AARDAPPELBESPUITING. Ie Jaargang. No. 24 Vrijdag 19 Jani 1942 Dit weekblad wordt aan de leden d. Nederr landscben Landstand kosteloos toegezonden. Voor niet ledek: 1 5.per Jaar l 1.25 per 3 mnd. I roor h#t bIad 7an één prov. 1 2.50 per Jaar f 0.65 per 3 mnd. ?Qor Iedere provinciale editie meer. ino.k. 15 et. RED ACTIE-ADRES: GROOTE MARKT 28, GOES. Adv.prljzen: geb. oplage 1.75 p. t. voor gew. adv.; 4.75 p. r. voor Ing. Med. KL adv. in 1 prov. blad: 50 ct. voor 1-20 woorden, 10 ct. voor iedere 5 woorden meer, alleen bij vooruitbetaling. Gelegenheid tot plaatsen van adv. In comb, van prov. edities tegen sterk verminderde prijzen. BIJ contract bel. reductie. Vraagt lnl.: Uitgeverij ..Volk en Bodem". Kortenaerkade 10. Den Haag. HET is een gewoon kalenderblaadje, hetwelk mijn aandacht trekt, f en blaadje van zoo'n doodgewonen scheurkalender, ponder eenige pretentie, dat dagelijks den datum wijst, de tijden geeft van zon en maan en dan, zoo af en toe, als bijzaak, een spreuk. #fet kalenderblad, waar nu juist mijn oog op valt, «bevat een tweeregelig rijmpje van Huygens en het is, door de groote waarheid, welke er in wordt uit gesproken, belangrijker dan de datum en wat er «neer op vermeld staat. Omdat dit rijmpje er getui genis van aflegt, dat er tenslotte niets nieuws on der de zon is, dat waarheden uit het verleden ook thans nog opgeld doen, ja, dat eerst thans de be- teekenis van sommige waarheden tot het mensch- dom doordringt, nadat men er eeuwen geen aan dacht aan heeft geschonken of, zoo dat wel het ge bral mocht zijn, er gemakshalve of om andere rede nen aan is voorbijgegaan. „Nooit wordt een arbeid goed. Van wie hem wrevelig doet". Zoo heeft Huygens het gezegd en wie zal durven ontkennen, dat dit een groote waarheid is, welke «euwenlang op grove wijze is miskend? JWant zeggen deze eenvoudige regelen ons niet, dat reeds een Huygens aanvoelde, dat slechts dan de Ibeste arbeidsprestatie geleverd wordt, als er ar beidsvreugde heerscht? ^ArbeidsvreugdeHoe weinig is daarvan,- voor- «ai in de laatste decennia, sprake geweest ZEKER, er werd arbeid verricht, veel arbeid zelfs, maar die arbeid werd slechts verricht uit bittere jfioodzaak en winzucht Winzucht vooral van een bepaalde groep, die er al beel weinig om gaf, onder welke omstandigheden ijdie arbeid \yerd verricht Die de waarde van ar beidsvreugde miskende, zoo ais de arbeid zelf trou- wens werd miskend. .jArbeidsvreugde is geen hotte phrase, geen ijle blank. Arbeidsvreugde is een begrip, dat voor een goed «feei nog werkelijkheid moet worden en, in vele gevallen, reeds tot werkelijkheid is gemaakt ÏHij, die met vreugde zijn arbeid verricht/zal betere prestaties leveren dan degene, wiens arbeid niet anders is dan een dagelijksche sleur, een noodzaak, iom geld te verdienen voor levensonderhoud. Oie noodzaak blijft natuurlijk ook bestaan, al beerscht er arbeidsvreugde, maar het kan den arbei der, op welk gebied dan ook, niet onverschillig aijn, op welke wijze hij zijn geld verdient Cr waren arbeiders, die, ook in de voor ons liggende periode, goed geld verdienden en toch hadden zij den uitzichtloos bestaan, omdat het geld aan het «inde der week hun als het ware werd toegewor pen. Omdat de man van het kapitalistisch stelsel, die hem dat geld betaalde, dat slechts deed, omdat bij het doen moest, doch allerminst uit waardeering yoor den geieverden arbeid. Arbeidsvreugde kan immers slechts daar heerschén, waar in de eerste plaats werkelijk goede arbeid wordt gewaardeerd. Niet alleen in geld en zeker biet in geld alléén, doch wel in de wijze van be handeling van den arbeider. Arbeidswaardeering en arbeidsvreugde gaan hand In hand en zij zijn onver- bfekefjjk aan elkaar verbonden, Dan kan zelfs de meest eentonige arbeid tot een vreugde worden, als, behalve een behoorlijk loon, ook een prettige behandeling en waardeering het uiteindelijk resultaat zijn. HET begrip arbeidsvreugde tot een algemeene werkelijkheid te maken is een dankbare taak, waarvan de vervuiling aan deze generatie is weg- geiegd. Het Is een groote, een grootsche taak en zij is alles zins uitvoerbaar. Aiie vroeger heerschende misstanden, dikwijls verkeerde begrippen, die bestaan tusschen werk gever en werknemer, dienen uit den weg te wor den geruimd. Dat zal zeker niet moeilijk zijn bij die bevolkings groepen, wier arbeid nauw aan de natuur verbonden is, die dicht bij die natuur staan en waar de ver bondenheid aan bloed en bodem nog immer het sterkst wordt gevoeld. Waar de scheiding, of liever scheidslijn, tusschen werkgever en werknemer slechts een tijdelijke is geweest, omdat vroeger, bij boeren en visschers, immer een hechte band heeft bestaan. De boer en visscher vormden vroeger, met hun arbeiders, ais het ware één groote familie. Men be leefde lief en leed met elkaar en de arbeider stelde er evenveel eer in, als de opbrengst van het land, of de vangst uit het water, mede door zijn arbeid reden tot tevredenheid gaf. Ging het den baas goed, dan ging het den knecM niet slecht. Men leefde met en voor elkaar. Er moge dan, mede door het feit, dat de stad in dH opzicht het platteland meesleepte, een scheidslijn getrokken zijn in den loop van de achter ons lig gende noodlottige jaren, die scheidslijn is, vooral hier, allerminst een natuurlijke en zij is slechts vaag getrokken, zoodat, op het land, het uitvagen ervan geen te groot» bezwaren met zich zal brengen. Arbeidsvreugde, vooral op het platteland, is van onschatbare beteekenis. Arbeidsvreugde betéekent toch, dat de arbeidspres tatie en daardoor de productie wordt opgevoerd. In de eerste plaats is dat noodzakelijk bij die groe pen, die de voedselvoorziening verzorgen. Heerscht bij boeren, tuinders en visschers de ware arbeidsvreugde, wordt door'hen de arbeid vreugde vol opgevoerd tot een topprestatie, dan komt dat direct ons gansche volk ten goede. Zij vormen sa men de hechte-basis van een krachtig en bloeiend volksbestaan. Huygens wist dit blijkbaar alles reeds eeuwen gele den. lammer, dat zoovele vaderlanders nadien zoo veel minder verstand toonden, dat er nü zelfs nog velen zijn, die niet van deze groote waarheid door drongen zijn. Comeiio. IS de maand Juni voor den boer in de weidestreken, de maand van den grasoogst, om hooi te verzamelen van zoo goed mogelijke kwaliteit, voor den boer in de akkerbouw- streken, waar vooral de aardappelteelt op den voorgrond treed, komen de zorgen voor dit belangrijke gewa3, naar voren en wel op drie ërlei manier. L Het verdelgen van het onkruid in het groeiende gewas. i. In deze maand begin nen, wat vooral voor de selectiebedrijven van be lang is: de keuringen van gewassen en dient men geregeld de afkijkende zieke planten te verwij deren. 3. Voorden aardappelboer ta het algemeen komt to deze maand ook meestal de tijd, dat een begin moet worden gemaakt met de bespuiting van het loof voor de gewone aard appelziekte 4e fitoftora infestans. Omdat deze bespuiting en fc/m lit Jaw daardoor de' gezondhouding van het loof zoo uiterst belangrijk is willen we hierbij even langer stilstaan. Deze gezondhouding van het loof beteekent in den herfst een grootere opbrengst, gezon dere knollen en minder werk voor den boer om zijn waar consumptieklaar te krijgen. Hier betreft het dus een boerenbelang, waar tevens

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1942 | | pagina 1