De bestrijding van het wortel
aaltje met zwavelkoolstof
Het overwinteren van pelargoniums
PAG. 7
DE LANDSTAND
VRIJDAG SO OCTOBER
ET wortelaaltje, Heterodera markyii, veroorzaakt
Jjij tomaten knolachtige verdikkingen op de wortels
(zie foto 1 en 2).
Dit aaltje tast echter ook nog tal van andere groen-
tengewassen aan, zooals de komkommer (zie foto 3),
.Y AfJ "-"Y I
Wortels v. tomaat, aangetast door knolaaltjèt
verschillende soorten boonen, andijvie, sla, peen en
nog meer gewassen. Bovendien kuinnen talrijke on
kruiden aangetast worden, o.a. muur, herderstaschje
en brandnetel.
Hierdoor is het bijzonder moeilijk alleen door vrucht
wisseling de knolaantasting in toom te houden. Maar
bovendien 4runnen de aaltjes jarenlang door middel
yan cysten in den grond overblijven. Dit zijn afge
storven wijfjes, d'ie talrijke eitjes in zich omsloten
houden, In dezen vorm overwinteren de aaltjes.
Zwavelkoolstof is een goed en veel toegepast bestrij
dingsmiddel tegen wortelaaltjesaantasting in diverse
gewassen.
Deze behandelin van den zieken grond heeft de laatste
jaren veel opgang gemaakt, door de gunstige resulta
ten die in de practijk verkregen werden. Toch komt
het nog een enkele maal voor, dat minder gunstige
resultaten verkregen worden. In de meeste gevallen
is dit echter toe te schrijven aan een onoordeelkun
dige of verkeerde yóórbehandeling van den grond.
Zwavelkoolstof is een vloeistof met een hooger soor
telijk gewicht dan water. Een liter zwavelkoolstof
weegt 1.29 kg. Het is een product, dat aan de lucht
blootgesteld, spoedig vergast. Ook wanneer de vloei*
stof in den grond gebracht is, ontstaat dit gas. Omdat
het gas zwaard'er is dan lucht, zakt het door de
poriën van den grond naar beneden.
Voor de bestrijding van het wortelaaltje is dit van
groot belang, omdat daardoor de dieper in den bodem
Voorkomende diertjes beter bereikt worden. De toestand!
,van den grond, die behandeld zal worden, is van groot
belang. Na het beëindigen van de teelt, moeten de
wortels van de besmette planten zoo netjes mogelijk
gerooid worden, deze verzamelen en vernietigen.
Vervolgens moet de grond natgemaakt worden, opdat
de resteerende wortels spoedig verteeren, waardoor
de aaltjes vrij in den grond komen.
Ongeveer 3 4 weken later kan men den grond gaan
spitten. Hoe dieper hoe beter. Komen er harde kluiten
klei of veen in den grond voor, dan kan het gas hierin
niet voldoende doordringen en het resultaat is min
der gunstig. Hè| is dus noodig zorg te dragen voor
een goede verkruimeling yan den grond.
Ook- moet men er voor zorgen, dat onder de ver-
warmingspijpen de grond goed los gemaakt wordt.
Dit gebeurt vaak onvoldbende. Toch is het van groot
belang hieraan de speciale aandacht te wijden, omdat
daar waar de verwarmingsbuizen dicht bij den grond
liggen, de grond heel vaak in erge mate door „knol"
besmet is.
Na het spitten 'moet de grond bewerkt worden met
eg of hark. Daarbij moet het vastloopen zooveel moge
lijk voorkomen worden. Enkele dagen dkarna kan, als
de grond niet te nat is, de zwavelkoolstofbehandeling
toegepast worden.
Ter bestrijding van aaltjes gebruikt men 63 kg. zwa
velkoolstof per are. Zwavelkoolstof is een zeer giftig
en gevaarlek middel, dat gemakkelijk tot ontbranding
en ontploffing komt.
De behandeling zelf mag dan ook alleen uitgevoerd
worden dbor personen, die daartoe vergunping heb
ben, met deskundig personeel.
Alle adviezen, die door hen verstrekt worden, moeten
Wortels v. d. komkommer, aangetast door knol
aaltje.
De spuitende hark boven den grond gelicht.
(Foto's van den schrijver)
volledig in acht genomen worden, om vergiftiging of
ontploffing te voorkomen.
Een viertal dagen mag men de onbehandelde kas niet
betreden, en alle vuur moet vermeden worden.
Na d<eze dagen is het zaak de oppervlakte van de
grond flink nat te broezen. Vervolgens laat men de
behandelde kas een 14 dagen rustig liggen, dan kan
intusschen het gas zijn werk volledig verrichten.
Tijdens de behandeling laat men het glas op de kas
liggen^ Gebroken ruiten moeten vooraf dichtgemaakt
worden. Dit is noodig om ontwijken of wegwaaien van
het gas, dat zich laag bij den grond bevindt, te voor-
komen.
Over de manier waarop de behandeling wordt toege
past, willen we hier niet verder uitwijden, omdat
deze geheel in handen van den uitvoerder berust. Wel
zal de tuinder goed doen te controleeren, of het werk
naar genoegen geschiedt.
Deze ontsmetting heeft een sterke groei-stimuleerende
werking. In verband hiermee moet men op den be
handelden grond voorzichtig zijn met de bemesting,
iri het bijzonder met stikstof, daar de planten anders
spoedig te wild' groeien. Is eenzelfde kas of waren
huis al eerder eenige keeren met genoemd middel
behandeld, da^ is de groeiverbetering niet zoo sterk
meer. Dit komt doordat natuurlijk niet ongelimiteerd
nieuwe voedingsstoffen vrij kunnen komen.
De Consulent: Ir. J. M. RIEMENS
Gezonde tomatenwortelss
NKELE weken geleden schreven wij in dit blad
een artikel -over „Het stekken van de Pelargonium
Zonale", waarin het snijden van het stek en de verdere
behandeling werd besproken.
Het overwinteren van het stekmateriaal is geenszins
moeilijk, al zal veel afhangen van de outillage van
het bedrijf.
Stekken, welke in Juli of 'in Augustus gesneden zijn,
zullen nu aan den wortel zijn. Ze kunnen opgepot
worden, zoover dit' althans nog niet gedaan is, in pot
no. 18 of no. 17, waarvan de laatste het bezwaar
heeft meer plaatsruimte te eischen. De grond, waarmee
deze potten gevuld moeten worden, dient niet te zwaar
en te kleiachtig te zijn, daar dit kan leiden tot
arotting, als gevolg van een te veel vasthouden van
het water in den winter.
Elke kweeker heeft voor dit oppotten zoo zijn eigen
grondsoort en ,in de meeste gevallen geven deze
verschillende soorten goede resultaten, omdat de
jonge stekplanten niet kieskeurig zijn. Een mengsel
van behoorlijk verteerden bladgrond met wat koemest
is zeker geschikt, evenals humusrijken tuingrond met
wat scherp zand en turfmolm.
Na het oppotten plaatst men de potten in een kouden
bak of beter in een stookbak, omdat ze hierin blijven
staan tot het voorjaar. De potjes plaatst men op den
grond; werden ze ingegraven, dan zou vooral op
drachtige gronden een groot percentage uitvallen
door rotting. Blijven de potjes op den grond dan is
dit uitgesloten. Na flink aangegoten te hebben, houdt
men ze luchtig en koel en schermt de eer.ste dagen,
als het noodig mocht zijn, tegen al te scherpe zon.
Spoedig is dit echter al overbodig. Om de jonge
planten sterk en hard te maken en eventueel intre-
denden groei te remmen, moet er overdag flimc
gelucht worden.
Veel zorgen vragen de planten niet gedurende den
winter. Hoofdzaak is dat ze niet te vochtig zijn,
want als de groei stilstaat, houdt een Pelargonium nu
eenmaal niet van vocht en verder dat ze frisch en
luchtig gehouden worden. Daarom gaan bij mooi
helder weer de ramen op lucht en daarom ook moet
er bij aanhoudend nat weer een paar dagen gestookt
worden om de al te groote vochtigheid te yer-
minderen.
Ook bij vorst is verwarming gecombineerd met een
behoorlijke afdekking noodig. Een dergelijke over
wintering geeft vrij zeker goede resultaten en vraagt
een minimum aan zorgen en kosten.
Is er in een kas plagts disponibel, dan biedt deze
ook een goede gelegenheid voor het overhouden ge
durende den winter. De planten worden dan op een
tafel gezet of kunnen, evenals in den bak, op den
grond worden geplaatst. Bij yorstvrij weer kan de
verwarming uitblijven.
Het onderhoud bestaat in het nazien en verwijderen
van gele en rottende deelen. De temperatuur mag
niet te hoog worden, omdat dit ontijdigen groei zou
beteekenen, die aan de kwaliteit van de plant veel
afbreuk doet.
Is de lucht in de kas wat te droog, doordat voor
moet worden, dan moeten wij licht bij de planten1
toelaten.
Wanneer er op deze factoren gelet wordt, dan zullen
wij in Maart jonge sterke planten hebben, welke dan
in den broeipot overgeslagen kunnen worden.