„Nederland voedt zich zelf!" pAsoducüe^la^ 194-2 Weg met de runderhorzel Voederbieten De staltijd loopt ten einde..., Jarenlang is reeds getracht de veehouders ervan te overtuigen, dat de runderhorzel groote schade veroor zaakt aan onzen veestapel. Jarenlang is getracht de veehouders ertoe te - bewegen vrijwillig den strijd tegen de runderhorzel aan te binden. Vele boeren stoorden zich echter niet aan dezen wijzen raad en lieten alles over hun kant gaan. Anderen, daarentegen pakten de koe bij de horens en zorgden ervoor, dat uit geen enkele wormbult een levende larve ontsnapte. Koe na koe, pink na pink, werd nauwlettend behan deld, te beginnen in de tweede helft van den staltijd, om het werk nog weken lang in de weide voort te zet ten. Geen wormbuit ontsnapte aan de aandacht. De resultaten waren uitstekend, maaruit de niet- meestrijdende omgeving drong het gevaar weer op! I Nu is dat uit! Thans is iedere veehouder verplicht de runder- horzel te bestrijden. Het is dan ook de hoogste tijd. Laat dus geen enkele wormbuit ongemoeid. "Haal ze eruit, de plagen van den melkveehouder, die veroorzakers van onrust op de melkplaats, 'die vernie lers van de huid van Uw vee, die wroeters in het koeien- lijf. Haal ze eruit, de wormen, de porren, de larven of hoe ge ze ook noemt. De runderhorzel moet worden uitgeroeid! Het leer, het vleesch en de melk hebben thans voor ons volksbestaan teveel waarde om nog" langer toe te mogen zien, dat door dit geniepig insect duizenden huiden wor den beschadigd, tonnen vleesch ongeschikt voor men- schelijk gebruik worden gemaakt, den melkproducten schade wordt toegebracht en tenslotte pijn en verwon dingen veroorzaakt worden bij onze dieren. Veehouders, zorgt voor een scherp mesje en een pincet of voor een busje runderhorzelzalf als gij dat nog verkrijgen kunt. Begin direct en doe het werk grondig. Tegenover weinig werk staat een groote winst. Het is hoog tijd om te beginnen. Wacht dus niet langer, doch gaat direct aan den slag! De teelt van voederbieten is beperkt. Meer dan ooit dient dus alles in het werk te worden gesteld om de opbrengst per hektare zoo hoog mogelijk Deugdelijk ontsmet zaaizaad van prima her- komst en een goed zaaibed vormen de eerste voorwaarden van een hooge opbrengst per hektare. Als elk jaar overlegt de veehouder weer bij zichzelf hoeveel koeien en hoeveel stuks jong vee hij den zomer door zal aanhouden. i Dit voorjaar komt het er meer, dan sedert tientallen jaren het geval is geweest, op aan, de grootte van de koppel in overeenstemming te brengen met de grootte en den aard van het bedrijf en met de kwaliteit van den bodem. Maak uw berekening goed en houd niet meer vee aan dan waarvoor uw bedrijf dezen zomer en aankomenden winter voldoende voer kan verstrekken. Ga dus na welke mogelijkheden Uw bedrijf biedt voor de winning van zomer- en wintervoer en pas uw vee stapel daarbij aan. De vaststelling van de groette van den veestapel, welke Uw bedrijf zal kunnen dragen, vereischt al Uw kennis en ervaring, de kennis van het bedrijf, den grond, de werkwijzen om voer van de beste hoedanigheid te winnen, de ervaring omtrent de .eischeh, welke een melkkoe stelt aan het voer, omtrent de hoeveelheden, welke per dag verstrekt moeten worden om de koeien flink, op productie te houden en omtrent de invloed van de kwaliteit van het voer op de melkgift. De stalperiode, die thans afloopt, heeft ons allen véél geleerd en wel in de eerste plaats, dat het melkvee zeer hooge eischen stelt aan den voeder- voorraad voor den staltijd. Wij wisten allen wel, dat er, bij het wegvallen van het krachtvoer uit het voederrantsoen, heel wat méér ruw- voer (hooi, kuil, bieten, stroo enz.) gegeven zou moeten worden om goed te melken. Maardat de winter voorraad zóó gauw op zou zijn, dat hadden maar al te veel veehoeders niet voorzien. Hadden ze dat vooruit wél aan zien komen, dan zouden wis en zeker velen van hen zich wel twee keer hebben bedacht alvorens het besluit te nemen, zooveel koeien als maar mogelijk was op te stallen en géén jongvee op te ruimen. Ervaring maakt wijs! Een nieuw veejaar staat voor de deur. Straks gaan de koeien in het land. In den herfst komen ze weer op stal. Zorg, dat 'er zoowel in de weide als op stal voldoende voer is voor Uw vee. Ga daarom zorgvuldig na wat het voor Uw bedrijf be- teekent, dat er geen krachtvoer beschikbaar komt voor de a.s. stal periode, geen kunstmest zal worden verstrekt voor het gi'as- land en een deel van het grasland gescheurd is. Geef U er goed rekenschap van, dat ge alléén een goede melkproductie moogt verwachten indien ge Uw melk vee goed voert. En daarvoor is thans per koe een heel wat grootere wintervoorraad noodig dan ge voorheen gewend waart aan te leggen. Veel hangt daarbij af van het aantal stuks vee, waarmee gij den weidetijd ingaat. Vergeet niet, dat elk dier, wat ge nu te veel aanhoudt, een deel van het wintervoer van Uw andere dieren opvreet. En bedenk daarbij dan tevens, dat: zeven koeien op vol rantsoen méér melk geven dan tien koeien, welke honger lijden. Denk daar eens over na. Ge zult dan met ons tot de overtuiging komen, dat het Uw belang en zeker ook het belang van het geheele volk zal zijn, indien ge dezen weidetijd begint met een aangepasten veestapel. op te voeren. Zorg dus in de eerste plaats voor zaaizaad van goede „komaf". Dit is echter niet voldoende. Denk er om dat dit zaaizaad deugdelijk ontsmet wordt om het gevaar voor ziekten in het gewas zooveel mogelijk tegen te gaan. Tenslotte moet ge, want dat is voor bie ten van groote beteekeriis, veel zorg besteden aan het gereed maken van het zaaibed.

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1942 | | pagina 16