Het Rijksbureau voor de Voedselvoorziening
fncuM beleend
een groot gedeelte van een koppel kippen,
frelke rondliepen in een weide, waarin een
groen poeder werd gevonden, hetwelk bij na
der onderzoek Parljsch groen bleek te zijn.
Vijfmaal werd gemengd meel aan runderen
pn varkens gevoederd, hetwelk in hooge ma-
Je verontreinigd was met giftige bestrijdings
middelen. In drie gevallen is komen vast te
(staan, dat deze verontreiniging geschiedde,
doordat voor de emballage zakken werden ge
bruikt, waarin calciumarsenaat of Parijsch
groen was bewaard. In één geval werd voe-
dermeel gemengd met een z.g. mineralen-
mengsel, hetwelk bleek te bestaan uit met
calciumarsenaat verontreinigd calciumcarbo-
paat (krijt) en in een ander geval was niet
fcekend, hoe in het gemengde meel calcium-
arsenaat was terecht gekomen.
.Tenslotte kan nog worden vermeld een geval,
.Waarbij schapen stierven, welke graasden in
>n boomgaard, die was bespoten met „elgetol".
Waar nu voor de bespuiting van een aard
appelveld tegen het dreigend gevaar van den
O'oradokever per hectare 9 kg. calciumarse
naat wordt vetelscht, zijn de hoeveelheden,
ftelke binnen het bereik v? den meer ont
wikkelden landbouwer, .1 eveneens onder
dat van den eenvoudigen landarbeider en
minder ter zake kundigen komen, zeer groot.
Wordt „de ernstige waarschuwing aan vee
houders", onder welken titel dit artikel ver
schijnt, op grond van de vermelde vergifti-
gingsgevallen tot hen gericht in het belang
van het behoud van hun veestapel, ook de
gevaren, welke den mensch bedreigen, zullen
nimmer mogen worden onderschat. Dit is te
meer het geval, waar hier te'lande niet in de
mate de handel in en het verkeer met giftige
bestrijdingsmiddelen tegen plantenziekten
wettelijk is geregeld, zooals b.v. in Duitsch-
land. Daar zijn nog kort geleden, nX op 13
Februari 1940, de op dit gebied geldende poli
tieverordeningen door den minister van bin-
nenlandsche zaken opnieuw gewijzigd en aan
gevuld en voorschriften ^omtrent de verpak
king, de verplichte keuring van ongekeurde
middelen, den opslag, de afgifte enz. gegeven.
Veeartsenijk. Dienst v.d. Dir. v. d. Landb.
inlandsche scheerwol
De Directeur van het Rijksbureau voor Wol
ipn Lompen, maakt bekend, dat de Nederland-
Ijsche Wolfederatie belast is met de inname
«van alle inlandsche scheerwol, welke zich be
vindt in het bezit van schapen- en andere
jtvolhouders. Alle schapenhouders en andere
Jhouders van wol zijn verplicht alle in hun
bezit zijnde wol aan de Nederlandsche Wol-
Ifederatie af te leveren.
jftan de schapenhouders wordt hierbij dispen-
Èatie verleend van het verkoop- en afleve-
ingsverbod, genoemd in artikel 0, eerste lid,
Wan de Wolbeschikking 1939 no. 2 en van het
jvervoerverbod, genoemd in artikel 8, eerste
Jid, van deze beschikking, onder de voorwaar-
Be, dat de in hun bezit zijnde inlandsche
Bcheerwol, na ontvangen bericht .onverwijld
wordt verkocht aan en wordt vervoerd naar
tie Nederlandsche Wolfederatie. Het verkoo
lden en afleveren, alsmede het vervoeren van
Beze wol, anders dan aan respectievelijk naar
genoemde Federatie, blijft derhalve verboden,
pe schapenhouders zullen door de provinciale
gfdeelingen van de Nederlandsche Wolfede
ratie individueel worden aangeschreven om
dun wol op een bepaalden datum, op een be-
laaiden tijd en op een bepaalde plaats in te
everen. Deze provinciale afdeelingen van ge
doemde Federatie zijn de volgende: 1. Gro-
pingsche Wolvereeniging, Landbouwhuis, Gro
ningen; 2. Friesche Wolvereeniging, Akkrum;
fe. Drentsche Wolvereeniging, Landbouwhuis,
(assen; 4. Overijsselsche Wolvereeniging Land-
bouwhuis, Zwolle; 5. Geldersche Wolvereeni
ging, Landbouwhuis, Anrhem; 6. Limburgsche
jwolvereeniging, Landbouwhuis, Roermond;
p. Noord-Brabantsche Wolvereeniging, Alm-
Jcerk; 8. Zeeuwsche Wolvereeniging, Land
bouwhuis, Goes; 9. Zuid-Hollandsche Wolver
eeniging, Landbouwhuis, Den Haag; 10. Nrd.-
pollandsche Wolvereeniging, Lyceumstraat,
(Alkmaar; 11. TJtrechtsche Wolvereeniging,
Catharijnekade 5, Utrecht.
|De aandacht van belanghebbenden wordt er
uitdrukkelijk op gevestigd, dat zij na ont
vangst van een aanschrijving van één der
bovengenoemde provinciale afdeelingen de in
jhun bezit zijnde inlandsche scheerwol op de
ïn deze aanschrijving vermelde plaats en op
Ben daarin genoemden tijd dienen in te le
veren. Ten aanzien van de aldus in te leve
ren wol zijn de volgende richtprijzen vastge
steld per kg. basis 60%.
kwal. 00 1 2.50 kwal. in f 1.80 afwijkend f 1.52
kwal. 0 2.35 kwal. IV 1.80 held I 1.82
kwal. I 2.20 zwart I 2.20 heide n 1.57
jnatras 2.15 zwart II 2.— brokken 1.42
kwal. II 2.05 zw. afw. 1.45 lam 2)20
JDenoemde prijzen gelden franco ontvangst
gelegenheid. Wol met afwijkend rendement
Eal dienovereenkomstig hooger of lager wor-
Ben gewaardeerd. Gezien de dringende be
hoefte zal een deel van de verzamelde Neder
landsche scheerwol 1942 voor dit doel gere
serveerd worden en ter beschikking worden
gesteld van schapenhouders in den vorm van
breigarens. Nadere gegevens omtrent de dis
tributie dezer garens zullen t.z.t. in de dag
bladen worden gepubliceerd. Vanzelfsprekend
zullen deze breigarens slechts aan die scha
penhouders worden verstrekt, die zich strikt
aan de wolinleveringsvoorschriften hebben
gehouden. In geen geval mogen schapenhou
ders zelf wol achterhouden ter voorziening in
de eigen behoefte van sajet.
Smeeroliedistributie
Het Rijksbureau voor de Voedselvoorziening
in Oorlogstijd maakt, in overleg met het
Rijksbureau voor Aardolieproducten, bekend,
dat verbruikers van minerale smeermiddelen
ten behoeve van werkzaamheden op akker
bouw-, tuinbouw- en veehouderijbedrijven en
van particuliere bemalingen, indien zij voor
een toewijzing van smeeroliën in aanmerking
wenschen te komen, bij den Plaatselijken
Bureauhouder van den Voedselcommissaris
in het district, waarin zij wonen, een aan
vraagformulier VA.L. naar waarheid moeten
invullen en indienen bij het Bureau Grond
stoffen van het Rijksbureau voor de Voed-
fselvodrziening in Oorlogstijjj, Lange Voor
hout 10, 's-Gravenhage.
In het algemeen komen slechts die bedrij
ven in aanmerking voor een toewijzing van
smeeroliën, welke motorische kracht bezit
tere en dan nog slechts in zooverre zij per
jaar meer dan 12 kg. aan minerale smeer
middelen verbruiken. Van de overige bedrij
ven zullen slechts weinige op grond van hun
behoefte aan smeeroliën en/of vetten voor
hun landbouwmachines in aanmerking ko
men, omdat de hoeveelheid, welke zij noodig
hebben, minder dan 12 kg. per jaar is en
deze kleine hoeveelheden vrij betrokken kun
nen worden.
De formulieren moeten worden ingediend
ten minste drie weken, doch niet vroeger dan
vijf weken voor den vervaldatum van de
laatst verleende vergunning tot aankoop van
smeermiddelen. Onvolledige of onjuiste invul
ling van het desbetreffende aanvraagformu
lier heeft onvermijdelijk niet-behandeling ten
gevolge.
Heffing bij het koopen van haver
Met ingang van 7 Juli 1942 is, ten behoeve
van het Landbouw-Crisisfonds, een heffing
ingesteld ter zake van het koopen van haver,
bestemd om aan eigen dieren te vervoederen.
Deze heffing bedraagt f 3.50 per 100 kg. en
is verschuldigd door een ieder, die haver als
enkelvoudig product koopt voor zijn paarden,
vee of andere dieren. Van de heffing zijn
vrijgesteld veehouders, die kunnen aantoo-
nen, dat zij hun geheelen, door hen geteelden
voorraad haver aan de P.I.C.A. hebben inge
leverd.
De heffing moet worden voldaan tan de
P.I.C.A. binnen wier werkgebied de betrok
kene is gevestigd, tegelijk met het aanvragen
van het bestelbiljet, waarop de haver mag
worden aangekocht.
Landbouwwerktuigendistributie
Het Rijksbureau voor de Voedselvoorziening
in Oorlogstijd maakt, in aansluiting op de
publicatie van begin Februari j.l. bekend, dat
door den secretaris-generaal van het Depar
tement van Handel, Nijverheid en scheep
vaart bij beschikking van 8 Juni jX is be
paald, dat onderdeelen van landbouwwerk
tuigen, noodig bij het verrichten van repara
ties, vrij door belanghebbenden bij hun le
veranciers zullen kunnen worden betrokken.
Bij beschikking van den secretaris-gene
raal van het Departement van Handel, Nij
verheid en Scheepvaart van 17 Februari 1942
was het verhandelen van onderdeelen van
landbouwwerktuigen van welke het gewicht
per stuk grooter is dan 10 kg. verboden, in
dien en voor zoover de belanghebbende niet
in het bezit was van een koopvergunning, af
te geven door of namens het bureau voor de
metalenverwerkende industrie. Dit hield niet
in, dat complete landbouwwerktuigen met
een totaal gewicht beneden 10 kg. zonder
koopvergunning konden worden afgeleverd.
De regeling is thans vereenvoudigd. Voor
complete landbouwwerktuigen en -machines
dient men, ongeacht het gewicht, steeds in
het bezit te zijn van een koopvergunning van
het Rijksbureau voor de Voedselvoorziening
in Oorlogstijd, bureau grondstoffen (zooals
ook bij de beschikking van 17 Februari 1942
was voorgeschreven). Onderdeelen kunnen
ten behoeve van reparaties zonder koopver
gunning worden gekocht en geleverd. Het
aankoopen van onderdeelen anders dan ten
behoeve van reparaties is verboden.
Verder zullen er door het bureau voor de
metalenverwerkende industrie, in overleg
met het bureau grondstoffen van het Rijks
bureau voor de Voedselvoorziening in Oor
logstijd, handleidingen worden uitgegeven
voor de distributie van landbouwwerktuigen,
welke zullen worden toegezonden aan de
Rijkslandbouw- en Rijkstuinbouwconsulenten
en of hun plaatselijke vertegenwoordigers,
■alsmede aan de fabrikanten van, importeurs
van en handelaren in landbouwwerktuigen.
In bedoelde handleiding zijn ook mededee-
lingen vervat betreffende de materiaalvoor
ziening ten behoeve van nieuwbouw en repa
ratie dezer werktuigen, welke voor de fabri
kanten en importeurs dezer werktuigen van
belang zijn.
De aanvragen voor geheele landbouwwerk
tuigen moeten worden Ingediend op speciale
daarvoor uit te geven aanvraagformulieren
voor den aankoop van landbouwwerktuigen.
Deze aanvraagformulieren moeten worden in
gediend bij den Rijkslandbouw- resp. Rijks-
tuinbouwconsulent van het district, waarin
de belanghebbende woont, voor zoover deze
aanvragen niet betreffen dorschmachines,
stroopersen en stroobinders. Aanvragen tot
het verkrijgen van een koopvergunning voor
een nieuwe dorschmachine, stroopers of
stroobinders moet enworden ingediend bij den
voedselcommissaris van de provincie, waarin
de belanghebbende woont.
Voor het verrichten van reparaties, waarbij
de te verwerken hoeveelheid ijzer en staal,
inclusief de voor deze reparaties benoodigde
onderdeelen minder bedraagt dan 100 kg. be
hoeft geen speciale toestemming te worden
gevraagd. Indien echter de benoodigde hoe-'
veelheid ijzer en staal per reparatieobject
meer dan 100 kg. bedraagt, dient voor het
verrichten van deze reparatie toestemming
te worden gevraagd aan den betreffenden
Rijkslandbouw- resp. Rijkstuinbouwconsulent,
voor zoover de reparatie niet geschiedt aan
een dorschmachine, stroopers of stroobinder.
Indien de reparatie noodig is voor een dorsch
machine, stroopers of stroobinder en indien
voor het verrichten van deze reparaties meer
dan 100 kg. ijzer en staal noodig is, moet
hiervoor toestemming worden gevraagd aan
den betrokken prov. voedselcommissaris.
Zoowel de Rijkslandbouw- resp. Rijkstuin
bouwconsulent als de provinciale voedselcom
missaris zendt copie van de verleende toe
stemming aan het bureau grondstoffen door.
Aan de hand van de copie van de verleende
toestemming zal dan door het bureau grond
stoffen controle worden geoefend of de be
paalde te verrichten reparatie inderdaad van
urgent belang genoemd kan worden en of de
daarvoor te besteden hoeveelheid materiaal
ook inderdaad juist is opgegeven. Voor het
verkrijgen van een toestemming voor het doen
verrichten van reparaties zijn eveneens spe
ciale formulieren verkrijgbaar gesteld.
De speciale voor het aanvragen van land
bouwwerktuigen, of voor het verkrijgen van
een toestemming tot het verrichten of doen
verrichten van een reparatie benoodigde for
mulieren, zullen verkrijgbaar worden gesteld
bij de heeren Rijkslandbouw- resp. Rijkstuin
bouwconsulent en/of hun plaatselijke verte
genwoordigers. Bij de invulling van deze aan
vraagformulieren zullen de in de uit te geven
handleiding gegeven aanwijzingen moeten
worden opgevolgd. Onvolledige of onjuiste in
vulling der aanvraagformulieren heeft on
vermijdelijk ten gevolge, dat de betreffende
aanvrage niet in behandeling wordt genomen.