De grondwet van den arbeid Smakelijke gerechten Boekenlijst Belangrijke data PAO. 5 DE LANDSTAND VRIJDAG SO OCTOBER Stoofschotel van bieten. 2 kg. aardappelen, 1 kg. winter- of zomerkroten, 2 ons bruine boonen, kg. uien, tot 1% ons vet oï boter, peper, zout, azjjn. Wasch en week de boonen een nacht van te voren. Kook ze den volgenden dag gaar in het weekwater en voeg na uur koken wat zout toe. Kook de bieten, na zorgvuldig afborstelen gaar ln pl.m. 2 uur In ruim water met zout (een stukje van de bladstelen laten zitten) en pel ze in koud water af. Snijdt ze in blokjes. Zet de aardappelen 1 uu* vóór den maaltijd op met zoo weinig mogeiyk water als er op verkoken kan. Snipper de uien fijn en bak ze goudbruin in het beschik bare vet. Meng alle bestanddeelen luchtig door elkaar met peper, zout en azijn, op smaak afgemaakt. Met een stevige gortmoutpap, of gort in melk of karne melk gekookt, vormt deze stoofschotel een stevigen, voed- zamen maaltijd. Ook is het een uitstekende restverwerking. Daar de voedzaamheid ten opzichte der vitaminen sterk achteruit gaat door het opwarmen, is het noodzakelijk dan wat fijngesneden kropsla, andijvie of veldsla toe te voegen. Appelmoes met gortmout. 1 liter melk, 150 gr. 10 afgestreken lepels gortmout, 1 kg. moesappels, citroenschilletje, suiker, zoetstof (of fijngesne den suikerbiet). Week de gortmout een uurtje van te voren in een weinig melk. Kook ze daarna in 10 óiinuten gaar. Kook op de gewone wijze appelmoes, laat een dun citroen schilletje meekoken (desverkiezende de reepjes suikerbiet). Maak de gortmout op smaak af met suiker, vermengd met zoetstof. Doe hetzelfde met de appelmoes. Leg, wanneer men dit gerecht warm wil eten, de gortmout laag om laag met de appelmoes in een vuurvasten schotel. Zorg, dat de bovenste laag uit gortmout bestaat. Strooi hierop een weinig suiker met wat kaneel er door geroerd en zet het schoteltje, indien mogelijk, in den oven. Op een warmen dag zal met het koud lekkerder vinden. In plaats van een vuurvasten schotel doet men alles dan in een glazen vlaschaal. In plaats van appelmoes kan men rauwe geraspte appel nemem Gortnoga. 1 kopje suiker, 3 kopjes gepofte gort, 1 theelepel boter, een snuifje zout. Laat de suiker droog in een steelpan smelten en daarna goudgeel worden. Voeg de boter en 't snuifje zout toe en als de suiker geelbruin is geworden, ook de gepofte gort, keer alles goed om en om, zoodat de gort weer knappend is en giet de massa kan op een steenen aanrecht. Strijk met een nat mes de massa glad en snijdt ze na eenige bekoeling in reepen en stukken. Bewaar de gort noga goed droog. Over appelmoes inmaken. Behalve op de gewone wijze steriliseeren kan men de appel moes ook in gekurkte flesschen met wijden hals inmaken op de manier in één der vroegere nummers beschreven. Wanneer men alleen flesschen met nauwe halzen heeft, moet men de appelmoes erg dun maken. Het verdient echter aanbeveling wat conserveermiddel toe te voegen, b.v. 2 gr. benzoëzure natron per kg. moes (in de apotheek verkrijgbaar). Sluiten met uitgekookte kurken en lak of kurk en cellophaan papier of een prop vette watten en cellophane papier. VLAANDEREN Stijn StreuvelsOost; De Vlasschaard'Langs de wegen; Zomerland; Werkmenschen. Cyriel Buysse: Het leven van Rozeke van Dalen. André DemedtsGeen tweede maalAfrekeningHet leven drijft. Emiel Buysse: Spokenhof. Maurits Sabbe: De filosoof van 't Sashuis. Ernest Claes: Kobeke. Jan Eekhout: I*astoor Poncke. De eeuwige droom. ZEELAND Jan Eekhout: De boer zonder God; Warden, een koning. Dignate Robbertz: Noordwester; Jikkemien. UTRECHT Kees Mekel: Melkoorlog. ZUIDERZEE K. Norel: Het getij verloopt; Aan dood water. Niet in een streek of gewest onder te brengen Joanne Koppen: Soetheem. Katinka Lannoy: De familie Trigland; Het hal by de wind. In het buitenland speelt: Marie van Dessel—PootToen de herten riepen. Boerenboeken en plattelandsromans van buitenlandsche schrijvers en schrijfsters: Ernst Wiechert: Het simpele leven. Heinrich ZillichEen handvol korenaren. Trygve GulbranssenHet geslacht Björndal; En eeuwig zingen de bosschenWinden waaien om de rotsen en De weg tot elkander. Sally SalminenKathrina; De lange lente. Wladlslaw St. Raymondt: De boeren. "Waarom geen boeken van andere sehryvers zyn aanbevolen, kan men lezen 'in het eerstkomende nummer van het maandblad „Volk en Bodem." Onderschrift: Overigens is deze'lyst ook niet absoluut vol ledig, die andere boeken kent en mooi vindt, noeme mij die ter beoordeeling. Tenslotte dient nog te worden opgemerkt, dat bovenstaande boeken volstrekt geen kinderboeken zijn 2 Nov. 3 Nov. 4 Nov. 5 Nov. 6 Nov. 9 Nov. 9 Nov. 9 Nov. 9 Nov. 10 Nov. 10 Nov. 10 Nov. 10 Nov. 11 Nov. 11 Nov. 11 Nov. 12 Nov. 12 Nov. 13 Nov. 14 Nov. 14 Nov, Breda: Taxatie-paardenmarkt. Rotterdam: Taxatie-paardenmarkt. Alkmaar: Jaarmarkt. Wieringen: Jaarmarkt. Zierikzee: Taxatie-paardenmarkt. Alkmaar: Vee. Hoofddorp: Taxatie-paardenmarkt. Den Bosch: Taxatie-paardenmarkt. Venlo: Taxatie-paardenmarkt. Druten: Najaarsmarkt. Leiden: Taxatie-paardenmarkt. IJzendijkeTaxatie-paardenmarkt. Tholen: Taxatie-paardéTimarkt. Hedel: Taxatie-paardenmarkt. Valkenburg: Taxatie-paardenmarkt. Texel: Jaarmarkt. Hoorn: Jaarmarkt. Wieringen: Jaarmarkt. Rotterdam: Taxatie-paardenmarkt. IJzendyke: Taxatie-paardenmarkt. Hoorn: Jaarmarkt. Woerden: Jaarmarkt. HoornTaxatie-paardenmarkt. OssTaxatie-paardenmarkt. Weert: Taxatie-paardenmarkt. Axel: Taxatie-paardenmarkt. PuttershoekTaxatie-paardenmarkt, jaarmarkt. Vught N.B.; le Nationale Tentoonstel ling „Het Raskonijn". en ten eenemale ongeschikt voor de jeugd beneden achttien, jaar. Ook zijn ze lang niet allemaal geëigend om in onze vergadering voor te lezen. Die daarvoor nog het meest ge- sohikt waren hebben we vet gedrukt. W. E. M. Eggink. Mr. D. E. de Jong: Op verzoek van vele landvrouwen en hun mannen geven we hier een boekenlijst van goede boerenboeken en plattelandsromans, ingedeeld naar de streek of het gewest waarin ze spelen: NOORD-HOLLAND Ds. Heyneg: Kinderen Noordhollands; In de Noordholland- sche wei; Van Noordhollandsche menschen en dingen; Noordhollanders; B|j ons ln Noordholland. Mevr. VisserRoozendaal: De mensch wikt...; Het laatste kwartier; De Wachter. Jac. BroersenBoerenvolk. K. Norel: De carrière van Nanne V||b; De Eenhoorn. ZUID-HOLLAND K. Schippers: Het Uilennest. Jo Ypma: Boven de polder de hemel— NOORDELIJKE EILANDEN K. van der Geest: Eiland in de Branding. Cor Bruin: SU de Strandjutter. FRIESLAND R. Brolsma: Sate Humalda; It HeechhofGroun en Minsken Mevr. Simke Kloosterman: De Hoara's van Hastings. IJ. van Houten: De zonde van Haitze Holwerda. Abe Brouwer: De gouden Swiepe; De gouden trledt. Evert Zandstra: Het klotsende meer; De vlammende heide; De wijde stilte. U. G. Dorhout: Jelle Heerema; De Hornstra's. GRONINGEN Rein Brouwer: Dauw over dorstig land; Maar de zon over won. Jant Nienhuis: Waar mensch en koren rüpen. Ger. Griever: Zorg om den jongen; H|j leefde om te bouwen. OVERIJSSEL Marie Koopmans: Mooi Marieken en den Smokkelkoning. J. K. van Eerbeek: De strooschlppersBeumer Co. Mevrouw van NynattenDoffegnies: Moeder Geerte; Huis van licht en schaduw. LIMBURG Minus van Looi: Aloud Boerenbloed. BRABANT Mr. A. Roothaert: Dr. Vlimmen. ^^NDER bovenstaande titel is aangekondigd en be kend geworden, hetgeen is neergelegd in de Verorde ning van den Rijkscommissaris van 13 October 1942 betreffende Ordening van dten Arbeid. En de benaming .grondwet" is wel juist, want niet alleen wordt bij deze verordening gebroken met een geheel systeem van arbeidsordening, zooals dat in denloop der laatste 25 jaren ten onzent was ge groeid, maar ook wordt een fundament gelegd, waarop d!e nieuwe ordening van den arbeid zich zal kunnen en moeten ontwikkelen. Op deze grondwet zullen nog vele wetten volgen ter nadere regeling en uitwerking van de neergelegde principes, echter zullen de nieuw ontstane arbeidsge meenschappen er voor zorg hebben te dragen, dat er een gestage stroom van wenschen en verlangens van den werkenden mensch vorm krijgt en, na te zijn getoetst aan het algemeen belang, hetgeen zal geschie den onder verantwoordelijkheid van den Staatsamb tenaar, die de functie van Gemachtigde voor den Arbeid in het Departement van Sociale Zaken zal uitoefenen, door dezen Gemachtigde opgelegd wordt aan de betrokken bedrijfsgenooten. Na een overgangstyd van meer dan twee jaren, die ons bracht uit een periode van gebrek aan arbeid en als gevolg daarvan een gebrek aan eerbied voor den arbeid naar den tijd van nu, die wel het tegen gestelde daarvan is, is door deze verordening een doorbraak voltooid, die definitief is en aan werkend Nederland de gelegenheid zal geven zich in te scha kelen in het arbeidsintensieve Europa, dat komende is. Dat deze inschakeling, die voor de meeste volksge- nooten wel een volledige omschakeling beteekent, nu ineens vlot zal verloopen, is wel allerminst te ver wachten en zeker in onze Landstandsarbeidsgemeen schap zal er nog wel heel wat gras door de koeien gegeten en herkauwd moeten worden, voordat een ieder de nieuw ingeslagen richting duidelijk ziet en zich er op instelt. Het zal zijn, alsof we uit de verschillende wagens, waarmede het terrein van den arbeid tot nu toe be reden werd, plotseling gezet worden in één grooten wagen van een geheel nieuw type. Ieder heeft natuur lijk den mond vol aanmerkingen op dezen wagen, de motor trekt niet goed, de zitplaatsen deugen niet, sommigen waren immers een ruimere plaats gewend, de veering is hun te stug, enz. enz, Een feit is echtér, dat de wagen rijdt en wel in de juiste richting, terwijl de snelheid toeneemt. En al zitten sommige passagiers nog achterste voren, turende door de achterruit en terugwenschende, het geen zij eens zagen, toch rijden ze vooruit en allengs zal de belangstelling voor de nieuwe omgeving toe nemen en de herinnering aan het c*idte vervagen. Uit de critiek zal de actieve medewerking ontstaan, waar door de fouten verbeterd worden en het geheel gemaakt zal moeten worden tot iets, waarin men zich thuis voelt; en waarvan men de waarden dagelijks meer gaat beseffen. Aan den anderen kant en vooral in den Landstand, dienen we wel nuchter te blijven en niet te denken, dat nu alles wel in. orde zal komen, want juist op ons terrein, waar nog zoo veel goeds in de arbeidsverhou dingen leefde, zal het nieuwe met voorzichtigheid ge hanteerd moeten worden, en wel zoodanig, dat het oude, dat goed was, tesamen met het nieuwe, dat noodzakelijk is, wordt tot een ideaal geheel van orde ning van den arbeid. Immers deze grondwet raakt niet alleen de fabriek, maar ook dén bodem en het daarop levende en wer kende bloed, en bloed en bodem worden beheerscht door veel oudere grondwetten, die ook door deze nieuwe wet geen veranderingen zullen kunnen en mogen on dergaan, wil niet het fundament van ons Germaansche volksbestaan in gevaar komen. Steeds zullen wij dus bij het beoordeelen van deze nieuwe ordening van den arbeid ons moeten laten lei den door de grondbeginselen en daar, waar het fun dament in gevaar dreigt te komen, zal met man en macht een dam moeten worden opgeworpen om den, dan blijkbaar verkeerd geleidén stroom, te keeren en te leiden in de bedding, die volk en bodem eischen. Met inachtneming van bovenstaande grondbeginselen dus kunnen we niettemin vaststellen: le. dat de Ordening van den Arbeid, zooals nu aan gevangen bedoelt ons te brengen naar de bedrrjfs- gemeenschap, die de meest natuurlijke arbeids- orde is, en als zoodanig niet iets nieuws, maar iets zeer ouds is. 2e. dat de bedrijfsvormen, zooals de Landstand die omvat, nog het dichtste staan bij de natuurlijke orde, die nu in modernen vorm, wederom nage streefd wordt. 3e. dat het dus in den Landstand in principe het gemakkelijkst moet zijn om deze natuurlijke orde, ook in het bedrijf, na te streven, zoodat de ideale bedrijfsgemeenschap weer duidelyk naar voren komt. Al zal dus wellicht het in practijk brengen van vele nieuwe vormen eenigen tijd in beslag nemen, althans meer dan in den industrieelenbedrijfsvorm noodig zal zijn, toch ligt een en ander in den Landstand in wezen veel eenvoudiger en het langzamer tempo zal niet hoeven beteekenen, dat het einddoel later wordt bereikt. Wordt vervolgd

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1942 | | pagina 5