Wat deze week bracht....
m)m
Kort maar krachtig
Boerenadel.
Dezer dagen konden we in onze nieuwsbladen
lezen, dat een door een Deensch weekblad daar
te lande ingesteld ondereoek, aan het licht
heeft gebracht, dat 10 bberderijen in Dene
marken, reeds meer dan 500 jaar in het bezit
zijn van dezelfde familie. Voorts bleek een
honderdtal boerderijen reeds meer dan 200
jaar lang door dezelfde familie te worden be
heerd.
Toen wij dit bericht lazen, dachten we eraan,
dat zulke boerenadel zeer zeker ook hier te
lande moet te vinden zijn. En niet alleen hier,
maar in vele landen. Daar wordt echter geen
of zoo goed als geen bekendheid aan geggyen.
Dat is niet goed. We kunnen dat nu wel be
scheidenheid noemen en zoodoende er een
mooie schijn aan geven, maar in werkelijkheid
is het dat niet. Veeleer zou men het onver
schilligheid moeten noemen. Men hecht er
geen waarde aan. En dat niet op grond van
bepaalde overwegingen, maar juist door gemis
daaraan. Men heeft er zijn aandacht eigenlijk
niet bij bepaald.
Dat daarin verandering kome, ook hier, lijkt
ons echter heel gewenscht. Er zijn boeren, die
van hun voorgeslacht heel wat afweten, die
beschikken over een regelmatig bijgehouden
familieregister Dat is ons bekend. Maar be
halve die enkele van wie wij dat toevallig we
ten, zullen er zeer zeker nog vele andere zijn.
Wij doen nu op al die boeren voor zoover
zij onzen Landstand lezen een beroep, om
te helpen aan gegevens over boerenadel hier
te lande. Zeer zullen we het op prijs stellen
wanneer we van hen wier boerderij honderd
jaar of langer bij eenzelfde familie in beheer
is, bericht mogempntvangen, met een afschrift
van die stamlijst.
Oude actie op nieuw land.*
In den Noord-Oostpolder zijn de werkzaam
heden in vollen gang. Een deel van het uitge
breide complex nieuwe gronden vertoont reeds
welig groeiende graanvelden, waarvan vooral
de winterrogge het goed doet. In totaal is er
omstreeks 1900 bunder met graan bezaaid,
waaronder rogge, haver en tarwe.
Negentienhonderd bunder is heel wat, doch
toch nog'maar een gedeelte van de nieuwe
aanwinst. Een groot deel van het nieuwe land
is nog te jong om reeds bezaaid te zijn, maar
ook daar wordt hard gewerkt. Want, nu minder
nog dan in andere tijden, mag er tijd verloren
gaan. Zoo vlug als kan, moet zooveel mogelijk
van onzen Nederlandschen bodem, die daar
voor geschikt is, gebruikt worden als bouw
grond, om onze volksvoeding zoo goed moge
lijk te verzekeren.
Er wordt daarom met man en macht gewerkt
aan het verder in cultuur brengen van den
Noord-Oostpolder. Men is nu zoover, dat de
polder practisch droog is en het water overal
is gebracht op een peil van 4 m N.A.P. Al
leen ten N.O. van Ürk ligt nog een plas van
enkele duizenden bunders. Doch ook daar
hoopt men spoedig een eind aan te maken.
Ook oude grond met nieuwe toekomst.
Gaat het in den Noord-Oostpolder erom nieuwe
aan het water ontworstelde gronden te ont
sluiten voor onzen landbouw, in een ander deel
van ons land, in het „land van Maas en Waal"
heeft men plannen beraamd om oude weinig
productieve gronden op meer intensieve wijze
te gaan exploiteeren. Een studie-commissie,
waarin wetenschaps- en landbouwdeskundigen
uit eigen streek zitting hadden, heeft daarover
een uitermate belangwekkend rapport opge
steld en in druk doen verschijnen. Nu heeft
natuurlijk het verschijnen van een rapport
zelfs van een goed en belangrijk rapport nog
geen zekerheid, dat het zal worden uitgevoerd,
maar in dit geval en in de huidige omstandig
heden meenen we toch wel zooveel vertrou
wen te mogen hebben en over zooveel opti
misme te mogen beschikken, als noodig is om
als vaststaknd aan te nemen, dat hier iets za)
gebeuren.
In het rapport wordt aangedrongen op: een
volkomen beheèrsching van den grondwater
stand, tegengaan van het onbeperkt uitgraven
van gronden voor steen- en pannenfabricage
en het aanleggen van verkeerswegen en ont
sluitingswegen. Voorts zal op ruime schaal tot
ruilverkaveling moeten worden overgegaan.
Natuurlijk brengt de uitvoering van een derge
lijk plan aanzienlijke kosten met zich. Zoo
worden b.v. de kosten van wegenaanleg ge
raamd op rond een millioen gulden aan ar-
beidsloonen en omstreeks twee millioen gulden
aan andere kosten.
Inmiddels is naar wij vernemen, in zooverre
reeds een begin gemaakt, dat voor een groot
deel van het „land van Maas en Waal" reeds
een aanvraag voor ruilverkaveling is inge
diend.
Er komt dus in ieder geval binnen afzienbaren
tijd weer land beschikbaar om jonge boeren,
die zich wenschen te vestigen en wellicht
reeds lang naar een geschikte gelegenheid uit
zien dq^rtoe in staat te stellen.
Ook het Óostland biedt goede kansen.
Het is niet de eerste maal, dab ook in den
Landstand gewezen wordt op de taak, die
onze Nederlandsche boeren hebben in het Oos
ten en de uitstekende kansen, die daar gebo
den worden aanvwie over goede vakkennis, veel
ondernemingszin en nog een goede dosis Oud-
Hollandsche voortrekkersgeest beschikken. Een
speciale medewerker van de V.P.B., die zelf ook
deel uitmaakt van een groep boeren, uitgezon
den naar Oostland om daar in dienst van de
maatschappij „Ostland" pionierswerk voor den
Nederlandschen landbouw te verrichten, deelt
in een brief uit Riga daaromtrent belangrijke
bijzonderheden mee.
Volgens deze mededeelingen, die de bericht
gever dankt aan den heer Scharringa, leider
der reeds uitgezonden Nederlandsche boeren,
die al vijf maanden in Oostland vertoeft, gaan
de Nederlandsche kolonisten niet naar de
Oekraine, maar naar Wit Rusland.
Het doel der uitzending aldus de heer Schar
ringa is de stichting van een groote Neder
landsche kolonie, waar plaats zal zijn voor de
rond drie millioen Nederlanders, die er in Ne
derland te veel zijn. Wij, de pioniers zullen
voorloopig hier op verschillende bedrijven als
bedrijfsleiders, assistenten en opzichters te
werk worden gesteld. Is echter de oorlog voor
bij, dan zal hier een uitgebreid gebied wórden
gereserveerd voor Nederlandsche "kolonisten,
met een eigen bestuur en een eigen cultuur.
Het spreekt vanzelf, dat het niet vanzelf gaat,
daar zich een behoorlijke toekomst te verzeke
ren. Er worden eischen gesteld, waaraan lang
niet iedereen zal kunnen beantwoorden. Maar
ook hier te lande gaat het voor een boer even
min vanzelf om erjte komen. En veel jonge ke
rels vooral, die over degelijke capaciteiten be
schikken maken daar een goede, zelfs een
prachtige kans, terwijl zij hier niet vooruit
kunnen komen, omdat het hun aan het noodi-
ge kapitaal ontbreekt.
Ook tuinders krijgen hun kans.
In Litauen, waar men zich met kracht wil
gaan toeleggen op een intensieve groententgelt
in kassen en bakken, vraagt men om Nede'r-
landsche groentenkweekers, teneinde daar de
zaak op gang te brengen. De Rijkstuinbouw-
consulent te Arnhem, de heer Ir. R. v. d. Veen,
ontving van het Duitsche Ministerie van Land
bouw de uitnoodiging een onderzoek in te stel
len hiernaar.
Een door Ir. v. d. Veen uitgebracht rapport
hierover is inmiddels ingediend en door de re
geering van Litauen aangenomen. Volgens het
plan van den heer v. d. Veen zullen de Hol-
landsche kweekers niet direct voor eigen risico
in Litauen een bedrijf gaan exploiteeren, maar
zullen ze eerst gedurende een jaar of langei.
onder gunstige voorwaarden in loondienst
werkzaam zijn op de bedrijven, om zoodoende
eerst zich eens behoorlijk te oriënteeren, alvo
rens meer officiéél zich te verbinden.
Ook hier is uiteraard alleen plaats voor men-
schen, die over goede degelijke vakkennis be
schikken.
Het mag verheugend heeten en tot voldoening
stemmen, dat van Duitsche zijde vooral
waar men toch op dat gebied zeer seker op de
hoogte zal zijn er steeds op aangedrongen
wordt, dat Nederlanders zullen gaan zoowel
naar Wit Rusland als naar Litauen. Want zoo
redeneert men daar: de'Nederlanders hebben,
alle tijden door, blijk gegeven, dat zij pioniers
werk weten te verrichten.
Nieuwe taak voor het onderwijs.
De prachtige gelegenheid, die er ook voor de
naaste tq^komst nog is voor Nederlandsche
boeren èn tuinders om weliswaar buiten de
landsgrenzen, maar in groepsverband mee
te bouwen aan een nieuwe .toekomst voor ons
volk, een verbetering van onze welvaart zoo
hard noodig, nu we rekening ermee hebben te
houden, dat we door het verlies van onze ko
loniën veel van de vroegere welvaart zullen
missen, brengt echter ook met zich de wen-
schelijkheid, dat voor onze jonge boeren en
tuinders leergangen worden georganiseerd,
waar zij met het oog op deze bestemming wor
den opgeleid.
Het is wenschelijk, zelfs zeer wenschelijk, dat
1. Mais is veelzijdig bruikbaar en le
vert hooge opbrengsten.
2. Er zijn vele graslanden, welke als
bouwland meer kunnen opbrengen.
3. Koperslakkenbloèm kan kopervitri
ool vervangen bij de bestrijding van
de ontginningsziekte.
4. Erwten zijn een uitstekende voor
vrucht voor koolzaad.
5. Beheer Uw bedrijf intensiever door
betere rassen te verbouwen.
6. Nu het vee in de weide gaat is het
bijvoederen van wat eiwitarm ruw-
voer een der beste middelen tegen
kopziekte.
7. Het gebruik van een beste dekstier is
een belangrijke, stap in de richting
der veeverbetering.
8. Wie zijn grasland volledig benutten
wil moet het omweidsysteem toepas
sen.
9. Gier is een waardevolle meststof,
mits ze met zorg is bewaard en Ver
standig wordt aangewend.
10. Een verstandige veehouder zorgt nu
alweer voor den volgenden winter.
Daarom houdt hij niet meer vee aan
dan hij uit zijn bedrijf van voldoende
voeder kan voorzien.
voor de week van 24 30 Mei 1942
ZONDAG 24 MEI, le Pinksterdag wordt van 8.009.00
uur op Hilversum n ingezet met een Pinksterdecla-
matorium van Dirk van de Bospoort: „Het leven
bloeit". In een rijke afwisseling van gesproken ge
dicht, en gezongen lied wordt in dit spel uitgebeeld,
hoe de mensch in verwarring raakt, als'hij vervreemdt
van Gods rijke natuur. De Geest des Kwaads wil den
twijfelaar meevoeren naar een nacht van strijd en
dood, de Geest van het Leven evenwel leert hem de
sprake Gods in de natuur verstaan en het Leven, dat
in den Pinkstermorgen bloeit, opnieuw liefhebben.
Na de ouderen komt dan de jeugd aan de beurt. Van
9.159.45 wordt een Pinksterluisterspel van Martien
Beversluis: „Een vlam op elk van ons" gebracht.
Beversluis, dichter van dezen tijd als hij is, laat
arbeiders en boeren, meisjes van de kantoren en
werkers van het land elkaar vinden als de vlam van
het groote ideaal hen beroert. Hoewel voor de jongeren
bestemd, zal dit. door het Omroeptooneel uitgevoerde
spel zel^r ook den ouderen luisteraar boeien.
MAANDAG 25 MEI, 2e Pinksterdag is van 13.001315
uur op Hilversm I de serie: De zin van het boer zijn
aan de beurt en vanzelfsprekend geheel in de
Pinkstersfeer geschreven, zooals ook al eenigszins uit
den titel blijkt: De Geest spreektTekst van
Dirk van de Bospoort.
Landsmans Lust brengt van 18.00—18.30 uur op Hil
versum I het spel „We hebben den eersten prijs
gewonnen", dat op Hemelvaartsdag moest worden
uitgesteld. Het geeft een beschrijving van een muziek-
en zangconcours en werd bewerkt naar gegevens van
H. W. van Rijk, terwijl een aantal Drentsche speel
sters en spelers de vertolking op zich nam.
Van 20.35—21.15 uur vragen we daarna op Hilversum II
de aandacht van alle luisteraars, die Nederland goed
meenen te kennen. Er wordt dan een luisterwedstrijd
uigezonden, waarin verschillende plaatsen in ons land
worden besproken, terwijl de luisteraar dan de naam
van de bewuste plaats moet raden. Voor nadere bijzon
derheden verwijzen we naar het afzonderlijk bericht.
DINSDAG 26 MEI wordtr van 13.00—13.15 uur over Hil
versum I een programma -gebracht voor de "Rijpere
Jeugd van het Platteland, dat door J. Tolner werd
samengesteld, uit enkele ingezonden stukjes en korte
eigen teksten, afgewisseld met muziek.
WOENSDAG 27 MEI brengt D. Hiddinga van 13.00—13.15
uur op Hilversum I een bezoek aan de vlasschool te
Standdaarbuiten (N.B.) en volgt daar. onder zeer
deskundige leiding, den ingewikkelden weg Van Vlas
tot Lint, „A
De serie uit Neerlands Gouwen geeft van 14.15—14 30
uur op Hilversum I een voordracht te hooren. getiteld:
Macht der Zee. Voorgedragen worden een fragment
uit ..Kruistocht om het eiland" van Age Scheffer,
alsmede een. gedicht van Martien Beversluis ..De
Redders".
Van 19.15:—19.30 uur zetten we op Hilversum I can
weer de microfoon te luisteren bij de Familie De Boer,
om- te hooren. wat voor nieuws die al zoo 'te vertellen
heeft.
DONDERDAG 28 MEI hooren we van 13.00—13.15 uur
over Hilversum I weer een lezing in de serie „De
Landstand aan het werk".
VRIJDAG 29 MEI kunnen we van 13.0013.15 uur*over
Hilversum I een uitzending beluisteren in het kader
van den Productieslag 1942.
ZATERDAG 30 MEI bezoekt de verslaggever D. Hiddinga
enkele druivenkassen en zal U het een en ander laten
hooren over: „Het krenten van druiven". Uitzending
van 13.00—13.15 uur over Hilversum I.
Dirk van den Hul vertelt U van 19.1519.30 uur op
Hilversum I in zijn bekende serie: „Als ik het voor het
zeggen had", over: „Wat mij aan het hart gaat", en
we gelooven zeker, dat dit ook U aan het hart zal gaan.
daar niet te lang mee worde gewacht.
Zulke leergangen aan onze bestaande onder
wijsinrichtingen zouden tevens een voortreffe
lijke propaganda vormen voor deze zoo be
langrijke zaak.