Voun't (te/jiniyiöd Nederland voedt zich zelf!'' DE DAAD 14 Maïs SIMON van Cyrene was een boer. Deze eerste kruisdrager was een boer. Ruim 19 eeuwen geleden was hij aan 't werk op zijn akker bij Jeruzalem. Er was veel drukte in en om de stad Er zou een kruisiging plaats vin den. Dat gebeurde daar wel meer op die hoogte, daar op Golgotha. Zoo'n voorstel ling bracht altijd veel volk'op de beem De menigte leeft bij sensatie. De vorige week was er ook veel drukte geweest. Toen ha'd het volk „hosanna" geschreeuwd, omdat de profeet, wiens ro°rr hem was vooruitgegaan, de stad was binnen gekomen, rijdende op een ezel. Nu sch*-e<-uwde diezelfde menigte „Kruist hem!' En die niet schreeuwden, vergaapten zich aan den droevigen optocht. Toer he* volk „hosanna" schreeuwde, ploegde Simor van Cyréne en nu er „kruist hem" ge schreeuwd werd, ploegde Simon voort. De boer ploegt voort. Als de menschen, die over veel tijd beschikken, en er schijnen er meer te zijr dan men denkt, den weg gameeren om te juichen of te gieren, dan blijft de boer bij zijn bodem T>e natuur wacht niet en is getrouw De grond verwacht het zaad. De boer blijft bij der. grond. De boer houdt, wat er ook. gebeure, de voeten aan den grond. Toen de schadu" van een cypres langs den greppel viel ging Simon naar huis. Het etens uur was gekomen Hij passeerde dus de tie rende menigte. Hij kwam voorbij een man, die zwaar gebukt ging onder een kruis, dat hij moest voortsleepen. Hij hoorde, dat dit de zelfde man was die mei- met palmtakken een week te voren juichend had ingehaald. Hij dacht „ze zijn niet wijzer Bevrijden kon hij het slachtoffe niet En 't was niet zijn aard, om te blijven kijken bij een droevig schouw spel. Hij trachtte zich dus een weg te wrin gen do< dat reikhalzend kiikende en zich verdringende voir. Ahasverus, op wiens stoep ae gemartelde rus ten wil, duwt hem af. Hij valt. „Zie', daar valt hij!' roept de menigte. Hij staat weer op, probeert het nog even- Dan bezwijkt hij on der het zware hout Hij kan niet meer. „Zie, daar valt hij weer!' wordt er geroepen. Hij staat nu niet weer op. Dan gaapt de menigte naar de gerechtsdienaren, „wat die nu zullen doen Hij moet voort. Het laat de menigte koud hoe dat gaan "zal, maar ze weet. er moet waj gedaan worden „Kijken, hoe 't af loopt" is een gedachte, die een gevoel aangename spanning wekt. Andermans heet. Een menigte lachte en gierde. In span ning wachtte men het oogenblik, dat de man in de sloot zou glijden. Jongens trachtten de ze mogelijkheid te bevorderen. Daar kwam een boerenwagen. „How!" Met een armzwaai, een hoepla en een „Vooruit!" was alles voor bij. „No!". gaapte de menigte. Bij het huis van den patient gekomen hield de boer stil: (tegen de vrouw): „Goeien aovend wij bint er weer, zo aj ziet 1a, ie mut maar niet te veule zeggen, 'n toertien op bedde en 'n boterham met 'n pe- keiharing zal hum goed doen!.... Och, t is mij ook wel ies overkomen. Nou dag, ik mut Op huus an! Vooruit!" Op het kerkhof in mijn geboorteplaats staar veel houten paaltjes. Vele van die grafteekens zijn vermolmd en het schrift is önleesbaar ge worden. Op een er van kon ik bij mijn laatste bezoek nog lezen „stoffelijk overschot." De naam is den man, die hem eenmaai droeg, in de eeuwigheid gevolgd. Maar ik ken de plek en sta daar altijd even stil, en dan denk ik „daar rust 'n brave kerel!" Levenslessen wor den niet enkel van den preekstoel gegeven Men preekt nu twintig eeuwen over den Barm- hartigen Samaritaan, 't Is ook wel een mooi onderwerp: helpen, zonder te vragen, wie of wat is mijn naaste? De menschen, die met een busje voor Winterhulp liepen, hebben zich afgevraagdIs dat nu het resul taat van 20 eeuwen Christendom?" Laten zij, die het Woord zoo goed kennen, nu ook voor gaan met de DAAD, vooral in dezen tijd. Ze kunnen dan veel onheil voorkomen. In ieder geval lijkt me dit beter dan met schijn-argu- menten een wereldchaos in de hand werken, 't Valt wei heel erg op, dat in dezen tijd van bloed en tranen, van wraak— en -moord-ge- dachte de boer vooftploegt, dat hij juist een diergenen is, die dienen wil, die de schou ders onder het Kruis wil zetten. Praat niet boeren en ge hoort niet anders dan van scheuren vsh grasland, rundveeregeling, dit verbouwen en dat niethet is op de boer derij alles ingesteld op zorgen en dienen. Dienen en zich ordelijk inzetten is dan toch ook een uiting van Christendom, als ik het wel heb J. J. U. voor de week van 3 tot 9 Mei 1 942 ZONDAG 3 MEI wordt om 8.15 uur op Hilversum I da week weer Ingezet met „De zin van het boer zijn" Dit keer wordt gesproken over: „De nuchtere boer" Tekst van D. van de Bospoort, MAANDAG 4 MEI brengt van 13.00—13.15 op Hilversum I weer het Actueel nieuws voor Boer en Tuinder. Landmans Lust voert ons van 18.00—18.30 uur op Hilversum I met zevenmijlslaarzen mee door het land der liefde, en wel in het luisterspel „Waer wercL oprechter trouwvan O. Meyer. Meitljd de tijd bij uitnemendheid in het boeren land, om in het huwelijk te treden. En was het niet Joost van den Vondel, die zei: Waer werd oprechter trouw, Dan tusschen man en vrouw Ter waereid ooit gevonden? Twee zielen, gloeiende aaneengesmeed Of vast geschakeld en verbonden In lief en leed. DINSDAG 5 MEI hooren we van 13.0013.15 uur oyer Hilversum I in de serie Boerenland in Boek en Krant een, programma, getiteld: „Het offer der boeren". In het kort wordt het Dultsche Maandblad „Odal" be sproken terwijl daarnp een vertaling gegeven wordt van een belangwekkend artikel daaruit. Tekst van J. Tolner. Speciaal voor de Plattelandsvrouw spreekt van 18.00 19.15 uur op HiWersum I mevr. M. Weyer-Grouwstra over: Onze taak/ir dezen tijd. WOENSDAG 6 MEI brengt D. Hiddlnga yan 13.0013.15 uur op Hilversum I een reportage, getiteld: Alle hens aan dek. Het ls niet zooals men bij eersten oogopslag zou denken, een visscherlj-reportage, maar een praatje over dé hulpkrachten ln den landbouw: een opwek king aan de boeren, om de stadsjeugd enkele weken op het bedrijf te nemen en aan de stadsjeugd om eenigen tijd op de boerderij te gaan werken; een zaak, die van zeer groot belang is voor de toekomst, want het gaat er toch om, ons volk ln zijn geheel te door dringen van den gezonden boerengeest, die ons volk weer sterk en krachtig moet maken en ook de geest, die ervoor moet zorgen, dat de boer niet weer In het hoekje gedrukt wordt. De serie „Uit Neerlands Gouwen" vertelt van 14.15— 14.30 uur op Hilversum n het een en ander over: Zon en schaduw in Groningen. H. P. Wouwenaar draagt twee gedichten voor van Niklaas Griep, met daartusschen een fragment uit „Zorg om den Jongen" van Ger. Grlever, terwijl het geheel door muziek wordt afgewisseld. De familie De Boer komt ook weer voor de microfoon en nu van 19.1519.30 uur op Hilversum I. Naar we hopen zal deze tijdsverandering door ieder op prijs wordeD gesteld, daar nu ook zij, die niet over een aan sluiting bij een radio-centrale beschikken kunnen .meeluisteren naar het opgewekte gesprek, dat elke week bij dit goede boerengezin door de microfoon wordt opgevangen. DONDERDAG 7 MEI hooren we van 13.0013.15 uur op Hilversum I weer een lezing over „De Landstand aan het werk VRIJDAG 4 MEI wordt van 10.40ll.Ou op Hilversum II, op veler verzoek, «en herhaling gegeven van het pro gramma: „Zoo is Katwijk" dat werd samengesteld door H. P. Wouwenaar. Van 13.0013.15 uur beluisteren we op Hilversum I weer een uitzending in het kader van den Productie slag 1942. ZATERDAG 9 MEI richt van 13.00—13.15 uur op Hll- Versum I, visscher Koelewijn Een waarschuwend woord aan alle IJsselmeervisschers. A. J. Herwig spreekt van 14.4515.00 op Hilversum II over: Het kweeken van tomaten. Dirk van den Hul spreekt van 19.1519.30 uur op Hilversum I ln zijn bekende serie: „Als ik het voor het zeggen had" ditmaal over: „Wie zijn de zwam- mers?" van leed raakt een sensatiepubliek niet aan zijn kou- we kleeren. „Even kijken, hoe 't afloopt!" Een van de dienaren kijkt rond en ziet daar een voortklossenden boer. Dat ls een sterke kerel en een, aan wiens gewaad niets te bederver valt. „Zeg, kom jij es hier maat, en neem jij dat k.'uis es op, draag het naar boven, - naar Golgotha!" De boer weifelt. „Moet hi; dat doen?" Een paar zachte oogen zien hem aan. Ontroering gaat door zijn ziel Hij laat dat niet zien Hij kijkt niet rond met een blik „let op wat ik ga doen!" Hij is niet een man van gebaai en woorden, hij is een man van de DAAD, hij zet zijn breede schou ders onder het kruis. Simon van Cyrene was een BOER, - de weg van hart tot hand was bij hem recht en kort. Deze Bijbelsche geschiedenis roept mij in her innering een voorval uit mijn jeugd. Het feit mag niet worden vergeleken' met de Heilige Geschiedenis, waarvan het bovenstaande een episode is. Alleen, de figuur van dezen Si mon, den nuchteren boer, die in moeilijken om standigheden niet gaapt, maar de hand uit steekt, brengt mij even terug -naar een ge beurtenis in een kleine omgeving, jaren geleden. Het was kermis in een naburige gemeente. Daar lag een man aan den weg, „in ken- ■elijken staat", zooals dat in politietermen Aan- degenen, die nog een hoekje over mochten hebben, zouden wij willen aanraden: Probeer het dit jaar eens met mais. Wel is dit gewas afkomstig uit warmere streken, maar Productieslag toch heeft het de laatste jaren ook in ons land meer en meer veld gewonnen. Dit behoeft niet te verwonde- 1942 ren, omdat mais een graangewas is, dat zeer veel voed sel per hectare oplevert. Een gemiddelde van niet minder dan 4000 tot 5000 kg. droog zaad en daarbij nog 20.000 kg. kleine en on rijpe kolven en stroo, welke een uitmuntend veevoer opleveren, mogen wij in deze streken als opbrengst aannemen. Bovendien heeft dit gewas het voordeel, dat de teelt niet beperkt is. Er bestaat dus zeker alle aanleiding, ook voor U, om het eens met mais te probeeren. De beste zaaitijd is begin Mei.

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1942 | | pagina 14