Voorlichting bij de fruitteelt
'Wqar de mond
vol van is!
Keuring té Gapinge 27 Mei
De keuring had plaats op de weide van Dhr.
Aarnoutse. Het is hier wel eens drukker geweest.
Toch waren 7 stieren, 29 koeien, 3 kalf vaarzen
en 11 stuks jongvee voorgebracht van zeer goede
kwaliteit.
Stieren: Boukjés Bert I 16935 S van Stierenver-
eeniging Gapinge. 1ste en verhoogde prijs voor
afstammelingen, geb. 11 Nov. 1936, 83 p.; Nelis
18682 S van Stierenver. Gapinge, 1ste prijs, geb.
5 Maart 1939, 80.2 p.; Frans van Jac. Wattel,
Gapinge, 1ste prijs, geb. 25 Dec. 1938; 76.7 p.;
Emir I van H. Lorier, St. Laurens, 1ste prijs,
geb. 2 Nov. 1940; Arias van J. Meijers, Gapinge,
lste prijs, geb. 2 Dec. 1940; Dirk van L. Diele-
man, Gapinge, 2de prijs, geb. 18 Dec. 1940;
Augustus van Willemsdorp van A. Maas, Ga
pinge, eervol, geb. 1 Jan. 1941.
De volgende koeien kregen 80 of meer punten:
lste kalf: Emma 4 van Gebr. Traas, Seroosker-
ke 81 p.; 2de kalf: Elza van P. Langebeeke 80 p.;
3de kalf: Juffrouw UI van 7. Aarnoutse 86 p.,
Emma DJ van Gebr. Traas, Serooskerke, 83 p.,
Nora 4 van Gebr. Traas, Serooskerke, 82 p.,
Bertha 4 van W. Louwerse 80 p.4de kalfEmma
H van Gebr. Traas, Serooskerke, 83 p., Ida van
Gebr. Traas, Serooskerke, 81 p., Emma 2 van
Jac. Wattel 80.5 p., Boerinne II van J. Louwerse
80.5 p., Willy van P. Langebeeke 80 p.; Oudere
koeien: Trui III van P. Langebeeke 82 p., Juli
ana n van W. louwerse 81.5 p., Lieveling n van
S. de Visser 81.5 p., Bertha van J. Looise Jzn.
81 p.
Voorts werden 3 kalfvaarzen getoond met een
uitblinker. Ook de rubriek jongere vaarzen was
best. Hierbij waren 9 afstammelingen van Bouk
jes Bert. Ook waren door de jury 2 jonge stieren
van hem beoordeeld. De verhoogde prijs kon vlot
worden toegekend.
Welke wintertarwe-rassen zaaien
in 1942-1943?
Al enkele winters achter elkaar ia er heel wat
wintertarwe in Zeeland uitgevroren. De moge
lijkheid is niet uitgesloten, dat ook de winter
1942/43 streng is, zoodat ook dan tarwe kan
uitwin teren.
Het wintergewas staat thans te velde. Het is
in zijn groei en opbrengst door een ieder te
observeeren.
Op de proefvelden voor wintertarwe-rassen en
op het proefbedrijf in den Wilhelminapoider
heeft men daartoe een geschikte gelegenheid.
In hoofdzaak komen in het groot verbouwd
voor: Juliana, Imperial Ila, Jubilee, Lovink
en Astra.
De Juliana is sterk uitgewinterö. De Jubilee
bleek iets, doch weinig wintervaster. De Imperial
Ila is sterker dan deze twee. De Lovink en
Astra bleken het sterkst. Van de Astra is
echter nog weinig bekend. De Lovink daaren
tegen heeft zijn geschiktheid voor de praktijk
bewezen. Deze heeft een mooie blanke korrel.
Het schijnt thans het-sjeest aanbevelenswaardige
ras voor Zeeland.
De Carstens V, die hier niét of zeer weinig
verbouwd Wordt, wel -in Groningen, is zeer
wintervast. Deze heeft een kleine roode korrel
en is thans mede aan te bevelen.
Opbrengsten gemiddeld (overgenomen uit de
Proefveldverslagen voor Zeeland):
1932/37 1938 1940 1941
Juliana 44.6 (11) 52.3 (4) 49.1 (5) 46.7 (6)
Lovink 52.1 (4) 44.9 (5)
Carstens V 43.5 (8) 50.4 (3)
Imperial Ila 42.9 (8)
Astra 47.1 (1) 43.4 (1)
De opgaven zijn in 100 kg. HA.
Tusschen haakjes is opgegeven het aantal proe
ven, waardoor de gemiddelde opbrengst is
verkregen. L.
„Nu, wat zijn al die voor--
deelen
„Heeljeenvoudig! Tgdig be
diend en extra verdiend wil zeg
gen. dat je nu K.S.B. „Excello"
moet bestellen. Dan krijg je
het tijdig in huis en je profi
teert ook nog van een lagere
prijs. Met geen zorgen bedoel
ik, dat'je straks geen risico
hoeft te duchten van niet-
leveren. Hebben is hebben.'
Geen nadeel wil zeggen: dat
je volgende oogst niet behoeft
te lijden onder kopergebrek als
je nu direct K.S.B „Excello"
bestelt! Je kunt het. d*n ook
zeker tijdig, d.w.z. in Septem
ber, uitstrooien."
t
Ingezonden mededeeling.
- - q
•- f
y Foto: archief ,,De Landstand"
Aan het jaarverslag van de Veilings vereeni-
ging „Zuid-Beveland" ontleenen wij nog het
volgende
In het afgeloopen jaar werd als nieuw onderdeel
aan onze organisatie verbonden een afdeeling
„Voorlichting".
Hiertoe werd besloten in de Bestuursvergade
ring van 24 Juni 1941. Daarmede werd aan
reeds eerder geuitte wenschen voldaan. Deze
Voorlichtingsdienst staat onder leiding van den
Rijkstuinbouwconsulent. Voor de uitvoering van
de hieraan verbonden werkzaamheden werd als
assistent aangesteld Dh. J. A. v. d. Guchte.
Het doel van deze voorlichtingsdienst is de le
den der vereeniging bij te staan in zaken welke
verband houden met onze organisatie, en om
te trachten-hen antwoord te geven op vragen,
welke verband houden met de fruit- en groente
cultuur.
Dit kan bijv. zijn over den aanplant van boom
gaarden, variëteiten, snoei, bemesting, ziekten-
bestrijding, enz.
Tevens zullen door den assistent gegevens ver
zameld worden over diverse onderdeden van de
cultuur, zooals bijv. verschillende variëteiten,
resultaten verkregen met diverse cultuurmaat
regelen, aard en beïnvloedende omstandigheden
van ziekteverschijnselen, enz..
De assistent zal "regelmatig de bedrijven be-
zoeken voor het geven van advies in alle voor
komende gevallen, welk advies vanzelfsprekend
zal berusten op de in andere bedrijven opgedane
gegevens.
De telers kunnen dus aan de voorlichting
medewerken door het verstrekken van gegevens
en dan op hun beurt weer advies vragen over
verschillende punten, welke voor hen niet
duidelijk zijn.
Per circulaire werden de leden verwittigd van
het bestaan van den voorlichtingsdienst. Hierin
werd o.a. vermeld, dat de telers aan den assistent
inlichtingen konden vragen over alle voor
komende moeilijkheden, met opgave van
onderwerp.
Door verschillende telers werd hiervan een
dankbaar gebruik gemaakt. Met een flink aantal
telers kwam onze assistent reeds in aanraking.
De algemeen gevolgde werkwijze bij het bezoek
aan een bedrijf is, dat dit" wordt rondgegaan.
Hierbij komen dan veelal vanzelf de zwakke
punten naar voren: het mogelijke om-enten of
tusschen-planten van verschillende variëteiten,
vooral tijdens de wintermaanden de snoei van
boomen en struiken, het uitvoeren van de
ziektebestrijding en de hierbij te gebruiken
bestrijdingsmiddelen, enz.
De algemeene indruk is, dat het bezoek van
onzen assistent aan de bedrijven door de telers
op prijs wordt gesteld. Soms worden gestelde
vragen per brief behandeld.
Éénmaal per week wordt door den assistent
rapport uitgebracht bij den Rijkstuinbouwconsu
lent. Met deze vindt dan een bespreking plaat3
over de punten, die in de afgeloopen week van
belang waren.
In de nu afgeloopen wintermaanden werd voorat
aandacht besteed aan een uitgave van het
„Zeeuwsche Variëteiten boekje". Dit is nu zoo
ver gevorderd, dat dezen zomer het verschijnen
hiervan kan worden verwacht.
Ter vastlegging van de opgedane gegevens
werd overgegaan tot aanschaffing van een kaart
systeem. In den loop der jaren zal hierin waar
devol materiaal verzameld kunnen worden. Dit
zal het geven van adviezen steeds meer verge
makkelijken. De aan het rangschikken van deze
gegevens besteedde moeite zal ruimschoots
worden beloond.
Ook werd de naast het kantoor van de veiling
aanwezige demonstratiekast weer in gebruik
genomen. Hierin zullen steeds meer voorbeelden
van belangrijke ziekteverschijnselen e.d. tentoon-,
gesteld worden. Dit kan weer een schakel temeer
vormen tusschen de telers en den voorlichtings
dienst.
Regelmatig zullen nu aan de leden circulaires
worden verzonden met de aanwijzingen over be
langrijke ziektebestrijdingsmaatregelen en de
hiervoor benoodigde middelen.
Per 10 April 1942 werd hiermede een begin ge
maakt door verzending van het bericht, dat door
onderzoek van Prof. Quanjet te Wageningen
gebleken was. dat de ascosporen op 8 April zijn
vrijgekomen.
Deze werken een verbreiding van de schurft-
aantasting teen zeerste in de hand. Door een
vlugge bespuiting kan deze uitbreiding flink
geremd worden.
Voorheen werden deze verslagen alleen ver
stuurd aan de leden van de Pomólogische Ver
eeniging, afd. Zeeland. Een groote verbetering
is het ongetwijfeld, dat nu alle aangesloten telers
tijdig bericht krijgen van de zaken, welke voor
hen van belang zijn.
Toch zal het noodig zijn, om het snel doorgeven
van berichten, vooral die over uit te voeren be
spuitingen, telefonisch uit te voeren. In over-,
leg met de telfers zullen kringen vastgesteld
moeten worden. Een bepaalde teler in een der
gelijke kring wordt dan telefonisch gewaarschuwd
en deze geeft het bericht weer door aan enkele
telers, deze op hun beurt weer aan anderen,
In een minimum van tijd "kan een bepaald
bericht dan overal bekend zgn.
Nog zal de Voorlichtingsdienst meer ten nutte
van de telers werkzaam kunnen zijn door a.s.
winter op verschillende plaatsen vergaderingen
te beleggen met de telers. Op deze bijeenkom
sten zal door onzen assistent dan een bepaald
onderwerp behandeld worden. Of ook zou zoo'n
bijeenkomst meer hét: karakter van een „praat-
middag of -avond" kunnen hebben. De Voor
lichtingsdienst kan dan met een beduidend
aantal telers in contact treden.
In de eerste periode is nog slechts een aller-
eersten grondslag gelegd. Het zal ongetwijfeld
mogelijk blijken den Voorlichtingsdienst tot een
waardevolle schakel tusschen organisatie en le
den uit te bouwen. Temeer om dat reeds duide
lijk gebleken is, dat een dergelijk contact door
veie telers op prijs wordt gesteld.