Economisch weiden Hee m kunde? Wat is HIER is in de laatste jaren al zooveel over geschreven en gepraat, dat het wel algemeen bekend is, dat'weiden in kleine perceelen, dus de toepassing van het z.g. om- weidingssysteem de meeste voorkeur verdient Alleen jong gras geeft voer. om van te melken. Jong gras heeft een goede verhouding tus- schen eiwit en zetmeelwaarde. En daar alleen bij omweiden de dierensteeds beschikken over jong gras, is dit wel het grootste voor deel van het moderne weidesysteem. Er zijn meer voordeelen, dan zuiniger gebruik van het grasland. Er wordt niet zooveel gras ver trapt. De verzorging der perceelen kan beter tot zijn recht komen. We denken aan mestflatten spreiden, bossen maaien, onkruid verdelgen Maar zorgt, dat dit ook gebeurt!! We zullen hier verder niet over uitweiden. Nog maar al te vaak hoort men de meening: Omweiden is goed, maar dan moet ik stikstof hebben. Nu is het wel waar, dat men, om het moderne weidesysteem in zijn uiterste conse quenties door te voeren 5 are per koe, elke 5 dagen verweiden de beschikking moet hebben over een ruime hoeveelheid stikstof en een zomerbemesting met kali is ook wel aan te bevelen. Maar we moeten bedenken, dat ook heden, nu de stikstof ontbreekt, het weiden in kleine perceelen voordeel biedt, al zal men per stuk vee wat meer land noodig hebben, vanwege de te verwachten mindere grasopbrengst. Nu weet ik wel, dat we stuiten op verschillen de moeilijkheden, waarvan de voornaamste wei is het afrasteringsprobleem. Gelukkig is hij, die voor enkele jaren al ovet gegaan is tot weide in kleine pferceelen. Die zal geen groote moeilijkheden ondervinden. Anders is het met hem, die nu wil overgaan tot het omweidingssysteem. Velen zullen dit. wegens het ontbreke:. van voldoende draad niet voor elkaar kunnen "krijgen. Om het grootste voordejl te kunnen verkrij gen moeten we,- in de huidige omstandighe den, perceelen hebben van plm. 8 are per koe. Kan men ze door een goede toestand van het land kleiner nemen, dan is dit aan te bevelen Maar nu zullen we wel gemiddeld een acht, misschien wel negen are per koe noodig hebben, die d^p in plm 7 dagen af geweid zijn. En dan moet men de beschik king hebben over een zestal perceelen. Na een week of vijf kan dan het eerst afgeweide perceel weer ter beschikking komen en zal ai is geen stikstof gegeven wel weer voldoende weide bieden. Mocht het weer goed medewerken, dan kan misschien nog een perceeltje uitvallen om gekuild te worden. Dat is dan een meevaller tje. Men werke in dezen naar omstandighe den. Het hooiland deele men ook in kleine percee len in. Komt men door schraal weer e.d. weide te kort dan kan men een perceeltje, voor hooien bestemd, onder de koeien doen en niet, zooals we vorig jaar bij menigeen zagen, een groot gedeelte of zelfs al het hooi land. Bovenstaande geldt voor wie geen moeilijkheden heeft met de afrastering. Maar, zooals we boven reeds schreven, de klachten over tekort Via n draad zijn vele en er zijn boeren, die hierdoor gedwongen zijn, het oude beweidingssysteem van groote per ceelen, voort te zetten, hoewel ze graag an ders wilden. Gevallen van bv. 10 koeien op een perceel van 3 bunder en meer, zien we nog dagelijks. Deze boeren zouden we het volgende willen adviseeren Ziet ge u geen kans het volledig omweidings systeem in toepassing te brengen, tracht dan zoo eenigszins mogelijk middelen te vinden om de groote perceelen te verkleinen. Het is al beter dat in plaats van 10 koeien, op een perceel van 3 ha, 10 koeien achtereenvolgend op twee perceelen van IV2 ha komen. Door één draad te trekken kan men dit al berei ken. Laat uw gedachten eens gaan over deze dingen en begrijpt toch goed, dat elke ver kleining van perceelen al voordeel brengt. Tast tijdig uw veestapel aan aan de voeder- mogelijkheden, die uw bed.-ijf u hiecTl. Houdt niet te veel jong vee aan. Deze dagen 'Zagen we nog een bedrijfje van nu 5 koeien, waar 10 stuks jongvee liep te grazen. Dit is geen verhouding! Vorige winter is daar dus al te veel jongvee gehouder^ wat nadeelig op de voederpositie heeft moeten werken. Hopelijk heeft deze boer hiervan geleerd. Hoe eerder hoe beter moet hij een flink aantal van zijn pinkjes opruimen. Misschien kan hij dan nog profileren van de toegekende toeslag. Weidt zoo zuinig mogelijk, zoodat voldoende grasland ter beschikking blijft voor kuilen en hooien. Hierover een volgenden keer. V. voor de week van 7 13 Juni 1942 ZONDAG 7 JUNI wordt van 8.15—8.30 uur op Hilv. I de week begonnen met ..De zin van het boer zijn", waar bij ditmaal gesproken zal worden over „Het Hoofd van den Boer". Tekst van Dirk van de Bospoort. MAANDAG 8 JUNI luisteren we van 13.0013.15 uur over Hilversum n naar het Actueel nieuws voor Boer en Tuinder. DINSDAG 9 JUNI wordt van 13.00—13.15 uur op Hilv. II voor de Rijpere Jeugd van het Platteland een luister spelletje gebracht van den 16-jarigen P. Minderhout: De eerste tabakstuin der aarde, een onderwerp, dat zeker ieders aandacht zal hebben en dat hier óp een heel aardige manier gebracht wordt. WOENSDAG 10 JUNI kunnen we van 13.00—13.15 uur op Hilversum II een verslag beluisteren van een bezoek aan de Landbouwtentoonstelling te Dalen, waar de boe ren van het Zuidenveld van Drenthe getoond hebben, dat er ondanks de moeilijke omstandigheden nog puike dieren oi>-hun bedrijf aanwezig zijn. „Uit Neerlands Gouwen" brengt ditmaal van 14.15- 14.30 uur op Hilv. II weer een voordracht in algemeen Nederlandsch, onder den titel: Op eigen bodem. Voor gedragen worden een schets van Dignate Robbertz en een gedicht van Francis André: De Zaaier. Van 21.0021,15 uür gaan we over Hilv. II weer op bezoek bij onze Drentsche vrienden „De Familie De Boer" en die zal zeker bet een en ander te vertellen hebben, want we willen U wel verklappen, dat ze een bezoek gebracht hebben aan de Studio's. Legt Uw oor dus te luisteren, het gezin heeft zeker het een en andfer in Hilversum gezien en beleefd. DONDERDAG 11 JUNI hooren we van 13.Q013.15 uur op Hilv. II een lezing van. dr. Piebenga, die zal spreken over de boerenschool te Rijs. een onderwerp dat zeer zeker groote belangstelling ^al hebben. VRIJDAG 12 JUNI .wordt van 13.00—13.15 uur over Hil versum II weer een uitzending in het kader van den Productieslag 1942 gebracht, waarin gesproken wordt over het hooien op ruiters. Landmans Lust brengt van 20.5021.20 uur over Hil versum II een West-Friesch luisterspel van Fred. Groot: „En toch de boerderijHet laat ons zien. dat de boerenafkomst zich vnooit verloochent, ook al heeft men jaren lang in de stad gewoond. Onder het laagje vernis, dat door het stadsleven wordt opgelegd, blijft toch altijd de boerenaard behouden. ZATERDAG 13 JUNI spreekt van 13.00—13.15 uur op Hilv. II H. Velthuysen speciaal voor onze visschers, over: „Strijd is leven, ook voor de vissclierij". Om 14.45 hoort U over Hilv. II een praatje over de bijen, met den titel: „In en om den bijenstal". Tekst van F. W. Beekhuis van Till. Van 15.1515.40 hooren we op Hilversum n in het vacantie-programma van den Nederlandschen Omroep een luistersDel van Karei van Dorp, getiteld „De Stedeling maakt kennis met het Platteland", waarin we van de hoogtepunten van het boerenjaar kunnen ge nieten. Dirk van den Hul heeft zich ook bij dit vacantie- programma aangesloten en spreekt van 19.1519.30 uur over Hilv. I onder den titel „Als gij den boer opgaatDat hij hierover weer enkele rake waar heden zal zeggen, spreekt wel vanzelf, en we zullen hem dan ook aandachtig ons oor leenen. Luistert gij mee? WIJZIGING UITZENDINGEN. Voor onze luisteraars hebben wij eenige belangrijke mededeelingen. In het Noorden des lands had men er ons feeds her haalde malen op attent gemaakt, dat de uitzendingen van 13.00—13.15 uur over den zender Hilversum I veel storing ondervonden. Wij kunnen U thans mededeelen, dat onze uitzendingen van 13.0013.15 uur niet meer over Hilv. I. doch over Hilv. II gaan. Dit zal een belangrijke verbetering zijn. De uitzendingen van onzen medewerker Dirk van den Hul blijven voorloópig te beluisteren op dezelfde tijden, dus Zaterdags van 19.1519.30 uur over Hilv. I. Tenslotte kunnen we U nog mededeelen. dat de uitzen ding Landmans Lust niet zal plaats vinden op Maandag, doch op Vrijdag van 20.5021.20 uur over Hilv. II. De Familie De Boer kunt U des Woensdags beluisteren van 21.0021.15 uur over Hilvèrsum II. II Door W. M. Eggink Of welke bevolkingsresten werden hier dan nog aangetroffen, want klimatologi sche veranderingen, die ook veroorzaakt werden door dezelfde oorzaken, als waar door onze bodem wijziging onderging (hetgeen sub l^al gevonden werd), ver oorzaakten tevens verschuivingen in de oorspronkelijke bewoning van onzen bo dem. En wanneer deze vroegere bewo ners vóór de Noord-west-germanen ook al germanen waren, dan dienen we ons met de vraag bezig te houdenhoe deze dan aan donker haar en bruine oogen kwamen. Dat hiermede ook het terrein der erfelijkheid en der erf gezondheidsleer betreden wordt is zonder meer duidelijk. Wij zouden ons in de veelheid van opga- l. ven en veelzijdigheid der heemkunde ver liezen, wanneer wij ons niet steeds weer (mochten laten beperken door den eigen bodem, waarop ons bloed ontstond. Welk bloed vestigde zich op ons heem? En daarmede zijn we aangeland op het ter rein der sibbekunde. De sibbekunde is de geschiedenis van onzen eigen stam, die ons eigen heem bevolkte. Sibbekunde, het zesde onderdeel der heemkundeis eigen lijk het hoofdbestanddeel daarvan. Want het gaat ons, menschen, 'toch om den menschl Er is echter een direct verband tusschen sibbe en heem, tusscHen bloed en bodem. De sibbe vestigde zich op een be paald deel van den bodem en juist dat deel waar onze sibbe zich op vestigde, hebben wij te beschouwen als ons heem. De plaats waar onze sibbe zich vestigde is onze heemstede. Hilversum beteekent Hïl- ferts heem\ Woltersum is Woltets heem. enz. enz. Het heem is pïecies zoo groot als die op pervlakte grond, die de sibbe noodig had om zich zelf te bedruipen en te handha ven. Deze oppervlakte, die in het Friesch hiem (bij de Saksen als heem of heim overgenomen) heet, heet bij de Franken sala; vandaar de plaatsnamen in Brabant, die op -sel uitgaan. Opgave van de sibbe kunde is nu om onzen stamboom te bestu- deeren en daardoor vast te stellen, waar ons heem ligt. Dat wil zeggen, waar onze oorspronkelijke hoeve ligt, want de sibbe vestigde zich oorspronkelijk op een hoeve of hofstede, waarbij de hoeve de opper vlakte grond besloeg, die noodigrwas tot het onderhoud van één gezin. Wij spraken daareven al van stamboom. Geen wonder, dat de sibbe als teeken een boom- heeft, symbool van afstervend en zich vernieuwend, maar steeds grooter wordend en oprijzend leven. Het gaat in de sibbekunde 'om onzen stam, dat is een ruimer begrip dan geslacht en deszelfs wetenschappen genealogie en heraldiek (wapenkunde, omdat de families hun eigen wapen voerden). Want in de genealogie gaat het meestal om den kwartierstaat (dat wil zeggen om de zestien bet-over- grootouders, en dat zijn zestien families) of om het geslacht en dat is alleen een familie met denzelfden naam, terwijl het in de sibbekunde juist gaat om dien eenen stam, waarvan wij, in de eerste plaats in de mannelijke linie, en later vermópdelijk ook wel eens in de vrouwe lijke linie (want heel Nederland en ver daarbuiten is toch „familie" van elkaar) afstammen. Onze familie is dan één tak van den stamboom en het gezin is de knoop tusschen twee families en, als men geen familie van zijn vrouw is, ook tus schen twqe geslachten, terwijl de sibbe alle afstammelingen bevat van één stam vader, ook al dragen zij diens naam niet meer, (spille-magen: afstammelingen in vrouwelijke linie). De vraaghoe komen wij aan onzen naam?, dient daarom óók als apart onderdeel der sibbekunde onder den titel: naamkunde beschouwd te wor den. Onze sibbe vestigde zich dus op een heemstede of hofstede. Werd zulk een hofstede versterkt, dan heette het wel rid derhofstad (in Zuidholland vaak „het Huis tein Friesland: stins of state, in Groningen: borg of heerd, in Saksenland: havezathe. Het sibbehoofd was niet alleen het wereldlijk hoofd van den stam; hij was ook de priester van zijn stam en tevens de rechter zijner sibbe. (Wordt vervolgd) V

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1942 | | pagina 15