De wilg
w ANNEER wij zoo in den loop der tijden ons inzicht
in de natuurkunde weten te verrijken, steeds meer en
meer doordringen in het groote rijk, dat zooveel won.
deren en zooveel wetenswaardigheden omvat, dat wij
eiken dag weer iets nieuws en iets belangrijks ont
dekken, dan ontmoeten wij ook herhaaldelijk legenden,
die rond boomen, bloemen en planten zijn geweven.
Velen beschouwen deze legenden als eenvoudige volks
verhaaltjes zonder meer, onder twijfel van velen ver
vormd tot simpele fantasietjes van vader op zoon als ze
zijn verteld, doch de meeste legenden hebben toch een
zeer diepen oorsprong. Vaak moet teruggegrepen worden
tot oude godsdiensten of mythologieën, zooals de Moor-
sche, Germaansche, Keltische, Grieksche en Mohamme-
daansche. Gelijk wij in de folklore zoo heel vaak zien,
dat oude, heidensche gebruiken aan het Christendom
zijn aangepast, zoo is dit eveneens vaak het geval met
de legenden rond boom, bloem en plant.
HET NEDERLANDSCH ARBEIDSFRONT
VRIJDAG 11 SEPTEMBER
DE LANDSTAND
PAGINA 4
gaat door en de jeugd, bezield met andere ideeën, die
straks onze plaatsen zal innemen, moet thans de kennis
yergaren om bekwaam te zijn de taak van de schou
ders der ouderen op de hunne over te nemen. Ge- -
lukkig toonen de ouders van de Z.-Vl. plattelands
meisjes begrip, dat hun kinderen zich nu moeten be
kwamen voor hun verdere levenstaak. In de school
komen zij in aanraking mét andere plattelandsmeisjes
en die omgang vormt het karakter en verruimt den
blik der leerlingen. De kinderen, die thans door hun
ouders naar deze landbouwhuishoudschool worden ge
stuurd, zullen later dankbaar zijn dat zij dit onder
richt hebben mogen genieten en zich gelukkig prijzen
om den grooten voorsprong, welke zij op diegenen
zullen hebben die daarvan werden weerhouden of er
niet toe in staat waren. Na eenige woorden van
waardeering gewijd te hebben aan de energie welke
mej. J. Dekker, directrice van de Landbouwhuishoud
school, ontwikkeld heeft voor en tijdens den bouw en
gedurende de periode van inrichting van het gebouw,
betuigde hij nog zijn dank aan de aannemers en het
Architectenbureau. Hiermede was de school dan
officieel ingewijd.
Mr. P. Dieleman spreekt.
Daarna werd het wpord verleend aan den waar
nemend Commissaris van de Provincie, Mr. P. Diele
man, die memoreerde dat in de vroegere veelvuldig
wisselende regeeringen welke wij in het Nederland
van vóór Mei 1940 gekend hebben, maar al te vaak
remmende invloeden zich tegen den bouw van deze
nieuwe school gekeerd hebben. De school was nu
echter daar.
Mr. Dieleman legde er den nadruk op, dat de vrouw
de ziel van het gezin en daarmede de hoeksteen van
het volk is. De vrouw toch is de voortbrengster en
voedster van het menschdom. Geen opleiding en vor
ming is goed genoeg voor haar. Daarom moet alle
macht bijgezet worden om het landbouwhuishoud-
onderwijs tot ontwikkeling te brengen. Ook nu de
organiseerende vereeniging, n.l. de Z. L. M. overgegaan
is in den in het nieuwe volksgeheel beter passenden
Ned. Landstand is de dringende behoefte voor ont
wikkeling der vrouwelijke jeugd ten plattelande nog
immer in haar geheel aanwezig en moet het onder
richt voortgang vinden, wil de volksgemeenschap niet
ernstige schade ondervinden.
Na nogmaals zijn erkentelijkheid te hebben betuigd
voor den arbeid door de Directrice, mej. Dekker ge
daan, besloot Mr. Dieleman onder het uitspreken van
de beste wenschen voor de school zijn toespraak. Ver
volgens sprak nog Mevr. C. N. Uilenberg-Rupp, werk-
leidster van de afdeeling Landvrouwen van den Neder-
landschen Landstand. Na gewezen te hebben op de
teleurstellingen gedurende den bouw der school be
toogde spreekster dat, wanneer de grondvesten goed
zijn, het overige ook voleindigd kan worden, wanneer
maar steeds met hart en ziel staag doorgewerkt wordt.
Zij die gelooven haasten niet.
D IT geldt ook voor den Nederlandschen Landstand.
Wtf weten, dat het fundament goed is en dat (wij door
naarstigen arbeid ons doel zullen bereiken ondanks
allen tegenstand. De groepen, die vroeger naast el
kander door hooge omrasteringen gescheiden werkten,
zijn thans in één lichaam vereenigd, waarin zij elkan
der na langeren of korteren tijd zullen moeten vinden,
zooals de kinderen van het gezin i.e. het groote Ne-
derlandsche gezin moeten samenwerken.
Deze eenheid is de grondslag van het gebouw van
den Nederlandschen Landstand. Van dit gebouw zijn
reeds eenige kamers klaar o.a. die van de afdeeling
Landvrouwen. De Landvrouwen zullen niet ophouden te
strijden voor de vorming- en ontwikkeling van de vrou
welijke jeugd ten plattelande. Ten slotte deelde mevr.
Uilenberg mede, dat mej. Dekker benoemd is tot con
sulente van de afdeeling Landvrouwen van den Ned.
Landstand, zoodat zij Terneuzen mettertijd zal ver
laten. De werkleidster mevr. Uilenberg beloofde echter
niet eerder van de diensten van mej. Dekker gebruik
te zullen maken, voordat een bekwame kracht gevonden
is om haar te vervangen. Met den wensch, dat deze
school rijkelijk moge bijdragen tot de verspreiding van
onze idealen, eindigde mevr. Uilenberg haai- toespraak.
Vervolgens sprak mevr. J. van Gorsel-Welleman,
leidster afdeeling Landvrouwen Prov. Zeeland, hare
voldoening uit over het tot stand komen van de
school en spoorde de ouders aan zich door niets te
laten weerhouden hun kinderen naar deze onderwijs
inrichting te zenden.
Daarna verkreeg de wnd. burgemeester van Terneuzen
de heer Verlinde het woord. Deze memoreerde de ont
wikkeling en den bouw der school. Met een opwekking
aan de ouders en een zegewensch voor den bloei der
school beëindigde de wnd. burgemeester zijn toespraak.
Met vreugde begroet.
ERVOLGENS begroette de heer de Jonge Baas,
leider van het N.A.F. te Middelburg, met vreugde de
Landbouwhuishoudschool te Terneuzen, welke voor
allé gezindten en klassen toegankelijk zal zijn. In den
tijd, die achter ons ligt, wordt ten gevolge van de
industrialisatie te veel aandacht geschonken aan de
stad, het centrum van industrie, en als dan een school
als deze, welke de belangen vart het platteland zal
dienen, geopend kan worden, dan is dit een felicitatie
waard, aldus de heer de Jonge Baas.
Vervolgens stipuleerde de heer 't Hooft van het
Architectenbureau A. Rothuyzen, dat het bewonen of
gebruiken van een gebouw als het bespelen van een
instrument is. Uit een viool zijn ten eenenmale niet
de klanken van de trompet te halen. Zoo is een gebouw
als de nieuwe Landstandhuishoudschool slechts ge
schikt voor het doel, waarvoor het gebouwd werd.
Na den wensch uitgesproken te hebben, dat deze
nieuwe school op de juiste wijze gebruikt moge worden
en na zijn dank voor de prestaties van den heer de
Bruyne, bouwkundig opzichter en van de aanneemster,
te hebben uitgesproken werd het woord verleend aan
mej. J. Dekker, directrice der school.
Als er iemand is, die dezen dag als een gedenkwaardige,
blijde dag zal beschouwen en zal blijven herinneren,
dan geldt dit zeer zeker voor haar. Van het moment,
3 Mi jaar geleden, dat de voorbereiding tot deze school
begon, tot het allerlaatste is er spanning geweest. Was
het niet de oorlog dan was het strenge vorst, bouwver-
bod of vordering, welke daar aanleiding toe gaf. Dank
ztj de algeheele en onvoorwaardelijke medewerking
van de aannemers, het architectenbureau en den bouw
kundig opzichter, werden alle moeilijkheden over
wonnen. Slechts de vordering van een gedeelte der
school t.b.v. de H.B.S. werpt een donkere schaduw over
dit overigens zoo blijde geheel. Vervolgens wees mej.
Dekker op de hoogst belangrijke taak van de vrouw;
niet alleen dat zij alle huisvrouwel^ke bekwaamheden
moet bezitten, zij is tevens de deelgenoote van den
man in lief en leed en indien er kinderen zijn is de
Van hoornen, bloemen en planten.
Interessant is een en ander zeker. Vooral voor den
plattelander, den boer en den arbeider, die bij het ken
nen van verschillende legenden eensklaps anders komt
te staan tegenover veel dat rond en in zijn hof groeit
en bloeit. In deze rubriek, die op onregelmatige tijden
zal verschijnen, ligt het plan, dat ik over deze legenden
zal vertellen. Alvorens echter over den eersten boom,
den wilg, te vertellen, moet ik stil staan bij het feit,
dat de natuur verschillende soorten planten, bloemen
en boomen kent. Daar is allereerst de afdeeling der
ge vloek ten. Vroeger toen het volksgeloof veel meer dan
heden in onze nuchtere, wetenschappelijke tijden ver
klaringen zocht voor veel, dat niet begrepen werd, kwam
dit geloof te staan tegenover de nadeelige invloeden,
die sommige groeiers in de natuur op het mensohelijk
welzijn hadden, werden zij gerangschikt onder de af
deeling der gevloekten, die in het bezit van den duivel
waren of waren geweest, waarvan zij kwaadaardige
eigenschappen hadden overgehouden.
Tegenover deze gevloekten staan dan de heiligen, die
door den een of anderen dienst een heilige bewezen,
door God waren gezegend of dit reeds waren vanaf
het oogenblik, dat zij geschapen waren. Het typische
verschijnsel bij bovenstaande categorieën is nu wel, dat
er sommige planten, bloemen of boomen zijn, die in de
volksfantasie zoowel gevloekt als gezegend zijn. Geljjk
dit het geval is bij de afdeeling geneeskrachtigen.
In mijn artikel „Als de vlier bloeit", wëes ik op
het feit dat deze plant zoowel een geneeskrachtige
werking als nadeeligen invloed op de menscheljjke ge
zondheid wordt toegeschreven. De volksgeneeskunde
onderscheidde echter een en ander reeds vroeg heel
goed, wist de afdeeling geneeskrachtige vertegenwoor
digers voldoende te rubriceeren.
Voor alles heeft het volk een verklaring gezocht voor
de krachten, die de natuur in zich droeg, voor bloei-
wijzen, voor vormen, voor groei en zoo kwam het tot
wonderlijke, doch interessante verhalen. Vooral van wat
er in de onmiddellijke omgeving opgroeide en bloeide.
Een boom, die zeer gewerkt heeft op de volksfantasie,
is wel de wilg. Welke plattelandsbewoner kent hem
niet en wie is niet meer dan eens getroffen door de
grillige, bijna onheilspellend vormen van dezen boom.
Is het een wonder, dat het verhaal gaat, dat de koningin
vrouw de kern van het* gezin. Er zijn slechts weinige
huisvrouwen, die van hature voor hun taak berekend
zijn. Bij de meeste jonge vrouwen komt de interesse
voor dei huishouding eerst met de verloving of den
trouwdag. Dan eerst blijkt de groote waarde van het
huishoudonderricht. Dan eerst beseft de werkende
jonge vrouw van hoeveel belang het is, dat de huis-
vrouwelijke kundigheden aan een school geleerd kunnen
worden. Voor een vlotte gang' van zaken is het ge-
wenscht, dat een goede verstandhouding tusschen de
leerkrachten onderling en de leerlingen bestaat. Na de
hoop uitgesproken te hebben, dat zij heeft mogen bij
dragen tot de geestelijke vorming harer leerlingen
besloot mej. Dekker haar toespraak. Het slotwoord
werd gesproken door den staf leider van den Neder
landschen Landstand den heer M. A. Aalbregtse, die
de aanwezigen dankte voor hun opkomst. Groot en
uitgebreid is de taak die wacht, maar met het devies
van Jan Pieterz. Coen: „ende desespereert niet", zullen
wij het doel, dat voor oogen gesteld is, bereiken.
Daarna werd den gasten door eenige leerlingen van
de Landbouwhuishoudschool koffie gepresenteerd
en begaf het gezelschapzich naar de nieuwe
school, welke door den Provincialen Boerenleider, nadat
hem de sleutels ter hand waren gesteld, werd geopend.
Voor een beschrijving van de inrichting van het school
gebouw verwijzen wij naar ons blad van verleden week.
Wjj willen hier volstaan met nog te vermelden, dat de
aanwezigen getroffen waren door den geest die uit
het bouwwerk spreekt; eenvoudig en geheel ingesteld
op de taak die het moet vervullen.
Zeeland in het algemeen en de plattelandsbevolking
van deze provincie in het bijzonder,, kan trots zijn op
deze landbouwhuishoudschool.
der heksen een scepter uit wilgenhout heeft en dat
in den hollen stam de onderdanen van deze koningin
woonden, of wat nog erger was, de duivel zelf In alles
is de wilg gevloekt. Op de bladeren komen vaak rood
achtige galletjes voor, die volgens overlevering bloed
druppels van Judas waren. Judas zou zich namelijk aan
een wilg hebben opgehangen.
In de Gérmaansche mythologie wordt de wilg de woon
plaats van Vidharr, den god der dooden, genoemd.
Zelfs de bloeiwijze van dezen boom was een vervloeking.
De wilg kent twee soorten bloemen, n.l. mannelijke
en vrouwelijke, die op afzonderlijke boomen groeien. De
vrouwelijke katjes zijn groen en onaanzienlijk, de man.
nelijke katjes daarentegen schijnen alle vrouwelijke
ij.delheid in zich te hebben opgenomen, zijn zilvergrijs
van kleur en bloeien eensklaps fel geel op, om, nadat
de meeldraden door den wind of de insecten hun stuif
meel hebben verloren, af te vallen. Juist door dit laat
ste proces dacht men, dat de wilg wel bloeide, doch
geen vruchten droeg, wat tot uiting kwam in de volgende
legende.
De duivel had eens een kind ontvoerd. Een heilige
trachtte het aan den macht van den booze te onttrek
ken, achtervolgde hem en vroeg aan de boomen en
planten of zij den booze hadden zien passeeren. O.a.
vroeg hij den wilg. Hoewel deze den duivel met zijn
kostbaren last voorbft zag komen, antwoordde hij ont
kennend. De straf volgde onmiddellijk op de misdaad,
want de heilige zei: „Vervloekt zult gg zijn, wilg.
Bloemen zult gij wel dragen, doch geen vruchten". Ver
der ging daarna de zoeker. Steeds vragende. Ook de
bramenstruik antwoordde met een leugen, waarop deze
struik gedwongen werd ten eeuwigen dage in het stof
te kruipen, de voorbijgangers vast te houden, zoodat zij
de struik zouden vervloeken. Toen daarop de olijfboom
antwoordde, dat hij den duivel met het kind in zee
had zien vluchten, zoodat de heilige hen daaruit kon
opvisschen, toen werd deze boom geheiligd. De olie zou
in de kerken, gebrand worden tot verlichting van de
menschen.
Een andere legende, waarin de volkshumor tot uiting
komt, is die, waarin een heks, in den hollen stam
van een wilg wonend, de hoofdrol speelde. Deze heks
zong. eiken morgen drie keer achter elkaar: „Zondag-
Maandag". Een bultenaar verlengde het liedje met
„Dinsdag", iets, dat de heks zoo aardig vond, dat zij
hem den bult afnam, zoodat hij recht van lijf en leden
verder door het leven kon gaan. Hoe wispelturig de
heksen echter zijn, moest een tweede bultenaar onder
vinden, die de bult van den eersten op zijn borst ge
plakt kreeg, toen hij aan het liedje „Woensdag" toe.
voegde en dit de dame mishaagde. Zoo "moest hij met
twee bulten, een achter en een voor, door het leven
gaan, wat zonder twijfel van het goede te veel was.
Zoo zouden er nog meer legenden omtrent den wilg ver
teld kunnen worden, doch deze beide verhaaltjes maken
het al wel duidelijk, dat de wilg in een kwaden reuk
staat. W. J. EELS$EMA.
IV R A A G T TOEZENDING VAN
GRATIS BROCHURES OMTRENT
I P.C. HOOFTSTR. 180 AMSTERDAM (Z.)