Landelijke regeling van loonen en andere
arbeidsvoorwaarden in den
Land- en Tninbouw
VRIJDAG 11 SEPTEMBER
DE LANDSTAND
PAGINA 6
Het College van Rijksbemiddelaars;
Gezien het verzoek van den Nederlandsehen Bond van
Arbeiders in het Landbouw-, Tuinbouw- en Zuivelbedrijf te
Utrecht dd. 4 Augustus 1942, strekkende tot het bindend
vaststellen van een aantal regelingen van loonen en andere
arbeidsvoorwaarden voor den land- en tuinbouw en het
bloembollenbedrijf, overeenkomstig de door hem, in
samenwerking met den Nederlandschen Landstand opge
stelde ontwerpen;
Overwegende, dat vanwege de bezettende autoriteit voor
het Nederlandsche gebied op grond van 3 van het
Decreet van den Rijkscommissaris voor het bezette Neder
landsche gebied No. 4/1940, aan het College van Rijks
bemiddelaars het bevel is gegeven tot het ongewijzigd
bindend vaststellen van deze regelingen overeenkomstig de
in aanhef dezes bedoelde ontwerpen.
Gelet op artikel 5 van de Verordening No. 217/1940 van
den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche ge
bied betreffende de totstandkoming van regelingen inzake
loonen, salarissen en andere arbeidsvoorwaarden, in ver
band met het Eerste Uitvoeringsbesluit van den Secretaris-
Generaal van het Departement van Sociale Zaken ingevolge
bovengenoemde Verordening (Nederlandsche Staatscourant
1940. no. 235);
Beschikkende
I. Stelt bindend vast de volgende regeling:
Voor dèn land- en tuinbouw in de provincie
Zeeland
Toepasselijkheid.
Ar+ikel 1.
Deze regeling met de daarin opgenomen loonen is
van toepassing op alle ondernemingen in de provincie
Zeeland, voor zoover daarin akkerbouw en/of veehouderij
wordt uitgeoefend en op alle arbeiders in loondienst in
die ondernemingen werkzaam, echter niet:
a. op arbeiders in dienst van commissionnairs, vlassers
enz., die gewassen of producten van derden hebben opge
kocht en deze gewassen en producten be- en verwerken
of vervoeren;
b. op arbeiders tijdens de dorschperiode op coöperatieve of
particuliere dorschmachines
c. op werkzaamheden in landbouwondernemingen "welke
met Rijkssubsidie en onder leiding en toezicht van een
door de Directie van den Rijksdienst voor Werkverrui
ming aangewezen lichaam worden uitgevoerd;
cl. op personen, die uitsluitend of in hoofdzaak werkzaam
zijn in de huishouding of in de bedrijfsadministratie van
den werkgever;
e. op in de onderneming leiding gevende personen, voor
zoover zij voor of namens den ondernemer het geheele
bedrijf leiden.
Artikel 2.
De arbeiders worden als volgt onderscheiden. Voor Wat
het dienstverband betreft in:
a. vaste arbeiders met een dienstverband van ten minste
een jaar;
b. los-vaste-arbeiders die recht hebben op werk gedurende
het geheele jaar, uitgezonderd de vorstperioden;
c. seizoenarbeiders, met een dienstverband van ten min
ste 3 maanden doch korter dan een jaar;
d. losse arbeiders, aangenomen voor onbepaalden tijd of
voor een bepaald werk of een bepaalden tijd doch korter
dan 3. maanden.
Voor wat den leeftijd betreft in:
a. volwassen mannen van 21 jaar en ouder;
b. jeudige arbeiders van 16 tot en met 20 jaar;
c. leerlingen van 14 en 15 jaar.
Artikel 3.
Indien ten minste 3 maanden voor den afloopddtum Van
het dienstverband van een vasten of los-vasten arbeider
geen opzegging heeft plaatsgevonden, noch van werk
gevers- noch van werknemer^zijde, wordt de dienstbetrek
king geacht wederom voor een zelfden tijdsduur te zijn
aangegaan.
Artikel 4.
Voor seizoen- en losse arbeiders geldt een opzegtermijn
van één week, tenzij schriftelijk is overeengekomen, dat
de opzegging per dag kan geschieden, of de dienstbetrek
king is aangegaan voor een bepaald aantal dagen of voor
bepaalde werkzaamheden.
Artikel 5.
Als opzegdag van alle opzeggingen van ten minste één
week geldt als regel de Zaterdag.
Artikel 6.
Zondag sarheid.
Arbeid op Zondag en op algemeen erkende Christelijke en
daarmee gelijk te stellen feestdagen, zal tot het allernood
zakelijkste worden beperkt.
Arbeiders in de veehouderij-ondernemingen hebben aan
spraak op ten minste één vrijen Zondag na het morgen-
melken in de 4 weken.
Artikel 7.
Vacantie.
Het aantal vacantiedagen met behoud van loon bedraagt
per contractjaar:
a. voor vaste- en los-vaste arbeiders ten minste 6, waar
van 3 in een aaneengesloten tijdvak-moeten vallen tusschen
1 Mei en 1 October;'
b. voor seizoen- en losse arbeiders voor elke maand dienst
verband bij denzelfden werkgever een halve dag.
De vacantiedagen zullen in onderling overleg worden vast
gesteld.
Afwezigheid wegens ongeval, ziekte of weersgesteldheid,
wordt niet beschouwd als onderbreking van het dienst
verband.
Het is den arbeider niet geoorloofd op vacantiedagen bij
derden in loondienst te werken.
Artikel 8.
Emolumenten.
Wanneer aan vaste en los-vaste arbeiders emolumenten
worden verstrekt, worden deze tegen de vastgestelde richt-
of marktprijzen berekend.
Voor een vrije woning mag ten hoogste 2 per week
afgetrokken worden.
Artikel 9.
Jeugdige arbeiders.
De week en/of uurloonen van de mannelijke jeugdige
arbeiders bedragen:
op 20-jarigen leeftijd 95 pet.;
19 90
m 18 80
17 70
16 60
van het loon van volwassen mannen.
Artikel 10.
Niet volwaardige arbeidskrachten, Teerlingen,
vrouwen.
De week- en/of uurloonen zijn van toepassing op alle arbei
ders, die op normale wijze den bedongen arbeid kunnen
verrichten. Voor niet volwaardige arbeidskrachten, zijnde
arbeiders die door lichamelijke of geestelijke gesteldheid
den bedongen arbeid niet op normale wijze kunnen ver
richten, kan in onderling overleg een afwijkend loon vast
gesteld worden. Dit afwijkende loon dient, met de loonen
van deze regeling als grondslag, naar redelijkheid en bil
lijkheid bepaald te worden. Dit laatste geldt ook voor de
loonen van leerlingen en van vrouwelijke arbeidskrachten.
Artikel 11.
Voor vaste, los-vaste en seizoenarbeiders mag bij ongun
stige weersgesteldheid voor zoover in tijdloon wordt ge
werkt, geen loonkorting plaats vinden.
Artikel 12.
Hoogere tijdloonen kunnen worden overeengekomen voor
arbeiders, die bijzondere bekwaamheden of vakkennis be
zitten en alg. eerste knecht of voorman in dienst worden
genomen.
Artikel 13.
Loon Christelijke feestdagen.
Aan vaste, losvaste- en seizoenarbeiders wordt voor dat
algemeen erkende Christelijke feestdagen (Nieuwjaarsdag,
Tweeden Paaschdag, Hemelvaartsdag, Tweeden Pinkster
dag, len en 2en Kerstdag) niet op Zondag vallende, het
loon steeds doorbetaald; aan losse arbeiders alleen, wan
neer zij 2 maanden aan den betrokken feestdag vooraf
gaande, bij denzelfden wei'kgever in dienstverband zijn
geweest.
Hetzelfde, onder dezelfde voorwaarden, geldt bovendien
voor Katholieke arbeiders voor de Katholieke feestdagen
15 Augustus en 1 November.
Artikel 14.
Toepassing artikel 1638c en d, Burgerlijk Wetboek.
De werkgever is verplicht:
a. ingeval van arbeidsongeschiktheid wegens ongeval of
ziekte van een vasten, los-vasten- of seizoenarbeider, met
een dienstverband van ten minste 6 maanden, het loon
tijdens wacht- en uitkeeringsdagen krachtens de Land
en Tuinbouwongevallenwet of Ziektewet te betalen, resp.
bij te betalen tot de volle 100 pet., gedurende ten hoogste
6 weken;
b. voor de andere arbeiders gedurende ten hoogste 2
weken, mits de arbeidsongeschiktheid ten minste één week
heeft geduurd en hem geneeskundige behandeling en/of
uitkeering krachtens de Land- en Tuinbouwongevallenwet
of Ziektewet is verstrekt;
c. aan alle arbeiders vrijaf te geven met behoud van loon,
echter aan losse arbeiders slechts dan, wanneer zij op het
tijdstip, dat het verlof wordt verleend, ten minste 2 weken
aaneengesloten bij den werkgever in dienstverband zijn
geweest, gedurende ten hoogste één dag:
1. bij huwelijk van den werknemer of diens kinderen;
2. bij bevalling van de echtgenoote van den werknemer;
3. bij overlijden en bijwoning begrafenis (crematie) van de
echtgenoote, vader, moeder, schoonouders, kinderen van
den werknemer; grootouders, kleinkinderen, broers of
zusters, zwagers of schoonzusters van den werknemer of
diens echtgenoote
4. bij ondertrouw van den werknemer;
d. aan alle arbeiders het loon berekend naar dat van
gelijksoortige arbeiders ter plaatse te betalen, wanneer zij
ten gevolge van een door de wet óf overheid zonder gelde
lijke vergoeding opgelegde verplichting, welke niet in den
vrijen tijd van den arbeider kan worden verricht, verhin
derd zijn geweest hun arbeid te verrichten. Is het loon in
geld, bedoeld in sub a, b en c van dit artikel, op andere
wijze dan naar tijdruimte vastgesteld, dan wordt als loon
aangenomen het gemiddelde loon, dat de arbeider, wanneer
hij niet verhinderd ware geweest, gedurende den verzuim
den tijd had kunnen verdienen.
Artikel 15.
Arbeidstijden.
Aanvang en einde van de dagelijksche werk- en schaft
tijden worden in onderling overleg tusschen werkgever en
arbeider geregeld, met dien verstande, dat het aantal
wer-kuren per week bedraagt:
a. voor arbeiders, die met de verzorging van vee en
paarden zijn belast ten hoogste 70 uren per week, in de
maanden Maart t/m November;
ten hoogste 65 uren per week in de maanden December,
Januari en Februari;
b. voor de andere arbeiders, in de maanden April t/m
September 58 urén per week; in de maanden October,
November en Maart ten hoogste 50 uren per week en in de
maanden December, Januari en Februari 45 uren per week.
In bijzondere gevallen, wanneer het voor het bedrijf nood
zakelijk is, mag hiervan worden afgeweken. De meerdere
uren worden als overuren beschouwd en betaald.
Aan leerlingen en jeugdige mannelijke arbeiders moet des-
gewenscht vrijaf worden gegeven, met behoud van loon,
voor het volgen van theoretisch en/of practisch landbouw
onderwijs of lichamelijke en geestelijke ontwikkeling.
Artikel 16.
Loonen.
Vaste en los-vaste arbeiders (bouw- en melkknechts) 21
per week.
Seizoen- en losse arbeiders in de maanden November,
December, Januari en Februari 3.25 per dag en iri de
maanden Maart t/m October 3.50 per dag.
Overuren 40 cent per uur.
Artikel 17.
Accoordloonen.
Wanneer werkzaamheden in accoord worden verricht,
moeten accoordloonen zoodanig zijn gesteld, dat gemiddeld
20 pet. boven het gewone tijdloon verdiend kan worden.
Waar deze tarieven vorig jaar hooger waren gesteld,;
kunnen deze gehandhaafd blijven.
II. Het College van Rijksbemiddelaars is bevoegd vergunt
ning te verleenen tot afwijking van bepalingen dezer rege
ling. Een zoodanige vergunning kan te allen tijde door
het College van Rijksbemiddelaars worden gewijzigd of
ingetrokken.
III. Deze regeling treedt in werking met ingang van
2 September 1942. Zij kan te allen tijde door het College
van Rijksbemiddelaars worden gewijzigd of ingetrokken*
's-Gravenhage, 1 September 1942.
Het College van Rijksbemiddelaars.
DE VRIES
voor de week van 13 Sept. 19 Sept. 1942
ZONDAG 12 SEPTEMBER:
van 8.30 tot 8.45 uur over Hilversum I en II openen wij
de week met de rubriek ,,De zin van het Boer-zijn",
waarvoor als titel is gekozen ,,De school van het ver
leden". Voorwaar een titel, die wel de belangstelling zal
wekken. Tekst van Dirk van de Bospoort.
MAANDAG 14 SEPTEMBER:
Van 8 tot 8.15 uur over H. II: „Actueel nieuws voor
Boer en Tuinder", waarin Voor boer en tuinder het aller
laatste nieuws is verwerkt.
13.00 tot 13.15 uur, over H. II, vraagt de Familie de
Boer weer Uw aandacht voor de gesprekken, die er in
het echte boerengezin worden gevoerd.
DINSDAG 15 SEPTEMBER:
van 13.00 tot 13.15 uur over H. II. In de serie ,,De
directie van den landbouw" zal Ir. Mesu, inspecteur
van den Cultuur Technischen Dienst, een causerie hou
den. Als titel hebben wij gekozen: „Meer grond voor
onze jonge boeren".
Van 12.15 tot 12.30 uur over H. II komt in de serie
,,Uit Neerlands Gouwen", ,,De Heide", een Veluwsche
vertelling van W. Geldof, uit te spreken door Chris
Volkamp.
Van 18.00 tot 18.30 uur over H. I. In Landmanslust
komt een hoorspel van A. Koers, getiteld: „Rond de
oude Dorpslinde". Vooral de ouderen onder onze luiste
raars zullen met veel belangstelling hiernaar kunnett
luisteren. Denkt U even om den vervroegden tijd?
18.00 tot 18.30 over Hilversum I. Deze verandering is
alleen voor deze week.
WOENSDAG 16 SEPTEMBER:
van 8.00 tot 8.15 uur over Hilv. II. Mej. Morsman zal
voor de Rijpere Jeugd van het platteland spreken ovef
„De stadsjeugd als landbouwhulp".
Van 13.00 tot 13.15 uur, over H, II, zal een landbouw*
reportage worden uitgezonden over „Gekeurde gewassen,;
gekeurd poótgoed".
DONDERDAG 17 SEPTEMBER:
van 8.00 tot 8.15 uur, over H. II, zal de Boerenleider;
van de provincie Utrecht, E. H. Blauwendraad, spreken
over het boerenwerk en leven in de provincie Utrecht,
Van 13.00 tot 13.15 uur, over H. II, een uitzending
voor de bijenliefhebbers, waarin F. W. Beekhuis-van
Till vragen beantwoordt.
VRIJDAG 18 SEPTEMBER:
van 8.00 tot 8.15 uur, over H. II, een technische voor
lichting, een causerie door den heer J. Sijp over „Hoe
staat het met de schapenstapel?"
Van 13.00 tot 13.30 uur, over H. II, brengt H. P. Wouwe
naar in de serie „Streekcultuur" een bezoek aan Bergen
op Zoom. Een stad gelegen in West-Brabant, en deze
plaats kan bogen op een rijk afwisselend verleden.
ZATEDAG 19 SEPTEMBER:
Van 13.00 tot 13.15 uur, over H. II, kunt U luisteren
naar een Tuinbouwreportage, waarbij een bezoek wordt
gebracht aan den Proeftuin te Boskoop.
Van 19.00 tot 19.15 uur, over H. I, sluit Dirk van de
Hul onze uitzendingen van deze week, waarbij htf als
onderwerp heeft gekozen: „De tyd heelt alle wonden'V
Voorwaar een titel, die de belangstelling zal trekken
van zijn grooten luisteraarskring.