Botrytis in de tomaten
LketiBOW
EEN SCHAT
en haar bestrijding
Is Lago brouwgerst
BUREAU PACHT
VAM DEZE MAAND!
BEVAT
VRIJDAG 7 AUGUSTUS
DE LANDSTAND
PAG. 4
Mededelingen van den Rijks-
tuinbouw-voorlichtingsdienst te
Aalsmeer.
OvER dit -belangrijk onderwerp geven wij de vol
gende besèhrijving. Zooals men weet geeft de assistent
bij den voorlichtingsdienst, C. v. Uffelen, op het ter
rein van de groentengewassen kosteloos advies op het
bedrijf; bij voorkomende gelegenheden behoeve men
dus slechts bericht te zenden aan de Tuinbouwschool
(tel. 688) en de assistent komt ter plaatse den kwee-
ker van advies dienen.
Tot nu toe zijn de meeste gewassen in deze streek
weinig door ziekten van ernstigen aard aangetast.
Mede door invloed van de weeromstandigheden dreigt
hierin thans verandering te komen.
In de tomatencultuur is het de zwam Botrytis einerea
of „de grauwe schimmel", die een ernstige bedreiging
voor het gewas vormt. Daarom is het gewenscht dat
de kweekers het beeld van aantasting door Botrytis
kennen en haar gevolgen, om bestrijding te helpen
bevorderen. Reden genoeg* om op een ander iets die
per in te gaan.
De zwam laat zich in een drietal vormen op op het
gewas vinden. In de eerste plaats op doode of min
of meer afgestorven deelen, voorts op levende blade
ren en stengels en tenslotte ook op de vruchten.
Botrytis is te vinden op allerlei plantensoorten. In een
vochtige en bedompte omgeving vertoont zij zich aller
eerst op afstervende deelen. Zij leeft dan van in ont
binding verkeerend plantenweefsel. Wanneer de om
standigheden voor haar ontwikkeling gunstig zijn,
kan zij ook groeiende planten aantasten. Bij langer
gehandhaafde, door de zwam gunstige omstandighe-
d$p, ontstaan op de tomatenstengels, meestal bij de
stomp van een afgebroken blad, bruine vlekken, die
zich soms snel kunnen uitbreiden. Op aangetaste plaat
sen ontwikkelt zich een grijs, sterk stuivend pluis.
Door voortwoekering rondom de geheele stengel, kun
nen de planten boven de aangetaste gedeelten geheel
afsterven.
Meerdere malen vindt men, vooral op hoofdnerven en
bladstoelen rotte plekken. Na min of meer korten tijd
grijze, natrotte plek waarop eveneens grijs schimmel-
pluis.
Tenslotte is het mogelijk dat de zwam ook de vruch
ten aantast. Er verschijnt dan rondom de steel een
grijze, natrotte, plek, waarop eveneens grijs schimmel-
pluis voorkomt. Big aanraking vallen de vruchten van
de plant; soms spatten zij uiteen op den grond, vooral
wanneer de ziekte snel voortwoekert en de vruchten
niet bijtijds verwijderd worden.
Wanneer door donker en regenachtig weer, nu en dan
afgwisseld door eenige uren zon, vooral in besloten
ruimten als kassen, een vochtige en bedompte omge
ving ontstaat, kan de aantasting zeer veel schade
aanrichten.
In het algemeen ontwikkelt iedere zwam zich bij lage
temperatuur minder snel. Deze ontwikkeling wordt
nog tegengegaan door een droge omgeving.
De cultuurzorgen dienen er dus op gericht te zijn deze
toestand in de kassen' te bevorderen. Ruim luchten,
ook bij vochtig weer is ten zeerste gewenscht. Ver
der is het plukken van blad, vooral tot aan de onder
ste trossen, om luchtcirculatie te bevorderen, aan te
raden. Natuurlijk is dit bij een zwaar gewas meer
noodzakelijk dan bij een licht gwas. Is het gewas al
te zwaar, zoodat het rondom practisch ineen gegroeid
is, dan zou men tevens wat blad tot op b.v. 2/3 kun
nen uitsnoeien. Men overdrijve dit echter niet, omdat
te veel blad wegnemen zeker ten koste gaat van de-
totale opbrengst.
Bij plukken van het blad en uitbreken van zijscheuten
zorge men ervoor, zoo min mogelijk ruwe wonden te
maken. Ruwe wonden genezen slecht en vormen een
aanleiding tot aantasting. Gieten moet bij voorkeur
met helder weer geschieden en dan nog 's morgens,
zoodat een te hooge luchtvochtigheid nog voor het
uitvallen van den nacht dalen kan. Hierbij dient er op~
gelet dat het gewas droog blijft. Over den kop of door
het gewas spuiten moet worden vermeden. Bij donker
weer moet liever in 't geheel niet worden gegoten,
s Nachts moet ook worden gelucht, zij het niet zoo
ruim als overdag, om vochtige lucht, door afkoeling
ontstaan, te laten ontwijken. Het nat worden van het
gewas is af te keuren.
Het verzamelen van alle afgevallen en rottende vruch
ten, rottende en doode bladeren of plantendeelen moet
zorgvuldig worden uitgevoerd. Een en ander grondig
vernietigen is aan te raden. Op de mestvaalt werpen
is niet gewenscht. Alles in de kassen laten liggen is
beslist verkeerd!
-Uitgebroken zijscheuten en andere plantendeelen als
blad, moeten ook grondig uit de kas verwijderd wor
den, om de zwam te beletten, zich hierop te ontwik
kelen.
Wanneer bovenomschreven cultuurzorgen nauwgezet
worden nagekomen, waarbij het dus voor een groot
gedeelte erop aankomt in het bedrijf een gepaste net
heid niet achterwege te laten, mag zeker een redelijke
beperking van de aantasting worden verwacht. De
weersomstandigheden zullen echter bij de bestrijding
een groote rol blijven spelen. Hoewel men deze niet
in de hand heeft, kan men hun invloed door gepaste
maatregelen zeker zooveel mogelijk terugbrengen.
(NaCoBrouw-mededeeling No. 15)
Alle hout is geen timmerhout en alle gerst is geen
brouwgerst.
Toen er dan ook een nieuw zorpergerstras, genaamd
Lago, op de markt verscheen, was de eerste vraag
van boer en kweeker, of deze gerst geschikt was voor
de verwerking tot bier. Deze belangstelling sproot
vooral voort uit het feit, dat de brouwergen een extra
toeslag van 0.50 per 100 kg. betalen voor gerst, die
zij kunnen verwerken. Experimenten van het NaCo-
Brouw hebben geleerd, dat het ras van groote betee-
kenis is voor de brouwwaarde. Prima zomergerst van
de rassen Kenia, Saxonia en Mansholt's tweerijige is
ook brouwgerst, doch gerst van een ras als Goudgerst
is steeds ongeschikt, al is de Goudgerst op zichzelf nog
zoo goed.
Vandaar de belangstelling voor de brouwkwaliteit
van Lago; als deze gerst als ras ongeschikt zou zijn,
dan beteekende dat géén toeslag. Intussehen was het
NaCoBrouw tot voor kort hiet in staat, deze vraag
afdoende te beantwoorden. De moeilijkheid zit hem
hierin, dat 't niet mogelijk is, om met behulp van
een kleine hoeveelheid gerst de brouwwaarde van
een nieuw ras te bepalen. De eenige methode om dit
uit te maken, is het nemen van brouwproeven op com-
mercieele schaal. Het NaCoBrouw heeft daarom, in
samehwerking met eenige groote brouwerijen, enkele
zoogenaamde groote brouwproefvelden aangelegd.
Deze velden bestonden uit 1 ha Lago naast 1 ha.
Kenia. Op deze wijze werd voldoende gerst verkregen
voor brouwproeven in het groot. De proeven wezen
Uit, dat Lago slecht te verwerken was en Kenia goed.
Dit laatste was geen hieuws, Kenia werd echter ge
teeld en verbrouwen om zeker te zijn, dat er in de
proefnemingen zelf geen fouten zouden insluipen. Het
feit, dat Kenia goed bier opleverde, bewijst dus, dat
de proeven goed genomen zijn. De bezwaren van Lago
waren onregelmatige kieming tijdens het mouten,
moeilijke filtratie, onvoldoende versuikerrng, laag
rendament en onvolledige vergisting. Om deze redenen
komt deze gerst niet in aanmerking voor de brouwerg
en evenmin voor den slag. Lago leek landbouwkundig
ook minder goed, althans op de klei. De korrelopbrengst
was lager dan van Kenia, en het stroo bleek iets slap
per te zijn. De beproeving wordt nog voortgezet, al
schijnen de toekomstmogelijkheden voor dit ras mo
menteel niet groot.
Ir. J. A. HUYSKES.
Onze rechtskundige medewerker zal voor
het geven van rechtskundige adyiezen,
voornamelijk Pachtzaken, zitting houden
op het kantoor van den Nederlandschen
Landstand in Zeeland, Groote Markt 28 te
Goes, op de onderstaande data en tijden:
Dinsdag 18 Augustus a.s. van 9.0012.30
en van 14.0017.30 uur.
Woensdag 19 Augustus a.s. v. 9.0012.30
uur en van 14.0017.30 uur.
De aandacht wordt erop gevestigd, dat de
adviezen geheel gratis worden gegeven.
van interessante
beschouwingen over
het boerenleven
Prachtige foto's
Het Verordeningenblad
van den Ned. Landstand
is in „Volk en Bodem"
bij gevouwen
Arend Tael:
Zijn de Scheveningers
Westfriezen?
W. J. Eelssema:
Oogst
W. Slob:
Ons maandblad
A. H. Sieuwerts:
Stad en Land
M. A. Boer:
Boerderijen als museum
Het Augustus-nummer
is verschenen!
NEEMT PROEF!
Vraag een GRATIS PROEFNUMMER aan by
de Administratie: POSTBUS 281 - DEN HAAG
Polder- en Waterschapsbenoemingen
Benoemd tot:
Gezworene van den Dijckmeesterpolder, E. A. Ysebaert;
Dijkgraaf van den Oost-Nieuwlandpolder, L. Overbeeke
te Wolphaartsdijk, uiterlijk tot het einde van het zit
tingsjaar, waarin hij zeventig jaar zal zijn geworden;
Dijkgraaf van den Noord-Kraayertpolder, H. v. Gorsel
te 's-Heer-Arendskerke, uiterlijk tot het einde van het
zittingsjaar, waarin hij zeventig jaar zal zijn geworden;
Dijkgraaf van den Deurloopolder, C. B. Kodde te Tholen;
Plaatsvervangend Dijkgraaf van den Nieuwe-of-Jonge-
polder-van-Dreischor-of-Beftier, P. J. v. Langeraad te
Dreischor;
Dijkgraaf van het waterschap Ferdinandus, P. C. G. M,
de Buck te St. Jansteen;
Dijkgraaf van den Clingepolder, C. F. Weemaes te Hulst;
Dijkgraaf van den Visartpolder, A. J. M. Cortvriendt te
Hoek;
Dijkgraaf van den polder Wildelanden, R. F. van Acker
te St. Jansteen;
Dijkgraaf van den Louisapolder (Axel), C. F. van Acker
te Sas van Gent;
Plaatsvervangend Dijkgraaf van den Louisapolder
(Axel), P. Fermont te Sluiskil;
Dijkgraaf van het waterschap Hengst en Rummersdijk,
E. C. van Esbroeck te Hengstdijk (Vogelwaarde);
Afgevaardigden voor de algem. vergadering van het
waterschap Stoppeldijk, c.a., voor het waterschap Hengst
en Rummersdijk, L. A. C. van Esbroeck te Hengstdijk
(Vogelw.); voor het waterschap Oude-Graauw en Lan-
gendam, J. Buijsrogge te Hontenisse en mr. W. E. M.
Seijdlitz te Hulst; voor den Groot-Cambronpolder, W,
P. J. Staal te Stoppeldijk (Vogelwaarde);
Dijkgraaf van het waterschap Oude-Graauw-en-Langen-
dam, R. J. M. Nijskens te Hontenisse;
Dijkgraaf van den Lievenspolder, G. Klaassen te Ter-
neuzen
Plaatsvervangend Dijkgraaf van den Lievenspolder, A«
de Fouw te Temeuzen;