Generaal Aardappel Van het Zeeuwsehe productieslagvelcl Ruzie in de operatiezaal De generaal wandelt door de fabrieken VRIJDAG 11 SEPTEMBER DE LANDSTAND PAGINA if 150.000 kilo peren werden voor bederf behoed, dank zij het krachtdadig optreden van onzen Zeeuwschen Boerenleider Rotterdam, Den Haag en Amsterdam hadden daarbij een buitenkansje De maaier zingt een zomerliedje en snijdt, het staal in d' handen, alwaar hij 't dikste koren ziet, en dweers deur 't zonnebranden; hij kapt, hij kerft, hij zwikt, hij zwaait, al schuifelend in het ronde, hij pakt, hij pikt, hij dringt, hij draait het sperkelend graan ten gronde. En 's avonds late, als 't Westen gloeit hij heft zijn hoofd omhooge, en 't slagveld, maar dat zonder bloed, verheugt zijn dankende ooge. Hoe heerlijk klinkt dit lied van den landarbeid, dat eenmaal onze groote dichter Guido Gezelle zong. Hoe hebben wij, Zeeuwen, dit lied weer leeren verstaan in de afgeloopen dagen, toen de maaier wederom op het "veld stond en daar zijn slag leverde. Hoe dankbaar waren we, dat inderdaad de zon aan den hemel gloeide en het graan "niet, evenals het vorig jaar, stond te schieten op het veld tengevolge van aanhoudende regens. Bij eiken rechtgeaarden Zeeuw glom voldoening op het gezicht, toen hij zag dat vorige week de laatste stui ken van het stoppelland verdwenen en de geheele witte oogst droog binnenkwam. Ach ja, er is, toen kort na de bezetting van ons land een ieder plotseling begreep,- dat wij voor onze voeding voortaan op ons zelf waren aangewezen, heel wat ge spot met het begrip productieslag, dat in dien tijd plotseling opgeld deed in de Nederlandsche pers. Men was zoo gewoon geweest aan een zorgeloos bestaan met goedkoope levensmiddelen, die we van elders uit de wereld aanvoerden, dat een vergelijking van den arbeid op den eigen bodem met een veldslag millioenen Nederlanders bombastisch toescheen. Hoe onzuiver waren zij gaan zien, sedert een interna tionaal kapitalisme hen liet vegeteeren op de produc ten uit Oost en West, die dikwijls ten koste van ont zettende ontberingen der arbeiders buiten Europa ge wonnen waren. Geheel was men vergeten, dat een dich ter als Gezelle eenmaal wel reeds gesproken had van een slagveld. In zijn dagen heeft nooit iemand hem deze poëtische beeldspraak kwalijk genomen. Toch is men sedert dien eersten bezettingstijd tot be zinning gekomen. Wel duidelijk beseft thans de door snee Nederlander weer, dat hij nog als van ouds met zijn bodem verbonden is. Daar, op dien Nederland- schen bodem, vinden boer en landarbeider weer volop de waardeering die hen toekomt. Een ieder begrijpt weer, dat jaarlijks op het veld van den boer een slag geleverd wordt, waarvan de uitkomst in wel hooge mate bepaalt hoe het gesteld is met de voorziening van onze stoffelijke behoeften. Ieder rechtgeaard Neder lander draagt weer die zorg in zijn hart omtrent een behoorlijke verdeeling van deze volksgoederen. Door dat wij niet meer die oververzadiging uit het vooroor- logsche tijdperk kennen, zijn wij niet meer die zelfge- noegzamen, maar beseffen we eens te beter wat het al die jaren van 1918 af tot in de dertiger jaren moet beteekend hebben voor den Duitschen mensch om te leven bij voortdurende tekorten aan levensbehoeften. Met vurigheid zien wij in deze dagen dikwijls een weerbaarheid ten bate van ons volk ontwaken, die wel teekenend is voor de loutering welke ons volk thans ondergaat. Een treffend voorbeeld daarvan maakten we dezer dagen mee, toen de Zeeuwsehe Land stand in het geweer kwam voor de redding van ongeveer 150.000 kilo peren, die goed deels dreigden verloren te gaan voor de voed selvoorziening. Evenals in den landbouw, moet ook door de Zeeuwsehe fruittelers in de laatste weken een enormen arbeid verricht worden. Op de fruitveiling vond zoo'n geweldige aanvoer plaats, dat handen te kort schoten om al het fruit volgens de voorschriften te kunnen sor- teeren. In het bijzonder gold dat, toen een dag of tien geleden, de aanvoer van pruimen en Claps Favorite-peren zijn hoogtepunt bereikte bij de Veiling Ver. Zuid-Beveland te Goes, waarvan al het fruit zoo spoedig mogelijk bij den consument moest komen om niet te ver rotten. Al op Donderdag, 26 Augustus voorzag de chef van het' pakstation, dat de boel dreigde spaak te loopen en dat weldra 50.000 kilo peren verloren zouden gaan, wanneer niet ingegrepen werd. Deze waarschuwde den directeur, doch ook deze zag geen kans meer perso neel in het werk te krijgen om de voorgeschreven fruit- sorteering naar kwaliteit te kunnen doen uitvoeren, terwijl men ook van andere zijde geen oplossing wist. Intusschen had het broeierige weer den toestand niet verbeterd. In kprten tijd was er hier en daar al wat verrot. Nu wendde men zich tot den Zeeuwschen Land stand. Ook Maandag, 31 Augustus, slaagde de Veiling er niet in om meer dan 15 man extra in het werk te krijgen, doordat de tijd van werkloosheid in onze provincie nu eenmaal voorbij is. Moest men met de ruim honderd man, die in de veiling waren, gaan sorteeren, dan zou het Donderdag worden eer dit werk gereed was en dan zou ongetwijfeld een derde verloren zijn gegaan door bederf. Dit wilde de Landstand in ieder geval voor komen en daarom nam de Zeeuwrsche Boeren leider, d^ heer Van Gorsel, de verantwoor delijkheid op zich, door te bepalen, dat de peren zoo spoedig mogelijk naar den consu ment moesten. Daar er slechts ongeveer 30.000 kilo gesorteerd kon worden, liet hij de rest door de Veiling tegen een door haar vast te stellen middenprijs verzenden naar Rotterdam, Den Haag en Amsterdam, waar deze peren reeds den volgenden dag verkocht werden aan De Aardappel en zijn Eiwit. ET is niet prettig te vernemen, dat je voor 76 uit water bestaat, en wij kunnen ons de verontwaar diging van Generaal Aardappel levendig indenken. Doch tóch had de dokter gelijk, want bij een aard appel is het percentage water buitengewoon groot, terwijl we verder in het knollenlichaam van den aard appel nog 2L.deelen koolhydrathen, 2 deelen eiwit en 1 deel celstof aantreffen. Als uw zoontje niet erg veel trek in het middageten heeft, zoudt u dus, kunnen zeggen: „Zeg Jantje, drink jij de aardappels es héél gauw op-!" Kijk, maar die Koolhydrathen doen het 'm bij de aardappels, want dat is voornamelijk zetmeel en zonder zetmeel zouden de aardappels ge heel waardeloos zijn en' hadden ze misschien net zoo goed in Zuid-Amerika kunnen blijven. Zetmeel kan ons lichaam niet missenen daarom eten we onder meer aardappels. Maar dan blijven we nog altijd met die 76 water zitten, een waterige geschiedenis, waar we zoo op 't eerste gezicht niet al te veel aan hebben. Ook tegenwoordig gaat in verreweg de meeste fabrieken, waar aardappelmeel wordt gemaakt, dat water uit de aardappelen verloren: men laat het een voudig door afvoerbuizen wegloopen. „Allemaal goed en wel", hebben toen enkele scheikundigen gezegd, „Wég laten loopen kun je altijd nog doen, da's ten slotte een paardenmiddel, waar geen mensch wat aan heeft". Die scheikundigen zijn toen aan het prakkizeeren gegaan, om uit te vinden, of er nog iets met dat water uit de aardappelen gedaan zou kunnen worden. En U weet: de moderne scheikundige staat practisch voor niets; hij haalt benzine .uit steenkool, maakt kunstrubber, enfin, te veel om hier op te onze volksgenooten aldaar, die zeer vlotte afnemers bleken te zijn. Ter voorkomiiig dat de zwarte handel optrad belde hij tevoren de burgemeesters der drie groote steden op, om te zorgen, dat politie toezicht hield bij dezen bijzonderen verkoop. Toch kon ook de kleinhandel volop profitee- ren, want in Amsterdam bijvoorbeeld werden 72 kleinere handelaren ingeschakeld, die per hoofd 20.verdienden. Men ziet hoe hier juist doordat wij thans het leiders principe kennen, waarbij niet teruggeschrokken wordt voor het aanvaarden van de verantwoordelijkheid, maatregelen konden getroffen worden, die voorkwa men dat thans in dezen tijd van nood, voedsel voor onze bevolking verloren ging. Immers werden op deze wijze niet minder dan 150.000 kilo peren voor bederf bewaard, dank zij het krachtdadig ingrijpen van onzen Zeeuwschen Boerenleider, die daarbij heusch niet voor een eenvoudige opdracht stond, daar de nieuwe orde ning nog steeds slechts gedeeltelijk is doorgevoerd en hij daardoor te kampen had tegen heel wat personen en instellingen, die anders wilden dan hij. Hij wist evenwel zijn doel te bereiken en geen weldenkend Zeeuw zal dit betreuren. Dat hij tijdig op, de hoogte werd gebracht van het geen dreigde te gebeuren, verdient alle lof voor dege nen, die op dit moment eveneens hun verantwoorde lijkheid hebben gevoeld. noemen. En toen hij bij de aardappelmeelfabrieken iederen dag maar weer vele tientallen kubieke meters afvalwater zag wegloopen, zei hij: „En nu ga ik mij over dat water ontfermen!" In dat water zit immers 2 eiwit en hij is met gpeden moed in zijn labora torium aan den slag gegaan, om dat eiwit aan het afval water te onttrekken. ,,Maar 2 is niet erg veel", zult U misschien tegenwerpen. „Moesten déléLrvoor van die kostbare proeven met peperdure instrumenten geno men wordenJa! Het eiwit vormt een hoogst belangrijk bestanddeel van het veevoeder, en als men bedenkt, dat Europa het thans zonder de buitenland- sche toevoer van veevoeder moet stellen tusschen twee haakjes: Europa slaat zich ook dé,dr kranig doorheen! is het zeer goed te begrijpen, dat alle gelegenheden, welke zich voordoen, de Europeesche eiwitproductie op te voeren, terstond worden aange grepen. „Zie je wel, dat is nu weer echt zoo'n oorlogs kindje, dat eiwit uit aardappelwater balen", zullen wellicht enkelen opmerken. Maar dan slaat U de plank toch mis, want reeds geruimen tijd vóór het uitbreken van dezen oorlog waren de geleerden in de diverse landen bezig met die proeven. En bovendien:; heeft het iets met óórlog te maken, als wij zoo economisch mogelijk trachten te produceeren, als wij niets verloren willen laten gaan? Inderdaad zijn die eiwitproeven na verloop van tijd geslaagd en een aan tal fabrieken in Europa, waar aardappelmeel wordt gemaakt, houden zich thans bezig met de winning van dat eiwit. Vroeger bleef letterlijk voor een waarde van millioenen guldens aan eiwit in het water zitten, terwijl bovendien de kanalen, waarin dat afvalwater werd geloosd en buitengewoon onaangename lucht verspreiden. Als U in de buurt van een aardappelmeel- (Slot) In de operatiezaal was het doodstil. Op de snijtafel lag Generaal Aardappel, het narcosekapje over het gelaat. „Ja zusterdat mesje"wenkte de witgejaste dokter „Nee hoor, da's heelemaal mis, geen redden meer dan". Belangstellend boog de zuster zich nu ook over de tafel. „Waterzucht", zware waterzucht!" verklaarde de dokter met een diepen zucht. Daar geef ik geen cent meer voor!" En toén gebeurde 't wonderlijke! Generaal Aardappel rukte zich het narcosekapje van het gezichtveerde van de operatietafel en bulderde: „Wdt zegt U, wat durft U van mij te vertellen. Waterzucht, man hoe haal *je 't in je hoof dl" Wit van toorn jakkerde Generaal Aardappel de zaal op-en-neer. ,Ja", glimlachte de dokter fijntjes, toen hij over de eerste schrik heen was, „U hebt waterzucht! Zóó heb ik het nog nooit gezien. Mijnheer Pieper, U bestaat voor 76 uit water. U bent zoogezegd een wandelend zwembad. 76 water, 21 kool hydraten en „Stop!" schreeuwde Generaal Aardappel buiten zich zelve van woede, „Ik Idat me niet beleedigen! U bent zelf een waterhoofd ,^/Lijnheer Pieper, Mijnheer Pieper", probeerde de zuster het groeiend heibeltje te sussen. „En ik heet geen Pieper ook!" hopte de Generaal. „In den Burgerlijken stand sta ik ingeschreven onder den naam Solanum Tuberosum. Doch zij die mij kennen, noemen me Generaal Aardappel, omdat ik tal van overwinningen heb behaald!" „Welke danvroeg de dokter hatelijk. „Ik kom straks terug, dan zal ik ze TJ laten zienmeneer Vleeschsnijder!" en met n hevige slag dreunde de deur achter den diepver ontwaar dig den Generaal dicht

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1942 | | pagina 8