Ie Jaargang No. 18
Vrijdag 8 Mei 1942
XLfuUUmd
REDACTIE-ADT!ES
GROOTE MARKT 26, GOES
Adv.prljzen: geb. oplage 1.75 p. r. voor gew.
adv.; 1 4.75 p. r. voor Ing Med. KI adv In 1
prov. blad: 50 ct. voor 1-20 woorden. 10 ct. voor
iedere 5 woorden meer. alleen bij vooruitbetaling.
Gelegenheid tot plaatsen van adv in comb, van
prov. edities tegen sterk verminderde prijzen.
BIJ contract bel. reductie. Vraagt Inl.: Uitgeverij
„Volk en Bodem" Kortenaerkade 10. DeD Haag.
DER AAN OP UW BEDRIJF DAN TE VEEL ZORGT DAT
HET UW SCHULD NIET IS ALS STRAKS UW KOEIEN
HONGER LIJDEN OMDAT ER TIEN LOOPEN IN EEN
WEIDE WAAR SLECHTS ZEVEN VERZADIGD KUNNEN
WORDEN. ZORGT OOK VOOR VOLDOENDE WINTER-
VOER!
HOE korter het tegen Mei kwam, hoe grooter de
hoop op een mildere temperatuur werd, vooral
In het veehoudersbedrljf, waar schraalhans keuken
meester is sedert weken. Elk voorjaar
wordt verlangd naar het groote moment dat
de koeien In de malsche weide kunnen worden ge
zonden. Telkenjare Is dat een evenement In het be
drijf van den veehouder, zooals het In den herfst
&n genot is als de koeien weer voor het eerst op
stal staan. Dit jaar, na zoo'n kouden winter met zeer
weinig krachtvoer, werd eens te meer gehoopt.op
een mild voorjaar, al begreep men tegoed, dat het
geen vroeg voorjaar kon worden. Hoop doet even
wel leven; zoo ook hier. Het kan in het laatst van
Maart, begin April reeds zoo warm worden in den
koeienstal als de zon ojS de ruiten schijnt. Het mel
ken, vooral des avonds, geschiedt dan in menigen
stal Inderdaad in het zweet des aanschijns en men
kan dan zoo Intens verlangen naar het moment,
waarop men ook tijdens het melken de voorjaars
lucht met volle teugen tot zich kan nemen In Gods
vrije natuur.
Maar nu, nu zitten we reeds in de Mei-maand en
nog steeds wachten wij op den milden regen, op
het broeiende weer dat de gewassen sneller doet
groeien dan een flinke stikstofgift.
In prren moede, na reeds flinke kwantums stroo te
hebben bijgekocht of bieten en afgekeurde con
sumptieaardappels te hebben opgevoerd, heeft me
nig veehouder zijn koeien thans in de weide ge
jaagd, hoewel het malsche gras nog ontbrak en de
koude wind nog over deze lage landen joeg. We
zien het gebeuren dat zeer spoedig al het grasland
is afgeweid, zoodat de hooioogst mager zal wor
den, althans In eerste Instantie, vooral ook nu er
voor ons grasland geen stlkstofmest beschikbaar
kan worden gesteld. Wat moet dat bij vele boeren
worden in den komenden winter? Wij moeten voor
uit zien en dat is in het veehoudersbedrljf waar
men én met weersomstandigheden, én met levend
materiaal te maken heeft, dubbel noodig.
We moeten er rekening mee houden dat wij In den
komenden winter geen krachtvoer aan ons vee kun
nen geven, zelfs niet het weinige zullen kunnen ver-
deelen dat we in den voorbijen winter nog ontvin
gen. Wij moeten er ook rekening mee houden dat
er dit zomer geen stikstof op ons grasland komt,
gelijk In andere jaren en wij moeten voorts niet
vergeten dat een deel van ons grasland is ge
scheurd. Weliswaar zullen wij. nog een stop
pelgewas op het gescheurde land kunnen
uitzaaien, waarvan wij nog profijt voor ons vee
zullen kunnen verkrijgen, maar het is van het groot
ste belang dat de oogst, dien we in den zomer en
herfst aan voedergewassen tezamen brengen, In den
komenden winter ten goede doen komen aan die
dieren, die In staat zijn ons volk van vet te voor
zien en DAT ZIJN ONZE MELKKOEIEN.
Zoo wenden wij ons reeds in de lente, terwijl de
koeien nog op stal staan bij degenen die voldoende
wintervoer hadden vergaard in den vorigen zomer,
met nadruk tot élle veehouders om toch vooral zoo
danige maatregelen te treffen dat zij in den komen
den winter voldoende voer voor hun melkvee bij
een verzameld hebben.
Het Is van het allergrootste belang voor iederen
veeboer om, nu hl) de koeien In de weide doet,
zich goed voor oogen te stellen, dat het verstan
diger en ook meer rendabel Is, voor zeven koelen
volop gras in den zomer en ruwvoer In den winter
te hebben dan tien koeien in de weide te jagen die
honger moeten lijden en die mede oorzaak zijn dat
er in den komenden winter te weinig hooi In de
schuur zit.
Met het oog daarop Is het eveneens van het aller
grootste belang NIET MEER PINKEN EN VAARZEN IN
DE WEIDE TE DOEN DAN VOOR DE AANVULLING VAN
DEN EIGEN VEESTAPEL STRIKT NOODZAKELIJK IS. Voor
kalveren geldt natuurlijk hetzelfde, gelijk reeds
vroeger betoogd is.
DE BEREKENINGEN VAN VORIGE JAREN VORMEN GEEN
GOEDEN GRONDSLAG VOOR DIT JAAR. Men bedenke
dat wel. De meeste boeren hebben, Indien mogelijk,
elk Jaar eenzelfde getal melkvee, terwijl het jong
vee varieert al naar gelang er vaarskalveren gébo
rén zijn op het bedrijf. Deze boeren moeten thans
bedenken dat er geen stikstof voor het grasland Is
en daardoor elke berekening van vroeger fout uit
komt. Zij mogen bovendien bedenken dat te veel
jongvee ook kalveren in de weide, het ver
krijgen van voldoende ruwvoer In den komenden
winter voor het melkvee, in den weg staat. Vee
houders, trekt u er niets van aan of buurman Klaas
of Steven meer koeien en meer jongvee in zijn land
heeft loopen dan gij, houdt er geen rekening mee
dat gij straks misschien minder vee in de welde
hebt dan gij volgens de December-toewijzing mocht
houden. KIJKT ALLEEN NAAR DE MOGELIJKHEDEN VAN
VOEDERWINNING OP UW EIGEN BEDRIJF EN VER
KOOPT EEN DIER MEER ALS DE ZEKERHEID DAT GIJ IN
DEN KOMENDEN WINTER VOLDOENDE VOER EN IN
DEZEN ZOMER VOLDOENDE GRAS HEBT, DAARDOOR
GROOTER WORDT.
Wij weten niet wanneer het weer omslaat, wij we
ten niet wat er In de komende maanden op onze
akkers en in onze weiden zal groeien voor mensch
en dier. De Groote Schepper aller dingen laat ons
te dien opzichte slechts gissen. Wel weten wij dat
niet alle factoren ten opzichte van een meest doelma
tige bemesting aanwezig zijn om de hoogste op
brengsten te kunnen verwachten. Daarom onze
dringende oproep aan de veehouders, zooveel In
hun eigen als'In het algemeen belang: MAAK UW
BEREKENING GOED! HQUDT EERDER EEN DIER MIN-
Terwijl wij dit schrijven, wordt een brief van een
Gelderschen boerenzoon op onze redactietafel ge
deponeerd. Hij reageert op ons vorig artikel over:
plichten en rechten en hij doet dat in bewoordingen,
waarvoor wij respect hebben. Hij schrijft dat in den
vorigen zomer zoowel als in den voorbijen winter
op hun boerderij alles Is gedaan wat mogelijk is om
den productieslag te winnen. Hij motiveert dat na
der en wij hebben tijdens het lezen van zijn brief
de opmerking geplaatst: hulde voor zulke boeren.
En we hebben gewenscht het te beleven, dat élle
boeren hun plicht jegens de volksgemeenschap op
dezelfde wijze begrijpen. Want, geachte briefschrij
ver, zooals gij op uw bedrijf werkt in dienst van ons
volk, zoo kunnen het allen als hun dat goed duidelijk
wordt en zij de gegeven adviezen opvolgen. Het is
vooral voor degenen die nog niet zoover zijn als gij
en velen met u onze Nederlandsche landbouw
staat immers aan de spits in de geheels wereld
door het werk van de vele pioniers dat iederen
keer weer wordt beklemtoond wat er gedaan moet
worden om de hoogste resultaten te verkrijgen. En
och, het is ook voor degenen die in denzelfden
geost werken als wordt gepropageerd, toch ook wel
aangenaam te lezen dat men den juisten weg be
wandelt.
Gij ziet en dat is uw crltiek in den aanslag
voor de veelevering, dien gij thuis hebt ontvangen,
de splijtbijl waarover wij in ons vorig artikel repten.
We kunnen ons uw teleurstelling volkomen begrijp
pen, maar wij bedoelden met de splijtbijl heel iets
anders. Zonder op uw opmerkingen In dezen hier
verder In te gaan, kunnen we slechts dezen troost
geven: uw brief is doorgegeven aan instanties, die
hierover meer hebben te vertellen dan wij. Het Is
begrijpelijk dat bij iedere regeling die gemaakt
wordt, menschen gedupeerd worden en het is lo
gisch dat naderhand hier en daar wordt geschaafd.
Hoe het ook zij, aan het feit dat iedere boer zijn
berekening dient te maken voor het komende sei
zoen en voor den volgenden winter, doet dit alles
niets af. Ook onze briefschrijver zal daarvan zijn
we overtuigd zelfs in het geval hem In verband
met zijn aanslag onvoldoende recht wordt gedaan
zijn plicht blijven doen In het vertrouwen, dat uit
eindelijk toch het recht zal zegevieren. Dezerzijds Is
geen ander streven aanwezig-dan Nederland's boe
renstand die plaats in ons volk en in de wereld te
helpen geven, die hem krachtens zijn capaciteiten
toekomt. Daartoe alle krachten mobiel te maken is de
mooie opgave die de Landstand heeft. Wij willen
vrije boeren, die hun verantwoordelijkheid beseffen
en In verband met dns onderwerp, op tijd maatrege
len treffen t.a.v. hun veestapel, waardoor zij zelf en
hun volk het best gediend worden.
TER HAAR.