Een blijde Ontrechte wer Het licht zegevierde over de duis: Fotos De jong Giethoorn, gered door succesvol c De bedrijfsgebouwen 'en kantoren van de ontginnings maatschappij eeuwen geleden als nederzetting van Italiaanschen oorsprong, haar grond - de St. Maartens- gronden - van den toenmaligen bisschop van Utrecht onder een zeer apart recht in gebruik ge kregen. Deze rechten had men onder geen voorwaarde mogen aantasten. Toen begon een ware martelgang voor de ontrecht'e bevolking. Hoewel- de regeering op de hoogte was met de gerechtvaardigde grieven van de gedupeerde ingelanden - uit de boe zem der bevolking was alles gedaan om verandering te krijgen - bleven alle pogingen tot verbetering van den toestand hopeloos en namen de verhoudingen in het land van Vol- lenhove steeds onheilspellender vor men aan. We behoeven slechts te herinneren aan de beruchte taxatie kwestie, het optreden der z.g. des kundigen en als klap op den vuurpijl het onteigeningsdrama, we kunnen hierop thans niet verder ingaan en men heeft hierover indertijd meer dere malen in verschillende bladen kunnen lezen. Het veroorzaakte on recht scheen ten eeuwigen dage on recht te moeten blijven Het licht breekt door! Zoo wendden de bewoners zich ten slotte in arren moede tot den Rijks commissaris voor het bezette gebied, nadat het Ned.Agrarisch Front zich het lot der bevolking had aange trokken. Reeds in den herfst van 1940 kwam het noodige contact tot stand en werden de eerste besprekingen tus- schen den Boerenleider Roskam en de Duitsche autoriteiten gevoerd. Aan deze besprekingen werd als ver tegenwoordiger der bevolkng deel genomen door den heer H. W. Dijks- ma, te Giethoorn, die dertien jaar lang onvermoeid gevochten heeft voor de rechten van zijn dorpsgenoo- ten. Voorts door ir. Rispens en den heer N. Roskam, hoofd van de af- deeling visscherij van den Ned. Land stand. Reeds dadelijk bleek, dat men op medewerking van Duitsche zijde kon rekenen en de Gevolmachtigde van den Rijkscommissaris in Overijssel, de heer dr. Schroeder, legde groote belangstelling voor deze belapgrijke kwestie aan den dag. Eenige toch ten werden naar het betrokken ge bied gemaakt, waarbij dr. Schroeder zich, temidden van de bevolking, vol komen op de hoogte stelde. Hij was het, die het initiatief van het Ned. Agrarisch Front krachtigen steun toezegde. Ook buurt boerenleider W. ten Wolde en de heer F. Ki, Pit> kringleider der N.S.B., beiden tè Blokzijl een gemaal gesticht om het overtollige water van het dertigdui zend bunder oppervlakte bestrijken de gebied af te ^voeren. De meervou digheid van he*t stemrecht heeft door haar gebrekkigheid steeds het waterschapsbestuur op het peil. van een z.g. regentenregeering weten te houden,, waardoor de kleine grond eigenaren al heel weinig in de melk te brokken hebben. Eerste bedrijf van het orttginningsdrama. Na de primaire bemaling zijn in 1921 plannen ontworpen vooi* se cundaire bemaling (partieele bema ling van de gronden in het water schap) in den vorm van droogleg ging en ontginning van eenaantal polders. In den winter van 1928-1929 is met de uitvoering dezer plannen een aan vang gemaakt. Helaas zou zich op dit tijdstip een ware tragedie aan de bevolking beginnen te voltrekken. Wat was n.l. het geval? De benoodigde gronden, welke het belangrijkste bedrijfsgebied van de Giethoomsche ingezetenen uitmaak ten, werden van overheidswege aan gekocht, hetgeen men klaarspeelde met allerlei wonderschoone beloften, die niet in vervulling zijn gegaan. Reeds onmiddellijk na den aan vang der werken trad in de streek een ongekend groote werkloosheid aan het licht en in Giethoorn bleek weldra een vierde gedeelte der be volking op steunverleening in eeni- gerlei vorm te zijn ahngewezen. Deze werkloos geworden menschen werden bij den polderaanleg tewerk gesteld aanvankelijk buiten de ge wone werkverschaffingsregels om, maar aldra bleek ook deze „wel stand" voor hen nog te goed te zijn. Zij werden niet meer tot de werk verschaffing toegelaten, alvorens ze hun laatste reserve (het voor het land ontvangen geld) hadden opge teerd. Een fraaie polder kwam tot stand, echter volkomen ontoegankelijk voor de streekbewoners; een monument dat de bevolking ten zegen had kun nen zijn, bleek haar doodsklok te zijn geworden. Niet alleen uit sociaal-econo misch oogpunt werd deze inpol dering een wanprestatie, doch evenzeer uit geschiedkundig oog punt De bevolking immers heeft De bewoners van hef waterdorp mo gen een geheel eigen, plaats innemen in ons kleine Nederland, dat het prettig is met dit „vreemde" volk de Gieterschen te verkeeren zal iedere insider moeten toegeven. Vriendelijk gastvrij, gemoedelijk,luchthartig en bovenal een uitgesproken gevoel voor recht en eer sieren de ras-Gietersche. Geen wonder dan ook dat de vreligde groot is in het dorp .van venders en plassen thans, nu einde lijk de resultaten van een dertien jarigen strijd tegen een foute ont- ginningspolitiek, die het vrije volk van boeren en visschers van zijn grond beroofde; een strijd, die eerst kans op eenig succes begon te krij gen na de bezetting van ons land, voelbaar zijn. WanJ nu gaat een blijde mare van mond tot mond in het land van Vollenhove: de strijd 8 om hoereneer werd met succes be kroond, de hoop op schadeloosstel- Th. V. Ook hij die geboren en getogen is in den kop van Overijssel en die er trotsch op is dat eens zijn wieg gestaan heeft aan den kant van een der vele Gietersche „grachten" ontkomt niet aan de zeer bijzondere bekoring en schoonheid, die het uitheemsch aandoende dorp Giethoorn in alle seizoenen biedf. Dit oude veendorp immers ademt" een sfeer zoo exotisch en eigendommelijk, zoo droomerig en apart, dat men zich tel kens weer goed moet realiseeren, dat ook Hollandsch Venetië in Neder land ligt. Nederlanden toch ook Venetië: al glijden hier niet de slanke gondels langs de machtige contouren van de Dogenpaleizen, maar zijn het de zwartgeteerde punters, vlotten en bokken die stilXekens weg schieten onder hooge bruggen en.roerlooze esschen. Ook Giethoorn is het land „zonder straten of wegen", al kan men er even goed te voet verkeeren als in de stad aan het Li do, het Italiaansche Venetië. J ling en gronduitgifte is dan toch nog V an i t a I ia a n scnsn bloede vervulling gegaan! Maar ér is een stem machtiger dan die van het landschap, heerlijker dan die van den bodem: de stem van het bloed! Mogen we den geschied schrijver gelooven - en we zijn zoo vrij - dan is. de Gietersche bevolking van Zuidelijken, om precies te zijn van Italiaanschen oorsprong. Zwer vend van land tot land. achtervolgd en nergens veilig trokken in de der tiende eeuw de Flagellanten of Gee- selbroeders rond, het einde der tij den ieder oogenblik verwachtend. De .rampen en plagen die te dien tijde het mensehdom, d.w.z. dan vnl. de volkeren langs de Middellandsche Zee terroriseerden deden deze mee ning' postvatten en zoo verliet men huis en haard om al predikend en zichzelven geeselend rond te trek ken, ten einde door deze boetedoe ning het dreigend onheil af te wen den. Hun optreden leidde echter tot excessen, reden, waarom de overhe den maatregele'n tegen deze Geesel- broeders moesten nemen.. Een groep van deze Flagellanten nu - komende- uit Italië - werd door den Bisschop van Utrecht het recht van nederzet ting verleend, daar waar thans Giet hoorn te vinden is. Alleen hierdoor is het te ver klaren, dat tot op den dag van vandaag het Gietersche onder Nederlandsche volkskarakters een geheel eigen plaats inneemt. Na tuurlijk heeft vermenging plaats gevonden tussehen Flagellanten en de oorspronkelijke bewoners: de Saksen en Friezen maar toch bleef de Zuidelijke inslag den boventoon voeren en nog heden ten dage zijn de Gieterschen in aard en wezen een aparte volks groep met geheel eigen tradities. Het Gietersche dialect heeft een bijzondere bekoring, de woord verklanking is vrouwelijk-zacht, meerdere woorden in de op zich zelf staande taal wijzen op vreemde - vnl. Duitsche - be ïnvloeding De voorgeschiedenis. Onder den naam „partieele bema ling van het waterschap Vollenhove" worden in Noord-Overijssel groote ontginningswerken uitgevoerd, welke, na de drooglegging van de Zuiderzee de belangrijkste werken van dien aard in Nederland zijn. Het waterschap .„Vollenhove", ge legen in het Noordwesten van Over ijssel en begrensd door Friesland, Drenthe, het Meppeler diep, het Zwartewater en de Zuiderzee, heeft een oppervlakte van ongeveer 30.000 h.a. Meer dan de hellt van deze oppervlakte wordt gevormd door het lage land, welks bevolking hier sedert eeuwen een eenvoudig, doch zelfstandig bestaan heeft ge vonden. De hoofdbron van dit bestaan was aanvankelijk de - reeds in de 13e eeuw aangevangen en door momvi- ken van een Giethoornsch klooster convent uitgevonden - vervening. Het waterrijke gebied dat hierdoor ontstond gaf aaii de visscherij een levenskans, terwijl tevens de klein- veehoudérij opkwam, waardoor latere geslachten er weer toe kwamen de landaanwinning aan te pakken. Het bestaanspeil van de bevolking was sober, daar zich echter uit het eene bedrijf het andere ontwikkelde was ook voor de volgende geslachten de mogelijkheid geschapen een zelfstan- geschapen bestaan te leiden. - Daar alle vervoer te water moest geschie den - „de Gietersche wordt in de punter geboren en begraven!" kreeg ook het scheepstimmerbedrijf levens vatbaarheid. De veehouderij en de daarmede gepaard gaande hooiwin- ning won inmiddels aan beteekenis en om het somtijds hooge waterpeil te kunnen beheerschen werd in '19- '20 aan de Ettenlandsche kolk bij Een boerderij „in den polder" die door Geldersche boeren is betrokken

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1942 | | pagina 8