e stadsjeugd! Vroegleggende ganzen beginnen in December, de late in Februari. De eerste peggen 8 a 9, de laatste gemiddeld 13, maar soms ook wel 20 eieren. Éénjarige ganzen broeden gewoonlijk slecht Meestal verlaten ze 't nest na enkele dagen. Oudere ganzen daarentegen broeden in den regel jaar na jaar. Wanneer ze niet willen blijven zitten, is daarvoor bijna steeds eenzelfde oor zaak aan te wijzen, ni. dat ze niet in hun ge wone leghok, maar op een andere plaats te broeden werden gezet. Ook kippen zijn geschikt om ganzeneieren uit te broeden, maar in dat geval moet het broed sel tot 4 stuks worden beperkt. Niet alleen om de grootte der eieren, maar vooral ook om de onvocrdeelige hooge „zit" van de kip. Bij het broeden met kippen moeten de eieren vanaf den 20en dag dagelijks met wat hand warm water worden besprenkeld. Record-vreters. Wanneer de jonge ganzer.kuikens in de eerste 2 of 2 weken worden bijgevoerd, groeien ze sneller en zijn eerder ir. staat om groote hoe veelheden ruwvoer te verwerken. Eén keer op het gras, heeft men er geen omkijken meer naar. Het zijn geweldige vreters Zelfs als ze liggen te rusten, denken ze nog steeds „aan de inwendige gans". Van alle -grasetende die ren op de boerderij winnen ze 't snelst in gewicht. Het hangt van dé voederomstandigheeen af of men ze beter als halfwas of als gemeste vogels kan verkoopen. Vroeg uitgebroed en op behoorlijk grasland geweid, zijn ze aau 't eind van den zomer zonder meer goed voor den slacht. Bij minder gunstige omstandig heden zal men voor 't mesten gekookte, ge stoomde of rauwe fijngestooter. aardappelen en bieten bij moeten voeren. Laat uitge broede vogels die hoogere eischen stellen verlangen voor 't vetmhken zelfs meel of graan. Maar dat is in deze tijden tegenover de volkshuishouding niet verantwoord. Zelfs niet bij prijzen als tegenwoordig voor ganzen worden betaald. de J Ze doen op 't oogenblik een besten prijs y Broedganzen. IN de laatste 25 jaar zijn ganzen wat op den achtergrond geraakt. Zelfs bij boeren, dia toch de beste gelegenheid hadden om ze te blijven houden. Gedeeltelijk is dit een gevolg van den verbeterden waterafvoer, waardoor het mogelijk werd om veel drassigen en half- wilden grond, die tot nog toe alleen maar voor de ganzen werd gebruikt, tot goede vee weiden of hooilanden om te zetten. Van veel grooteren invloed zijn echter de handelsomstandigheden, als gevolg van den vorigen oorlog geweest. Door hun eigenaardigen samenloop werkten zij uitermate vernietigend op onze ganzenteelt, die daardoor in 4 jaar tijds van een veel beoefend en bloeiend ne- venbedrijf tot een liefhebberij van slechts enkelen is geslonken. De grootste klap was het plotseling verlies van ons afzetgebied. Des te meer, omdat de binnenlandsche markt de tienduizenden jonge ganzen, die anders voor goede prijzen naar Duitschland werden verkocht, niet tegen een redelijke fokkersbelooning kon verwerken. Het is dan ook begrijpelijk, dat bij een opbrengst van 12 tot 15 stuivers voor halfvolwassen vo gels niet meer werd aangefokt. Even begrij pelijk als het is, dat in 't eind van den oorlog, toen de nog aanwezige exemplaren tegen hooge prijzen voor consumptie-doeleinden werden gekocht, de boer als de drommel van de gelegenheid gebruik heeft gemaakt, om de zoo lang voor niets gevoede koppels oude gan zen óók nog op te ruimen. Een pleidooi. In die dagen zijn veel bedrijven voorgoed van de ganzenhouderij afgestapt. Voor de meeste is dat niet erg. Maar van andere - wier aard en ligging ernaar was - is het jammer, dat ze hun vogels niet hebben gehouden. Want de natuur heeft de gans met eigenschappen bedeeld, die het mogelijk maken om haar op veel boerderijen te exploiteeren, en haar met gras en landbouwproducten te voeren, die voor Ook de broedganzen kunnen het grootste deel van het jaar aan zichzelf worden overgelaten. Alleen ih den winter vragen ze wat- zorg. Om dat vroeg gebdren kuikeijs meestal het best worden betaald, is het gewenscht om de fok- dieren tijdig in een goede conditie te brengen. Waar het mogelijk is om ze op 't stoppelland te drijven, dit is een goed middel om vet- reserves te vormen. Later kan met goed gev .g van beschadigde wortel- en knolgewassen ge bruik wórden gemaakt. Tegen den leg is het evenwel noodzakelijk om krachtvoer te ver strekken. In 1 oosten van het land werd daar- De ganzenmarsch. voor hoofdzakelijk haver gebruikt. De moeder en liaar talrijk kroost. (Foto's De Jonge) het anderê vee van slechts weinig beteekenis zijn. Wanneer aan ganzen, zelfs op betrekke lijk slecht weiland, maar voldoende ruimte en vrijheid wordt gegeven, komen ze gedurende den zomer in niets te kort. Haar buitenge woon verteringssysteem stelt haar in staat om allerlei rommel en afval tot waarde te brengen. Het gras van moerassige weiden, de bladeren en wortels van boterbloemen en an dere minder gewenschte weideonkruiden, ver droogd en afgevallen fruit, half verrotte ap pelen, zieke aardappelen - alles achten de ganzen voor zichzelf geschikt. Ook de kuikens kunnen het grootste gedee e van 't jaar uitsluitend van gras gedijen. Al leen in de eerste paar weken moeten ze worden bijgevoerd. Maar ze stellen aan den aard van dit bijvoer geen hooge eischen. Dat is van gemak in tijden als deze, nu er van de anders gebruikelijke voedermiddelen mees' vl niet meer zoo veel verkrijgbaar is. Het grootbrengen van de kuikens is een g*e- makkelijk werk. De sterfte is gewoonlijk ge ring. Wannéér we hier nog aan toevoegen dat ganzen buitengewoon goed bestand zijn tegen allerlei weersinvloeden, weinig tijd voor ver zorging vragen, met de eenvoudigste en goed koopste huisvesting tevreden zijn en in deze dagen een besten prijs opbrengen, dan zijn we met ons pleidooi om - waar mogelijk - weer ganzen te houden, zoo ongeveer gereed. De voornaamste functie van de ganzen moet echter zijn om op de voordeeligste manier waardeloos gras en afvalproducten tot men- schelijk voedsel om te zetten. Niet om daarbij op te treden als concurrenten van het .ee. per slot van rekening soms een gaat het hier om iets anders, eens de nadruk mag worden ge- s dit niet een mooie gelegenheid deling eens iets van het platte- te toonen! Vaak beklaagde de rover, dat in de stad zoo weinig was voor zijn werk, dat de stad ;de voor den administratieven waaruit de boer niet meer wijs Dat was vaak het eenige, wat stad merkte. (gint hierin langzamerhand ver- komen. Onder den druk der om- n interesseert de stedeling zich ;er voor het boerenleven, hij be- eer op den bodem, waaruit hij moet verkrijgen. En het is thans den boer te zorgen, dat deze Nu is er deze oproep, gericht tot die jon gens en meisjes uit de stad, die over een lange vacantie beschikken, hetzij doordat zij nog studeeren, hetzij doordat zij zonder werk zijn Deze jongens en meisjes willen hun vacan tie niet rondlummelen, integendeel zij ste ken de handen uit de mouwen Het zijn na tuurlijk geen volslagen krachten, die zich melden, maar de goede wil is er. Zij willen - kennismaken met het boerenleven en... U kunt hen hierbij helpen. Doar bij het Gewestplijk Arbeidsbureau op te geven, dat U een of meer van deze „hul pen" kunt gebruiken, helpt U mede, dat de stedeling meer waardeering voor Uw werk krijgt, dat hij een beter inzicht krijgt in Uw moeilijkheden en behoeften, juist doordat hij/zij zelf meewerkt. Die jongens en meisjes, die vorig jaar „den bo^r op" zijn geweest hebben het Arbeidsbu reau geschreven over hun ervaringen. En door al die brieven heen loopt één groote draad: de bewondering voor den boer, den eerbied voor zijn werk, dien hebben zij allen leeren koesteren. s Natuurlijk, er waren wel een klachten som mige boeren verwachtten wel eens te veel van de jongens en beschouwden hen meer als goedkoope arbeidskrachten, dan als „gast", maar aan hun waardeering voor den boerenstand deed dit toch niets af. De eene brief was nog enthousiaster dan de andere! Vooral de voeding was hun erg meegevallen! En die trotsche brieven wanneer zij na een paar' weken al zelfstandig "mochten maaien of eggen of grasland scheuren of koeien melken! Het is een lust om ze te lezen! En wat moet de boer nu doen wanneer hij zoo'n jongen of meisje als landhulp voor minstens 4 weken wil hebben Wij schreven het reeds: hij geeft dit ten spoedigste op aan het Arbeidsbureau. Gedurende den tijd. dat zijn „gast" bij hem is moet hij als tegenprestatie voor diens ar beid zorgen voor kost en inwoning, hij moet de kleeren van de(n) „hulp" heel houden en hem (haar) f 1,— zakgeld per week geven. Hij neemt ze dus gedurende den tijd, dat zij bij hem zijn geheel op in den. huiselijken kring. Alle inlichtingen worden voorts ver strekt bij het Arbeidsbureau. De ..landhulp' ls vooraf medisch gekeurd op geschiktheid voor lichte landbouwwerkzaamheden. Dat is alles U ziet er kan dus onmogelijk veel tegen zijn, om op deze manier stad en land nader tot elkander te brengen. Ook voor Uw zoon en dochter is het een voordeel, wanneer zij vrienden of kennissen hebben uit de stad. uit een andere omge ving. Aarzelt dus niet langer, maar geeft U 'en spoedigste op. U Zult er geen spijt van heb ben!

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1942 | | pagina 9