als KONIJNENVOER
De onkruiden kunnen thans in groote hoe
veelheden worden verzameld, zoodat het
groenvoer voor onze konijnen vrijwel geheel
uit gemengde onkruiden kan worden samen
gesteld. Het is sterk af te raden om een een
zijdig kruidenrantsoen te verstrekken. Ge
mengd eten de dieren het beter, terwijl het
gevaar van vergiftiging dan practisch niet
bestaat.
Het is ons nl. gebleken, dat er konijnenhou
ders zijn, die weinig, kennis hebben van de
onkruiden en zelfs, van de algemeen voorko
mende, de naam niet kennen. Wie met de
planten niet op de hoogte is doet goed geen
schermbloemigen (berenklauw, karwij etc.) te
bekend. Men doet goed ze daarom slechts in
een gemengd kruidenrantsoen te voeren.
voeren, omdat tot deze plantenfamilie ook en
kele zeer vergiftige behooren en deze scherm-
bioemige planten voor een leek vaak moeilijk
te onderscheiden zijn.
Op de vergiftige planten komen we -in aparte
mededeelingen nog terug. Hieronder volgen
eenige bruikbare onkruiden, terwijl ook in een
volgende mededeeling nog een aantal zullen
worden besproken.
12. Wilgenroosje.
Het Wilgenroosje komt vaak in groote hoe
veelheden voor op open plekken in de bos-
schen, ontginningen en ruigten. Volgens
Korsmo worden de jonge planten graag door
de varkens gegeten. De konijnen eten ze even
eens. Verdere ervaringen zijn ons hierover niet
13. Melde.
De Melde en de Ganzenvoet worden in de
volksmond beide samengevat onder den naam
Melde. Dit onkruid komt in groote massa's
vooral in-aardappelvelden voor. Versch eten
de konijnen deze planten minder graag, zoo
dat men ze steeds gemengd met andere on
kruiden moet voeren. De hooiwinning is vol
gens Fangauf en Burgmer op ruiters niet mo
gelijk en ook op den grond zou het drogen
minder goed gelukken. Van het meldehooi
worden alleen de bladeren gegeten, terwijl de
konijnen de stengels laten liggen. Men kan
daarom van de oudere planten beter alleen de
minder sterk verhoute bebladerde zijstengels
drogen ofwel de bladeren alleen.
Uit de analyses blijkt, volgens Lehmann, dat
viltige bladeren. Volgens Fangauf vormen
deze bladeren zoowel versch als gedroogd een
zeer goed konijnenvoer, daar ze door hun
gunstige werking op de spijsvertering trom
melzucht voorkomen. Versch wordt de plant
alleen in kleine hoeveelheden gegeten, zoodat
men ze steeds tezamen met andere onkrui-'
den moet voeren.
Als hooi eten de konijnen ze graag. Het dro
gen op ruiters levert moeilijkheden doordat
de bladeren te dik zijn. Ze moeten dus op den
grond worden gedroogd.
Volgens Korsmo levert het klein hoefblad een
geringwaardig en slecht smakend voer dat
door de huisdieren niet wordt gegeten. Voe-
derproeven met hooi van deze plant lever
den echter bij konijnen goede resultaten.
(Fangauf). De bladeren worden in de genees
kunde gebruikt. De genezende stof is reuk
en smaakloos en bevat looi en bitterstoffen.
16. De melkdistels.
De melkdistels zijn een ideaal konijnenvoer.
Ze bloeien geel. Alle soorten zijn rijk aan een
wit melksap.
De melkdistel.
14. Varkensgras.
Een algemeen onkruid langs de wegen en
tusschen het gras, dat weinig opvalt omdat
het zich plat op den grond uitstrekt. De plan
ten kunnen vrij omvangrijk worden zoodat er
vrij veel groenvoer van kan worden verzameld.
De konijnen eten deze planten graag. Volgens
Lehmann is de verteerbaarheid iets hooger
dan bij weidegras.
De onderste bladeren van deze plant zijn tot
de nerf ingesneden; glanzende bladeren meest
met bladluisvocht. De bloemkorfjes zijn na den
bloei ingeknepen als tolletjes. De bloemen
zijn kleiner dan paardebloemen en 's mid
dags gesloten. De versche planten bevatten
volgens Kling 9.4% droge stof en de zandvrije
droge stof bestaat voor ongeveer 20% uit eiwit
en slechts voor 15.5% uit ruwe celstof. Het
15. Klein hoefblad.
Een vrij algemeen en hardnekkig onkruid is
het klein hoefblad. Eerst komt de bladerlooze
bloeistengel en later, in April, de in hun jeugd
Teekemngen Ir. M, Leverland.
de melde meer voedingswaarde heeft dan het
beste lucernehooi en als krachtvoeder kan
worden gebruikt. Volgens Kling bevat de
zandvrije droge stof 25% asch, waarin 1.33%
phosphorzuur, 10.91 kali en 3.61% kalk.