebben onze gedachten nu in dezen tijd geheel te wijden aan ons éigen voorjaarsoffensief. Nieuiv land in Brabant: AFDEEMNG C Ja boeren, 't is weer begonnen, ik heb weer geploegd. Met behulp van mijn rossen heb* ik strak en recht de eene snede naast de andere gelegd, het onderste is boven gekomen. Deze grond ligt gereed om den kiem op te nemen, waaruit zal ontspruiten de eenige factor waarop onze volksvoeding herust. Een wereld van gedachten flitsen door mijn boerenkop, als ik achter den ploeg, de nooden van ons Nederlandsche volk eens overpeins. Doch genoeg hiervan! Mijn houding is bepaald en voor een schrijver van beroep zijn er in dezen be wogen tijd boeken te vullen over den boer en zijn ploeg. Eene zaait echter had ik met onze Brabantsche medeboeren te bespreken en voor een oogenblik heb ik den ploegstaart uit handen gègeven om tot U te spreken over het voorjaarsoffensief, dat is ingezet door den Landstand. Of alles wat ik hiervan wil zeggen bij een ieder in goede aarde valt, betwijfel ik. Dat is ook niet erg, doch volgt dezen raad, ploegt en over weegt. De keerende grond zal U antwoord geven op de vragen die gij stelt over de keerende tijden. Toen onze vroegere landbouworganisaties opge richt werden was dat zuiver en goed bedoeld; hieraan twijfelen# wij geen oogenblik, maar lang zaam maar zeker, begaven deze zich in het vaarwater van de liberaal kapitalistische wereld. Zij groeiden uit tot machtscentrales en toen deze organisaties oppermachtig waren, lag de boer machteloos. Wij werden door de groote We reld verguisd en vertrapt. Van ons werk werd niets gewaardeerd. Meer zullen we er niet over zeggen, maar wij zullen dezen 'tijd opteekenen als de zwartste periode in de boerengeschiedenis. Enkelen mogen een andere meening zijn toege daan, maar de meeste boeren hebben niet ge huild toen dit gebouw in elkaar kraakte. Haar taak was de belangen van den boer te ver dedigen en te beschermen. Ze heeft haar roeping gemist en* is daarom van het tooneel verdwenen. Klaagliederen zijn er gezongen op haar nage dachtenis, doch ik heb ze niet gehoord van de boeren. Het waren lieden, die gehoopt hadden op een lang leven van den boerenbond, omdat zij onder hem een gemakkelijk spel hadden met den boer en zijn arbeid. Thans wappert fier de vlag 'van den Landstand, die in het leven is geroepen ojp den boer zijn plaats onder het volk terug te geven. Toen er een duidelijke lijn kwam in de werkzaam - heden en de doelstellingen van den Landstand, trok het leger van profiteurs weer uit, kwam den boer op, schilderde ons het vreeselijkste voor. Ja boeren beken het maar gerust, gij hebt ze ,-op uw ref gehad, zoo goed als ik, van die Mijn- heeren, goed gekleed in het zwart-bruin of ook in sportcostuum. Men heeft U zoo goed als mij trachten over te halen hun kelders en zolders te vullen, omdat zij de gevolgen van dezen nood toestand zouden kunnen ontgaan. Of zij slaagden, of niet slaagden, hun laatste woord was een vloek aan den Landstand, en om er bij ons den schrik maar goed in te hotfden, beweerden zij hoog bij laag: De Landstand zal zich keeren tegen al wat Roomsch is. Ik ben geen theoloog, doch ik meen dat het kwaad van deze, zich als geloofshelden voordoende hee- ren, wraakroepende zonde is. Zij belasteren de goede namen van personen, zij trachten hun kel ders te vullen, terwijl zij zeer goed weten dat er elders moeders zijn, die het noodige niet kunnen koopen voor haar kroost- Als gij werkelijk meent dat gij de helden van ons geloof zijt, dan zeg ik: Wee U, als- gij door uwe practijken Gods schep pingswerk tracht te verstoren. Tot mijne medeboeren zeg ik: ploegt en over weegt, gij kunt niet Roomsch zijn zonder het Goddelijk gebod: Bemint uw naaste.'Ook tracht men van zekere- zijden onzen Provincialen Boeren leider verdacht te maken. Dit gebeurt door lieden, die het geloof meenen te belijden. Wij denken: met de lippen misschien wel, maar de daden blij ken niet zoo fraai. Ik heb het voorrecht den Boerenleider en zijne beginselen van nabij te ken nen. Daarom ben ik gerust, wij zijn als hij, wij willen ons Geloof als eerste goed bewaren, om het als kostbaar erfgoed op onze kinderen over te dragen. Daarom leider, vervul uw gewichtige opdracht, Brabant moet Brab'arrt blijven, vecht en strijd, de waarheid en de gerechtigheid moeten boven komen, waar en hoe diep ook die in het moeras zijn gebracht: Wij, overtuigde boeren, zullen uw werk schragen en ondersteunen. Dage lijks zullen meerderen onzer boeren tot nadenken komen en zich metterdaad inzetten. Als de „Hee- ren" op den hof verschijnen, of ons elders ont moeten, zullen wij eens kalm en rustig met hen densdraad volgen, die tot hun motieven leidt. Ik ben er zeker van, dat die 'eidt naar hunne en niet naar onze belangen. Boeren, de Landstand is zijn offensief begonnen, gij hebt-het recht op te staan. Wij gaan allen aan den slag. Gij, die van God talenten-ontvangen hebt om leiding te geven, treedt uit het gelid naar voren, doet uwe plicht, dat zijn wij tegenover onzen stand en de toekomst onzer kinderen verplicht. Wij laten ons niet meer weerhouden door dien ongemotiveerden klets praat. Mag ik nog eene bèwering van de z.g. helden van den dag" besprtken. Ze i->: Als Engeland den oorlog wint wordt de Landstand opgedoekt, want ze is op zijn minst Duitsch gezind. Van een boer kan men niet verlangen, dat hij een strateeg is, daarom kan ik van strategisch oogpunt uit gezien geen voorspellingen over den uitslag van dezen "oorlog doen. Maar mijn Gods vertrouwen heb ik ook in dezen tijd nooit ver loren. De Voorzienigheid zal voor de menschheid ook uit dit kwade het goede naar voren laten komen. Engeland en het rijke Amerika hadden in 1918 toen de D.uitsch-Oostenrijksche-Hongaaréche Kei zerrijken ineen stortten en de geheele wereld aan hun voeten lag, de gewichtige opdracht een betere wereld op te bouwen. Zij hebben het niet gedaan of gewild hun op bouw" bestond in de onderwerping der geheele wereld. Zij wilden niet naast andere gelijke vol ken leven, maar er boven. Hier is van toepassing gebleken: Wie zich verheft, zal vernederd wor den. Of anders gezegd: De hoogmoed komt ten val. - Het werk wacht mij buiten. Daarom breek ik hier mijn overpeinzingen af, in de hoop, dat. ook gij eens zult gaan nadenken over een en ander. Dan zult gij zien dat we spoedig tot klaarheid zaïllen komen. „Een Boer van den kouden grond". Hier kan straks de Brabantsche bóer iveer armslag en de landarbeider een menschwaardïg bestaan vinden III. (Slot) r—«v E grondeigenaren in den Biesbosch hebben nu al meer dan een jaar geleden een aanvraag tot ruilverkaveling bij Gedeputeerde Staten, in gediend. Dat is niet zoomaar con «.more gegaan, maar feitelijk omdat er niet veel anders op zat omdat de regeering achter de deur reeds met den befaamden stok stond te dreigen. De stok was in dit geval de mogelijkheid om dé nieuwe situatie in het gebied langs mderen weg te be reiken: het geheele gebied zou tijdelijk in één hand kunnen tvorden vereenigd, bijvoorbeeld door middel van de Vorderingswet. Voor deze toen dreigende mogelijkheid zijn de eigenaren gezwicht en zij kozen het ruilverkave- lingspand omdat zij slechts zeer noode afstand wilden doen van hun grond. Dit ondanks het feit dat hen te voren is duidelijk gemaakt dat de hoeveelheid werk, die in den polder gedaan moet worden, van zoodanigen omvang is, dat het on mogelijk is deze uit te voeren zonder stoornis in de normale exploitatie der bedrijven gedurende één of enkele seizoenen.. Over het verkavelingsplan zelf kan nog weinig worden gezegd. Slechts kan worden medegedeeld dat een voórloopige schets de grootte der kavels op tussch'en de 18 en de 30 Ha. aanwijst. De-ge heele polder zal door ,de nieuwe verkaveling, de slechting van kaden en de opvulling van killen, een groote verandering ondergaan. En dit niet alleen in cultuur-technisch, doch evenzeer in sociaal-econ'omisch opzicht! Tot dus verre heerscht in: dit gebied immers nog voor het overgroote deel het grootgrondbezit en vele gronden behooren toe aan uitwonende eigenaren. Zoo bestaan in de gemeente Werkendam, waartoe driekwart van den Biesbosch behoort, slechts 30 procent der boerderijen kleiner dan 50 H.A. De onmogelijkheid om in het gebied woonkernen te vestigen, heeft tot zeer achterlijke toestandén geleid. De arbeiders uit de randgemeenten, die de weekdagen in den Biesbosch werken en er dan in -keten huizen, hebben een allesbehalve be nijdenswaardig bestaan. Ondanks alle verbete ringen, die er in de latere jaren in de_ verblijf plaatsen zijn aangebracht, zijn en blijven het keten die de menschen onwaardig zijn. In hoe verre de schuld daarvan bij de arbeiders zelf of bij de exploitanten^ der griendgronden en riet gorzen moet worden gezocht, behoeft hier niet te worden uitgevischt. Feit is, dat de toestand spot met alle hedendaagsche begrippen omtrent eer en vreugde van den arbeid. A ONDERLWGE rvERZEKERINGS MAATSCHAPPll™ ecvcsnes rt t-wunwu« usruot I l.t. tu HtlOCT BÖCRÉ». «R. I. L HOTT1JR. U. L L «R0SBC*. f. CUR*. Adres: Groot Hertoginnelaan 1 Den Haag Persoonlijke Ongevallen door Molest (Ook voor personeel van lucht bescherming, brandweer, politie enz.) In deze -afdeeling werd tot heden reeds verzekérd een bedrag van ruim HALFJAARLIJKSCHE SCHADE-UITKEERING VRAAGT INLICHTINGEN BIJ ^r\ UW ASSURANTIE- u BEZORGER! Drastisch Ingegrepen. Ü2T EED AAR waarom dé overheid nu op drastische wijze is, gaan ingrijpen. Eerst na de watervrijma king van den Biesbosch zal immers deze welstand geheel kunnen worden geliquideerd. Dan zal, de economische toestand van de streek met sprongen vooruit kunnen gaan. De bevolking van den Bies bosch, die nu nauwelijks 8 zielen telt per 100 H.A., zal vertienvoudigd kunnen worden en dus komt hier vestigingskans voor duizenden. Dat is een der hoofdredenen geweest waarom de overheid de mlllioenen gevoteerd heeft om het werk uit le voeren. Want de kosten zijn op niet minder dan 14 millioen getaxeerd. Het is zeker niet de bedoeling deze millioenen aan deze werken te besteden zoo heeft ir. Mesu het uitgedrukt om enkele uitwonende grootgrondbezitters een genoegen te doen en aan zienlijke voordeelen te bezorgen. Deze zullen mede moeten werken om in den Biesbosch vol doende vestigingsmogelijkheid en gunstige so ciaal-economische toestanden te scheppen. Bij gebrek aan voldoende medewerking zouden zij wel eens als grondbezitters gewogen en te licht bevonden kunnen worden. Het zal uiteraard om de nieuwe mogelijkheden ten volle uit te buiten straks wel noodig blijken, dat de groote landbouwbedrijven worden verka veld. Het is volkomen duidelijk dat dit een hard gelag is voor de tegenwoordige eigenaren, van wie velen met den grond vergroeid zijn #en de polders van vader op zoon aan het water hebben ontworsteld. Het mag worden gezegd, dat dank zij de zoi£en van deze Biesbosch-pioniers in den loop der jaren minstens twee-derden van het gebied in cultuur is gebracht. Het is werkelijk geen gebrek aan respect voor dit werk wanneer thans wordt in gegrepen om de voordeelen van een rijk gebied te plukken ten bate der gemeenschap. ^Het zwaarst weegt hier de noodzaak om levensruimte te wannen voor de boeren, en meer menschwaar- digen arbeid te bieden aan de arbeiders, die nu vanuit de randdorpen naar den polder trekken, om er in vreugdelooze smerigheid hun werkweek te slijten. Voor den Brabantschen Biesbosch gloort een nieuwen dag.

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1942 | | pagina 4