Het onsterfelijkeWaarom
J UIST deze sfeer, waarin het verlangen om sociale
vooruitgang te boeken, een voorname drijfveer was
tot het welslagen der onderhandelingen, was echter
oorzaak, dat het economische eenigszins naar den ach.
tergrond werd gedrongen en het evenwicht, dat so
ciale economie heet, dreigde verstoord te worden.
Immers niet alleen gaan wij een tijdperk tegemoet van
geleide economie, maar op dit oogenblik stelt de oor
logseconomie zyn zware eischen, die allereerst vervuld
dienen te worden, om den oorlog te winnen en daar
door aan de geleide economie de gelegenheid te geven
de volledige sociale rechtvaardigheid te brengen.
Zal het in dit komende stelsel reeds uitgesloten zyn,
dat de krachten Vraag en Aanbod weer vrjj spel krijgen
ten opzichte van JLoon en Prijs, en zal een krachtige
leiding op dit gebied een evenwicht moeten trachten
te benaderen, de oorlogshuishooding van vandaag
dwingt tot absolute maatregelen in den vorm van
Prijsstop, Loonstop, enz.
De boer is meer dan een spaarvarken
Wh
VRIJDAG 11 SEPTEMBER
DE LANDSTAND
pagina
onderhandelingen werden in eer nieuwe, zeer sociale
sfeer gevoerd en het succes leek verzekerd.
Het evenwicht dreigde verstoord
te worden
Vastgestelde prijzen veronderstellen vastgestelde loonen.'
Loonvorming, zooals die tot nu toe plaats vond door
middel van collectieve overeenkomsten en waarbij de
wet van Vraag en Aanbod heerschte, was een zeer
belangrijke factor bij de prijsvorming.
Op dit oogenblik leven we echter nog niet in een
geleide economie, die althans in zekere mate prijs
vorming en dus loonvorming toelaat, maar hebben
wij te maken met prysbeheersching, die een gevolg
is van de oorlogshoishouding.
Deze oorlogshuishouding heeft de bovengenoemde gang
van zaken tijdelyk omgedraaid, met als eenig doel, den
oorlog te winnen en daardoor de toekomstige Euro-
peesche ruimte-economie, waarin de ideale sociaal-
economische verhoudingen zullen kunnen ontstaan, mo.
gelyk te maken.
Met deze oorlogseconomie **nu was de loonvorming, die
dit voorjaar bezig was zich te ontwikkelen, in stryd;
een te groote invloed op het prysniveau werd gevreesd
en de voorstellen verkregen niet de instemming van
de betrokken autoriteiten.
Waarom dan niet de zaak gelaten, zooals die was, en
eenvoudig de geldende loon en arbeidsvoorwaarden
verlengd
Ook dit was onmogelijk!
De contracten waren nu eenmaal opgezegd, onzekerheid
was geschapen en verwachtingen waren gewekt en iets
moest er in ieder geval gebeuren.
Bovendien, en hierin hebben we in de eerste plaats
het groote belang van de nieuwe regelingen te zoeken,
al kunnen in de omstandigheden van vandaag bepaalde
idealen niet of in niet voldoende mate in werkelijkheid
worden omgezet, het is en blijft onze taak, om aan zoo
veel mogelijk misstanden een einde te maken en reeds
nu al die dingen, die belemmerend op de toekomstige
ontwikkeling zouden kunnen werken, uit den weg te
ruimen.
Hiertoe bood zich nu de gelegenheid, en deze werd
dus aangegrepen en we' op de volgende gronden:
le. Sociale verbeteringen konden worden ingevoerd eji
door middel van algemeene regelingen gebracht
worden aan alle landarbeiders in Nederland;
2e. Loondalen zouden kunnen worden weggewerkt en
een meer algemeen loonpeil bereikt;
Se. Door verwerkelijking van deze beide punten zou
een juistere verhouding tusschen loon en prys
worden verkregen en de eerste stap zijn gezet op
den weg naar sociaal-economisch evenwicht, be
drijf s vrede en bedrijfsgemeenschap.
Welke loonen betaald werden
TELKENS keert tot ons terug de vraag: waarom
maakt men zich toch zoo druk met politiek
en cultuur bij den boer. Geef hem technische voor
lichting, sta hem bij in zijn bedrijf, dan is het hem
allang goed. De rest, zoo kreeg ik het dezer dagen
nog te hoor en, de rest daar spuugt ie toch op, als
ie z'n centen maar krijgt en zich zat kan eten.
Het zijn onsterfelijke klanken, die toch sterven
moeten. Ik héb den'man, wiens woord ik zoojuist
aanhaalde kort en krachtig geantwoord: de boer
is geen spaarvarken, maar mensch als alle men-
schen.
De lezer zal begrijpen wat ik bedoelde: het is aller
minst zoo, dat den boer geen andere dingen ter
harte gaan dan de duiten, die hem toevloeien en
de buikvulling wélke hij tot zich neemt.
De revolutie van dezen tijd zou geen zin hebben als
wy niet verder kwamen dan de opvatting: het is
genoeg als de boer weet hoe hij het gemakkelijkst
aan de hoogste opbrengsten komt en hoe hij met
de zijnen aan het eten kan blijven. Wij zouden dit
niet nog eens nadrukkelijk zeggen, ware het niet,
dat het veelvuldige praten van den laatsten tijd
over de technische bedrijfsvoorlichting als algenoeg-
same bemoeienis met den
boerenstand een zekere be
doeling verried. Het is ken
nelijk een methode der aan
hangers van den ouden libe
ralen tijd om stemming te
maken tegen het nieuwe, dat
aan hun heerschappij een einde maakt.
In het verleden heeft het inderdaad aan technische
voorlichting niet ontbroken, maar daarbij was de
boerenstand het groote spaarvarken, dat op gezette
tijden door anderen leeggeschud kon worden. Wél
zeer duidelijk bleek dit na den vorigen wereldoorlog.
Gedurende dien oorlog hadden onze boeren het
financieel heel goed. Er was in de aan dien oorlog
voorafgegane periode zeer veel gedaan aan tech
nische voorlichtinger werd in de oorlogsjaren goed
geld verdiend. ^Akkerbouw, veeteelt en zuivelbe
reiding bloeiden", zoo schreef de bekende professor
J. Elema in een opstel, dat mij toevallig dezer dagen
in handen kwam. ,Jdaar", zoo vervolgde hij, ,Jioe-
wel de financieele resultaten buitengewoon waren,
hebben zij de positie na den vrede niet blijvend ver
beterd. De zeer gestegen loonen, de hooge belasting,
de daarentegen sterk en plotseling gedaalde prijzen
der producten, alsmede de moeilijke afzet van véle
producten hebben den landbouw in een crisis ge
bracht waarvan wél niemand de hevigheid en het
plotselinge heeft voorzien."
Aan deze uitspraak zou ik willen toevoegen de
verklaring, dat men het spaarvarken, dat men in
den oorlogstijd vulde, volkomen leeg schudde zoodra
men den tijd daartoe gunstig achtte. Het voorbeel
dige peil der technische voorlichting bleek geens
zins een belemmering te zijn voor deze politiek en
de boer mocht er de vruchten niet van behouden.
Deze voorlichting maakte van de landbouwende
bevolking slechts een werkapparaat. De stroomin
gen, die daarvoor verantwoordelijk waren, bestaan
heden ten dage nog en zouden gaarne hetzelfde spel
herhalen. Dit nu is het, wat de dragers der wereld
beschouwing van den nieuwen tijd niet kunnen en
niet zullen toestaan. Voor hen is de boer meer dan
een spaarvarken en zij willen, dat de boer zélve dit
ten volle begrijpt.
Daarom volstaan zij niet met technische doorlich
ting, maar maken zij hem geestelijk geschikt voor
zijn plaats en zijn taak als drager van de volksge
meenschap. Ook dat, wat uitgaat boven het winnen
van stoffelijke levensbehoeften en wat zich niet in
guldens laat uitdrukken moet door den boer gekend
en beleefd worden. Zou hij wederom genoegen nemen
met de rol van productie-apparaat zonder meer, dan
zou hem geen beter lot dan wéleer wachten en er
zou voor hem van geen nieuwen tijd sprake zijn.
Men zou hem wederom afschepen met de minimum
bestaansvoorwaarden en hem wederom toevoegen
het befaamde woord van den toenmaligen crisis
minister Verschuur: „het is niet onze taak den
boerenstand te bevoordeelen, maar slechts hem
niet te laten ondergaan". Men weet in welke om
standigheden onze boeren
verkeerden toen dit harde
woord gesproken werd en
niemand zal terug verlangen
naar dezen vorm aan den
rand van den ondergang.
Ook in dien tijd was tech
nische voorlichting troef en ieder, die meer wou
dan dat van de heerschende groepeeringen tegen
over zich. Nu weten wij wél, dat er destijds in som
mige organisaties aan geestelijk-zedelijke vorming
het een en ander gedaan werd. Maar dan veelal
niet in den zin van aankweeken van de fiere zelf
bewustheid, welke in staat zou zijn zich recht te
verschaffen. Neen, veeleer met de uitwerking van
een mate van lijdzaamheid, die een des ie gemakke
ker te hanteeren werktuig van den boer maakte.
Het is onnut hier veel woorden aan te besteden.
De woorden, die nu gesproken moeten worden,
mogen slechts woorden zijn van doelbeiousten op
bouw, opbouw van een boerenlevensstijl, die zoo
krachtig is, dat hij weerstand biedt aan iedere
hand, die nog eens het spaarvarken zou willen leeg-
schudden.
Als deze oorlog voorbij is en de nieuwe wereld zal
gevormd kunnen worden, dan moet als fundament,
ook in Nederland een boerenvolk aanwezig zijn, dat
technisch goed geschoold en daarenboven geestelijk
volkomen bewust zijn rechtmatige plaats inneemt,
niet bij de gratie van lieden, die ,/len boer slechts
tegen den totalen ondergang b£hoeden", maar bij
gratie van eigen kunnen en eigen inzicht in de
plaats die de Schepper zelf hem aanwijst.
Daarom is het dat stelling gekozen wordt tegen
elke stem, die spreekt van het genoeg zijn van
technische voorlichting en voldoende centen op den
dag van heden. D. v. d. B.
ELISWAAR zijn de prijzen vastgesteld en daar
mee is een bepaald plafond ontstaan, waarboven de
loonen niet kunnen uitkomen, zonder druk op de
prijzen te gaan uitoefenen, maar de vraag was, of de
toestand in het vertrek, dat naar boven toe door dat
plafond werd begrensd, ideaal was te noemen.
Waren de loonen algemeen evenls de prijzen? Neen,
zeker niet! Golden zij voor gewest of streek? Ook niet!
Dan soms voor bepaalde, in grondsoort en bedrijfs
voering gelijke gebieden? Ook dat niet!
In het algemeen kunnen we zeggen, dat die loonen
werden betaald, die onder dwang van de wet van
Vraag en Aanbod, al of niet geformuleerd in een col
lectieve arbeidsovereenkomst, met soms groote ver
schillen per dorp en per gemeente, waren ontstaan.
De nadeelige gevolgen van dit systeem ondervonden
werkgever en werknemer ieder op hun beurt, hoewel
natuurlijk de zwakste van beiden, de landarbeider, wel
het meest hieronder te lijden heeft gehad.
Waar de loon- en arbeidsvoorwaarden niet op eeniger-
lei wijze waren vastgelegd, was dus van sociale be
scherming geen sprake. Waar ze wel in een collectieve
overeenkomst waren geformuleerd, gaf ook deze slechts
een resultaat weer, dat door strijd was verkregen,
in welken strijd nu eens het loon, dan weer bepaalde»
arbeidsvoorwaarden en soms zelfs de practisehe door
voering van bepaalde wettelijke voorschriften met
Sociale strekking onderhandelingsobjecten waren
geweest.
Meer dan 300 C.A.O.'s, voor slechts een gedeelte van
ons land zeer verschillend ten aanzien van loonen en
arbeidsvoorwaarden, moesten een sociaal-economisch
evenwicht heeten?
Zittende op den schommel van een dergelijk evenwicht,
was draaierig worden lang niet uitgesloten.
Uit het bovenstaande zal een ieder duidelijk geworden
zyn, dat, hoezeer ook de onderhandelingen in het af-
geloopen jaar, naar ouden maatstaf gemeten, een goed
resultaat beloofden en hoezeer zelfs verschillende
nieuwe principes al in practischen vorm werden ge
goten tot tevredenheid van beide partyen, toch in
beginsel nog den verkeerden weg bewandeld en in
zonderheid het evenwicht tusschen loon en prijs nog
verder dreigde te worden verstoord.
Het was dus noodzakelyk om eerst nog een stap terug
te gaan, voor en aleer de juiste richting kon worden
ingeslagen.
Toch is, zeer zeker wat het sociale gedeelte betreft,
de loonregeling 1342 in opzet en vorm voor een niet
gering gedeelte een resultaat van het vele voorbereiden,
de werk, dat in de besprekingen van partijen is gedaan,
en een woord van dank aan de leden is hier zeker wel
op zijn plaats.
Wat werd nu inderdaad bereikt?
Ie. Het aantal regelingen, waardoor de arbeid in d«i
Land- en Tuinbouw in de toekomst wordt bt
heerscht, is teruggebracht van meer dan 300 tol
slechts 15.
2e. Voortaan hebben wy 8 provinciale regelingen,
dend voor:
a. den Land- en Tuinbouw in de provincies: Gro.
ningen, Drente, Overysel, Gelderland, Utrecht,
Zeeland, Noord-Brabant en Limburg.
b. 3 Provinciale regelingen, geldend voor dei
Landbouw in de Provincies: Friesland, Noord-
Holland en Zuid-Holland.
c. 3 Provinciale regelingen, geldend voor dei;
Tuinbouw in de drie bovengenoemde Provincies
d. 1 regeling, geldend voor het Bloembollenbedrf
in de Provincies Noord-Holland en Zuid-Holland
3e. De onder a. en b. genoemde regelingen zyn, be
halve artikel 16, dat de week- en dag- en uurloonei
inhoudt, van art. 1 tot en met art. 17 volkomei
gelijkluidend, zoodat ten aanzien van omschrijving
van arbeiders, opzeggingstermynen, Zondagsarbeid
Vacantie, Emolumenten, Arbeidstijden en toepas
slng der Sociale Wetten, volledige eenheid is ver
kregen
4e. Hetzelfde geldt voor de drie onder c. genoemd'
regelingen.
5e. De loonen zijn zooveel mogeiyk uitgedrukt In w
en dagloonen, varieeren nu tusschen ƒ19 en