Nieuwe mogelijkheden
Heemkunde?
De hof. „j
bij boerderij.
Wai is
op het gebied van opvoeding voor onze boerenkinderen
Elders In dit blad Cblz, 2) staat een oproep
tot bet bezoeken van de „Reiéhschute". wij
willen daar iets aan toe voegen.
(Van een bijzondere Medewerker.).
DS tijd is voorbij nog niet lang voorbij
dat de boer vanzelfsprekend werd ach
tergesteld bij den stedeling Het nieuwe be
wind zorgt voor loonende prijzen, de
Oost Compagnie opent de mogelijkheid, dat
de landnood eindelijk opgeheven wordt. In
het nieuwe Europa is de boer niet langer de
verschoppeling, de kunstmatige beletselen
worden van zijn levensweg verwijderd. Dat is
de eerste taak voor den nieuwen tijd, die
taak gaat al in vervulling.
Maar als zoo de kunstmatige moeilijkheden
voor den boer zijn weggeruimd blijven er nog
de natuurlijke oorzaken, die zijn positie
moeilijker maken dan die van den stadsbe
woner. Ik noem er een: het verspreid wo
nen, alleen of in kleine groepjes. Dit zal zoo
zijn, zoolang er echte boeren zullen zijn.
Dit heeft zijn groote voordeelen, het heeft
ook zijn groote bezwaren. De tweede taak
van den nieuwen tijd moet zijn, deze be
zwaren zooveel mogelijk op te heffen. Het
grootste bezwaar is wel de opleiding der
kinderen .De eerste jaren gaat dat gemakke
lijk, op het kleinste dorp is een lagere school.
Maar als het kind die verlaat? De middelba
re school is in den regel min of meer ver
weg. Sommigen moeten hun kinderen meer
<Jan gewenscht is belasten door ze per fiets
of bus of trein heen en weer te laten rei
zen, anderen moeten ze ergens in den kost
doen, nog anderen zien van de H.B.S. of
het Gymnasium, waarvoor het kind eigen
lijk zoo goed geschikt is af en sturen het
naar de ULO in de buurt of halen het direct
in het bedrijf. Elk van die oplossingen heeft
zijn nadeelen, merïig lezer weet dat uit er
varing. Elke oplossing heeft ook zijn voor
deelen: de fietstochten eiken dag zoowel als
het vroeg onder vreemden gaan staalt den
jongen mensch en het is ook alles behalve
slecht als de voortreffelijke jongens en meis
jes behouden blijven voor het boerenbedrijf.
Maar die voordeelen laten zich ook winnen
zonder de begeleidende nadeelen.
Mede voor dit doel worden „Reichsschulen"
gesticht met het hoofddoel het vormen van
sterke, harmonische, natuurl en "volksver
bonden menschen. Dat is voor den boer min
stens even belangrijk als voor de andere
volksgenooten. Ook in dat opzicht zal de
nieuwe school voor de beste kinderen van
het platteland een groote verbetering bren
gen.
Daar komt nog iets bij. De toekomst van
ons geheele volk, maar bovenal ons boeren
volk ligt voor een groot ddfel in het Oosten,
in de nieuwe öermaansche levensruimte, die
daar ontsloten wordt. Daar zuilen onze Ne-
derlandsche kolonisten samenkomen met
Duibschetrs, Vlamingen, allicht ook Scandi-
naviërs Van de nieuwe menschen zal
ondernemingslust worden gevraagd, moed,
zelfstandigheid en tegelijk gemeenschaps
zin; de geest van de nieuwe koloniën zal een
verbinding zijn van het speciaalNederland-
sche en het algemeen Germaanscihe.
Voor het plonieirsleven daar zal de nieuwe
school de best mogelijke voorbereiding zijn.
Van de jongens en meisjes, die zich voor de
nieuwe scholen aanmelden, zal een deel wor
den opgenomen, maar dat is dan ook het
puikje van den Nederlandschen stam
laten onze boeren zorgen, dat daarbij vele
boerenjongens en mieisjes zijn. Het zal
de toekomst van ons boerenvolk ten goede
komen.
Wij vragen U dus: stuur ons Uw beste jon
gens en meisjes. In uw belang, in hun belang
maar ook in een hooger belang. Boven
het individu staat de volksgroep, het boeren
volk en boven de volksgroep staat nog
weer het geheele volk, ons Germaanscha
volk. De boerenstand heeft Uw Jongens en
meisjes noodlg en wij vertrouwen, dat velen
van de nieuwe „Reichsschule" op het land
zullen terugkeeren. Hier of in het Oosten.
Dn het volk heeft Uw jongens en meisjes
noodig, mee de besten die het bezit, om ze
op de beste manier te scholen voor den
dienst van het volk. Nederlandsche boeren,
stuur ons Uw allerbeste kinderen.
TT OEWEL de teelt van vroege aardappelen op
de gewone landbouwbedrijven geen ge
woonte is en men in den hof zelfs dikwijls niet
eens een paar rijtjes plant, zijn er toch streken
waar men meer en meer ook tot dit onderdeel
van den tuinbouw overgaat. Want de teelt van
vroege aardappelen is eigenlijk een specifiek
tuinbouwwerk en wijgaven in onze- wekelijk-
sche wenkendaarvoor dan ook aanwijzingen.
Die vroege aardappelen worden nu gerooid en
de vrijgekomen grond wordt natuurlijk onmid
dellijk benut en wel voor kool, andijvie of sla.
De beide eerste producten hebben het belang
rijke voordeel, dat ze voor onze winterprovisie
bijdragen en andijvie kunnen wij van af nu
planten tot half Augustus. Tot half Juli kan
men nog sluitkool planten als .gele en groene
savoye, en witte kool. De laatste zal dan wel
niet zoo groot worden maar elk beetje helpt,
en grond vrij laten liggen, die ons is toever
trouwd voor onze volksvoeding, mogen we
niet.
Ook kunnen wij na de vroege aardappelen boe
renkool en spruitkool planten. Zet ze niet te
dicht, dat geeft breken der bladeren met vorst,
met als gevolg verlies van de producten. Die
gebroken bladeren gaan namelijk spoedig tot
rotting over.
Onze rhabarber, waarvan we tot heden no-
steeds geoogst hebben, zal zeker dankbaar ~lj
voor wat dunne mest. Graaf daartoe om de
planten een geultje en gooi er wal gier in
Direct weer toewerpen en bij droog weer me
wat water aanlengen. Spoedig zien wij de ge
volgen van die hulp.
U hebt natuurlijk flink wat peterselie en sel
derie gezaaid evenals andere toekruiden. Ei
verscheen over die kruiden een heel artikel in
een der nummers, dit voorjaar. Ook in deze
rubriek gaven wij meerdere malen wenken over
die kruiden die heel goed onze Indische krui
den kunnen vervangen. Peterselie en selderie
kunt U heel goed drogen, evenals boonenkruid
en thijm. Ze géven U van den winter een wel
kome aanvulling, vooral bij het bereiden van
soepen en stamppotten. Hang ze. in den wind,
maar niet in de zon, ze verliezen anders veel
te veel hun geur. En zoo moet ik het nog even
hebben over een heerlijk goedje da+ onze
grootmoeders goed kenden, maar dat door de
moderne parfums, uit de benzine en gasindu-
strie synthetisch bereid, verloren is gegaan. Wij
doelen op de lavendel. Als straks de lavendel
is uitgebloeid plukken we de uitgebloeide bloe
men af en drogen ze langzaam, ook niet in de
felle zon, maar op een droge koele plaats.
Straks rispen wij de zaden af en doen die in
kleine zakjes, gemaakt van overschotjes van
kunstzijden kousen en dan leggen wij die zak
jes tusschen het linnengoed en tusschen de
kleeren der vrouwenWij krijgen dan die ech
te fijne lavendelgeur, terwijl men zegt dat het
ook tegen de mot helpt.
De vlier is nu uitgebloeid, anders zijn de bloe
sems ook goed om te drogen en deze worden
gebruikt als een soort thee, dat bij verkoudheid
wordt gedronken.
Hebt U geen bloesems geplukt bewaar dan
straks de bessen, ze zijn geschikt voor een
soort bessensap in de pap, men kan er een heer
lijke stroop, van maken, die de kinderen gaarne
innemen bij verkoudheid.
Uw sjalotten zijn nu zachtjesaan rijp, ze wor
den opgetrokken en gedroogd maar let U op de
beschadigde, hier vindt men namelijk, vaak de
uienvlieg in. U doet niet de velletjes van de
sjalotten, dat doet ze spoediger bederven. Ook
pootuien kunnen nu geoogst worden en op de
zelfde manier behandeld.
Ik geeft nu nog een kalender voor de Augus
tusmaand. Wij kunnen op open plaatsen nog
zaaien én wel de volgende groenten; postelein,
op een warm plekje, spinazie, raapstelen, en op
lichte grond ook knollen. U kunt nog prei plan
ten, begin Augustus en de zoo straks genoemde
andijvie. Uw aardbeibedden worden van ran
ken ontdaan en gewied. Wilt U nieuwe bedden
met aardbeien aanleggen dan neemt U de eer
ste plant van de rank en plant die uit. Zet
niet meer dan drie rijen planten op een bed,
anders wordt het te breed om ze te plukken.
In de bloementuin zorgen wij dat de Dahlia's
worden aangebonden zoodat ze met slagregens
of wind niet stuk waaien. Uitgebloeide rozen
worden teruggesneden tot op. een goed blad.
Vlieden en maaien geschiedt nu geregeld.
En alvorens deze rubriek nu te besluiten wil
van mijn lezers afscheid nemen, daar ik
mij heb ingezet voor den opbouw in de Oe
kraïne. De Hoofdredacteur dank ik voor de
prettige en kameraadschappelijke samenwer-
king, mijn lezers hoop ik naar mijn beste we
ten op populaire wijze over „De Hof bij de
Boerderij" te hebben voorgelicht Ons, tuinders
en boeren, wacht een grootsche taak, het ver
zorgen van de voeding van ons volk. Ook het
kleine heeft daarbij beteekenis. Ook dat wat
in den hof wordt verbouwd. En als zoodanig
heb ik mijn taak opgevat.
Den lezer heil! P. J. v. Bommel.
V door W. E. M. Eggink
En wanneer wij spraken van handelingen
bij bepaalde jaargetijden, dan zijn we toe
dan wat we totnogtoe met opzet niet ge
noemd hebben, maar wat toch eigenlijk
het belangrijkste is, n.l. de godsdienst. Eén
ding is al gebleken, n.l. dat het sibbehoofd
ook sibbepriester was, misschien niet
steeds meer metterdaad, maar dan toch
altijd geestelijk hoofd der sibbegemeen
schap. Dit duidt er op, dat de sibbe in de
eerste plaats een godsdienstige eenheid
was. Derhalve dienen we te bestudeeren
het geloof der vaderen: hun gelooven aan
de overwinning van de duisternis op het
licht, hun geloof aan de wederopstanding
van het leven, gelijk een boom oprijst en
nieuwe blaren krijgt ondanks afsterven en
dood, en een zaadkorrel in de aarde valt
en sterft en nieuwe vrucht voortbrengt.
Het moet daarom ons ook niet verwonde
ren, dat de Christus als op standings figuur
uit den kruisdood geloof vond. Evenmin
moet het ons verwonderen, bij alle ger-
maansche trouw en opofferingsgezindheid,
dat het offer van Christus en Zijn trouw
door onze voorouders aanvaard werden.
Zonnewende te Midwinter en Midzomer
werd gevierd. De germaansche boer was
bezield door het groot vertrouwen in den
Schepper en verlangde naar den Verlos
ser, getuige het latere christelijke ge
schrift de Heliant, waarin de Heiland, de
Verlosser zoo goed begrepen blijkt door
juist de Germanen. Dit hebben we te be
studeeren, alsmede den lateren bijbelsch-
reformatorischen inslag van ons volk,
waarop nooit voor 100 pet. kwalitatief ge
zien het Roomsch-Katholicisme, maar wel
Luther en meer nog later, Zwingli,
vat kregen, terwijl, dank zij een zekeren
fatalistischen karaktertrek van ons volk,
Calvijn met zijn uitverkiezings- en prae-
destinatieleer de meeste invloed op ons
volk .kreeg. Bestudeering van heemkunde
zonder bestudeering van den godsdienst,
van het geloof, der sibbe ie niet bestaan
baar; want de sibbe was een religieuse
eenheid; één heem, één geloof en dat
heeft ons vandaag de dag bij alle ver
deeldheid juist op dit gebied iets te zeggen.
Maar ook het „bijgeloof" dient te worden
bestudeerd; veel zal dan blijken wezenlijk
bestanddeel van het geloof te zijn, on
danks den onwaar schijnlijken vbrm, die
het voor bijgeloof deed doorgaah, en veel
0 zal ook blijken te berusten op toen niet
en nu wel op te lossen en verklaarbare
verschijnselen.
'i In de vijftiende plaats dient dan nu ge
noemd te worden, datgene wat verschil
lende sibben of „heempn", ja soms zelfs
wel dorpen maar, of buurtschappen het
1 meest onderscheidt, n.l. het voertuig der
gedachte: de taal of de streektaal en het
dialect. Hierbij kunnen dan ook verza
meld worden de oude spreekwijzen Of
zegjes, alsm,ede de benamingen van be
paalde stukken landen de namen van
oude maten en gewichten, enz. enz. In de
zestiende plaats dient genoemd te worden,
waar wij straks ook al even op doelden
(en dat wij zoo telkens doen, is een bewijs
temeer voor de samenhang dezer onder-
deelen in de volkskunde en in de -heem
kunde), n.l. de volkskunst en de huisvlijt.
Ik heb hiermede in het bijzonder op het
oog de verfraaiing van alles wat tot den
arbeid gebruikt werd (het gereedschap
eerst: „menschen zonder gereedschap zijn
hulpeloos" zeide Emerson); ik denk aan
de breischee zoowel als aan den schamel
(het achterschot van den boerenwagen),
aan de kaaspers zoowel als aan de arre-
slee, enz. enz.
Tenslotte vinden wij deze volkskunst weer
In eenige andere onderscheidingen, n.l.
onderscheidingen niet naar den arbeid,
maar naar de ontspanning van dien ar
beid in spel en sport. Als spel dient ge
noemd te worden iedere Muze, als volks
danskunst, muziek, toneel, en vertelkunst,
terwijl onder de sport alle lichamelijke
oefening gerekend moet worden, kolven
en kaatsen, handboog schieten en schaat
senrijden, en/, enz.
Bij het noemen van de vertelkunst komen
Voe dan nog een aparte categorie tegen,
n.l. de volkslitteratuur, in sagen en le-
genden, sproken en verhalen, moppen en
boerten, en ook in de scheldnamen, die
men elkaar, dikwijls slechts ter onder
scheiding, weet te geven.
Bij het noemen van den zang denken we
dadelijk aan het volkslied en het volks-
dicht. Ook hierin evenals in de volks
litteratuur de humorterwijl die ten
slotte in de volkswetenschap, als wichel
roedekracht, weerkunde en geneeskunde,
alsook: in de kwakzalverij en waarzegge
rij,. e.d. niet vergeten mag worden.
(Wordt vervolgd)