De jacht Lente W m (Vervolg van den, om toch vooral maar niets van het levende fossiel te missen, klinken er al spoedig gilletjes op van „wat mooi", „wat aardig", wanneer ze achtereenvolgens de verschillende modellen van de lange tot de korte Goudsche en de pijp met de krul, uit Steven's vaardige handen zien te voorschijn komen. Doch den ouden Stefanus gaat dit alles voorbij, hij doceert rustig ver der, want het gaat zooals hij" meent minder om hèm, dan om z'n pijp. De grondstof, begint hij, bestaat uit Maastrichtsche (donkere) en Engel- sche (witte) klei. Ik neem nu een stukje van deze goed vérmengde massa af, vorm het uit tot een lang werpig balletje en rol het onderste gedeelte met de hand op de werk tafel uit, tot de vereischte dikte van den steeJ is bereikt. Zoo maak ik een aantal van die klei- vormpjes, waarin U de pijp reeds herkennen «unt, en druk ze tegen elkander tot een bosje. Nu leg ik den kop van een der pijpen van net bosje op een houten gootje, dat voor steun van den kop dient, en doorboor den steel met een ijzeren pag. 3) Staafje tot in den kop. Op deze wij'ze maak ik het kanaal in den steel, waarvoor een vaste hand en zekeren blik wordt vereiseht. Vervolgens gaat de pijp mèt het staafje en al in een koperen matrijs; ik sluit deze en zet haar klem in de bankschroef. Nu neem ik deze dikke ijzeren stopmet dwars handvat en pers haar met kracht in de opening van den vorm, waar zich de kop van de pijp bevindt. Hierdoor ontstaat de holte in den pijpekop ijoor de tabak. Ik geef nu met de hand nog een paar flinke klappen op het handvat, waardoor de klei tegen de gepolijste wanden der matrijs wordt gedrukt, en als ik nu den vorm open is, zooals U ziet, de pijp ruw afgewerkt gereed. Het staafje ljet ik natuurlijk in den steel zitten, want anders zou het kanaal met het persen weder worden dichtgearukt. Ze worden nu op houten bakken uit gelegd en zijn dan tevens kiaar om getrimd te worden 'n werkje dat door moeder de vrouw wordt op geknapt. Dit trimmen is het wegsnijden der overstekende kanten aan den kop, het teveel aan klei nJ. dat bij het in slaan van de ijzeren stop naar boven is geperst en tevens hét verwijderen van het zoompje, dat zich bij het sluiten van de matrijs aan kop en steel heeft gevormd. Daarna volgt het snoeien (gladma ken) en hgt zaakje is gereed voor den oven. Zoo maak ik gemiddeld 'n gros of zes per dag het gros dan niet op 144, maar op' 166 gerekend voor de breuk. (Het breken tijdens het vervoer, de verpakking e.d.). U kunt dus nu wei ongeveer nagaan hoeveel pijpen ik in mijn lange leven ge maakt heb. Als het dagwerk is afgeloopen leg gen we de pijpen in vuurvaste potten, de korte in kleine platte en de lange pijpen in hooge tonvormige potten, welke laatsten er dan staande wor- den ingezet Ze zijn dan gereed om naar de fabriek' te worden vervoerd, om daar dan in den oven te worden gebakken. En dit is nu alles; U ziet, het pijpenmaken lijkt wel erg een voudig, doch ik kan U niet aan raden het te probeeren, want U zoudt er heel weinig van terecht brengen. Na deze woorden, het stereotie pe slot van elke „lecture", stond Steven op, ten teeken dat de voordracht was afgeloopen. De gasten verwijderden zich, uitermate voldaan over het ge- bodene. Ze zijn verrukt over het schuurtje, 't oude slop en het geheele middeleeuwsche geval, 'n Oogenblik later is de rust in het schuurtje weergekeerd, de huisjes leunen weer tegen el kaar als tevoren, de oudjes zit ten weer knus bijeen en in het schuurtje klinkt weer opnieuw het monotoon geklop telken male ten teeken dat- er een nieuwe Goudsche pijp is ge boren. M. A. BOER. J. BROUWERS: O NNOEMELIJKE moeite zal het kosten alvo rens in Nederland door gedrongen is, welk een voorname beteekenis de jacht ten slotte in een land vertegenwoordigt. Onomstootelijk staat het vast, dat de jacht, vooral bij ons, foutief, ja vernietigend behandeld is. Hier heerscht sinds lange jaren een van de natuur vervreemdde materialistische geest, die de dierenwereld van ons Vaderland en de jacht onbeschrijflijke schade berokkende. Het is de hoogste tijd, dat het volk wakker wordt geschud en terdege ingelicht. Daarvoor dient een nieuwe jachtwet als grond slag. Zeker, er zal een heele tijd mee heen gaan, alvorens geboogd kan worden op bevredigende resultaten. Wat in tientallen jaren verkeerd gedaan is, kan onmogelijk in korten termijn worden hersteld. Toch hebben we onwankelbaar vertrouwen dat de strijd die er gevoerd dient te worden, uiteindelijk met de overwinning be kroond wordt; tot welzijn en vreugde van nieuwe generaties. Ontegenzegge'ijk zal 'n nieuwe ordening van sommigen offers vergen, doch nimmer is in den loop der tijden iets grootsch en blijvends tot stand gekomen, zonder strijd en offers. Duitschland heeft den volkeren bewezen wat zij dopr haar weergalooze organisatie op jacht gebied vermag. Het jagen heeft van oudsher in haar geheel aangetoond welk een onge ëvenaarde waarde het weidwerk schiep. Heeft overtuigend blijk gegeven dat juist het uit oefenen der jacht op de cultureele ontwikke ling van beslissenden invloed is. Kon in een museum maar eens al datgene verzameld worden, wat op de jacht betrekking heeft, prae-historisch en historisch materiaal, een onafgebroken reeks, nauwkeurige weergave der jachtgeschiedenis, vanaf haar aanvang tot heden. Dan kreeg men een duidelijk overzicht van haar onschatbare waarde en zou het een onmisbare leering blijven voor het nageslacht, dat zich voor altijd van dat volksbezit wil ver zekerd zien. Om dat te bereiken behoort er één organisatie, één vaste wil om het lang ver zuimde in te halen, om de aangewezen plaats in te nemen, waarop het weidwerk sinds on heugelijke tijden recht heeft. Splitsing, niets dan splitsing Splitsing in vereenigingen, diverse commissies en subcommissies, ontelbare, eindelooze en nutte- looze vergaderingen deed het doel voorbij stre ven en er kwam niets positiefs tot stand, door incompetentie van het gros der leden. Velen meenen zich tot oordeelen bevoegd. Juist door hun ondeskundigheid leek het eenvoudig, maar in hun handen zou het andermaal tot een fiasco leiden. Men is geneigd te veronderstellen, dat jagen een bevoorrechting is van een bepaalde kaste of groep, zuiver berustend op fantasie. Het publiek veronderstelt dat ieder geweerdrager een jager is en zal diens minder fraaie gedragin gen, ook den weidelijken Nimrods in de schoe nen schuiven. Daarom die misvattingen. Het doel der nieuwe wetgeving is juist aan die vele wantoestanden een einde te maken. Het is duidelijk dat niet elkeen geschikt is naar be- hooren een geweer te hanteeren, eenieder ge draagt zich ter jacht lang niet zooals het betaamt, houd rekening met mijn en dijn: over tredingen en onwaardige handelingen die in alle rangen voorkomen. Omgekeerd vindt men in alle standen ook weidelijke jagers, die dien titel met eere dragen. Het uitoefenen van de jacht dient derhalve in handen te blijven van ervaren en betrouwbare jagers. We verwachten dat de instantie die voor het jachtwezen wordt gekozen, Uit de beste des kundige krachtep zal bestaan, maar zich tevens geheel aan een zeer iagtwikkelde en om vangrijke taak kan wijden, tot bevoordeeling van het algemeen economisch landsbelang. Waarom nog langer talmen? 99 99 AN NE ER de Lente komt in 't land En 't groen komt door de voren Dan voelen we ons opgewekt Verheugd, opnieuw geboren.' Wij zien het veulen in de wei Z'n dolste sprongen maken, Bedrijvigheid in tand en sloot. Je hoort de kikkers kwaken Het leven tiertals ieder jaar En 't komt niet tot bedaren, We groeien in de lentelucht, De wind waait door je haren. Het doet je voor een oogenblik De gfbote zorg vergeten Je wilt van distributie, en Van bonngnzorg niets weteri. Wanneer de JLente is in 't land, De vogels weer gaan fluiten, Dan groeten we onze winterjas, En trekken weer naar buiten\i PIET DE JONGSTE.

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1942 | | pagina 4