Vijanden De Landsvrouw als Imkeres. van ons volksvoedsel TOT het domein van de landsvrouw moet ook de hof gerekend worden.- De gezel lige bloemenhof direct rondom het huis en daarbuiten de moestuin. Het zware werk doet de man, het zaaien en verzorgen doet Moeder de vrouw. Of dit nu altijd zoo ideaal samen gaat en er nooit eerst oneenigheid bij behoort daar zullen wij ons niet mee be moeien. Wat ons wel interesseert, of in dezen hof ook bijen gehouden worden, al zijn het maar een paar korfjes of kasten, want dan' pas is zoo'n tuin volledig. Wat een wereldje op zich zelf kan zoo'n hof zijn. De fruitboomen met hun knoestige tak ken, de seringen en kastanje, de gelukbren gende vlierboom bij de keukendeur of bij de pomp, de beukof meidoornhaag om alles heen en daarbinnen het heele jaar door die bonte bloemenweelde met haar geuren, voor al van de kruiden. En temidden daarvan een paar bijenvolken, zoodat vanaf de eerste zonnedagen in de klare lentelucht, geduren de de stovende warmte in den hof tijdens den langen heven zomer tot in het gulden war me licht van den kleurigen herfst, het heer lijke gegons van de nijvere bijen ons ver heugen kan. Gelukkig zijn er nog van zulke ideale ouder- wetschd tuinen te vinden, waar ook het fa- ïilieleven van de bewoners nog het sibbe- ..arakter heeft. In dergelijke geilen zijn er meestal geen moeilijkheden, vQi de bijen verzorgen zal. Het is opmerkelijk, dat dit meestai een oude Vader of een inwonende oom is, die daarvoor als vanzelf aangewezen is. En bij hun dood ging deze plicht over op den oudsten zoon. Terwijl in het buitenland, hoewel lang niet algemeen ,ook de vrouw als verzorgster van de bijen gevonden wordt, zijn er in ons land opvallend weinig vrouwen, die zich, anders dan om de honing, voor de bijen interessee ren. Wel komt het nog vrij veel voor, dat #.ij helpt zwermwacht te houden of bij den ho ningoogst behulpzaam zijn, maar het aantal zelfstandige werkelijke imkeressen is met eenige tientallen ruim geschat. Het is niet gemakkelijk hiervan, de oorzaken op te sporen, al geven de ervaringen eenige aanwijzing. Toch zou men mogen verwachten, dat dit werk, waarbij weinig lichamelijke kracht gevergd wordt, bijzonder geschikt zou. zijn voor vrouwen, al moet ik direct opmer ken, dat wil men het goed doen, het werken met bijen, een sterk vermoeienden en Psy chisch aangrijpenden invloed heeft. Als specifiek vrouwlijk zouden het lieflijk opi- gaan met bijen en het intuitief aanvoelen een grooter aantal imkeressen doen vermoe- 'den, want op deze weg is er bij vrouwen belangstelling genoeg. Maar zonder dat het nu juist allen Kenau's zijn die bijen houden, moet het toch ieders verwondering wekken, dat er eigenlijk nooit echte huismoeders on der zijn. De moeilijkheid schijnt daarin te zitten, wat op cursussen en in de praktijk steeds blijkt, dat de moderne bijenteelt, vooral wil men het goed doen, veel concreet denken en constructieve arbeidsmethoden eischt en hierin ligt een zwak punt voor de vrouw, waarmede het zelfde verschijnsel vroeger en bij de korfteelt niet opgelost is. De belangstelling, noch het juiste inzicht blijken bij de bedrijfsmethoden bij vrouwen en meisjes aanwezig te zijn, ook al zijn zij in andere onderdeelen van de imkerij beslist goed en zelfs enthousiast. Het zou misschien aanbeveling verdienen, overal waar aaji vrou wen bijenteelt geleerd wordt, slechts een eenvoudige, als het ware genormaliseerde bedrijfmethode te onderwijzen. Mogelijk dat dan bv. ook de landhuishoudschoden, waar toch bijenteelt als vak geleerd wordt, later in de praktijk wat meer imkeressen zouden .opleveren. De ervaring leerde mij bij de vrouwen en meisjes, die ik opleidde, dat zij in den omgang met bijen "uitstekend waren en mits zij "maar eenige leiding hebben of er zeker vaji zijn dat een raadgever bij de hand is, weten zij ook aardig te imkeren. Ook het reageeren op de onvermijdelijke bijensteken is niet anders dan bij mannen. Voor beiden geldt, dat er zeer gevoelige en U rijwel immune naturen bij zijn, al moet langen duur de invloed van het bijengift op beider organismen wel degelijk verschillend is, terwijl ook „omgekeerd de invloed van vrouwen op bijen niet merkbaar anders is dan die van mannen- Laten dus de vrouwen en meisjes, die daar voor belangstelling hebben, reed® dezen zomer beginnen te helpen op den bijenstal, addoen- de leeren zij dan de behandeling. Dit blijkt in deze dagen, nu zoovele mannen van huir moeten, zeer nuttig te zijn. Het is dan ook te verwachten, dat in de naaste toekomst veei meer vrouwen tot het houden van bijen over zullen gaan, waarvan tevens een gunsti ger wending uit kan gaan op de vergaderin gen en cursussen waar tot heden slechts mannen kwamen. Vooral als wij meer jeugd in het Nederlandsch Imkersgilde kunnen krijgen zal dit het peil der Nederlandsche Imkerij zeker ten goede komen. Mogen wij uit de praktijk eens de ervaringen, de meeningen en voorstellen vernemen om trent de landsvrouw als imkeres? Van mijn eigen vrouw moet ik zeggen, dat ondanks haar drukke huishouding, het tot haar hier direct bijgevoegd worden, dat op den grootste genoegens behoort aan de behan deling van de bijen te kunnen helpen. B. v. T. Bestrijdt ratten en muizen T,OT de meest gehate en schadelijke die ren voop ons volksvoedsel behooren on getwijfeld de ratten en muizen. Voor boer en tuinder, molenaar en winkelier, kortom voor ieder die voedselwaarden heeft opgeslagen, vormt dit ongedierte een voort durend gevaar. Een gevaar dat in deze tij den niet onderschat mag. worden. Maar niet alleen dit, ook als bacillendragers van be smettelijke ziekten leveren ze gevaar op voor onze volksgezondheid. Juist in tijden als we nu doormaken vormen deze factoren een belangrijkheid, die aller aandacht verdient. Laat ieder dus actief zijn om (in welke mate dan ook) het ratten- en muizengevaar te voorkomen. Het meest hebben wé in ons land te maken met de huismuis, de bruine en zwarte rat, die mén altijd vindt op plaatsen waar voed sel is te vinden. In stallen en schuren, pak huizen en winkels komen ze voor, op ver borgen' plaatsen tusschen dubbele muren en onder vloeren. Ze behooren tot de orde der knaagdieren, die in hun bek 4 snijtanden hebben aan iedere zijde 2 welke voortdurend doorgroeien. Om deze tanden nu op maat te houden moeten ze voortdurend knagen om daardoor de tan den te slijpen. Dit knagen heeft menig landbouwer en graanhandelaar reeds met veel schade on dervonden. Vandaar dat de meeste landbouwers geen koren meer in de schuren pakken, daar vaak bleek, als het tijd van dorschen was, dat meer dan de helft „versneden" was. Juist nu er van alles iets meer is opgeslagen dan in normale tijden dient met het ratten en muizengevaar terdege rekening te worden gehouden. Bestrijdt dus dit gevaar jooveel als mogelijk is. Zorg voor een goede kat en maak dat er tusschen de verschillende producten voldoen de ruimte is waar de kat tusschen door kan. Als men dit direct in oogenschouw neemt, zal een plaag meestal voorkomen kunnen worden. Is dit echter al te laat dan is men 'genoodzaakt, naar andere middelen uit te zien. Bestrijdt het ongedierte. Vooral voor ratten brengt dit vaak groote moeilijkheden met zich mee, daar deze die ren meestal in den grond zitten onder dee- len of takken. Allerhande middelen worden dan toegepast. Men schaft een hond aan of laat de gaten vol water loopen en houdt met stokken en vorken gewapend op dit onguur gedierte een klopjacht. Het resultaat is vaak weinig afdoende, want voor iedere gedoode rat komen meestal tien nieuwe in de plaats. De eenvoudigste manier is dan zijn toevlucht te nemen tot vergiften. Daaf deze middelen ook voor menschen en huisdieren een zwaar vergift vormen* is dit ook niet de ideale weg. Gelukkig heeft de wetenschap op dit gebied ook niet stilgezeten. Verschillende middelen zijn er tegenwoordig in den handel die voor ratten en muizen doodelijk vergiftig zijn, maar desondanks voor onszelf en onze huis dieren onschadelijk. We noemen b.v. de pre paraten Rodent, Pararat, Ratversal, Ratsou- rine, Ratopan.e. Deze preparaten bevatten meest allen een stof zee-ajuin geheeten, die voor de ratten en muizen een doodelijk ver gif bevat Bij gebruikmaking van een dezer preparaten kan men dit het best doen, door het te sme ren op eetbare stoffen als b.v. plakjes brood, kaas, of worst. Men zorge er echter voor om het mengsel bij het smeren niet aan te ra ken. Men kan het best gebruik maken bij het smeren van een oud mes of een latje. Dit om te voorkomen, dat er menschenlucht aan zou blijven hangen, daar deze sluwe dieren een scherpen neus hebben. Dit klaargemaakte lokaas legt men op plaat sen waar de dieren komen. Nuttigen ze ervan, dan moet men geregeld zorgenvoor nieuw lokaas. Het best kan men er wat wa ter bijplaatsen, dat het vergiftigen bespoe digt. Alvorens dit artikel te besluiten, willen we terloops nog even de aandacht vestigen op een ander soort rat, die weliswaar niet in de huizen voorkomt, maar desondanks toch veel schade kan berokkenen. We bedoelen hier de woelrat algemeen be kend als „waterrat", doordat zij zich ook in het water zeer goed thuisvoelt. Deze komt voor op het land waar ze even onder de oppervlakte in gangen leeft, van planten en wortels. Vooral in boomgaarden kan ze soms enorme schade aanrichten, doordat ze de wortels der vruchtboomen doorknaagt. Maar ook voor den land- en tuinbouwer kan ze groote scha de aanrichten, We denken hierbij aan eenige jaren terug in N.-Holland, waar deze ratten tot een plaag waren geworden, zoodat de plaaitselijke autoriteiten genoodzaakt waren een z.g. „rattenweek" te organiseeren, waar in de strijd door alle bewoners van 7,De Streek" werd aangebonden tegen dit onge dierte. Deze massastrijd is vrijwel de eenige methode om van deze dieren af te komen. Ook door vergiften in de loopen te leggen kan men soms, mits het goed gebeurt, af doende resultaten bereiken. Vooral in winters als die we thans doorma ken hebben velen ondervonden of zullen het nog wel bemerken als straks de aardappel kuilen open komen, welk een schade deze die ren kunnen aanrichten. Doordat ze dwars door het winterdek heengraven, vormt dit een voortdurend gevaar tegen de strenge vorst. Alleen door ratten en muizengaten be vriezen er jaarlijks en vooral met strenge winters duizenden mudden aardappelen. Dit beteekent een niet onbeduidende verminde ring van ons volksvoedsel. Uilen, wezels en hermelijnen, zijn de natuur lijke vijanden van dit ongedierte. Men hou de deze dieren dus in eere en helpt haar mede het ratten- en muizengevaar te bestrijden, want wij kunnen deze mee-eters missen als kiespijn. Jan Koerts.

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1942 | | pagina 10