~/r£Ji£cun<£
Indrukken en gedachten
Ie Jaargang No. 33
Vrijdag 21 Augustus 1942
Dê boer moet zelf de leiding nemen
|\j IET alleen echter moet de boer de leiding heb
ben en houden in zijn eigen standsorganisatie, de
Landstand, evenzeer is noodig, dat hy op een leidende
plaats wordt ingeschakeld in de verschillende be
drijf sschappen, die middels de Commissie-Woltersom
zyn en worden gesticht. Wel is zulks hier en daar
reeds geschied, maar teveel nog worden menschen
aangezocht in de leiding dezer zeer belangryke scha
kels tusschen den producent en den consument, die
den tijdgeest niet verstaan, die met hun gedachten
nog in een voorby tydperk leven en zich inwendig
niet hebben kunnen omschakelen op de nieuwe vormen
en gedachten, die thans aanzien en gestalte aan onze
Samenleving moeten geven. Daarom rammelt het nog
dikwyls hier en daar, daardoor slaakt menig boer
de verzuchting: „als dat nu de nieuwe orde is",
maar verder doet hy dan niets, dat tot verandering
kan leiden. Ja, toch! Hy geeft den Landstand de
schuld en meent, dat de boer nog meer achteruit
F R zijn heden ten dage vele nieuwsorganen en tijd
schriften, waarin de boer min of meer is verheerlijkt-
Wij hebben er reeds in een vorig artikel het onze
over gezegd.
yOiuiitand
ii
D EZE uitspraak door een strijder voor de coöp.
zuivelbereiding, wylen den heer Veeman, in het
Friesch gedaan, heeft ook heden ten dage nog dezelfde
beteekenis. Telkens weer is het noodig, daarop de
nadruk te leggen. Vooral nu, nu de oude organisatie
vormen hebben afgedaan, nu de Landstand het insti
tuut is, dat den boer de leiding in zijn eigen zaken
- en dus ook de verantwoordelijkheid voor zijn eigen
diaden wil geven.
Natuurlijk dient daarop bij den inwendigen opbouw
van den Landstand nauwlettend te worden toegezien
en behoort er zorg voor te worden gedragen, dat
van alle onderdeelen een boer „die het kan doen" de
leiding verkrijgt. Des te spoediger dit geschiedt, des
te vlugger zal onze boerenstand in zijn geheel besef
fen, dat de Landstand een verlengstuk is van zijn
bedryfs- en gezinsleven. Alleen zij, die nog niet aan
vaarden, dat zich een revolutie in de wereld voltrekt,
die nog niet kunnen begrijpen, dat ook zy deel moeten
nemen aan den opbouw van hun eigen standsorgani
satie, omdat zy er mede verantwoordelyk voor zijn,
kunnen den groei van het geheel nog tegen houden.
Hopenlijk gaan veler oogen sneller open en pakken
steeds meer handen aan om dit gemeenschapswerk
in eensgezindheid tot een machtig bouwwerk van
Neerlands landvolk te maken en daarmee tot een
vaste basis van een hechte volksgemeenschap, die
krachtig deelneemt aan den opbloei van het Europa
van morgen onder leiding van den grootsten Germaan
aller tijden, Adolf Hitler.
dan vooruit is gekomen. De mensch is dikwijls onrede
lijk en te vroeg klaar met zijn oordeel.
De oppervlakkige boer, die we boven schilderden,
kon weten, als hij zijn oor in den Landstand te
luisteren had gelegd, dat men in de leidende kringen
van dit instiuut dikwijls slecht te spreken is over
verschillende maatregelen, die worden getroffen. Hij
kon dan ook weten, dat men in gemelde kringen
op het standpunt staat, dat de vertegenwoordigers
der boerencoöperaties in deze bedrijf sschappen beter
moeten worden ingeschakeld. Door middel van de
vertegenwoordigers der bedrijf scoöpera ties immers
dient de boer te handelen in de bedrijfsgemeenschap-
pen, want in de bedrijfscoöperaties. berust de leiding
moet deze althans berusten in handen van boeren.
De productie, en verwerkingscoöperaties, de crediet-
coöperaties en voor een zeer belangrijk deel ook de
aankoopcoöperaties, zijn de economische verweermid
delen van den beorenstand tegen het internationale
grootkapitaal en in het algemeen tegen hen, die alleen
een rechtvaardigen prijs voor zichzelf opeischen, maar
zoo gemakkelijk voorbij zien, dat de producent der
eerste levensbehoeften daarop niet minder recht heeft.
Bovendien kan juist door de op deze wyze goed geleide
bedrijfsschappen de weg van producent tot consument
verkort worden, zoodat do laatste niet te veel betaalt
en de eerste toch voldoende ontvangt. Hier moet
de Landstand in nauwe samenwerking met den voor
enkele maanden gestichten Nederlandschen Coöpera
tieven Raad het recht van den boer voor de toekomst
verzekeren. Wanneer we onze gedachten t.a.v. dit
vraagstuk hier neerleggen, doemen nog meerdere ge
zichtspunten op, die we thans laten rusten. Het moge
voldoende zijn te weten, dat de economische machts
vorming van den boerenstand binnen het kader van
het algemeen volksbelang dezerzijds niet uit het oog
wordt verloren. De boer moet zelf de leiding nemen,
blijft het devies, waarnaar wordt gestreeft!
Die veranderde stemming heeft veel overeenkomst
met apenliefde en de boer dient goed te onderschei
den, wat echt gemeend is en wat valsch is. Reeds is
een kentering merkbaar. Nü de distributee van levens
middelen wat krap is, en men veel leest* en hoort over
den zwarten handel, zyn er reeds collega-redacteuren,
die den boer verwyten, dat hy alleen aan zichzelf
denkt, dat hij de diverse voorschriften ontduikt en
geen eieren, weinig melk en onvoldoende koren inle
vert. Het is helaas waar, dat er boeren zijn, die uit
puur materialisme en egoïsme hun producten voor
een deel clandestien verkoopen. Dat is zeer af te
keuren, maar HET IS EEN AANTASTING VAN DE
BOERENEER ALS MEN GENERALISEERT en dit
den boeren dus alle boeren verwijt.
Daartegen teekenen wij protest aan, zooals wy het
doen tegen '1 degenen, die clandestien koopen en den
boer opgaan of handlangers er op uit sturen -
om van alles in de wacht te sleepen. Deze lieden zijn
het al moest de boer, die er zich door laat ver
leiden, wijzer zijn die den grootsten schuld treft-
Des te erger wordt het als ook nationaal-socialisten
clandestien gaan koopen en aldus hun principes te
grabbel gooien. Zoo zijn er en deze zijn dan mede
oorzaak, dat armere volksgenooteri zelfs op hun bon
nen nog niet alle levensmiddelen kunnen koopen tegen
den normalen prijs. Als door de houding van clan
destiene verkoopers en koopers de distributie van
levensmiddelen scheef gaat ioopen, geeft dat een
treurig beeld van het karakter van ons volk. Strenge
straffen tegen deze saboteurs zijn dan ook alleszins
gerechtvaardigd.
ANDAAG willen we de aandacht van de boeren,
die arbeidskrachten noodig hebben en ze niet in hun
naaste omgeving kunnen vinden, nog eens vestigen
op publicaties in vorige nummers. Daarin is medege
deeld, dat men zich in dergelijke gevallen moet wen
den tot den Plaatselijken Bureauhouder van zijn
district, een instantie, waar iedere boer geregeld over
den vloer komt, zoodat het hem zoo gemakkelijk mo
gelijk is gemaakt. Indien men straks zijn vruchten
niet op tijd heeft geoogst door gebrek aan arbeids
krachten kan men zich niet beroepen op het feit,
dat men niet wist, waar men zich vervoegen moest
om hulp. Wij vertrouwen althans, dat er maatregelen
zyn getroffen, dat de P. B. H. het aantal benoodigde
werkkrachten door middel van andere instanties ook
kan laten aanrukken.
U we het over arbeidskrachten hebben, willen
we er tegelijk op wijzen, dat de vakbekwaamheid van
den landarbeider, de volle aandacht verdient en dat
er zooveel mogelijk cursussen dienen te worden gege
ven, waardoor deze vakbekwaamheid nog wordt opge
voerd. Nu van alle zijden getracht wordt den land
arbeider een redelijk loon te verschaffen, is het ander
zijds zijn plicht zich zoodanig te ontwikkelen, dat
hij op de meest rationeele wijze het landwerk ver
richt. Er is een periode geweest, waarin de landarbeid
niet werd gewaardeerd, doch geminacht. Jonge land
arbeiders vooral voelden er weinig voor, als zij slechts
een klein deel van het jaar werkzaam konden worden
gesteld, zich in dit vak te bekwamen. Thans is dat
verleden een handicap by het landwerk. Hoe zeer
is het niet gewenscht ook den landarbeider theoretische
kennis bij te brengen en hoe belangryk is het niet
om verschillende bedrijfsmethoden aan elkaar te
toetsen, opdat de werkzaamheden op het land zop
rationeel mogelijk worden uitgevoerd. Daardoor en door
een redelijke belooning wordt de arbeidsvreugde van
hen, die het landwerk moeten verrichten, verhoogd,
en ons volk gediend.
TER HAAR