Litauen De Landstand Honderd jaar eilanden w E willen vertellen van en over onze mooie -eilanden, met hun vruchtbare klei, omspoeld door de machtige Hollandsche rivieren en breede Zeeuwsche stroomen. Onder gunstige voorwaarden naar in hetzelfde huis in Zeeland Van en over onze Een levenskans voor groentenkweekers, tuinboüw- vakonderwijzers en een tuinbouwkundig ingenieur 1 N het toekomstige nieuwe Europa zullen de Baltische landen, waartoe ook Litauen behoort, als voortbrengers van land- en tuinbouwproducten een groote rol spelen, waarbij aan Deensche en Nederlandsche land- en tuinbouwers een belang rijke plaats is toegedacht om de productie dezer landen te verhoogen. In Litauen is de akkerbouw, in het bijzonder de teelt van rogge, tarwe, gerst, haver, vlas en aardappelen reeds van veel belang, doch de tuin bouw, speciaal de groen tenteelt, is er nog van zeer weinig betekenis. Wel worden er in den vollen grond groote hoeveelheden augurken, to maten-en kool geteeld, doch vele groentensoor- ten worden hier nog slechts in minimale hoeveel heden voortgebracht en andere ontbreken en zijn onbekend. Vooral de intensieve groententeelt in bakken en kassen kan aanmerkelijk worden uitgebreid, daar er nog slechts zeer weinig glasbedrijven zijn. Van het betreffende Duitsche Ministerie heeft Ir. R. v. d. Veen, Tuinbouwconsulent te Arnhem, de uitnoodiging ontvangen een onderzoek in te stel len naar de mogelijkheid van den verbouw van groenten, van uitbreiding en intensiveering van de groententeelt en van vestiging van Holland sche Groentenkweekers in Litauen. Deze opdracht heeft Ir. v. d. Veen in den loop van de vorige en in het begin dezer maand volbracht en hierover "rapport aan den General-Kommissar für Litauen uitgebracht, waarbij hij tevens aan de bevoegde instanties een volledig uitgewerkt plan heeft voorgelegd, welk plan intusschen is aanvaard. In enkele korte trekken bevat dit plan o.m. het volgende: Om de kans, dat de Hollandsche groen tenkweekers in Litauen zullen slagen, zoo groot mogelijk te doen zijn, zal op zijn advies geen enkele Hollandsche groentenkweeker direct voor eigen risico een bedrijf in Litauen exploiteeren, doch zullen ze eerst in loondienst en wel onder gunstige voorwaarden op de bedrijven werken gedurende één jaar of langer om met de ver schillende factoren als: klimaat, grond, water voorziening, mest, arbeidskrachten, de taal enz. iop de hoogte te komen. Daarna kunnen ze dan op gunstige- voorwaarden op langen termijn een geschikt bedrijf pachten, eventueel in eigendom bekomen. Verder zullen alleen die groentenkweekers voor vestiging in aanmerking komen, die hiervoor door den heer v. d. Veen als geschikt worden geacht. Een groentenkweeker, die zijr vak niet verstaat, gelieve zich dan ook niet aan te melden. Reeds direct is er voor vele oractische groenten kweekers plaats, daar hiervoor meerdere bedrij ven, door genoemden consulent bezocht, beschik baar zijn, doch het_eerste gedeelte van het plan van Ir. v. d. Veen beperkt zich voor de twee ieerste maanden tot het volgende: 1. Geplaatst kunnen worden en wel direct 4 groentenkweekers, elk op een bedrijf, hetwelk v. d. Veen heeft uitgezocht en wel twee bedrijven te" KAUEN en twee bedrijven te WILNA. Op 3 hiervan is vrij veel platglas en staandglas aanwezig. De verdiensten bedragen 200 a 250 Mark per maaffid, plus vry wonen eji kost. Flinke praetische groentenkweekers komen hier voor in aanmerking, waarbij het bezit van het diploma van Tuinbouwvakonderwijzer tot aanbe veling strekt, doch geenszins -~r:\scht is. Maandelijks kan de groentenkweeker, desge- tvenscht, zeker 150 Mark naar Holland zenden. 2. Bij de Landbewirtschaftungsgesellschaft kun nen voor direct 3 tuinbouwvakonderwijzers, rich ting groententeelt, als ambtenaar met den titel Referent worden aangesteld met een salaris van 5000 Mark per jaar plus circa 1500 Mark voor z.g. Auslandbeschaftigung, namelijk 5 Mark per dag. Zij zijn dus niet op een bedrijf werkzaam, doch verrichten werkzaamheden voor bovengenoemde vereeniging en geven tevens voorlichting aan de onder 1 genoemde groentenkweekers, alsmede aan al die Hollandsche groentenkweekers, die na de eerste twee maanden in den loop van dit jaar nog volgen. De bedoeling is, dat ook deze referenten na 1 of 2 jaar tevens een groentenkweekery in Litauen zullen exploiteeren. 3. Verder is er voor direct plaats voor 1 Tuin bouwkundig Ingenieur, die aan de Hauptabteilung für Wirtsehaft des General Kommissaris wordt verbonden met een salaris van 8000 Mark per jaar plus circa 1000 Mark voor Auslandbeschaf tigung. Opgemerkt dient, dat het leven in Litauen vrij wat goedkooper is dan in Holland, waardoor bovengenoemde gunstige voorwaarden in werke lijkheid nog gunstiger zijn. Degenen, die zich voor deze functies willen aan melden, wordt er nadrukkelijk op gewezen dit zoo snel mogelyk te doen, daar consulent v. d. Veen reeds over 3 weken weer naar Litauen ver trekt om de onder 1, 2 en 3 bedoelde krachten bij hun reis naar Litauen te vergezellen, hen met raad en daad bij te staan en op de respec tievelijke Litausche bedryven te plaatsen. Wie het eerste komt, het eerste maalt. Groentenkweekers, die hun vak verstaan, wordt dan ook aangeraden zich zoo spoedig mogelijk te wenden tot: Ir. R. v. d. Veen, Apeldoornscheweg 246, Arnhem. In de eerste plaats zullen er zeker onder de vele oudleerlingen van genoemden consulent, die een 20-tal jaren bij het onderwijs en voorlichting in groententeelt in ons land werkzaam was, meerde ren zijn, die zich voor deze eangelegenheid inte- re&seeren. Met nadruk wordt er nog op gewezen, dat niet alleen Nationaal Socialistische groentenkweekers in aanmerking komen om zich op gunstige voor waarden in Litauen te vestigen. In de stad iets zeldzaams, op\ het platteland heel gewoon. Een kleirtP simpel berichtje in een plaatselijk blad meldde dezer dageft, dat een boerenhoeve in het Gooi reeds honderd jaren bewoond wordt door een en dezelfde familie. Van vader op zoon is deze historische boerderij eigendom ge weest van een echte Hollandsche boerenfamilie, die hier lief en leed gedeeld heeft. Als de .muren spreken konden, zouden zij ons verhalen van armoede en geluk, van verlovingen en huwelijken, van komen en gaan en ook van arbeiden. Van harden arbeid door menschen, die zich nauw verbonden voelden en gevoelen aan den grond waar zij geboren en getogen zijn. Aan de hoeve, die hun werkplaats en ook hun thuis is, voelen zij zich op natuurlijke wijze verbonden. Boer en grond hooren bij elkaar. In de stad daar „breekt" men „op' ajs het huis verveelt. En dit gebeurt nog al eens, omdat er geen natuurlijke banden zijn met het huis. De stedeling staat los van alles: kent geen gehechtheid aan grond of fcoeve. Zoo woont men in een ouderwetsch benedenhuis en zoo gaat men naar een derde verdieping van een moderne flat. Het is slechts een kleine stap die alleen wat rompslomp van meubelen pakken en verhuizen meebrengt. De plattelander kan zoo iets zeer begrijpelijk, niet begrijpen. Hij met zijn liefde voor alles wat er om hem leeft, zou zich in een andere omge ving niet meer thuis gaan voelen. Zij, de boeren, hun vrouwen en de jongeren, zijn vergroeid met hun „huis" hun boerenhoeve met de grond er omheen, waar ook de voorouders leefden en werkten. En aljs we dan in dat berichtje nog lezen,dat het in de omgeving van deze boerenhofstede vaak erg onrustig is geweest, (o.a. is hier gevochten door de Rus sen en Franschen in 1813-1814), dan begrijpen wij eerst de beteekenis van het verbonden zijn aan bodem en hoeve. Zelfs geen door geschut vuur instortende gevels kon de bewoners dwin gen hun huis vaarwel te zeggen. Inhoud van no. 19, Vrijdag 15 Mei 1942 Pag. De teelt van Tuinzaden I Omdat het moest 2 Wat „Land en Volk" brengt 2 Onder gunstige voorwaarden naar Litauen 3 Van en over onze eilanden 3 Honderd jaar in hetzelfde huis 3 Beroepsschool voor vlasbewerkers 4 en 5 Een ernstig tekort bij ons Onderwys 6 De hof bij de boerderij 6 Zwartb. stieren op de keuringen 7, 8 en 9 Kleinveeteelt 10 De teelt vhn stamboonen II Thrips in vlas 12 Officieele landbouwmededeelingen 13 Handelsberichten 14 Hoef verzorging 15 Nederland voedt zichzelf 16 Of het een boerengewoonte is die in andere stre ken van ons land ook voor komt weet ik niet, doch op de eilanden ziet men soms aan een kar of hoop mest een bosje stroo bengelen. Geen schetterende aanbevelingen zooals in de steden, geen opdringende reclame, doch door dit bosje stroo weet een kind, dat er wat „te koop" wordt aangeboden. Wij vorschten naar de herkomst van dit „uithangbordje" doch men weet dit niet. Sedert eeuwen is dit zoo de gewoonte. De veronderstelling van een boer, die wij spra ken, lijkt ons de meest aanvaardbare. Toen de menschen nog niet zoo vaardig waren in de schrijfkunst en ze toch wilden aanduiden dat er stroo te koop was, deed men het op deze manier. Onze voorouders sliepen veelal op stroo door de 'z.g. civilisatie is ook daarin verfijning gekomen. Wanneer het leven ons weer met forsche greep den weg naar het volksche terugwijst op dezen geweldigen tijd, dan is dit een bewijs hoe goed de Schepper het met ons voor heeft. Ons mensch- dom was anders den ondergang tegemoet ge gaan. Het boerendom is het dichtst bij de natuur en haar wetten gebleven; is het eenvoudigst in zijn levensgewoonten gebleven. Het zijn de boeren en vischers, die het hardst hebben te kampen met de natuurelementen en zijn dus ook het „hardst" gebleven. Een hard leven eischt een eenvoudig leven. Daarom zijn de boeren en visschers niet te beklagen. Zij zijn te benijden omdat zij het meest gezegend zijn door hun gebondenheid aan de natuur. Nog nooit zooals in dezen tijd wordt men zich sterker bewust van het leven en werken van den Schepper. In dezen tijd van wederopbouw van het gezonde, het ware en sterke. Als gij niet gelooft dat ons volk op weg was naar den ondergang, ga dan eens naar de over volle steden en aanschouw de door „beschavings ziekte" aangetaste massa. Zie de bleeke kinderen opgroeien in stegen en sloppen zonder zon, zonder frissche lucht. Dan begrijpen we dat' het zóó niet kon voortgaan. We moesten weer terug naar den eenvoud in ge woonten, naar de harding van lichaam en zui vering der geest. We moeten terug naar het land, naar den harden boerenarbeid, naar de oer bronnen der natuur om op die manier het waar achtig geluk en de ware gezondheid weder deel achtig te worden. Hier en daar ziet men boven een boerendeur op onze eilanden een hoefijzer vastgenageld. Vrij wel geen landman zal een verloren hoefijzer achteloos langs den weg laten liggen. Het is het verlangen naar geluk" dat hem het hoefijzer mede doet nemen en vastnagelen boven de ingang van zijn huis. Het is jammer, dat bij dit onschuldige volks geloof het te verwachten geluk door velen altijd nog alleen maar in geld wordt gezien. Wij den ken ter veel in geld. Het waarachtig geluk is ge legen in de boven geschetste waarden. v. R. Nog honderd jaar later zal e* weer een be richtje in de kranten komen, waarin herdacht wordlt, dat de boerenhofstede 2 eeuwen door één familie bewoond wordt. Zooiets is alleen op het platteland mogelijk! v. M.

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1942 | | pagina 3