„Nederland voedt zich zelf!" Mergkool Vergaren en bewaren PcoducUcslay 194-2 Kort maar krachtig No. 63 16 Het telen van zooveel mogelijk en zoo goed mogelijk stoppel gewas is een der belangrijkste middelen om de veevoeder voorziening in den aanstaanden herfst veilig te stellen. Mergkool is een prima stoppelgewas. Mergkool behoort in het laatst van Mei op een plantbed te worden uitgezaaid. Dan heeft men de zekerheid, dat men v eind Juli begin Augustus plantmateriaal voor het vrijgekomen land ter beschikking heeft. Merg kool komt goed tot haar recht vooral op een vroegen stoppel en levert dan een groote hoeveelheid zeer eiwitrijk voer. Voor een halve hectare stoppelland hemen wij minstens 4 are kweekbed en per are rekenen wij op een ons zaaizaad. Vroeg maaien geeft een product met belangrijk hooge- re voedingswaarde. Men kan echter niet veel vroeger -gaan hooien, omdat het weer in de maand Mei zich daar niet voor leent. De nachten zijn te vochtig; te veel dagen zijn nog te koud, kortom de Meimaand is geen hooimaand. Toch is er veel voor te zeggen om eind Mei reeds te maaien, aangezien dan een product met hooge voe dingswaarde verkregen wordt. Hooien is dan echter niet mogelijk. Dus: inkuilen. Maar dan op de juiste manier, dus inkuilen met zuur. Wint men kuilvoer volgens de Friesch-Hollandsche, dus de „warme" werkwijze, dan zijn de optredende verliezen vaak zeer groot. Zoo groot zelfs, dat zij het voordeel van het vroeger maaien vaak weer te niet doen. Niet alleen kwaliteit oogsten, maar ook bewaren moet het wachtwoord zijn. De uitkomsten van proefnemingen hebben de laatste jaren onomstootelijk aangetoond, dat het inkuilen volgens de Finsche jnethodp, dus met zuur, een zeer belangrijke verbetering beteekent. Dit is vooral daarom van beteekenis omdat 1. men den aanstaanden wintertijd nagenoeg geen krachtvoer ontvangt, 2. De melkproductie bitter rioodig is 3. een tekort aan eiwit in het voederrantsoen een groote rem is voor de melkproductie Er moet dus alles op worden gezet om zooveel mogelijk eiwitrijk gras te winnen en vervolgens dit eiwitrijke gras met zoo weinig mogelijk verlies te bewaren. Dus: Dezen zomer zooveel mogelijk met zuur inkuilen. 1. Omdat met zuur inkuilen minder ervaring ver- eischt en dus gemakkelijker is dan Friesch kuilen. 2. Omdat met zuur inkuilen onder alle omstandighe den gelukt. 3. Omdat met zuur inkuilen geen zichtbare kantver- liezen geeft. 4. Omdat met zuur inkuilen broei uitsluit en de ver liezen aan eiwit en zetmeelwaarde daardoor veel geringer zijn dan bij een andere werkwijze. 5. Omdat met zuur inkuilen veel en veel minder van het zoo. schadelijke boterzuur oplevert dan een andere manier van inkuilen. Met zuur inkuilen is altijd beter. Het is altijd mogelijk zuur te gebruiken bij het in kuilen. Ook indien het grondwater er toe noodzaakt boven op den grond te kuilen. Het spreekt van Zelf dat een kuil in den grond de voorkeur moet hebben. 4 regels voor het inkuilen. Met zuur inkuilen is gemakkelijk en levert met zeker heid een goed product. Onder voorwaarde echter dat men de volgende 4 regels in acht neemt 1. Het^gras moet sappig zijn, met weinig stengels, dus jong. 2. Hetr gras moet dadelijk na het maaien in den kuil gebracht worden. 3. Het gras moet bij het in den kuil brengen met het zuur worden besproeid en daarna worden verdeeld, waardoor de massa zoo goed mogelijk met het zuur wordt vermengd. Met 1 flesch sterk zuur kan men, na vermenging met 6 flesschen water, ongeveer 7000 kg. gras inkuilen. Te rekenen valt dus op 2 tot 3 flesschen zuur per hectare. 4. Het gras moet, na het besproeien zoo vast mogelijk worden aangetrapt; daarbij moet men den hoop gelijkmatig en bolvormig opstapelen en er voor zorgen dat het teveel aan persvocht goed kan af- loopen. Is het gras eenmaal goed aangezjiurd en aangetrapt. dan is zeer snel werken .niet meer noodzakelijk; men kan dan gerust een week of zelfs langer met een hoop bezig ziin. 1 Wie boonen voor het zaaien even in wat petro leum kan leggen, loopt minder gevaar voor vo- gelschade. en ritnaaldenvraat. 2 Wie nog geen mergkool heeft uitgezaaid, moet dit thans zonder uitstel doen; als de planten gezond en sterk zijn en men ze op een leeftijd van ruim twee maanden over plant, krijgt men de beste uitkomst. 3 Jonge bieten vragen de meeste zorg; aardappels en hakvruchten, maar ook de jonge granen lijden sterk indien niet op tijd geschoffeld wordt. '4 Emelten kunnen groote schade doen op grasland en op gescheurd grasland. Daarom moet de boer thans nagaan of er emelten in zijn land voorko men. Op grasland kan men een onderzoek instel len door de zode met een mes zeer dun af te snij den en op gescheurd grasland door hier en daar den grond open te krabben. Het veelvuldig voor komen van kraaien is ook een aanwijzing. 5 Voor het bestrijden van emelten is nog altijd het beste middel: per hectare 25 kg. zemelen goed ver mengen met 1 kg. Parijsch groen en tegen den avond uitstrooien wanneer men een zachte droge nacht verwacht. K 1128

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1942 | | pagina 16