Het een en ander over sibbe
kunde
Bijeenkomst der Zeeuwsche Landjeugd
te Domburg op „Zonneduin"
Van 3—5 Zaaimaand 1942
Niets staat in den weg er aan mee te doen
W ANNEER men het woord sibbe wil opzoeken in
een woordenboek of zelfs in een encyclopaedic, dan
zal het zoeken vergeefsch zijn. Wel vindt men het
woord genealogie, waar achter de verklaring „ge
slachtrekenkunde, stamboom", waarbij verwezen
wordt naar „geslachtskunde". En dit woord opge
zocht lezen wij daarbij vermeld: „genealogie, juiste
kennis der verwantschapsbetrekkingen tusschen vor
sten of adellijke geslachten."
VRIJDAG 16 OCTOBER
DE LANDSTAND
PAGINA i
OOR de afd. Landjeugd van den Nederlandschen
landstand in Zeeland was Zaterdag 3 October een
bijeenkomst te Domburg georganiseerd voor de Zeeuw
sche landjeugd!
Nadat ieder zijn plaats was aangewezen werd door
jden kampleider appèl gehouden en de Landstandsvlag
geheschen.
Hierna werden de deelnemers toegesproken door den
Stafleider, die in het bijzonder den Boerenleider voor
öe prov. Zeeland en den heer Ernst van de Abteilung
Em&hrung und Landwirtschaft van het Rijkscommis-
sariat welkom heette.
Na een wandeling door Domburg werd gegeten, waarbij
de deelnemers zich de bruine boonensoep wel lieten
smaken.
De eerste spreker was dhr. J. Hoekman, met als onder
werp: „De Landstand als Arbeidsgemeenschap no. 1".
Op duidelijke en overzichtelijke wijze zette spreker
uiteen wat een arbeidsgemeenschap is, en welke plaats
de Landstand onder de arbeidsgemeenschappen zal
innemen.
De tweede inleiding werd gehouden door Mej. Nellie
Dekker, met als onderwerp: „Onze vroegere Oostland-
kolonisatie". Zij behandelde een stuk geschiedenis, zoo
als we dat jammer genoeg op school hebben moeten
missen.
Na deze inleiding werd nog een uurtje gezellig samen
doorgebracht, waarna een taptoe werd gehouden.
Den volgenden dag was het 's morgens om 7.00 uur
weer opstaan, daarna spost en ontbijt. In den voor
middag werden de volgende referaten gehouden: door
dhr. C. C. Nijsse, over het onderwerp: „Waarom in de
landjeugd"; door dhr. L. A. Ampt, over het onder
werp: „Het wegenplan van den Führer" en door dhr.
M. A. Aalbregtse over: „Sibbekunde".
Alle sprekers wisten hun gehoor zoodanig te boeien,
dat de tijd voortvloog en ongemerkt was het weer
etenstijd geworden.
Na het eten werd een wandeling gemaakt door de
Domburgsche Manteling. Na thuiskomst werd aange
vangen met sportwedstrijden, waarvoor zeer mooie
prijzen beschikbaar waren.
Ook dit gedeelte van het programma werd met het
noodige enthousiasme uitgevoerd.
Na het avondeten hield dhr. Klijnstra, propagandist
van de afd. Landjeugd een inleiding over de organi
satie van de landjeugd.
Om acht uur begon de kameraadschapsavond, waarbij
ieder wat ten beste gaf, zoodat het bijna ongemerkt
half elf werd.
Hierna sloot de Stafleider de byeenkomst en begaf het
gezelschap zich ter ruste:
's Maandagsmorgens was het weer vroeg dag en na
f het ontbijt ging men op huis aan. Deze dagen zullen
nog lang in gedachten der deelnemers voortleven en
zijn weer eens een bewijs geweest, dat de afd. Land
jeugd in Zeeland met goed resultaat werkt.
De Landjeugd van Borselle voerde op de dezer dagen gehouden vergadering van de Landvrouwen eenige
dansen in Zuid-Bevelandsche kleederdracht uit. Het een en ander viel hij de vele aanwezigen in goede aarde
en het zal dan ook zeker niet de laatste maal geweest zijndat de Zeeuwsche Landjeugd in het openhaar
boerendansen uitvoerde. Foto D. Koper
Menigeen zóu terstond kunnen denken, dat gezien
het hier „vorsten of adellijke geslachten" betreft, het
niet voor hem of haar weggelegd is. Laten wij echter
onmiddellijk vaststellen, dat een dergelijke omschrij
ving foutief, maar dan ook absoluut foutief is. Dit is
een verouderd begrip omtrent genealogie of sibbe
kunde; een begrip, dat in deze dagen gelukkig aan
het verdwijnen is, doch dat helaas de keerzijde van
de medaille, nog te vastgeworteld zit in het den
ken van den eenvoudigen mensch, d.w.z. van hem,
die geen vorst is of van adellijke bloede. Genealogie
Of sibbekunde is zoowel voor den rijke als den arme,
zoowel voor den ouden als den jongen mensch. Men kan
ier op elk tijdstip mee beginnen, men kan het beoefenen
in zijn jeugd en het zijn heele leven trouw blijven beoefe
nen, men kan er op ouderen leeftijd mee beginnen en be
treuren, dat men niet wijzer was, er eerder een
begin mee te maken. Mogelijk zal het iemand even
vreemd in de ooren klinken, dat er menschen zijn, die
hun heele leven aan sibbekunde trouw blijven, doch
voorwaar, overdreven is het niet. Want met het vol
tooien van een eigen stamboom of indien men verder
wil gaan met het maken van een kwartierstaat, is
men er niet. Zeker, men kan een vooropgesteld doel
hebben bereikt, doch de kennis omtrent familie en
bloedverwanten is hiermee nog lang niet uitgeput,
een groote hoeveelheid interessante en boeiende we
tenschappen ligt dan nog geduldig te wachten om als
't ware opgegraven te worden uit de vergetelheid. En
iemand, die eens aan het opdelven is geraakt, is als
een delver naar kostbaarheden, hoe rijk hij in den
loop der tijden ook is geworden, hij zal steeds meer
wenschen en in nooit-verslappenden ijver het meerdere
veroveren.
Ook de opmerking dat sibbekunde open staat voor
den arme, zal mogelijk eveneens in twijfel worden
getrokken, doch ook dit is waar. Zeker, het is zoo
dat men in- de omstandigheden van weinig-aardsche-
goederen-te-bezitten niet naar een genealogist kan
loopen, om een en ander in orde te maken. Wanneer
men zich tot zulk een persoon wendt, hoort welke
prijzen deze heeren voor hun diensten vragen,
sommige eischen zonder iets te hebben gedaan een
voorschot van vijfhonderd gulden dan voelt men
zich, populair uitgedrukt, lichtelijk in den aap ge
logeerd, beseft men al te zeer, dat men daaraan niet
kan beginnen, dat men, wil men iets bereiken, zeif
de handen aan den ploeg moet slaan. Bezwaar hier
tegen bestaat er in geen enkel opzicht. Integendeel,
het voordeel is, dat men het bereikte-door-eigen
krachten meer waardeert dan het domweg gekochte.
En wanneer men daarby weet, dat de onkosten tot
een minimum beperkt kunnen blijven dan staat ook
den arme niets in den weg om aan sibbekunde
te doen. Jurriaan vay Toll schrijft over deze onkosten
in zijn brochure „Van eenen bloede" het volgende,'
„De eerste uitgaven beloopen ongeveer 1.en be
staan uit een pakje blanco briefkaarten, een katern
gelijnd en ongelijnd schrijfpapier, een paar blocnotes,
een zwart,, rood en blauw potlood, een stukje stuf, een
potje roode en zwarte inkt, een liniaal en ten slotte
een penhouder met enkele pennen. Waar het meeren-
deel dezer nuttige voorwerpen wel in ieder huis aan
wezig zal zijn, is de kans, dat het stamkapitaal be
langrijk tekort schiet, uiterst gering." Later geeft de
schrijver den raad te komen tot oprichting van een
familievereening„In de eerste plaats wordt op
deze wijze bereikt, dat alle belangrijke stukken, por
tretten, enz., betreffende ons voorgeslacht, op één
plaats bewaard worden, en den grondslag voor een
bescheiden familie-archief vormen. Ten tweede wordt
de belangstelling der familieleden op deze wijze ge
wekt, waardoor zij met kleine financieel bijdragen,
die van geen hunner groote offers vragen, een fondsje
bijeen kunnen brengen, waaruit kleine uitgaven als
porti, foto-copieën, reiskosten, afschriften van acten,
enz. betaald kunnen worden, welke uw financieels
kracht persoonlijk te boven gaan."
Zooals men ziet, staat dus niets in den weg om aan
sibbekunde te gaan doen.
Voor ik verder ga met deze algemeehe inleiding, wil
ik nog eveni stilstaan bij het woord sibbe, daar velen