HET
UITERLIJK
van onze dorpen
Zet Uw boerderij o
Verbetering dringend
noodzakelijk
8 Een groote tegenstelling daarmede vormt dit fraaie dorpsbeeld.
Hier Au ligt voor den boer een prachtige
taak. Laathij zijn domein eens in oogen-
schouw nemen en voor zichzelf eerlijk vast
stellen wat hij van die stadsche nieuwigheden
missen kan en hoe hij die dingen uit het
moderne leven, die ook voor hem vair belang
zijn, kan aanpassen aan den stijl van zijn
boerderij of van zijn woning. En niet alleen
hij tijge aan het werk, neen, ook voor den
architect wordt het tijd zich te bezinnen op
de eischen, die het volksche leven stelt.
Al die volksvreemde rommel, die ons steeds is
aangeprezen onder 't motto: „landhuizen onder
architectuur gebouwd" den goeden ontwer
per niet te na gesproken heeft niets .te
maken met den dorpschen stijl en kan ge
mist worden.
Door de oorlogsomstandigheden wordt thans
practisch niet meer gebouwd of uitgebreid.
Laat men den tijd nu nuttig besteden door
veel op te ruimen, wat vroeger bedorven is.
Ieder op zijn eigen terrein, de boer op zijn
hoeve, de dorpeling in het dorp, de overheid
op den openbaren weg, ieder -herstelle wat
nog te herstellen is.
Het resultaat zal verrassend zijn!
v. Vstr.
Dat onze boeren nog ploegen en eggen,
zaaien en oogsten in trouw aan onze Moe
deraarde, dat is het symbool van onzen
onverwoestbaren Germaanschen levenswil.
De levenswil van ons volk, die wel lang
sluimerde, maar nooit verging, doet zich
gelden in dezen tijd. De oude eri altijd
nieuwe geest is herboren.
Wij beluisteren de doorbreking van den
dag, die komt in de stem van den donder
en den zeewind. In de stem van ons bloed.
E. J. Roskam Hzn.
Geeft U op voor een ,,1
„Er is geen betere manier
steedschen medisch achting
boer te geven, dan door hem
te laten meewerken".
D. V. te Ai
Bovenstaande regels zijn afkoi
een brief, die bij een der Ge
Arbeidsbureaux binnenkwam, n
leiding van'het feit, dat vorig jaar
aantal jongens en meisjes uit de s
boer op" zijn geweest, om te helpe:
binnenhalen van den oogst.
Hoe kwamen die stadsjongens en n
toe, om den boer te gaan helpen?
die hulp absoluut noodig?
Natuurlijk niet. Maar daar gaat
om. Afgezien van de materieele z
er aan deze zaak verbonden is
IN het Heemkunde-nummer van „Volksche
Wacht" is ongenomen een artikel van de
hand van Anno Feenstra, dat handelt over
het werk van den Bond van Heemkunde op
het gebied van het gezondmaken en ver
fraaien van stad en land. Het artikel is waard
in breeder, kring gelezen te worden en vooral
zou ik het in handen willen zien van die
genen, die in meerdere- of mindere mate zeg
genschap hebben over de wijze, waarop in den
laatsten tijd vooral op het platteland wordt
gebouwd en vèrbouwd.
De^zaak is n.l.. Ook op hét platteland ontkomt
mer. niet meer aan de moderniseeringen en
verbouwingen, die voortvloeien uit het voort
schrijden van techniek en wetenschap.
Niet dat dit een nadeel is, integendeel, de
voordeelen der moderne techniek gelden ook
voor het platteland. De moeilijkheid is slechts
hierin gelegen, deze moderne techniek en
nieuwen bouwstijl aan te passen bij en om te
vormen naar den dorpschen aard.
In een van zijn boerenromans vertelt Evert
Zandstra ons bijvoorbeeld van een boerde.rij,
omgebou.wd tot een Amerikaansch aandoend
tankstation en van den strijd, die de vroegere
bewoner der boerderij moet voeren, wanneer
hij haar zóó terugziet. Ieder, die per auto van
Velsen naar Haarlem rijdt kan zelf consta-
teeren hoe foeileelijk dit tankstation is en
waar vroeger de boerderij harmonisch paste
in het landschap, thans een schreeuwend wit
gebouw alle aandacht tot zich trekt.
Echter niet altijd zijn het zulke sprekende
voorbeelden die het bederf van het platteland
aantoonen; ook in kleinigheden beginnen de
dorpen hun waren aard. te verloochenen Vaak
is dit een gevolg van den invloed van een
groote stad. die in de nabijheid ligt maar ook
wordt veel bedorven door de vestiging van
buitenaf. Heele dorpen zijn hï6r wat uiter
lijk betreft reeds vglkomen aan ten gronde
gegaan.
Niet alleen worden in zoo'n geval de nieuwe
wijken opgetrokken in een smakelooze rijtjes
bouwstijl met straten achtereen steeds
hetzelfde type maar ook voltrekt de uit
breiding zich veelal ten koste van veel na
tuurschoon Jn de eerste plaats wordt het te
bebouwen terrein vaak is dit boschterrein
volledig vernield, maar ook het uiterlijk
van het oorspronkelijke dorp wordt aangetast
door het bestraten en asphalteeren van la
nen én grintweggetjes, waarbij dar. de oor
spronkelijke begroeiing dikwijls vervangen
wordt door sprieterige boompjes, die zoo re
gelmatig en symmetrisch mogelijk geplaatst
worden.
Oud-Hollandsche dorpsstraatjes worden om
gebouwd tot winkelstraten, zoodat de aardige
geveltjes volkomen worden bedorven door de
moderne onderpui.
Een dorpsgezicht, dat wei
nig aantrekkelijks biedt
Zoo behoort een dorp er
niet uit te zien.
(Foto's J. D. de JongK
Benzinepompen, lichtreclames, telefooncellen,
automaten enz. schieten als paddestoelen uit
den grond, lantaarnpalen in den meest fan
tastischer! vorm en van allerlei materiaal
worden op de ongelukkigste plaats neerge
zet. Houten' bruggetjes'en vlindertjes voor de
boerderijen zijn opeens niet meer goed ge
noeg en worpen vervangen door betonnen,
nietszeggende bouwsels. Electrische klokken
plaatst men bij voorkeur op pittoreske plein
tjes.
Het ergste: ook de Boer gaat meedoen
Het behoeft ons niets te verwonderen, dat
onder deze omstandigheden ook de' boer aan
de algemeene vernieuwings„rage" mee gaat
doen en dat vaak niettegenstaande het feit,
dat de oude toestand soms beter was.
Hoevelen vervingen reeds niet de rieten kap
van hun boerenwoning, die zoo prachtig de
bodemverbondenheid accentueerde, door een
pannendak, liefst dan nog in zwarte kleur?
Hoe vaak ziet men niet op een prachtige
ingang met mooi bewerkte boven- en onder
deur een electrische bel, daar waar men een
trekbel verwacht?
En erger nog: soms is die onder- en boven
deur, die toch verschillende voordeeiep biedt,
zooals b.v. de mogelijkheid een gang door te
luchten, zonder dat dieren of kinderen
dadelijk wegloopen, geheel vervangen door een
modern maaksel met veel glas, dat de kans
op inbraak bovendien nog vergroot. Ook lui
ken, die anders een aardige groen-wit-roode
onderbreking votmen op een groote muur-
vlakte worden weggehaald met het gevolg,
dat de kamers in de winter een goede koude
beschutting missen en tevens een voor dezen
tijd gemakkelijk verduisteringsmiddel. En dan
die aardige kamertjes, waarmede de geluk-
kige(?l bewoners van den plattelandsnieuw-
bouw worden opgescheept!
Men kan er zich nauwelijks in keeren en de
keuken herinnert L" zich nog de zaal-ach-
tige kookgelegenheden uit vroeger tijd?
zijn in verhouding even klein
En hoe denkt U over het in massa vervaar
digde g!as-in-loodraam dat nu het zonnerad-
motief boven venster of deur op de boerderij
vervangt of" over de netantenne of stroom-
opwekker op de plaats, waar eertijds de ooie
vaar als lentebode verwelkomd werd?
Zoo zou ik nog eenige kolommen kunnen
vullen rnet het opsommen van dergelijke
ongerechtigheden, maar een ieder die er oog
voor heeft, kan ze ontdekken en zal, wanneer
hij eenmaal bezig is, versteld staan van alle
ongerechtigheden op dit gebied.