Het gebruik van voederbak
jes bij den opfok van
kuikens
Vroegtijdig schouwen van
broedeieren
Speciale regeling voor aan
koop van landbouwmachines
Aangifte voor de keuring van
landbouwzaden en pootgoed
Bijzondere spijsolietoewij
zing voor telers van kool-
en maanzaad
Inlandsche scheerwol
De Rijksvoorlichtingsdienst voor de Pluim
veeteelt van de Dirfectie van den Landbouw
té Beekbergen schrijft ons:
Nu de fokkers en houders van vermeerde-
ringsbedrijven van de Nederlandsche Centrale
voor Eieren eri Pluimvee voor de kuikens,
welke zij mogen opfokken, een voedertoewij
zing voor de geheele opfokperiode hebben
ontvangen, is het voor hen zaak te zorgen
dat zij met het toegewezen voeder ook uit
komen.
Maar al te vaak gaat veel kuikenvoeder ver
loren door een verkeerde wijze van voederen
en door het gebruik van ondoelmatige voe
derbakjes. Vele pluimveehouders willen den
kuikens, zoodra zij onder de kunstmoec' :rs
zijn geplaatst, direct de mogelijkheid geven
wat fijn kuikenzaad op te nemen. Daartoe
wordt dan een handvol kuikenzaad op een
stuk papier of zelfs in'het bodemstrooisel on
der en om de kunstmoeders gestrooid. Het is
bijna vanzelfsprekend, dat hierdoor voeder
verloren moet gaan, doordat de kuikens niet
al dit uitgestrooide zaad opnemen, maar.een
gedeelte onder het strooisel krabben. Naast
dit nadeel van het verloren gaan van voeder
komt nog, dat het voeder ook door mestdeel-
tjes wordt verontreinigd en de mogelijkheid,
dat de kuikens met het zaad 'mestdeeltjes en
daarmede eventueele ziektekiemen oppikken,
grooter wordt.
Dezenadeelen worden bijna geheel onder
vangen door het zaad in bakjes te doen, wel
ke op de gaasbodems zijn geplaatst. Om het
morsen uit dg bakjes zooveel mogelijk te be
perken, gebruike men geen open voederbak
jes, waar de kuikens het voeder uit kunnen
krabben, maar bakjes voorzien van een dek
sel waarin een aantal ronde gaten zijn aan
gebracht. Voorts moet er voor worden ge
zorgd, dat de bakjes niet te vol worden ge
daan en in een voldoende aantal aanwezig
zijn, zoodat alle kuikens een plaatsje kunnen
Vinden en er geen gedrang bij de bakjes ont
staat.
Het bezwaar, dat wel eens tegen het gebruik
vin voederbakjes in de eerste dagen van den
opfok wordt gemaakt n.l., dat de kuikens het
voeder niet kunnen vinden, is niet steekhou
dend. Daarvoor behoeft men hen maar eens
gade te slaan. Al heel gauw nadat zij onder
de kunsitmoeder zijn geplaatst, gaan enkele
stoutmoedlgen op verkenning uit en zeker
binnen het uur hebben zij niet alleen de voe
derbakjes met het kuikenzaad ontdekt, maar
de geheele koppel is dan reeds druk in de
Weer met het opnemen van voeder.
Hetgeen geldt voor het kuikenzaad, is even
eens voor het opfokvoer van toepassing. Ook
dit dient den kuikens in doelmatige voeder
bakjes, welke in een voldoend aantal aanwe
zig moeten zijn, te worden gegeven. Deze
bakjes moeten zoo zijn, dat de kuikens er
niet in kunnen loopen en het voeder er uit
krabben, waardoor voeder verloren zou gaan.
Gebruikt men open voederbakjes, dan kan,
om het uitkrabben zooveel mogelijk teloor-
komen, hierin een gaasraampje worden ge
legd. Zijn de kuikens wat ouder geworden,
dan voldoen automatische meelvoerbakjes
zeer goed. Gezorgd moet worden dat de voe
derbakjes vooral in het begin van de opfok
periode niet te vol worden gedaan. Niet al
leen wordt daardoor de mogelijkheid, dat
voer wordt vermorst, grooter, maar eveneens
de kans, dat het meelvoer te lang in de bak
jes blijft zitten, waardoor het kan bederven
óf minder smakelijk voor de kuikens wordt,
hetgeen ook voederverlies beteekent.
Volgens de voorschriften moeten de uitge-
schomyde broedeieren, voorzien van een stem
pel „bebroed" door de erkende fok- en ver-
meerderingsbedrijven, die over een broedver-
gunning beschikken, bij den verzamelaar wor
den ingeleverd. Deze uitgeschouwde eieren zijn
nog voor vele doeleinden bruikbaar.
Naarmate echter de eieren langer aan de hoo-
ge temperatuur in de broedmachine zijn bloot
gesteld, gaan kwaliteit en houdbaarheid ach
teruit. Om dezen achteruitgang tot een mini
mum te beperken, is het gewenscht de broed
eieren zoo spoedig mogelijk te schouwen.
Met een normale schouwlamp kan men in hel
algemeen reeds bp den derden of vierden dag
van het broedproces vaststellen of de eieren
bevrucht zijn. De onbevruchte eieren, evenals
die, waarvan de kiem reeds is afgestorven,
kunnen uit de machine worden genomen. De'
onbevruchte eieren hebben dan nog slechts
weinig aan kwaliteit ingeboet.
Met een daglichtlamp of een gewone lamp met
een geel en een blauw-groen filter kunnen de
eieren reeds na 24 uren worden geschouwd. De
bevruchte eieren zijn dan duidelijk van de on
bevruchte te onderscheiden,
fn den handel zijn speciaal geconstrueerde
lampen voor het vroegtijdig schouwen vair de
broedeieren verkrijgbaar.
Zooals reeds in de dagbladen bekend is ge
maakt, is het van 26 Januari 1942 af aan fa
brikanten en handelaren verboden machines
te koopen, te verkoopen of af te leveren, '.en-
zij door den afnemer een koopvergunnine
Voor het aanvragen van een koopvergunning
voor machines, werktuigen en apparaten
voor den landbouw, den tuinbouw en de
veehouderij, voorzoover deze machines, enz.
ongebruikt zijn, geldt de volgende regeling:
De landbouwer of tuinder, die een machine,
werktuig of apparaat als bovenvermeld
wenscht aan te schaffen, moet zich tot den
Rijks-Landbouwconsulent wenden, in wiens
ambtsgebied hij woont, met Aanvraagformu
lier A als bovenbedoeld, en het verzoek om
afgifte van-een urgentieverklaring. Indien de
ze verklaring door den Rijks-Landbouwcon
sulent wordt afgegeven, zendt hij deze met
het Aanvraagformulier A naar het Bureau
Grondstoffen van het Rijksbureau voor de
Voedselvoorziening in Oorlogstijd, Lange
Voorhout 10, 's-Gravenhage.
Indien aan de aanvrage door genoemd Bu
reau wordt voldaan, ontvangt de aanvrager
een koopvergunning, waarmede het werktuig
op normale wijze bij den handel kan worden
betrokken.
Nog een paar weken en de aangifte voor de
keuringen var. gewassen moet wederom
paaats hebben gehad." Iedereen die aan deze
keuring wenscht doel ,te nemen, diene er
voor te zorgen om tijdig een aanvraagformu
lier aan te 'vragen bij het secretariaat van de
gewestelijke keuringsdienst van de N.A.K. in
het betrokken gebied.
Waar een deel van het wintergraan en
koolzaad is uitgevroren, is ook de aangifte
voor de wintergranen opnieuw open gesteld.
Voor de keuringen kunnen alleen worden
aangegeven perceelen, die bezaaid zijn met
goedgekeurd origineel of nabouwzaad of
goedgekeurde pootaardappelen, klassen A, B
of C. Heeft men zaaizaad en pootgoed aan
gekocht, dan moeten de certificaten bij de
aangifte worden overgelegd.
Zij, die perceelen aangeven, dienen rekening
te houden met de bepalingen in de Alge-
meene Keuringsvoorschriften van de N.A.K.
Wij wijzen op enkele bepalingen.
Ieder perceel mag slechts bezaaid" zijn met
zaaizaad en pootgoed van één partij. De ont-
smetting moet op delzelfde wijze hebben
plaatsgevonden.
Heeft iemand zaaizaad en pootgoed van
onderscheidene partijen en verschillend be
handeld zaaizaad gebruikt of poters van zeer
verschillende grootte, dan dienen de percee
len gesplitst te worden. Elk deel kan dan als
een afzonderlijk perceel worden aangegeven,
terwijl een duidelijke blijvende scheiding
moet zijn aangebracht.
Indien op een bedrijf van een 'gewas, waar
voor keuring wordt aangevraagd, een ander
ras wordt verbouwd (ook al wordt dit niet
voor de keuring aangeboden), dat op stam en
op partij moeilijk van het 'te keuren ras is-
te onderscheiden, kan de keuring worden ge
weigerd of kunnen aan de goedkeuring voor
waarden worden gesteld (bijv. ten aanzien
van de bewaring, de afdorsching etc.)
Bij de invulling van het aanvraagformulier
dient er voor gezorgd, dat de perceelgrootte
juist wordt opgegeven. Zou de opgave na
derhand onjuist blijken, dan kan de keu
ring geweigerd worden, terwijl in eik geval
een verhoogd aangiftegeld wordt geheven.
De afronding van de perceelen heeft geen
zin, daar toch de kosten worden berekend
naar de totale aangifte.
Zij, die perceelen wintergraan en koolzaad
reeds voorloopig hebben aangegeven, welke
door vorst, waterschade e.d. mislukt zijn en
zijn omgeploegd, kunnen deze perceelen te
rugtrekken. Men wende zich daarvoor tot den
Het Rijksbureau voor de Voedselvoorziening
in Oorlogstijd maakt, in aansluiting op de
reeds eerder in de bladen verschenen publi
catie bekend, dat aan telers van koolzaad of
maanzaad het recht zal worden gegeven een
hoeveelheid Spijsolie of spijsvet te koopen,
welke volgens de hieronder opgenomen tabel
varieert naar gelang de uit eigen oogst ver
kregen en afgeleverde hoeveelheid koolzaad
of maanzaad van gemiddelde kwaliteit.
Deze toewijzingen worden zooals reeds is me
degedeeld bover de normale rantsoenen voor
boter, margarine en vet verstrekt.
In de navolgende tabel zijn twee aan twee
opgenomen de hoeveelheden ingeleverde olie
houdende zaden in 100-tallen kilogrammen en
de daarmee overeenstemmende Spijsolie- of
spijsvet toewijzingen in kilogrammen.
Afgeleverde Toewijzing Afgeleverde Toewijzing
hoeveelheid Spijsolie hoeveelheid Spijsolie
Kool-'en/of of Spijsvet Kool-en/of of Spijsvet
maanzaad
in kg.
maanzaad
in kg.
in 100 kg.
in 100 kg.
beneden 1
0
- 21— 30
13
1-
1
31— 40
15
2
2
41— 50
17
3
3
51— 64
19
4
3,5
65— 84
21
5
4,5
85—104
23
6
5
- 105—124
25
7
5,5
125—144
27
8
6
145—164
29
9
7
f65—184
31
10
7,5
185—204
33
11
8
205—224
35
12
8
225—244
37
13
8,5
245—264
39
14
9
265—284
41
15
9,5
285—304
43
16
10
305—324
45
17
10
325—344
47
18
10,5
345—364
49
19
11 boven 365
50
20
12
Zooals eeds in het persbericht No. 562 van
16 April 1942 is medegedeeld zullen de uit
voeringsmaatregelen betreffende de extra
toewijzing t.z.t. bekend gemaakt worden.
De aandacht van de schapenhoeders wordt
er op gevestigd, dat het ingevolge het be
paalde in de Wolbeschikking 1939 No. 2 ver
boden is wol, geschoren van inlandsche scha
pen, te koopen. te verkoopen. af te leveren,
te be- of verwerken, te doen be- of verwer
ken, alsmede te vervoeren of te doen vervoe
ren, zonder schriftelijke vergunning van den
Directeur van het Rijksbureau vnn- w^l en
Lompen.
Voorts zijn de schapenhouders op grond van
beschikking verplicht alle in hun
bezit zijnde scheerwol binnen een door ge
noemden Directeur te bepalen termijn te ver
koopen en af te leveren aan door dezen Di
recteur aan te wijzen personen of lichamen-
Het tijdstip en de plaats waarop, resp. de na
men der personen of lichamen waaraan, de
wol zal dienen te worden afgeleverd, alsmede
de prijzen, waartegen de aflevering zal die
nen te geschieden, zullen nader worden be
kend gemaakt. De te leveren wol zal zich
in behoorlijken staat moeten bevinden.
Bij niet-nakoming van het bovenstaande stel
len belanghebbenden zich bloot aan de toe
passing van sanctiemaatregelen.
keuringsdienst in zijn gebied.
Laten deakkerbouwers er voor zorgen, dat de
aangifte zoo ruini mogelijk wordt, dat er
voldoende te velde goedgekeurd zaad ter be
schikking komt. Verwacht mag worden, dat
de zaaizaad en pootgoedprijzen op dezelfde
basis zullen worden vastgesteld als verleden
jaar het geval was en dat uitsluitend te velde
en op partij goedgekeurd voortkweekings-
materiaal in het verkeer zal 'mogen worden
gebracht.
Voor een overschot behoeft men voorloopig
nog "niet bang te zijn, omdat een mogelijk
heid voor export van een eventueel overschot
overblijft, waarvoor wederom voor ons land
de r.ooaige producten kunnen worden inge
voerd, zooals ook reeds dit jaar voor een be
langrijk deel het geval was.
Hoe beter thans dé' garanties zijn die wij
onze afnemers kunnen bieder., des te grooter
wordt de kans, dat we in meer normale tij
den onze plaats als zaaizaad- en pootgoed-
leverancier kunnen handhaven.
April 1942. Secretariaat N.A.K.