„GEBONDENHEID AAN DEN GROND J clen buitenf i I Van en over onze eilanden M EN zal deze beeldspraak van een eenvoudig man van de eilanden kunnen verstaan. Waar de mensch ook heengaat en vertoeft, toch vergeet hij zijn geboorte-grond of de streek, waar hij z(jn jeugd sleet en opgroeide nooit. I Zoo gaat het in I „Waaieen mensch op de wereld ook heenzwerft, het stof van zyn geboorte-streek neemt hij mee aan zijn schoenen Wanneer wij eenige grondbeginselen, die thans in het brandpunt staan van den tijd, .wat nader willen bezien, dan willen we aanvangen met deze eenvoudige woorden en er mede eindigen. Van zijn geboortegrond kent ieder wel eenige historische feiten, die eeuwen zijn blijven voort leven en waar de bewoners nog over spreken Soms is het een feit, dat stérk op de fantasie heeft ingewerkt, het médegevoel heftig heeft beroerd of het is een gebeurtenis, die b.v. het landschap-schoon schond. Ik wil hier eenige ge schiedenissen vertellen, die uit mijn landstreek (het eiland IJsselmdnde) stammen, waaruit eenerzijds het medeleven met droeve gebeurte nissen spreekt, anderzijds het verloren gaan van iets waardevols in de streek, bijna als een „per soonlijk" verlies werd gevoeld. Nog alt(jd vertelt men bij een bezoek aan het kasteel te Rhoon, dat het kind van den Heer van het Kasteel in den keukenvijver verdronken is vóór ongeveer 4 eeuwen. Een beeld, voorstellende twee meerminnen, was op die plaats gezet ter waarschuwing en her innering! Het be^ld is er nog. Met weemoed wordt U verteld van het voormalig Kasteel te IJsselmonde met het groote ruime bosch-terrein. Het was een sieraad voor de streek. Het trotsche kasteel moet ook goed zichtbaar - zijn geweest vanaf de rivier. Na een langdurig proces tusschen het Gemeente bestuur en den voormaligen Heer van het Kasteel moet volgens de overlevering de' oude baron, na het proces te hebben gewonnen, met zijn stok in. het zand voor het gebouw ^hebben geschreven „Wee IJsselmonde". Hij liet zijn kasteel met'den grond gelijk maken en het uitgestrekte bosch rooien. De groote aantrekkelijkheid van het dorp was daarmede verdwenen. Zoo pijnlijk hebben de inwoners dit verlies aan gevoeld, dat ze er heden nog over spreken. Een buitenpoldertje, behoorend bij het kasteel, liet men tal van jaren door rivierwater over- stroomen. De gaten in de beschermende kade' werden niet gedicht. Een ondernemende boer heeft eens het poldertje ontwaterd en in cultuur gebracht. Hij streed zijn geweldigen strijd met het water. Zijn ploeg doorsneed echter telken jare de vruchtbare rivierklei. De gewassen groei den weelderig. Het is thans bouwterrein geworden. Vindt men dat medeleven en die liefde voor den geboortegrond nu maar alleen bij onze voor ouders? Neen, diep in ieders hart lééft die gebondenheid, doch het leek of de laatste jaren een algemeene losgeslagenheid van eigen grond was gekomen met alle ellende daaraan verbon den. Dit was niet de wil der boerenbevolking, doch andere factoren ^peelden daarbij de hoofdrol. Herhaaldelijk is op deze ontbindingsverschijnse len gewézenOok hier geldt: De kruik gaat zoolang te water tot hij barst. De ziekte was langdurig, de crisis die de genezing inzette was hévigj de val van ons volk was diep, doch de genezing, de herrijzing is ingetreden. de liefde voor Volk en Vaderland zal terugkomen en daarmede het, gezondede echte levens vreugde. Boerenland in boerenhand. Velen heb ik zien ontwortelen van hun grond door armoede daartoe gedreven; zij lieten zich medesleuren met het jachtend gedoe en de specu latie-woede der laatste jaren. We willen ons niet verdiepen in de diepere oorzaken. We willen alleen vaststellen, dat het vreemd is aan den landman, die rustig moet kunnen arbeiden op zijn land en hoeve. Omdat de boerenarbeid het nauwst met de natuur samenwerkt, kan de boer niet leven bij den dag. De natuurkrachten werken niet haastig, doch eischen hun tijd. De wetten, die de natuur beheersohen, behooren tot de eeuwigheid Uit die oude, doch opnieuw herleefde waarden, de gebondenheid en liefde voor den bodem, waar op wij leven, vloeit veel heil voort. Deze liefde en gebondenheid was er, ook toen het was of alle hoogere beginselen waren wegge vaagd, ze waren slechts teruggedrongen, zooals zoovele goede eigenschappen van ons volk waren overwoekerd, ook door de vele nooden der laatste jaren. Velen staan verbijsterd door de geweldige dingen, die zich voltrekken, doch met het vaste kinder lijke vertrouwen in het „absolute goede", in de Voorzienigheid, waarvan wij alle wegen niet kennen, past het kleine rrtenschjes niet zicïh door haat en nijd tegen een groep volksgenooten te wenden. Zij hebben te bedenken, dat ook zij slechts werktuigen zijn Van de Hoogere Leiding. Zij, die verbijsterd staan over het „geweld" van onzen tijd, hebben te bedenken, dat „God Liefde is", dat is geen weekheid en dat des Scheppers werk niet half geschied, doch grondig. De goede landman, die zijn bedden met edele, vruchtdragende planten wiedt, doet dit grondig, desnoods met harde hand. Hij doet dit niet om het onkruid te vernietigen, doch ter wille van de voedselgevende gewassen, om die ruimte te geven om te groeien en te bloeien. Ieder, die gezond denkt, jammert niet om het vernietigde, nuttelooze onkruid, maar prijst de harde hand, die arbeid verricht. De landarbeid is een nuttige en mooie arbeid, omdat hier de innige samenwerking van menschen-arbeid mèt de wondere krachten der natuur, het voedsel oplevert Weê, weê een samenleving, die zoozeer aan Mammon's voeten ligt, die terwille van het goud, het edele gewas liever vernietigt, dan het te doen dienen voor voedsel van mensch en dier! Niet meer jammeren, om wat échter ons ligt, doch thans is de tijd gekomen, om vooruit te blikken en te „bouwen"te bbuwen aan een volksgemeenschap, waarbij gemaakte fouten vermeden worden. De Landstand wil- den Landman weer plaatsen op de plaats, waarop hij door de natuurlijke Orde gesteld isop den boerengrond, om die te J (LANDELIJKE HUMOR) f „De gemeente-secretaris moest met, veel J* [spoedf Verzenden een gewichtig en brief De bur gei vader danmóét (In de stad gaat dat met groot gerief) Zoo'n stuk met zyn naam bekrachtigen Zijn Edelachtbare liet zich echter nooit 4 j [binden, Hij was immers de dorps-almachtige. En was dan ook nergens te vinden. Ten einde raad dan naar zijn huis 4 Met 't document gewapend op stap, Doch daar was het ook niet pluis, Diep zonken zijn schoenen in de pap De meid had de „baos" niet weg zien gaan, De bazin dacht: „hij was naar 't land", Ze zei: „Hier, doe de „baos" z'n klompe [aan, We kenne hier gén rang of stand." 4 De secretaris keek hen verbluft aan, De meid en de bazige vrouw, En zeide: „Zeg, moet ik hier blijven staan? Hoe heb ik het nou 't Stuk moet geteekend worden met spoed t Is dringendallééü" 4 „Secretarisje, hou jie een beetje je toet Jünske je mot oe mak ouwen, ee?" 4 Het secretaris je kromp in elkaar, Stamelde: „O, pardon mevrouw 4 Wat ze zéi: was maar dl te waar, Hij had dan ook groot berouw, 4 Gedwee trok hij de klompen aan, Die anders klemden om burgemeester*s 4 [voet! fMevrouw ik zal zoeken gaan, En hij gingmet ned'rigen groet. En nu op zoek naar burgervdar, 4 Door modder, klei en riet.. Doch hoe hij tuur en in de verte stadr Zijn edelachtbare zag hij niet! J Mischien aan *t zaaien q Wie zal t raaient Ploegen, eggen, wieden Met de andere lieden Hoera, hij zag hem eindelijk staan, J Zijn klompen wogen véle ponden, j* Nu door 't land recht op hein aan, Hij had hem gelukkig gevonden, 4 De koeien loeiden om hem heen, Het was een heel gezwoeg, 4 Burgervadr was zeer tevreen, En TEEKENDE het stuk op den ploeg !l H. W. v. R. f bewerken, van geslacht op geslacht, want boeren arbeid is geen eendags-vliegDe gebonden heid aan en liefde voor eigen grond is een bron van kracht, die in den mensch tot Hooge waarden kan opgroeien Het is een steun en een vastheid. v. R. De Zeeuwsche eilanden. Teekening L. Louwerse

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1942 | | pagina 5