Een Nederlandsche stem uit
Oostland
Stroomingen in het boeren- en
tuindersvolk
w ANNEER we heden ten dage de geestesgesteld
heid van onze Limburgsche boeren en tuinders bestu-
deeren, dan kan men gevoegelijk een tal stroomin
gen onderscheiden. Als eerste categorie noemen wij
hen, die door dun en dik, ondanks alle geestelijke ter
reur, ondanks hoon, spot, laster en geniepige schade-
berokkening, den Nederlandschen Landstand mede hel
pen opbouwen, die den nieuwen tijd begrepen hebben,
die afgedaan hebben met al het oude, die beseffen, dat
ons land, en dat vooral onze boer en tuinder enkel nog
een toekomst kunnen hebben in een nieuw Nederland,
dat deel uitmaakt van het komende Germaansche Rijk
en dat zijn rechtmatig deel zal toegewezen krijgen, in de
geweldige Germaansche levensruimte, mits ons volk
deze levensruimte zelf verdient. Deze mannen en vrou
wen, die thans als een gesloten blok achter onzen Boe
renleider staan vormen den grondslag, waarop de Land
stand in Limburg wordt opgetrokken. Uit hen zullen
de dorpsboerenleiders en dorpsboerenraden gevormd
worden. Zij zullen de naaste medewerkers zijn van den
provincialen Boerenleider. Door zich in te zetten in
een tijd, dat er werkelijk groote moed toe vereischt
is, hebben zjj dat ten volle verdiend.
Een ongelooflijke kans voor vakbekwame boeren
Voor- en tegenstanders van den iMndstand
VRIJDAG 16 OCTOBER
DE LANDSTAND
PAGINA 7
Van bevriende zijde kregen toy dezer dagen in-
zage van een brief van een Nederlanderdie
21 Juni jJ. als O bertruppführer bij den Neder-
landschen Arbeidsdienst van kier voor Osteinsatz
naar Rusland is vertrokken
Aan dat schrijven, dat op onopgesmukte wijze
een beeld geeft van de toestanden daar, ontleenen
wij het volgende:
t,0m te beginnen hebben we ongeveer 14 dagen in den
trein gezeten, voor we op een punt kwamen, waar ae
spoorlijn ophield Gedurende die reis, die over Warschau
en Gomel liep en vandaaruit dwars door de Oekraïne
naar het Donetzbekken, hebben we gelegenheid gehad
om een behoorlijk stuk van Rusland te zien. 's Jonge,
jonge, wat een land. Daar kun je je, als je er niet zelf
geweest bent, geen voorstelling van maken. Zoo on
eindig groot. Daar wordt je als Hollanders soms wee
van om als maar die golvende vlakten te zien. Net
alsof je op zee was. Natuurlijk passeerden we ook
prachtige streken, met mooie in diepe dalen gelegen
dorpjes, die op een afstand heel mooi waren. Maar je
moet er niet dichterbij komen, want dan ontmoet je
dingen, die je de haren ten bergen doen rijzen.
Daar „leven" in die dorpjes, die op een afstand zoo
schilderachtig zijn, menschen, maar dan op een manier
zooals voor onze gedachten bijna niet meer mogelijk
kon zijn. Zoo primitief, ja je kan wel zeggen, verdier
lijkt. Bgna geen kleeren aan het lijf, barrevoets en ont.
zettend vuil. De kinderen, practisch naakt, krioelen er
wat in het vuil rondom de huizen en het percentage
dat behebt is met rachitisbeenen, waterbuiken- en
-hoofden is verbazend groot. En dit zijn geen toestan
den, zooals we toevallig maar eens ergens gezien
hebben, neen, herhaaldelijk hebben we dit met eigen
oogen kunnen constateeren en in de toekomst kan nie
mand me meer iets wijs maken. Dat is werkelijk ver
schrikkelijk en het is dan ook geen wonder, dat de
menschen, vooral de plattelandsmenschen, voor het
allergrootste deel van harte blij zijn dat het communis
me tot het verleden behoort.
Wij merkten ook nog wat van het zoo beruchte „Par-
tisanen"-gevaar, dat zijn benden, die momenteel pro-
beeren om door aanslagen e.d. onrust in de veroverde
gebieden te bewerken. Wij informeerden ter plaatse wat
dit voor menschen waren en hoorden, dat dit benden
waren, die altijd al bestaan hadden, speciaal in de moe
rassen van de Pipret. Reeds in den Czarentijd vormden
zij een plaag voor de streek. Nu worden ze echter als
dankbare werktuigen gebruikt door de handlangers van
Stalin, die ze voorzien van wapens, levensmiddelen en
leiding. Maar de Polizei zwaait er aardig den bezem
door, zoodat deze Partisanen wel spoedig tot het ver
leden zullen behooren. Verder waren wjj in het begin
(later waren we hieraan gewend) beduusd door de ge
weldige transporten die zonder ophouden maar af en
aan rijden. Geweldig lange transporttreinen, Duitsche,
Fransche, Hongaarsche, Nederlandsche enz. enz. uit
heel Europa vind je hier transportmateriaal terug en
dat rijdt maar aan. Dag en nacht, héén met soldaten
en materiaal, terug meestal met krijgsgevangenen en
landverhuizers, dat zijn menschen die mee naar het
achterland gejaagd zijn, toen de communisten hun bie
zen pakten en die nu terugkomen naar hun eigen om
geving of zelfs doorgaan naar Polen en Duitschland,
om daar te gaan werken. Een treurig gezicht is dat,
om die menschen daar te zien bijeenhokken in de goe
derenwagons. Slechts voorzien van de allernoodzakelijk
ste plunje, bijna geen kleeren aan het lijf enz. Wat
moeten die menschen een verbittering hebben' tegen
hun vroegere overheorschers, als ze al niet heelemaal
afgestompt zijn. En hoe zullen ze straks waardeeren
het waarlijke socialisme van Adolf Hitler! En zoo is
hier het oorlogsbeeld overal. Koortsachtige bedrijvig
heid in verband met de voorbereidingen van de op han
den zijnde operaties in het Zuiden.
Wij genieten intusschen ook van de ruwe, maar impo
sante scjaoonheid van sommige streken, die wij passee-
ren en hebben pret op een manier, zooals eenvoudige
menschen onder dergelijke omstandigheden zich ver
baken. Spel, zang e.d. We moeten'elkaar de haren knip
pen, zelf ons goed wasschen enz. enz., kortom heel dat
ingewikkelde leventje leiden, dat gepaard gaat met bet
dagen lang „wonen" in een woning, omvattende één
spoorweg-coupé met vier man.
F>an onze ontmoetingen met strijdmakkers uit de an
dere landen: Hongaren, Italianen, Roemenen, Slowaken,
Tsjechen, Franschen '>nz. enz. Sigaretten, brood, ansicht
kaarten en handteekening zijn contactmiddelen en al
ontstaat een levendige verbroedering, waarbij
met den mond, maar als het moet ook met handen en
voeten, gesproken wordt
Na onze treinreis zgn wij met auto's (voor materiaal)
en fietsen verder gegaan kris-kras door de Oekraïne,
ruim 1000 k.m. ver En dat over „wegen", die een
aanfluiting zijn voor den naam. Enfin, U kent dat wel
van film, krant en radio. Alleen kan ik U zeggen, dat
de werkelijkheid nog véél en véél erger is. Die stof
en die mulle rommel, dat is onbegrijpelijk, hoe een re
giem in 25 jaar met zooveel menschen en materiaal,
nog niet in staat is geweest om wat betreft dit punt
alleen al, niet iets behoorlijks tot stand te brengen. U
weet hoe het daar is: reeds diep in den Kaukasus slaat
het Germaansche zwaard in op de resten van de Stalin-
horden. Momenteel zrjn we een „Ortsgebundene" Ein-
satz en maken een vliegveld klaar in de buurt van een
groote stad.
Verder is het merkwaardig op ondernemingen zooals
deze, waar te nemen in hoeverre wij allen werkelijk na-
tionaal-socialisten zijn. Want vanzelfsprekend valt dit
bij velen, ja je kunt wel zeggen bij allen, erg tegen.
En het kan bijna ook niet anders. Maar als wij uit onze
ervaringen leeren, dan is deze tocht een leerschool,
waardoor weer een paar honderd Nederlanders ais
betere N.S. terugkomen dan zij gingen. Sn zeker, nu
we met eigen oogen gezien hebben tot welk een ver-
dierlijking en achterlijkheid het coa^unisme voert.
Hier leer je beter inzicht krijgen in het communisme,
oftewel de geraffineerde vorm van levensverkrachting,
die uitgedacht is door het internationale jodendom, om
hierdoor de wereldrevolutie en daardoor de onderwer
ping van de geheele menschheid aan ditzelfde joden
dom te bewerken, dan uit honderd boeken of duizend
lezingen.
Hier spreekt elke steen, elk mensch, kortom alles, en
klaagt de roode machthebbers aan. Speciaal ook de
geweldige uitgestrektheden aan prachtig vruchtbaren
grond, speciaal in het land der „zwarte aarde", waar
alles practisch uit zichzelf groeit, waar de grond bijna
niet bemest behoeft te worden en alles den grond uit
vliegt.
En dat heeft men jarenlang verwaarloosd.
Aan den anderen kant echter is het een stimulans om
snel dezen oorlog te beëindigen en tot ien goed einde
te voeren, wan; de mogelijkheden, die hier liggen voor
West-Europa en het gansche continent, zijn enorm!
Indien wij ons even indenken, hoe Hollandsche boeren
hier met hun vakbekwaamheid en hun tjver een kans
krijgen, dan moeten zij in staat zyn om van deze ge
bieden ongelooflijk welvarende te maken.
Met dit uitzich is net daarom ook niet moeilijk de
zware offers, die thans van ons allen gevraagd worden,
licht te achten.
De toekomst gloort. Daarom voort: hecht ons geschaard
om den Leider, naar een betere toekomst".
De tweede en derde groep vormt de groote midden
massa, zij die bang zijn, en de onverschilligen. Tot de
eersten behoort verreweg het grootste percentage. De
Limburgsche boer is in het algemeen in zijn hart vóór
de nieuwe orde, vóór de doelstellingen van den Neder
landschen Landstand. Hij heeft al te zeer aan den lijve
de „zegeningen" van den ouden tijd ondervonden. Hg
herinnert zich nog al te goed de dictatorische mach
ten en de kapitalistische invloeden, waaronder hij
jarenlang heeft gezucht en geleden. De tijd, waarin
hij met handen en voeten gebonden lag aan .macht
hebbers, waartegenover hij machteloos stond en waar
tegenover zijn eigen organisaties zich machteloos toon
den, de tijd, waarin hij moest werken en zwoegen be
neden kostprijs, de tijd, dat de boerenstand belachelijk
en bespottelijk werd gemaakt voor het gansche volk,
dat een boer met den nek werd aangekeken, dat een
boer totaal niet in tel was, Je tijd, dat boer-zijn en
dom-zijn synoniem was, de tijd, waarin de producten
van boer en tuinder, ten koste van veel zweet en
arbeid voortgebracht, op den mesthoop terecht kwa
men, op andere wijze moedwillig vernietigd, of voor
een krats verkwanseld werden,
Daartegenover biedt de nieuwe boerenorganisatie, de
Nederlandsche Landstand, heel veel schoons. Handha
ving van hoereneer, herstel van boerenrecht, verhef
fing van den boerenstand! Sociale zorg! Economische
verbetering! Het in het vooruitzicht stellen van maat
regelen voor een gezond boeren-bedrijfsleven! Het
streven naar welvaart! En dat alles met en door eigen
boerenkracht en macht. Het is een lust hieraan mede
te werken! En toch! De bangen durven nog niet!
Eensdeels zijn ze nóg altjjd bang, dat het eens ver
keerd zal uitdraaien, en ook zij eens ter verantwoor
ding geroepen zullen worden. Zij beseffen niet, dat,
zelfs in dit meest onmogelijke geval een eensgezinde
machtige boerenorganisatie niet meer op zij te schui
ven is! Anderdeels kunnen zij niet uitkomen onder den
druk van de geestelijkheid, die van haar kerkelijke
macht en invloed misbruik maakt en wil tegenhou
den, wat niet meer tegen te houden is. Maar we maken
ons geen zorg over deze groote groep van boeren en
tuinders, die in hun hart pro-Landstand zijn, want
wij weten, dat zij allen eens in onze rgen zullen staan,
dat de omstandigheden zoodanig zullen veranderen,
dat zij alle blooheid en schuchterheid af zullen leggen
en medestrijders zullen worden voor de rechten van
den boerenstand. Ook de onverschilligen zullen dan
aangestoken worden door het vuur der geestdrift.
Ook zij zullen dan willen optrekken als zonen van het
ééne boerenvolk!
Negende centrale fokveedag te Breda. Te Breda werd
een groote fokveedag gehouden; een overzicht van het
aangevoerde materiaal.
Foto: „West-Brabant*