Heemkunde? Het zichten van KOOLZAAD En waarom VJ Prof. Dr. J. C. Dorst op het proefveld te Énge- itim, waar kruisingen en lijnenselecties wer den onderzocht. (Foto De Jong) selectie gedaan. Daarna bracht men nog een kort bezoek aan een vermeerderingsveld van de A. B., de Blauwe Concurrent, een nieuw type, nog niet aan de rassenlijst toegevoegd. Dit vlasveld bood een prachtigen indruk en vooral de voorstanders van den „Mauwbloei" waren zeer tevreden over deze aanwinst. Dit A.B. vlas is geheel een Concurrent-type, bloeit echter lichtblauw, geeft een zeer hooge vezel- en zaadopbrengst en is goed resistent tegen de vlaszlekten. Ook de stroovlasop- brengst is zeer hoog en kan geheel met die van de Concurrent wedijveren. Op het prachtige vlasproefveld in de Pruil hoek te St. Anna-Parochie bestond trouwens nog de gelegenheid dit vlas te toetsen temid den van de gevaarlijkste Concurrent-mede dingers, de nieuwe Concurrentlijn 0 100, de Iersche rassen Liral Prince en Liral Crown, de nieuwe selecties van Hylkema 311/879 en 312/38 en 311/858 en de Linkopis. Prachtig zag dit proefveld er uit in den vroegen Julimorgen. Alle rassen stonden bij zonder goed en dit maakte 't uiterst moeilijk onderling vergelijkingen te maken. De nieuwe Concurrentlijn, de 0 100, een wit- bloeiras, maakte een bijzonder groeden indruk, e engoed lang stevig ras met een flinken knopvorm en weinig blad. Van de selecties van Hylkema viel vooral het 311/879 op, een mooie lange vlasstengel, van boven goed vlak en rijk van bloei. De Iersche rassen en het Linkopis waren over het algemeen misschien iets langer dan de Nederlandsche ra»sen, de De Iersche blauwbloeier Liral Crown op het proefveld te St. Annaparochie, een vroegrijp ras, waarvan de vezelopbrengst en de lintkwaliteit zeer hoog is. (Foto De Jong) zaad'vorming was verder gevormd, echter bleken de toppen meer vertakt. Tusschen de beste Iersche rassen maakte het A.B. een goed figuur. Tijdens hej koffiedrinken te St. Anna-Paro- tehie, waar do heer Wijffels zijn inleiding over h-et monsteronderzoek aan de Warm- waterroterij hield, gaf Prof. Dr. Dorst nog een korte beschouwing over de lijnenselecties, uit gevoerd op het kweekveld te Engelum. Uit de Concurrent werden een aantal planten afgezonderd', evenals uit het Friesche Land- ras, waarvan het zaad herhaaldelijk werd uit gezaaid op het kweekveld, In de lijnen van het Friesche Landras kwamen groote ver schillen voor in groei, bevattelijkheid voor ziekte, enz., terwijl de Conccurrentüjnen, zooals reeds verwacht werd, meer constant bleven. Van de landraslijnen vielen veel weg, van de Concurrently nen bleven veel over, waaruit de besten geselecteerd werden (R 66, 0 100, enz.) De beste Friesche Landraslijnen werden aan gehouden en verder geselecteerd. Er waren lijnen bij, die uiterlijk goed waren en zoo voor het oog zelfs boven de Concurrent te stellen. Vaak gaf zoo'n lijn (o.a. de F 6) een zeer hooge stroovlasopbrengst. De vezelopbrengst was echter steeds te laag. Tot slot werd een bezoek gebracht aan de Warmwateroterij „De Vogel", waar het bedrijf werd bezichtigd. Hier lagen ook de verschil lende monsters tentoongesteld, afkomstig van het Proefveld te St. Anna Parochie. Voor het monster onderzoek maakte men hier gebruik van drie root-methodes, n.l. de dauw- en koudwater en de warmwaterrootmethode. De verdere bewerking van de monster geschiedde steeds op de zelfde manier en door den zelf den persoon, zoodat men de uitkomsten als zeer betrouwbaar kon aanmerken. De heer Wijfeis zette' het doel van dit onderzoek en de aangewende methodes uiteen in een zeer interessante lezing, die wij hier nog eens plaats zullen geven. De monsters van het Proefveld te St. Anna Parochie en die van het Kweekveld te Engelum, waarbij vooral de lijnenselecties op den voorgrond traden, wer den apart gehouden, zoodat de uitslagen van dit monsteronderzoek dadelijk op den kwee- kersarbeid kon worden toegepast. En hiermede was de wel zeer geslaagde vlas- kweekersdag geëindigd. Voor alle deelnemers zal de herinnering hieraan blijven bestaan als aan een demonstratie van Nederlandschen kweekersarbeid en van den onverzettelijken wil van de Nederland"sche boeren en landbouw deskundigen om onzen naam op landbouw gebied hoog te houden en op te voeren, ten dienste van heel ons volk ARGUS. Voorzichtig wordt het koolzaad in hokken gezet, met een dun touwtje wordt het bene deneind van de hokken bij elkaar gehouden. Foto's De Jong. N Haar beteekenis voor ons VI door W. E. M. Eggink Waarom Heemkunde? Niet, omdat die te genwoordig in de mode is. Nietomdat iedereen daar tegenwoordig aan doet. De zielkundige motieven voor deze liefheb berij voor de heemkunde bloot leggen is niet moeilijk; maar wel een droeve be zigheid. We kennen het verhaal van de ganzen van het Capitool, die steeds maar fier kwakend rondstapten omdat eens in den prillen oertijd van de stad Rome de toenmalige ganzen van het Capitool door hun gekwaak midden in den nacht de stad Rome van een vijandelijken overval gered hadden. Dien indruk maken vele volksgenooten van heden. Zij doen aan heemkunde en aan historie des vader lands in het algemeen. Vaderlandsche ge schiedenisboeken en historische romans zijn geweldig in trek, heemkundige arti kelen worden schier nog meer geschréven dan verslonden. Het is te verklaren in een tijd, die het heeft moeten aanzien, dat ons vaderland bezet gebied geworden is en ons leger heeft moeten capituleeren. Maar het is een vlucht in het roemrijk verleden: het is een treuren op de puin- hoopen; het is de houding van het ver ongelijkte schoolkind, dat stout geweest is en dat nu op grond, van dingen, die het wél gedaan heeft, al mopperend en ver ongelijkt tracht aan te toonen, dat het geen straf verdiende waarbij het angst vallig verzwijgt de daad, waarom het wel straf gekregen heeft. Er is een boek, dat heet Aan de zonzijde". Zoo gaat het vele vaderlanders tegenwoordig: zij zetten angstvallig allen en alles, wat in de zon kan staan, van ons vaderland aan de zonzijde, maar allen, die boter op het hoofd hebben worden angstvallig thuisge- laten in de schaduw. Het is het bekende aflaatsysteem: n.l. het verrichten van zoo veel goede daden en het zorgvuldig op noemen en aankweeken van zoovele deug den, dat de serie ondeugden daardoor maar door de vingers gezien en, liefst, vergeten moet worden. En dan komt er nog bij, dat vele handige jongens, die dat van het oude volk, dat hier in ons land zoo ruim tot voorbeeld strekken kon, goed hebben afgekeken, van de hoogcon-, junctuur in de historie en deszelfs inte ressantste onderdeel: de heemkunde, een goochem gebruik maken door almaar weer boeken op dit gebied uit te geven, als b.v. het groote luxe standaardwerk: „De liefde totzijn land is ieder aangeboren". (Von del wordt ook maar misbruikt, of het niks is), dat dan ook terecht in het weekblad „Storm" bekriticeerd werd onder den ti tel: „De liefde tot zijn beurs is' iederaan geboren". Tenslotte kan tegen deze stel ling der feiten nog worden ingebracht, dat wij niet alleen de ganzen van het Ca pitool behoeven te spelen, omdat ons volk ook in dezen tijd. nog wonder wat tot stand bracht en brengt (en dan komt men altijd met de Zuiderzeewerken aandragen en onze knappe ingenieurs, stoere zeelui, vakbekwame boeren en uitstekenden kolo nisatie arbeid); maar dan geldt nóg het zelfde argument, dat ten eerste- dit alles geschiedde niet door ons volk, maar door het individiueel, dat er veel door ons al len tot stand is gebracht, maar dat er veel meer is nagelaten, en dan wel dat de hoofdzaak is nagelaten, n.l. het gezamen lijk bouwen aan onze volkseenheid en het gezamenlijk bewust bevorderen van een samenhangende volkscultuur. En dat men daartoe niet in staat blijkt, wordt bewe zen door den kennelijken onwil en de ge toonde onmacht om in dezen tijd geza menlijk volksche zaken als radio, winter-' hulp en landstand op te bouwen. Men blijkt daartoe niet in staat; enkelingen weef wel, het is het oude lied; een klein deel ja, maar niet meer als enkelingen; geen als los.zand aan elkaar hangende in- dividuenl Nee, volks denkende menschen, die bewust van t ideaal: voor allen door allen, als allen dan nog niet komen willen, zullen opbouwen zulke instellingen, dat eens allen toch komen zullen, want ko men kunnen, omdat ze een instelling zul len vinden, die opgebouwd is uit de bouwstof, die ze diep in zich zelf ook wel verankerd weten: volksche waarden. (Wordt vervolgd

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1942 | | pagina 9