De Groenteteelt in Litauen Mogelijkheden voor Nederlandsche kweekers Uitvoerig rapport van Ir. R. v. d. VEEN IX. Is er dan tijdelijk eventueel een teveel aan groenten, dan moet door export en conser veering in den vereischten afzet worden voor zien. De regenval mag in Litauen gunstig genoemd worden en variëert van 500750 mm., waarbij de regenval van het Westen naar het Oosten en ook van het Zuiden naar het Noorden afneemt. Meer in het midden van Litauen, d.w.z. een zeer breede strook grond, gelegen in het midden van Litauen en zich uitstrekkende van het Zuiden naar het Noorden, waarbij ik denk aan de plaatsen Mariampole, Kauen, Kedahnen, Ponewesh en Schaulen als middelpunten, heeft een zeker nog gunstig te noemen regenval van 500600 mm. Het is vooral deze breede landstrook, die zeer veel goeden bodem bevat, vooral vruchtbare klei en geschikten zanderigen kleigrond. Zoo is Litauen zeker ook geschikt voor den verbouw van spruitkool, boerenkool, savoye- kool, late roode kool en late witte kool, die hier thans zeer weinig of in het geheel niet worden geteeld. Goed ingerichte schuren zijn voor het bewaren van de bewaarkool natuur lij noodzakelijk. De roode kool, die hier thans wordt geteeld, is zeer lichtrood van kleur. Door het kwee ken van een donkerroode variëteit valt ver betering aan te brengen. Wanneer de Nederlandsche groentenkweeker eenmaal het klimaat kent, zal hij met de keuze zijner gewassen, met de zaaitijd, plant- tijd en oogsttijd hiermede rekening houden en zich aanpassen. Eerst na enkele jaren zal hij hiermede ver trouwd zijn en vooral uit het oogpunt van klimatologische overwegingen is het onver antwoordelijk, wanneer een Nederlandsche groentekweeker r.eeds direct van den aanvang af de geheele risico van de exploitatie van een groentekweekerij in Litauen op zich zou ne men. Door schade en schande zou hij zeker wijs,, doch gelijktijdig arm worden, ook al was hij de beste vakman, en dit moet worden voorkomen. Door eerst een tijd in loondienst werkzaam te zijn, wordt de basis gelegd voor een daar op volgend loonend uitoefenen van de groen teteelt op eigen of gepacht land. D.eensche landbouwers, die tusschen 1918 en 1939 naar Litauen zijn getrokken, hebben schipbreuk geleden en veel geld verloren als gevolg van hun onbekendheid met de groel- voorwaarden, den ongunstigen bodem, het klimaat en de ongunstige afwatering. Zoo is het nog slechts zeer korten tijd ge leden, dat het overbrengen van een 200-tal landbouwers uit Nederland naar Oost land, door een onvoldoende voorbereiding deze ge deeltelijk op een mislukking is uitgeloopen. Grond. De bodemgesteldheid kan bijzonder gunstig genoemd worden voor de groenteteelt, en wel door de groote verscheidenheid van de grond soorten en door de vruchtbaarheid van een belangrijk deel van den bodem. De bodem in Litauen is verschillend. Zooals reeds onder klimaat werd opgemerkt, liggen de vrucht bare gronden vooral in het midden van Li tauen, doch ook bij Wilna ligt veel grond, ge schikt voor groenteteelt, en in Wilna en vlak bij Wilna wordt reeds vrij veel aan groente teelt gedaan, in het bijzonder door Joden, die hier reeds vrij goede resultaten bereikten. Verder zijn ook nog in andere deelen van li tauen uitgestrekte vruchtbare gronden. Wat de grondsoorten betreft, valt het volgen de op te merken. Veel kleigrond, veel kleiachtige zandgrond, tamelijk veel fijne zandgrond, tamelijk veel veengrond, veel arme grove zandgrond en wei nig leemgrond en verder nog grintgrond. De beide eerste grondsoorten zijn, in zoover deze gronden ontwaterd zijn, onmiddellijk zeer geschikt voor groenteteelt, de beide vol gende grondsoorten zijn, geschikt of geschikt te maken, terwijl de drie laatst genoenïüe grondsoorten door mij niet voor groenteteelt worden aanbevolen. De kleigrond is, wat de zwaardere betreft, minder geschikt voor groenteteelt, omdat hij moeilijk te bewerken en koud is en gemakke lijk dicht slempt. De leemgrond d.wi de bijzonder zware klei grond, komt, hoewel weinig, voor bij Kauen en wat bij Pasewalk. In belangrijke gebieden van Litauen bevindt zich veengrond, en wan neer deze ontwaterd of ontgonnen wordt, zui len deze veengronden zeker, evenals in Ne derland, bijzonder geschikt blijken te zijn voor bepaalde groenten-cultures. Door zware be mesting zullen ook op de zandgronden goede resultaten kunnen worden verkregen, doch voorloopig komen de kleigronden en de klei-* achtige zandgronden eerst in aanmerking en hiervan zijn zulke uitgestrekte oppervlakten aanwezig, dat er reeds aanstonds gelegenheid bestaat tot een geweldige uitbreiding van de groenteteelt, waardoor Litauen, althans voor bepaalde groenten, een belangrijk exportland kan worden. In de dalen wordt vooral zand grond en in de heuvelachtige gebieden vooral kleigrond aangetroffen. Dicht bij Kauen wordt veel zandgrond' gevonden,- die echter meeren- deels door het gemengd zijn met klei of veen vruchtbaar is. Vele van de goede kleiachtige gronden, die echter niet poreus zijn, zijn met boomen bezet en Litauen is dan ook rijk aan bosschen. Litauen is in de eerste plaats een landbouwland, waar de akkerbouw en vee teelt van zeer veel beteekefiis is, doch ook de boschbouw neemt hier een belangrijke plaats in. Bergen kent men in Litauen niet, doch wel is het land zeer heuvelachtig, waarbij de heu veltoppen en heuvelrunen in het algemeen een zanderigen en drogen en soms steenach- tigen- grond hebben. Bijzonder vruchtbare grond wordt vooral daar aangetroffen, waar de suikerbietencultuur van veel belang is, met name in de omgeving van Mariampole, Ponewesh en Schaulen. Ponewesh bezit een zeer goede groote suiker fabriek en de grond is hier van zulk een goe de kwaliteit, dat wel gesproken wordt van de Parel van Litauen. We kunnen ten aanzien van den grond in Litauen concludeeren, dat deze door zijn vruchtbaarheid en verscheiden heid voor groenteteelt gunstig is. Ten aanzien van de grondbewerking kan wor den opgemerkt, dat deze in Litauen vrijwel uitsluitend plaats heeft met de ploeg, waarbij de diepte, waarop de bodem wordt los ge maakt, al naar de grondsoort en het gewas, variëert van 10 a 25 cm., doch meestal niet dieper dan 10 cm. Spitten vindt in het alge meen nog weinig toepassing, terwijl het voor- ai voor de teelt van groenten zoo gunstig wer kende riolen hier vrijwel onbekend is. Water. Een groot deel van den bodem in Litauen en wel circa 75% is nog niet ontwaterd, waardoor een deel van dezen grond, althans in het voorjaar, te nat is voor de groenteteelt. Van 25% van den bodem, en dit beslaat een zeer belangrijke oppervlakte, mag de water stand vrij gunstig genoemd worden, terwijl op een klein percentage van den bodem, en wel circa 3%, drainage is toegepast. De droogste periode valt in de maanden Mei, Juni tot half Juli, daarna regent het vrijwel steeds voldoende. Ook in de genoemde maan den valt er nog wel regen, doch in de groen teteelt zal het te kort aan regenwater vaak door gieten of bevloeien moeten worden aan gevuld. Een gunstige omstandigheid hiervoor is, dat vrijwel overal voldoende water aanwe zig is, daar het grondwater meestal in een diepte van IV2 meter of hooger wordt aange troffen en kunnen putten worden aangeboord en kan door middel van pompen in het tekort aan water worden voorzien. Het spreekt van zelf, dat soms ook wel dieper geboord moet worden, om voldoende water uit den grond te kunnen pompen. Op de groentekweekerijen zal men dus meestal een pomp met daaraan verbonden waterleiding aanbrengen, om tij delijk van dit pompwater gebruik te maken, wanneer de natuur fiiet voldoende regenwater levert. Bij bak- en kascultuur^s dit trouwens vanzelfsprekend en de Nederlandsche groen tekweekers zijn hiermede voldoende bekend en vertrouwd. Litauen bezit eenige belangrijke waterwegen en wel de Memel, die met haar zijrivieren het geheele land doorsnijdt. Te Kauen bezocht ik o.a. een goed ingericht intensief groenteteeltbedrijf, dat met ziju eene zijde geheel aan de Memel grenst. De Memel is de belangrijkste van de waten wegen in Litauen, die wat ten Zuiden van Olita in Litauen komt en met talrijke boch ten tot Kaüen in Noordelijke richting stroomt om bij Kauen naar het Westen om te buigeH en door deze stad te stroomen. De belangrijkste zijrivieren zijn de Wilija, die door de stad Wilna en het gebied om Wilna stroomt en de Windau. Verschillende andere rivieren en zijrivieren van de Memel laat ik hier buiten beschouwing. Deze rivieren zijn gedurende vele maanden in den winter en wel meestal van einde Decem ber tot einde Maart dichtgevroren, terwijl de dooi einde Maart/begin April vaak met over- stroomingen gepaard gaat. In het algemeen kenmerkt Litauen zich door een vrij vochtig klimaat, dat evenals in Ne derland een gunstige factor,is voor de groen teteelt. (Wordt vervolgd.) voor de week van 26 Juli 1 Aug. 1942 ZONDAG 26 JULI: Onze eerste uitzending in de week is zooals gewoonlijk „De zin van het boer-zijn" van 8.15-8.30 uur op Hilv. X. Als titel hebben we gekozen „De boer en zijn buur» man". Hier zal het spreekwoord tot uiting komen? „Beter een goeie buur dan een verre vriend". MAANDAG 27 JULI: Van 13.00-13.15 uur brengen wij over Hilv. n weer „Het actueel Nieuws voor Boer en Tuinder". Waar schijnlijk is hier voor lederen luisteraar wel iets bi} wat hem interesseert. DINSDAG 28 JULI: Van 13.00-13.15 uur over Hilv. n komt in onze uitzen ding „Boerenland in Boek en Krant" een boek bespreking. door Ds. Eggink, van het pas uitgekomen boek „Hij leefde om te bouwen", van Ger Griever, uitgegeven bij „De Schouw". Van 19.05-19.30 hoort U over Hilv. I een herhaling van de belangrijke rede van den Directeur-Generaal van, den Landbouw, welke reeds eerder werd uitgezonden, doch ons belangrijk genoeg leek, om nog eens te her^ halen. Zooals U weet was de titel: „Het groeit maar niet van zelf". „Hoe de Overheid boer en tuinder helpt". WOENSDAG 29 JULI: Van 13.00-13.15 uur over Hilv. II wordt er een bezoek gebracht aan de proefvelden te Wageningen. Prof. Or. J. C. Dorst zal ons evenals de vorige week weer iets vertellen van de proefvelden bij het Instituut voor Plantenveredeling. Dit zal zeer zeker een leerzame reportage zijn voor onze kweekers. Verslaggevers is D. Hiddinga. Van 14.15-14.30 uur over Hilv. H komt in onze serie „Uit Neerlandsch Gouwen" een schets van U. G. Dor- hout: „In het brulleftspak", terwijl er een gedicht wordt voorgedragen van J. Simons, getiteld „Een marktboerinneke". Van 21.00-21.15 u., over Hilv. n zal de Familie de Boer U weer iets uit het boerenleven vertellen. DONDERDAG 30 JULI: Van 13.00-13.15 uur over Hilversum II spreekt in het Kwartier van dèn Landstand Ir. W. P. Gerhardt over*? „De Nederlandsche Landbouw, nu en in de toekomst.** VRIJDAG 31 JULI: Van 10.40-11.00 uur hoort U over Hilv. n een klank beeldenreeks uit Didam, de hoofdplaats van het oude landschap „De Lijmers". Hier wordt de bekende oude korenmolen Sint-Martinus, pas hersteld en gemoder niseerd, feestelijk in gebruik genomen. Rondom deze plechtigheid heeft H. P. Wouwenaar een serie klank beelden uit dit interessante gebied samengesteld. Van 13.00-13.15 uur, over Hilv. II, hoort U in heb, programma „Wat zegt Hidding er van", een praatje over het nagewas op den stoppel. Ongetwijfeld zullenfc velen belangstellend zijn naar wat Hidding ons té zeggen heeft. Van 21.00-21.30 brengen we op Hilv. n in 't;programma Landmans Lust, een luisterspel, getiteld: „Twee Groninger Kerklegenden" van W. J. Eelssema. De be werking is van Jan van Rheenen. Vooral de Groninger - luisteraars zullen allen naar dit programma willen luisteren. ZATERDAG 1 AUGUSTUS: Van 13.00-13.15 u. hoort U op Hilv. H in het Visscherij- kwartier een reportage over „De Lemster Palingen'V Nu de palingen in het middelpunt van de belangstel ling staan is het interessant er eens iets naders over te hooren. Van 16.30-16.45 uur spreekt-.over Hilv. n de heer A. X Herwig over „De groentetuin in Augustus". Van 21.00-21.15 uur besluiten we, over Hilv. II weer onze uitzendingen van deze week met het praatje van. Dirk van den Hul in de serie „Als ik het voor heb zeggen had". Als titel voor zijn praatje heeft hij gekozen „Klagers hebben geen nood". Bent U erg nieuwsgierig wat hij U hierover zal vertellen? Dan moeten wij U aanraden vooral goed te luisteren, want; Dirk van den Hul heeft een gezonde kijk op de ge beurtenissen van den dag. «Dit bewijst .reeds, dat elke keer, wanneer Dirk van den Hul ons iets te vertellen heeft, de schare luisteraars steeds grooter wordt.

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1942 | | pagina 6