DE POSITIE VAN HET KONIJN Bifiondere bevoegdhedea Verplichte Koolzaadbouw in de voedselvoorziening van ons volk van de Overheid ten behoeve van de Voed selvoorziening. De resultaten der achter ons liggende jaren toonen aan, dat het overgroote deel van de boeren de redelijkheid van de regelingen ten aanzien van de verplichting tot aflevering van de melk aan de fabriek en van de inlevering van de andere producten als graan, peulvruchten en aardappelen begrijpt en derhalve aan de voorschriften gevolg geeft. De ervaring heeft echter geleerd, dat er altijd nog een aantal boeren is, dat zich van zijn ver plichtingen ten aanzien van de voedselvoorziening niets aantrekt, maar er alleen op uit is zooveel mogelijk winst op zijn producten te maken. Dit gebeurt dan door de producten niet tegen den normalen prijs te leveren, maar door ze clandes tien en tegen veel hoogeren prijs aan den handel of direct aan de consumenten te verkoopen. Al deze clandestien verkochte waren worden ont trokken aan de ordelijke voedselvoorziening hier te lande en komen grootendeels alleen ten bate van hen, die daarvoor grof geld kunnen betalen. Het spreekt vanzelf dat ni*» de voedselpositie steeds nijpender wordt, deze practijken in het bijzonder met het oog op het minder draag krachtige deel van ons volk krachtig moeten worden bestreden. Door een voortdurende con trole op deze bedrijven kan vaak een overtreding waaruit de frauduleuze handelingen blijken, wor den geconstateerd Deze overtredingen worden dan door den economischen rechter en den tucht rechter gestraft. Het is echter vaak niet ge makkelijk deze overtredingen te constateer en, terwijl toch aan de hand van productie en leve ringen als vaststaand aangenomen moet wor den, dat het bedrijf niet aan zijn verplichtingen voldoet, maar producten achterhoudt of clan destien verkoopt. Zoo komt het voor, dat eemboer, in aanmerking nemend het aantal koeien, dat hij melkt, veel te weinig melk aan de fabriek levert. Het kan zijn, dat hij frauduleus boter of kaas maakt of melk aan consumenten verkoopt en zoo dit geconstateerd wordt volgt bestraffing. Maar ook al wordt zoo'n boer niet op een strafbare handeling betrapt, het staat vast, dat hij zijn taak ten behoeve van de voedselvoorziening al zeer slecht vervult en dat er wel andere boeren zijn, die uit dezelfde boerderij en dezelfde vee stapel meer haren voor onze voedselvoorziening. Om in zulke gevallen afdoende in te kunnen grij pen, zijn den Secretaris-Generaal van het Depar tement van Landbouw en Visscherij bij besluit van 23 Juli 1942 eenige bijzondere bevoegdheden toegekend. Deze zijn, dat hij in gevallen, waarin men zijn verplichtingen tot in- of aflevering van producten niet nakomt, de inlevering van andere producten kan opleggen. Zoo kan b».v. aan een boer, die niet genoeg melk aflevert, de verplichting worden opgelegd zijn veestapel geheel of gedeeltelijk in te leveren tegen een door den Secretaris-Generaal vast te stellen vergoeding. Het vee kan dan verkocht worden aan andere boeren, die daarvan een voor de voed selvoorziening beter gebruik maken. In zeer ern stige gevallen n.l. indien men een zoodanige over treding yan de voedselvoorzieningsbepalingen be gaat ofwel zijn bedrijf zoo slecht voert, dat men niet langer tot deelneming aan de verzorging van de voedselvoorziening kan worden toegelaten, kan door den Secretaris-Generaal aan dezulken het gebruik van hun gronden of bedrijfsgebouwen geheer worden ontzegt, en aan andere personen of instellingen worden toegekend. Indien dus b.v. een boer slechts een gering deel van zijn oogst inlevert of zijn land zoo slecht verzorgt, dat het maar weinig opbrengt, dan kan hem het gebruik van zijn land en boerderij worden ontnomen, ten einde dit aan anderen, wier be drijfsvoering voor de voedselvoorziening meer nut heeft, over te dragen. De aan den Secretaris- Generaal than» gegeven bevoegdheden zijn ingrijr pencL Men kan er echter op rekenen, dat er zonder aarzelen gebruik van gemaakt zal worden en wel in bet bijzonder ten aanzien van hen, die ondanks alle gegeven waarschuwingen zijn blijven voortgaan met hun knoeierijen en daarmede aan de voedselvoorziening reeds groote schade hebben toegebracht. Men verzoekt ons nog de aandach^ op het ondervolgende te vestigen. Een ieder die in 1942 meer dan 5 ha' bouw land klaver en kunstweide inbegrepen op zand-, löss- dal- en veengronden in ge bruik heeft, is thans wettelijk rerplich1, zon der dat hij daarvoor een persoonlijke aanzeg ging behoeft te ontvangen, straks 6 pet. van zijn bouwland met w in terkoolzaad of winter- raapzaad te bebouwen. Voor de klei- zavel- en roodoomgronden is het verplichte percentage 8 pet.; bedrijven met minder dan 1 ha bouwland' op deze laat ste gronden zijn vrij. Bij nalatigheid of mislukking moeten zomer- oliezadën worden verbouwd tot een opper vlakte, welke V/2 x zoo groot is als met de genoemde percentages overeenkomt. Boven dien worden zij. die nalatig zijn, vervolgd en met zware boeten gestraft. De Productiecommissaris, de Rijkslandbouw- consulent en de assistenten geven op verzoek nadere inlichtingen. In eenige gevallen ontheffing mogelijk. In aansluiting aan het vorenstaande versche nen mededeelingen over de verplichting- tot het telen van win terkoolzaad of winterraap*- zaad vernemen wij, dat de Productiecom missarissen voor den akker- en weidebouw van deze verplichting in eenige gevallen ont heffing kunnen verleenen. Dit betreft in de eerste plaats hen, die op contract koolsoorten, koolrapen, voeder- of DC tegenwoordige omstandigheden maken het meer dan noodzakelijk, dat elke moge lijkheid tol het voortbrengen, van voedingsmid>- dslen voor ons volk volledig wordt benut. Daar dient een ieder zich ten volle van bewust te zijn en zich zelf af te vragen, hoe hij mede kan helpen cm de voedselvoorziening van zijn ge zin te verbeteren zonder ook maar op eenige wijze zijn naaste te kort te doen. De volkstuin verheugt zich in etn groote be- 1 angst eilir.g en met vereende krachten werkt het gezin aan den verbouw van aardappelen en booren ais aanvulling van de winterprovisie De vleesch voorziening levert echter grootere moeilijkheden, want het houden van groote huisdieren is niet alleen afhankelijk van de be schikbare ruimte,, doch vooral van het beschik baar hebben van voedermiddelen in dusdanige hoeveelheden, dat dit, indien uitsluitend voor particulier gebruik aangewend, niet verant woord zou zijn tegenover de volksgemeenschap. De eenige diersoort,, die voor vleeschvoorzie- nmg in aanmerking komt en zonder veel be zwaar door vele gezinnen kan worden gehou den,. en daarbij niet tot een onttrekking van voedermiddelen behoeft te leiden, is het ko nijn. Het voordeel van deze dieren is, dat ze gevoed kunnen worden met afvalstoffen die het gezin ter beschikking heeft. Allereerst de aard appelschillen. Deze moeten steeds worden ge kookt en mogen nooit rauw worden gevoerd, daar ze dan aanleiding geven tot spijsverte- ringsstoornissen. Men moet ze niet nat voeren, doch, als ze gaar zijn, nog even op laten staan om droog te worden. Daarnaast heeft het konijn groenvoer noodig. Hiervoor staat den groenteafval ter beschik king. Sla en spinazie mogen echter nooit wor den gevoerd, daar de ervaring geleerd heeft, dat deze gewassen zeer gemakkelijk spijsver- teringsstoornissen met als gevolg groote sterfte door coecidiosis veroorzaken. Ook met afval van roode en witte kool moet men voorzichtig zijn en dit steeds in zeer kleine hoeveelheden voeren. Beter nog is het deze groenten geheel te vermijden. De groenteafval kan prachtig wor den aangevuld met allerlei onkruiaen en wilde planten, die in groote getale voorkomen en nu volop verzameld kunnen worden. Door een ge deelte te drogen is meteen een wintervoorraad van het beste hooi aanwezig Boor de onkruiden is het mogelijk een uitste kend zeer gevarieerd groenvoederrantsoen sa- mergkool voor zaadwinning telen. Mits deze personen voor 10 Augustus a s. onder overleg ging van het contract een aanvrage bij den Product!ecommissaris Indienen, verleent deze hun voor de gecontracteerde oppervlakte ont heffing van de verplichte koolzaad— of raap zaadteelt. In dit geval brengt de Productie commissaris de gecontracteerde oppervlakte dus in mindering. Voor het eventueel restant kan de Froductie- 'commissaris den contractteler eveneens ont heffing verleenen, indien naar zijn oordeel gevaar »©or kruisbestuiving met het ook op de bedoelde xwtractteelt bestaat. Dit geldt echt«r «ifcsluitend voor den contractteler zelf en ntót voor zijn buren. Aan deze ontheffing in verband met kruisbestuivingsgevaar is de voorwaarde verbonden, dat de contractteler een gelijke ^pervlakte met blauwmaanzaad of een ander door den Productiecommissaris aan te wijzen oliehoudend zaad* beteelt. In de derde plaats wordt ontheffing verleend, indien en voor zoover de verplichting tot het telen van koolzaad of raapzaad, met toestem ming van den Productiecommissaris, op een anderen teler is overgedragen. Deze over dracht is uitsluitend mogelijk binnen het werkgebied van de Landbouw Crisis Organi satie. Ook deze ontheffing moet voor 10 Au gustus a.s. worden aangevraagd. Bij de aan- 'vrage moet een schriftelijke, gedagteekende en onderteekende verklaring van den onderne mer zijn gevoegd, inhoudende, dat hij zich verplicht een in de verklaring aangegeven oppervlakte grond voor den aanvrager met koolzaad of raapzaad te bebouwen. Deze op-, pervlakte is de overnemer verplicht met deze gewassen te betelen, boven de door hem daar mede uit eigen hoofde te betelen oppervlakte. men te stellen, waarbij noch aan den mensch, noch aan de groote huisdieren voedingsmidde len worden onttrokken. Het merkwaardige bij de konijnen is namelijk,, dat deze dieren ver schillende planten met graagte eten, die door andere dieren worden versmaad. Zoo schrijft b.v: prof. Korsmo over de Hennep- netel (Galeopsis tetrahit), een thans in massa voorkomend onkruid: „Zooals ook-door Pop- kow is opgemerkt vermijden de huisdieren deze plant bij vrije voederkeuze". Daarentegen bleek ons, dat bij een gemengd rantsoen de konijnen een bepaalde voorkeur voor deze plant hebben. Belangrijk is hierbij dat vele van deze planten een hoog eiwitgehalte bezitten en bovendien uitstekend verteerbaar zijn. Het feit, dat ze v oor groote huisdieren onbruikbaar zijn, maakt het tot een plicht om deze anders waardelooze planten langs dezen weg ten gunste van de voedselvoorziening te benutten. Het doel van de konijnenhouderij is voor het gezin waardelooze afvalstoffen om te zetten in waardevol vleesch.. Gebruikt men hiervoor an dere voedermiddelen dan worden deze aan de volksgemeenschap onttrokken. De konijnenhou derij is gebaseerd op een zelfvoorziening voor het gezin en niet op een productie van vleesch voor de markt. De konijnenbout is bestemd voor eigen gezin en mag nooit worden gezien als een. handelsobject. Vaak wordt de klacht geuit „hoe komen we aan voer?" Wie op de bovenom schreven manier geen voer voor zijn dieren kan verzamelen, moet geen konijnen aan houden. Het konijn moet met afvalstoffen worden ge voed. Zijn deze in verband met den invallen den winter niet meer voldoende te krijgen dan, is het tijd om het dier te slachten. Juist daaron* propageert de voorlichtingsdienst een type nut- konijn als b.v. de Fransche Hangoor, dat ook voor hij volwassen is, reeds bruikbaar is voor de slacht. Het is een in deze tijden onverant woordelijke luxe om de dieren beslist voor het „Kerstmaal" te willen reserveeren. Als het dier slachtrijp is, of voor dien tijd wanneer de af-! valstoffen opraken, moet het worden geslacht. De nutkonijnenteelt heeft tot doel om met afj valstoffen, door het gezin, voor het gezin een goedkoope aanvulling van het vleeschrantsoen mogelijk te maken. Rijksvoorlichtingsdienst voor de Pluimveeteelt van de Directie van den Landbouw te Beekbergen.

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1942 | | pagina 10