Het Landbouwtechnische werk
in de afd. Landjeugd
7 MILLIARD
fZMMMSh
Bijeenkomst van Landvrouwen
VRIJDAG 18 SEPTEMBER
DE LANDSTAND
PAGINA 5
ET Landbouwtechnische ontwikkelingswerk, zooals
dat met de invoering van een landbouwkwartiertje en
den aanleg van proefvelden in het vormingswerk van
onze jongerenbeweging werd ingeschakeld, is thans,
gezien de groote waarde, die nu wordt toegekend aan
een goed landbouwtechnisch onderlegden boerenstand,
op een breedere basis geschoeid. Vooral na de bezet
ting van ons land, toen de aanvoer over zee niet meer
mogelijk was en de voedselvoorziening van ons volk
in gedrang kwam, werd getracht, door een intensieve
landbouwtechnische voorlichting, den boerenstand in
staat te stellen, ons volk voor den hongersnood te
behoeden.
Doordat het inzicht baan brak, dat een eenwording
van ons volk het weer in staat zou stellen, zijn plaats
in de Europeesche volkeren-gemeenschap in te nemen,
achtte ook de jongerenbeweging, in welks vaandel
haar leiders sedert de oprichting hadden geschreven:
„de eenheid van alle plattelandsjongeren", den tijd ryp,
yoor verwerkelijking van dit doel. De jongerenbewe
ging, die als afd. Landjeugd in de, inmiddels in leven
geroepen, eenige aïgemeene standsorganisatie, den
Landstand was opgenomen, zocht contact met de op
Velerlei gebied, op het zelfde terrein werkende bon
den van oud-leerlingen. Ofschoon niet alle leden het
groote belang van een samenvoeging inzagen, konden
toch tastbare resultaten worden bereikt, doordat velen
zich bij de Landjeugd aansloten.
Enkele van de voormalige bestuurders van deze bon
den, die inderdaad veel werk voor de landbouwtechni
sche ontwikkeling van de plattelands jeugd hebben ge
daan, mogen het dan misschien als een terugzetting
hebben opgevat, dat hun werk door anderen werd over
genomen, doch dezulken dienen te bedenken, dat we
weer een stap verder zijn gekomen tot de eenwording
van het platteland, waarvoor velen onder ons reeds
meer dan zeven jaren hebben gestreden, en daarvoor
hebben die bestuursfuncties moeten wijken.
Aangezien wij thans leven in een zwaren - oorlogstijd,
beslissend voor het voortbestaan van ons volk en
daarmee ook van onzen boerenstand, kunnen wij ons
zoo moeilijk indenken, dat nog velen afzijdig blijven
staan, terwijl zij toch bij de landbouwtechnische voor
lichting en ontwikkeling, welke moet leiden tot een
zoo intensief mogelijke bewerking van onzen bodem,
zulk een belangrijke rol zouden kunnen spelen. Want
zeer zeker zal de voedselpositie van Europa van groo-
ten invloed zijn op den afloop van dezen oorlog.
Te goed kennen wij het lot van den Russischen boer,
onder het bolsjewistische regiem. Wij weten, wat ons
te wachten, staat, indien dit gevaar ook over ons land
zou losbarsten, en daarom zet de afd. Landjeugd zich
in, om met de bestaande middelen de productie, onder
de gegeven omstandigheden, zoo goed mogelijk in
stand te houden. Voor de landbouwtechnische ontwik
keling worden door de afd. Landjeugd aparte bijeen
komsten gehouen en dit zal voor de landbouwhuishoud-
kundige vorming van de meisjes ook het geval moe
ten zijn.
De afd. Landjeugd heeft de landbouwtechnische ont
wikkeling als volgt aangevat:
a. door haar leden aan te moedigen een landbouw-
of landbouwhuishoadschool of -cursus te volgen.
Met betrekking tot de beroepsopleiding is er voor de
inrichtingen op dit gebied van landbouw- en landbouw-
hulshoudonderwtjs, waaraan, na het gewone lager
onderwijs, de jonge boeren en boerinnen, zoowel als
zoons en dochters van landarbeiders, zoo algemeen
mogeljjk, moeten deelnemen, een groote taak wegge
legd. Wanneer niet de mogelijkheid bestaat, een der
gelijke school te bezoeken, moet dit ondervangen en
aangevuld worden door het organiseeren van cursus
sen, waarvoor b.v. de Landstand in Drenthe, plannen
heeft opgezet. Door middel van een circulaire is aan
de afd. bekend gemaakt, dat cursussen kunnen wor
den georganiseerd zooals een aïgemeene landbouwwin-
tercursus, verder in paarden- en- runderkennis, gezond»
heidsleer van' het vee, varkenskennis, landbouwboek-
houden, bodemproductie, kennis van landbouwwerktui
gen, economie. Tevens bestaat voor de meisjes de ge
legenheid tot het volgen van landbouwhuishoudcursus-
sen, naai-, kook-, en verstelcurcussen, terwijl daar in
den regel een cursus in het aanleggen en onderhouden
stand in Drenthe wordt hiervoor reeds subsidie verleend.
In de toekomst moet de situaaie zoo groeien, dat elke
de toekomst moet de situatie zoo groeien, dat elke
plattelandsjongen of -meisje in het bezit is van een
diploma van het landbouw- of landbouwhuishoudonder-
wijs.
b. door het houden van inleidingen.
Op de maandelijksche bijeenkomsten, die voor land
bouwtechnische vraagstukken voor jongens en voor
landbouwhuishoudkundige onderwerpen voor de meis
jes apart worden belegd, worden door het kader inlei
dingen gehouden. Dit kader, bestaande uit 3 of meer
personen, komt op geregelde tijden bijeen, om de arti
kelen uit het kaderblad, „De Boerenjeugdleider" en
de diverse vakbladen, zooals b.v. over het scheuren
van grasland en het inmaken van groenten enz., nader
te bespreken en uit te werken, waarna ze bij monde,
van dit kader op de bijeenkomsten worden ingeleid.
De vergadering kan daarna de gelegenheid worden ge
geven, omtrent de ingeleide onderwerpen, ter verdui
delijking daarvan of om daarop dieper in te gaan, vra
gen te stellen, hetwelk in den regel leidt tot een
vruchtbare uitwisseling van gedachten en ervaringen.
Ook bij de dagelijksche werkzaamheden komen wel
eens moeilijkheden voor, waar men niet rechtstreeks
een oplossing voor weet, zooals het aantal kg. zuur,
dat per ha. ingekuild gras moet worden gebruikt, en
de hoeveelheid kalk, die benoodigd is om de pH van
den grond op het gewenschte peil te brengen.
Wanneer dergelijke vragen gesteld worden, zal het
kader ze niet altijd direct kunnen beantwoorden en
dit is dan een gereede aanleiding, om er in de vol
gende bijeenkomst een inleiding over te houden.
c. door het aanleggen van proefvelden.
Door den aanleg van een proefveld, kan de opgedane
theoretische kennis het beste op haar waarde voor de
practijk worden getoetst. Door naast elkaar de ver
schillende aardappelrassen en graansoorten te verbou
wen, wordt het beste uitgemaakt, welke gewassen de
hoogste opbrengst geven, het beste passen bij een be
paalden grondsoort en welke bemesting zij vereischen.
De meest practische manier, om de bodemproductie
op te voeren, is de aanleg van een proefveld. Dit blijkt
wel uit een voorbeeld van een gemeente, waar de vee
houderij verreweg het hoofdbedrijf vormt en de ver
bouw van akkergewassen meer op den achtergrond
staat. Het is verklaarbaar, dat aan den verbouw van
aardappelen in een dergelijke streek, niet de meeste
zorg werd besteed. Gedurende een tweetal jaren is in
deze gemeente een groot aardappel-proefveld aange
legd en daarnaast werd nog een cursus georganiseerd
in het selecteeren van aardappelen. Ofschoon daar
thans nog slechts een 10 ha. goedgekeurd pootgoed
is verbouwd, valt toch onmiddellijk de groote verbe
tering in den stand van de aardappelen op, vergeleken
bij twee jaar terug. En wanneer men dezen nazomer
brj die akkers langs fietste, zag men overal open plek
ken in de" aardappelvelden, als bewijs, dat daaruit
aardappelen groen waren gerooid, die als pootgoed
voor eigen gebruik bestemd waren, hetwelk reeds een
waarborg is voor een goed gewas in het komende jaar.
Een z.g. proefveldcommissie, met aan het hoofd een
verantwoordelijk persoon, is belast met de verzorging
van het proefveld, wat betreft poten, zaaien en wie
den, en stelt tevens den datum vast, waarop gezamen
lijk geoogst zal worden.
d. door het organiseeren van bouw- en grasland-
keuringen.
Om te komen tot een zoo goed mogelijke verzorging
van de gewassen, worden keuringen van gras- en
bouwland georganiseerd. Leden van een naburige afdee-
ling treden hierbij op als keurmeesters, die de gewas
sen beoordeelen naar raszuiverheid, onkruid, planten
ziekten en stand, en daarvoor punten geven.
Tevens maken zij de deelnemers opmerkzaam op het
nut van een betere afwatering, goede rijenafstand in
de gewassen, goede grassoorten, enz. enz.
e. door het instellen van een z.g. perscommissie.
Deze commissie, met aan het hoofd een verantwoor
delijk persoon, heeft tot taak, de van belang zijnde
artikelen uit de technische bladen op de bijeenkomsten
voor te lezen. Vooral wanneer door een schrijver
nieuwe onderwerpen worden aangesneden, leent een
samenkomst van jonge boeren of boerinnen zich bij
uitstek, deze vraagstukken nauwkeurig onder de loupe
te nemen.
mr
Q ONDERLINGE A
VEA2EKEAIN8 MAATSCHAPPIJ
erVESTlQO TE 'S-G8A VENHAOf
«STUUR: LC.F.L VAN HELDEN TUCKER. A. A. BOCKER,
KR. J. I. MQNTUN. *11. SBOBBEN. f. E. EVERS
Tot 4 Sept. 1942 werd in totaal bij
onze Maatschappij verzekerd voor
GULDEN
als volgt over de afd. verdeeld-
Afd. A. Eenvoudige risico's tot
50.000 gld. ƒ4.720.000.000.-
Afd. B. Grootere risico's
1.308.000.000.-
Afd. C. Persoonlijke Ongevallen
236.000.000 -
Afd. D. Gevaarlijke risico's
304.000.000.--
Afd. E. Bedrijfsschade en huur-
derving 204.000.000.—
Afd. G. Geldswaarden enz.
16.000.000.-
Afd. L Kleine inboedels tot 7500
gulden 112.000.000.-
Afd. S. Schepen binnenvaart
100.000.000.-
HALFJ AARLIJKSCHE
SCHADEREGELING
(Afd. I Driemaandelijksche)
Voegt ook Uw belang bij 't groote
geheel en neemt deel in de steeds
groeiende risico-spreiding!
4^ VRAAGT INLICHTINGEN
U BIJ UW ASSURANTIE
W BEZORGER!
(Ingezonden Mededeeling)
f. door het instellen van een excursie-commissie.
Deze commissie heeft tot taak, jaarlijks een of meer
dere excursies voor te bereiden, b.v. naar een zuivel-,
aardappelmeel-, suiker- of stroocartonfabriek, zoodat
men met de fabricage van diverse landbouwproducten
op de hoogte komt. Verder b.v. naar een proefboerderrj
en den een of anderen goeden vee- en/of paardenfok
ker, waardoor inzicht wordt verkregen in de verschil
lende moderne bedrijfsmethoden en in de veredeling
van het vee. Verder kunnen ook nog verschillende
excursies, speciaal voor de meisjes georganiseerd
worden.
Zoo zien wij dat door de afd. Landjeugd de beroeps
opleiding veelzijdig ter hand wordt genomen. We weten
dat voor het aan de practijk toetsen van de theore
tische kennis het ouderlijk bedrijf in den regel de beste
mogelijkheden biedt.
Hier staat, in niet al te ongunstige gevallen, een rijke
schat aan ervaringen en kennis ter beschikking, die
van geslacht op geslacht werden overgedragen. En
wat gedurende een jarenlange practijk, goed en waar
devol is gebleken, zal door geen boekenwijsheid mogen
en trouwens ook niet kunnen worden weggevaagd.
Maar wij moeten met den tijd mee en aangezien een
steeds intensievere exploitatie van den bodem ver-
eischt wordt, moet de jonge boerenstand, naast het
leeren van de practische werkzaamheden, zich verdie
pen in de landbouwtechnische vraagstukken, opdat het
zijn groote opgave, als verzorger van de eerste levens
behoeften van ons volk, als bouwer aan een gezonde
volkswelvaart, zal kunnen vervullen. Dan kunnen wij
met Martien Beversluis zeggen:
Hollands bodem, erf der boeren!
Akkers arm of vruchtengeil,
Uit Uw damhek gaan de voeren,
Tot een eeuwig Neerlandsch heil!
Sch.
Monumentenraad ingesteld
De waarnemend Commissaris der Provincie Zeeland,
heeft op 11 September 1942 geïnstalleerd een door
Z. H. E. G. ingestelden Monumentenraad, welke tot
opdracht heeft op korten termyn verslag uit te bren
gen over de monumenten zoowel gebouwen als
wallen, oude forten, landschappen, e.d. van ge
schiedenis en kunst in deze provincie, welke dringend
herstel behoeven, c.q. voor de toekomst dienen te blij
ven bewaard.
Tot lid van deze Commissie zijn benoemd de Heeren
Prof. dr. Stan Leurs te Antwerpen, dr. P. C. Labou-
chère en Th. Haakma Wagenaar, beiden te Utrecht
en mr, A. Meerkamp van Embden, Rijks-archivaris te
Middelburg.
op Dinsdag 22 September, 's namiddags 2 uur
in de bovenzaal van de Prins van Oranje, te
Goes.
1. Opening door de provinciale leidster mevr.
van Gors elWelleman.
2. Rede door de landelijk leidster mevr. Zwiers
Luth.
3. Toespraak mevr. UilenbergRupp.
4. Pauze.
5. Volksdansen, Zeeuwsche hoerenliedjes en voor
drachten door de afdeeling Borssele van de
Landjeugd.
Alle Landvrouwen en -meisjes worden vriendelijk
uitgenoodigd tot het bijwonen van deze by een
komst.